Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 26 mei 2015

Verslag over de werking van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. - Jaar 2014 1. OVERZICHT VAN DE GEREGISTREERDE INLICHTINGEN 1.1. INHOUD VAN HET BESTAND De Centrale voor (...)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2015011208
pub.
26/05/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


Verslag over de werking van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. - Jaar 2014 (Opgesteld door de Nationale Bank van België overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 25/09/2001 numac 2001011336 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren sluiten betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren) 1. OVERZICHT VAN DE GEREGISTREERDE INLICHTINGEN 1.1. INHOUD VAN HET BESTAND De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in het kader van het beleid ter voorkoming van overmatige schuldenlast, registreert alle overeenkomsten inzake consumentenkredieten en hypothecaire kredieten die door natuurlijke personen om privé-doeleinden worden afgesloten, evenals de eventuele betalingsachterstanden die uit deze kredieten voortvloeien.

Daarnaast worden ook de berichten van collectieve schuldenregeling in de Centrale geregistreerd.

De kredietgevers moeten de Centrale verplicht raadplegen alvorens een krediet toe te kennen en krijgen op die manier een vollediger beeld van de financiële verbintenissen en de kredietwaardigheid van de potentiële kredietnemers.

Eind 2014 bevatte het bestand van de Centrale gegevens over 6 226 566 personen en 11 325 503 kredietovereenkomsten.

Er stonden respectievelijk 350 635 wanbetalers en 522 840 achterstallige kredietovereenkomsten geregistreerd. Het totale achterstallige bedrag bedroeg 3,1 miljard EUR, hetzij gemiddeld 3 688 EUR per consumentenkrediet en 38 931 EUR per hypothecair krediet. 1.2. EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEREGISTREERDE CONTRACTEN EN PERSONEN De evolutie van het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten en personen kan als volgt worden samengevat (toestand op het einde van het jaar):

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In vergelijking met het jaar voordien waren er eind 2014 netto 1,2 % minder contracten (- 140 311 contracten) en 0,4 % minder personen (- 24 992 personen) geregistreerd in de Centrale.

In de loop van het jaar werden 1 449 299 nieuwe kredietovereenkomsten geregistreerd, waarbij vooral de evolutie bij de hypothecaire kredieten opvalt. Terwijl in de eerste jaarhelft het aantal nieuwe hypotheekleningen gemiddeld nog 20 % lager lag dan in dezelfde periode van 2013, is dit beeld vanaf het derde trimester volledig omgeslagen.

Vooral in de laatste maanden van 2014 kende de hypothecaire kredietverlening een absolute piek. De verklaring hiervoor is tweeërlei. Enerzijds hebben de erg lage rentevoeten een groot aantal kredietnemers ertoe gebracht hun woonkrediet te herfinancieren, hetgeen als een nieuw krediet in de Centrale geregistreerd wordt.

Anderzijds hebben veel consumenten geanticipeerd op het nieuwe, minder gunstige woonbonusregime dat vanaf 2015 in Vlaanderen in voege treedt.

Dit laatste blijkt uit het feit dat de aangroei in Vlaanderen aanzienlijk groter is dan in de twee andere regio's. Uiteindelijk werden er 443 782 nieuwe hypothecaire kredieten geregistreerd in 2014, hetgeen de helft meer is dan het jaar voordien.

Daarnaast werden er ook 508 863 nieuwe leningen op afbetaling (- 0,4 %) en 87 587 nieuwe verkopen op afbetalingen (- 0,7 %) gemeld. De daling van het aantal nieuwe kredietopeningen met 24,0 % (409 067 contracten) is het gevolg van technische aanpassingen die door enkele kredietgevers werden uitgevoerd in 2013. Wanneer van deze operaties abstractie wordt gemaakt, blijft het aantal nieuwe kredietopeningen in 2014 stabiel.

Er werden tevens 155 102 nieuwe betalingsachterstanden in de Centrale opgenomen. Dit is een daling met 0,4 % tegenover 2013. Enkel bij de kredietopeningen wordt een toename vastgesteld (+ 4,1 %).

