Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 31 maart 2008

Rentenfonds. - Verslag over de operaties van het boekjaar 2007, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voo Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2008003113
pub.
31/03/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Rentenfonds. - Verslag over de operaties van het boekjaar 2007, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.

Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2008, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook statistische en juridische bijlagen bevatten. 1. WIJZIGINGEN IN DE BOEKHOUDKUNDIGE REGELS EN PRINCIPES In de loop van 2007 is het Rentenfonds overgestapt van de kasbasisbenadering naar de economische benadering voor de boeking van de verlopen interesten en van het agio of disagio tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde van de aangekochte effecten. Conform de kasbasisbenadering werden de bij aankoop betaalde zowel als de bij verkoop ontvangen verlopen interesten, net als de geïnde coupons, rechtstreeks in de « renteresultaten » van de resultatenrekening geboekt. Periodiek dienden bovendien aan de renteresultaten de verlopen maar nog niet-geïnde interesten te worden toegevoegd, die in de overlopende rekeningen op het actief werden tegengeboekt.

In de economische benadering worden enkel de verlopen interesten die effectief verworven worden vanaf de aankoop dagelijks in de renteresultaten geboekt, waarvan de tegenboeking eveneens in de overlopende rekeningen op het actief voorkomt. De bij aankoop betaalde en de bij verkoop ontvangen verlopen interesten alsook de geïnde coupons daarentegen worden voortaan in de overlopende rekeningen geboekt terwijl de renteresultaten onaangeroerd blijven.

Ook het agio of disagio tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt voortaan dagelijks actuarieel herberekend en het verschil wordt opgenomen in de renteresultaten terwijl de activarekening « portefeuille overheidsfondsen » wordt tegengeboekt.

Bij verkoop of bij inning op de eindvervaldag wordt in de voornoemde activarekening de bewuste effectenpositie aangezuiverd.

Beide benaderingswijzen geven bij de afsluiting van de rekeningen identieke resultaten zodat de nieuwe aanpak geen impact heeft op de jaarrekening. 2. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van 187,8 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot 167,4 miljoen aan het einde van het verslagjaar.De beurswaarde is nagenoeg in dezelfde mate ingekrompen, te weten met 20,4 miljoen tot 167,5 miljoen.

Wegens de overstap van het grootste deel van de staatsbons van de fixingmarkt naar de doorlopende markt waarop liquiditeitsverschaffers actief zijn, kon het Rentenfonds zijn portefeuille staatsbons gedeeltelijk verminderen. Eind juli 2007 zette één van de twee liquidity providers de liquiditeitsverschaffing stop. Artikel 18 van het koninklijk besluit van 14 juni 2005 betreffende de rentemarkt bepaalt evenwel dat een rente maar tot de doorlopende handel toegelaten wordt als er minstens twee liquiditeitsverschaffers zijn.

Bijgevolg kon een laatste groep van staatsbons op 4 september 2007 niet meer overgeheveld worden naar de doorlopende markt en konden de nieuw uitgegeven staatsbons er evenmin op worden toegelaten. Voor de reeds op de doorlopende markt genoteerde effecten bestaat er een overgangsregeling waardoor ze er tijdelijk verder kunnen verhandeld worden. Deze ontwikkelingen verhinderden dat de portefeuille verder kon worden gereduceerd.

De voorschotten van de Belgische Staat aan het Fonds liepen van het ene tot het andere jaar terug van 55 miljoen tot 32,5 miljoen, vooral wegens de vermindering van zijn portefeuille. De voorschotten daalden iets sterker dan de boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen wegens de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst die werd toegewezen aan de eigen middelen van het Rentenfonds. 3. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van 191,5 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 171,4 miljoen. Het regulerende optreden van het Fonds op de fixingmarkt gaf aanleiding tot een netto-aankoop van effecten voor een bedrag van 41,4 miljoen, dat is bijna 60 pct. minder ten overstaan van het bedrag van 100,5 miljoen dat het Fonds in 2006 langs die weg in portefeuille had genomen. Deze substantiële daling is te wijten aan de hierboven vermelde overheveling van de meeste staatsbons naar de doorlopende markt. Na iedere transfer van een groep van staatsbons liepen de nettoverkopen van de particuliere beleggers gevoelig terug op de fixingmarkt, waar het Rentenfonds zich tegenpartij stelt.