Het totale aantal uitstaande achterstallige contracten groeit aan tot 522 384 (+ 3,8 %) voor 350 635 kredietnemers (+ 2,7 %). Tussen de kredietvormen zijn er aanzienlijke verschillen. Het aantal betalings-achterstanden stijgt sterk bij de kredietopeningen (+ 7,2 %) en de hypothecaire kredieten (+ 5,1 %), terwijl het licht afneemt bij de verkopen en leningen op afbetaling (respectievelijk - 2,0 % en - 0,3 %).

De impact van de crisis blijft voelbaar in de Centrale. Sinds 2008 groeit het aantal betalingsachterstanden aanhoudend. De oorzaak lijkt echter niet te liggen in een verminderde kwaliteit van de huidige kredietverlening. De wanbetalingspercentages van de kredieten die vanaf 2009 werden afgesloten, liggen globaal genomen immers lager dan de wanbetalingspercentages van de kredieten die vóór de crisis werden toegekend. Betalingsmoeilijkheden waarmee consumenten vandaag geconfronteerd worden, hebben ook meer dan vroeger betrekking op oudere kredieten: bij de leningen op afbetaling deed slechts 35,1 % van de nieuwe betalingsachterstanden uit 2014 zich binnen het jaar na het toekennen van het krediet voor, terwijl dit in 2008 nog 48,1 % bedroeg. Bij de hypothecaire kredieten heeft 26,5 % van de nieuwe wanbetalingen uit 2014 betrekking op een krediet van minder dan twee jaar oud, tegenover 40,8 % in 2008.

Een gedetailleerde verdeling van het aantal personen volgens het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten wordt in de volgende tabellen weergegeven:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.3. EVOLUTIE VAN HET AANTAL BIJWERKINGEN In 2014 heeft de Centrale ongeveer 5 miljoen bijwerkingen verwerkt. In 1,4 miljoen gevallen ging het om de registratie van een nieuwe kredietovereenkomst. De bijwerkingen werden uitgevoerd door ongeveer 250 deelnemers. 1.4. COLLECTIEVE SCHULDENREGELINGEN Personen die geconfronteerd worden met overmatige schuldenlast of ernstige financiële moeilijkheden kunnen beroep doen op de procedure van collectieve schuldenregeling. In dat kader werd de Centrale voor kredieten aan particulieren er door de wetgever mee belast bepaalde gegevens met betrekking tot deze regelingen te centraliseren. Naast de identificatiegegevens van de persoon die de regeling geniet, registreert de Centrale ook de datums van de belangrijkste stappen in de procedure zoals bijvoorbeeld de datum van de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling en de begin- en einddatum van de aanzuiveringsregeling. De inlichtingen worden meegedeeld door de arbeidsrechtbanken en de schuldbemiddelaars, via het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest.

De arbeidsrechtbanken hebben het voorbije jaar 17 552 nieuwe aanvragen tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar verklaard, een daling met 0,7 % in vergelijking met 2013. Het totale aantal personen dat voor deze procedure geregistreerd is, loopt eind 2014 op tot 97 065 (+ 5,1 %). Bij 28,6 % van de geregistreerde berichten gaat het om personen die met geen enkel achterstallig krediet in de Centrale opgenomen zijn. Hieruit blijkt dat de oorzaken van overmatige schuldenlast zich niet beperken tot het krediet: steeds meer worden consumenten geconfronteerd met andere betalingsmoeilijkheden, zoals bijvoorbeeld schulden met betrekking tot energie- en telefoonfacturen.

Eind 2014 zijn er 38 238 lopende minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregelingen geregistreerd (39,4 %). Daarnaast zijn er eveneens 58 827 berichten van toelaatbaarheid geregistreerd waarvoor de rechtbanken aan de Centrale nog geen melding hebben gedaan dat een aanzuiveringsregeling werd afgesloten (60,6 %). Het gegeven dat een meerderheid van de berichten van toelaatbaarheid zonder gevolg blijft in het bestand, betekent niet noodzakelijk dat ze in werkelijkheid niet leiden tot een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling.

In meer dan de helft van de gevallen gaat het immers om recente dossiers uit 2013 of 2014, waarvoor het normaal is dat nog geen regeling werd overeengekomen.