Het Fonds tekende voor 33,1 miljoen in op staatsbons, wat beduidend meer is dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 20,1 miljoen. De meer dan verdubbeling van vijf uitgiften van staatsbons in 2006 naar elf tijdens het verslagjaar verklaart het grotere bedrag aan intekeningen door het Rentenfonds.

De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 18,1 miljoen. In 2006 werd 30,7 miljoen geïnd.

De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van 76,5 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van 103,1 miljoen opgetekend. Die belangrijke terugloop houdt verband met de overheveling van staatsbons naar de doorlopende markt. Enerzijds leidde dit op de fixingmarkt tot een forse inkrimping van de netto-aankopen van het Fonds die normaliter via buitenbeursverkopen worden geneutraliseerd. Anderzijds stelde de tussenkomst van liquiditeitsverschaffers op de doorlopende markt het Fonds in de gelegenheid de omvang van zijn portefeuille in de betrokken effecten terug te schroeven. 4. RESULTATEN (zie tabel 3) 4.1 Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 3,6 miljoen opgetekend. Het is respectievelijk samengesteld uit 5 miljoen lopende financiële resultaten en uit 1,4 miljoen transactieverliezen die niet recurrent zijn.

De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk financieren. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor 5,1 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten. Op jaarbasis overtrof de gemiddelde financieringsvoet voor het eerst in jaren het gemiddelde rendement van de portefeuille. Hierdoor leverde het met vreemde middelen gefinancierde deel van de portefeuille een negatieve bijdrage tot het resultaat ten belope van 0,1 miljoen.

De lopende financiële resultaten verbeterden met 0,2 miljoen ten opzichte van het voorgaande boekjaar doordat de financieringskosten sterker daalden dan de renteresultaten dankzij de inkrimping van de portefeuille overheidsfondsen. 4.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.

De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 6,4 miljoen, dat is 0,2 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. De vermindering van de omvang van de portefeuille werd deels gecompenseerd door de stijging van zijn gemiddelde opbrengstvoet, namelijk van 3,30 pct. in 2006 tot 3,73 pct. 4.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een belangrijke stijging van de door het Rentenfonds verschuldigde rente op de ontleende voorschotten van de Belgische Staat van 2,83 pct. in 2006 tot 4 pct. Desondanks leidde een fors verminderd beroep op die voorschotten tot een daling van de hierop verschuldigde interesten van 1,8 miljoen in 2006 tot 1,4 miljoen. 4.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.

Door de verder aantrekkende rentevoeten bleef de beurswaarde van de meeste leningen uit de portefeuille tijdens het verslagjaar onder hun gemiddelde boekwaarde. Daardoor gingen de verkopen doorgaans gepaard met verlies. Aldus werd na 1,2 miljoen aan transactieverliezen in 2006 opnieuw een negatief resultaat geboekt ten belope van 1,4 miljoen. 4.2 Terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen Ondanks de daling van de beurskoersen van het ene jaareinde tot het andere kon 0,1 miljoen aan waardeverminderingen worden teruggenomen op de tijdens de vorige twee jaren geboekte waardeverminderingen. Dit paradoxale verloop vloeit voort uit de belangrijke transactieverliezen die in de loop van het jaar werden geboekt. 4.3 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.

Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,4 miljoen besteed.

De andere administratieve kosten, goed voor 0,5 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 4.4 Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van 1,8 miljoen. Zij is de resultante van de financiële resultaten op de portefeuille ten belope van 3,6 miljoen, van de terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen voor 0,1 miljoen en van diverse lasten ten bedrage van 1,9 miljoen.

Artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds bepaalt dat de geboekte nettowinst ten belope van 3 pct. van de dotatie, d.i. bijna 2,1 miljoen, bij de reserve wordt gevoegd en het saldo aan de Schatkist wordt gestort. Bijgevolg wordt de nettowinst van 1,8 miljoen bij de reserve gevoegd.

Verklarende bijlage BALANS Activa Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffers op de doorlopende markt.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.

Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) die de Europese Centrale Bank het laatst heeft vastgesteld. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald.

Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op het fixingsegment van de beursmarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.

Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.

Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.

Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.

Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^