Naarmate de datum van de beslissing echter meer in het verleden ligt, kan echter verondersteld worden dat ofwel geen aanzuiveringsregeling bereikt is maar de procedure toch niet werd afgesloten, ofwel de bereikte aanzuiveringsregeling niet aan de Centrale gemeld werd. In beide gevallen is de impact van deze onvolledige registratie voor de consument zeer ingrijpend. Aangezien de collectieve schuldenregeling immers pas uit de Centrale verdwijnt na afloop van de aanzuiveringsregeling, betekent dit dat bij het ontbreken van informatie hierover, de consument toch vermeld blijft, zelfs indien zijn aanzuiveringsregeling in werkelijkheid reeds beëindigd zou zijn.

Op dat ogenblik voldoet de registratie niet langer aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien loopt de consument het risico dat hem de toegang tot krediet ontzegd blijft. Deze problematiek werd onder de aandacht van de bevoegde minister gebracht. 2. AANTAL RAADPLEGINGEN De kredietgevers zijn wettelijk verplicht het bestand van de Centrale te raadplegen vóór de toekenning van een krediet dat valt onder het toepassingsgebied van de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 25/09/2001 numac 2001011336 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren sluiten betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren.De evolutie van het aantal individuele raadplegingen, het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn zonder betalingsachterstand en het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn met een betalingsachterstand, worden opgenomen in volgende tabel:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het gemiddeld aantal individuele raadplegingen per werkdag bedroeg 30 127.

Daarnaast kan de Centrale ook geraadpleegd worden in het kader van het beheer van lopende kredieten of in het kader van de toekenning en het beheer van betalingsmiddelen. In 2014 werden met dit doel 8 176 610 gegroepeerde raadplegingen uitgevoerd. 3. ONTVANGSTEN EN WERKINGSKOSTEN VAN DE CENTRALE Krachtens artikel 12 van de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 25/09/2001 numac 2001011336 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren sluiten betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren is de Nationale Bank van België gemachtigd de kosten die zij maakt voor de werking van de Centrale, te recupereren bij de kredietgevers. De ontvangsten en werkingskosten voor boekjaar 2014 kunnen als volgt worden samengevat:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het boekjaar 2014 wordt afgesloten met een overschot van 560 011 EUR, dat toekomt aan de deelnemers. 4. INZAGERECHT EN RECHT OP RECHTZETTING Overeenkomstig de wettelijke bepalingen wordt de geregistreerde persoon automatisch en schriftelijk verwittigd wanneer hij voor de eerste keer met een betalingsachterstand geregistreerd wordt in de Centrale.In de loop van 2014 werden in die context 102 365 brieven verstuurd.

Het aantal aanvragen tot inzage is in 2014 met 1,4 % gedaald tot 224 233. Eind 2014 gebeurt 43,8 % van alle aanvragen via internet.Het aandeel van de schriftelijke aanvragen bedroeg 26,9 % en in 29,3 % van de gevallen hebben de personen zich rechtstreeks gewend tot de loketten van de Nationale Bank van België.

In geval van betwisting van de op zijn naam geregistreerde gegevens kan de persoon beroep doen op de diensten van de Centrale, die contact zal opnemen met de kredietgever die de melding gedaan heeft, teneinde het dossier opnieuw te onderzoeken. In voorkomend geval wordt het bestaan van een betwisting toegevoegd aan het bestand en meegedeeld aan de kredietgevers naar aanleiding van een eventuele raadpleging. 5. STATISTISCH VERSLAG In het kader van de problematiek van de overmatige schuldenlast vragen verschillende instellingen en instanties regelmatig aan de Nationale Bank van België allerhande informatie betreffende het aantal en de evolutie van de in de Centrale geregistreerde personen en contracten. Om aan deze vraag te voldoen, publiceert de Nationale Bank van België een serie kerncijfers en statistieken die maandelijks worden geactualiseerd. Daarnaast publiceert ze tevens een jaarlijks statistisch verslag. Al deze documenten kunnen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) worden geraadpleegd.

^