Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 april 2003
gepubliceerd op 14 mei 2003

Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000376
pub.
14/05/2003
prom.
02/04/2003
ELI
eli/wet/2003/04/02/2003000376/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2003. - Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 69 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wetten van 4 augustus 1996 en 18 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) de eerste gedachtestreep wordt vervangen door 1°;2) de tekst vanaf de tweede gedachtestreep wordt vervangen als volgt : « 2° uit het auditoraat, samengesteld uit een auditeur-generaal, een adjunct-auditeur-generaal, veertien eerste auditeurs-afdelingshoofden, en vierenzestig eerste auditeurs, auditeurs of adjunct-auditeurs;3° uit het coördinatiebureau, samengesteld uit twee eerste referendarissen-afdelingshoofden en twee eerste referendarissen, referendarissen of adjunct-referendarissen;4° uit de griffie, samengesteld uit een hoofdgriffier en vijfentwintig griffiers, van wie een griffier-informaticus.»

Art. 3.In artikel 76, §§ 1 en 2, van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt : « Vierentwintig leden van het auditoraat worden bij voorrang aangesteld bij de afdeling wetgeving.Zij nemen deel aan de werkzaamheden ervan overeenkomstig de richtlijnen van de auditeur-generaal. Zij hebben eveneens tot taak te zorgen voor de nadere uitwerking en de verspreiding van de beginselen van de wetgevingstechniek. »; 2) in § 2, worden de woorden « en de adviezen » ingevoegd tussen de woorden « de rechtspraak » en « van de Raad van State ».

Art. 4.In artikel 77 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, die het eerste lid wordt, worden de punten 5° en 6° opgeheven;2° in § 2, die het tweede lid wordt, worden het tweede en het derde lid opgeheven.

Art. 5.Artikel 82, tweede lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, wordt vervangen als volgt : « Zij kan, gedurende gans de procedure, vragen stellen of horen hetzij de gemachtigde ambtenaar of de vertegenwoordiger van de minister, of indien het gaat om een voorstel van wet, decreet of ordonnantie, de gemachtigde van de voorzitter van de betrokken vergadering die, in de vraag om advies, aangeduid werd door de minister of de voorzitter van de vergadering. »

Art. 6.Artikel 83 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1982, 31 december 1983 en 4 augustus 1996, wordt aangevuld met het volgende lid : « De adviezen worden vertaald binnen een termijn van ten hoogste vijftien dagen, die ingaat de dag dat het advies in één taal wordt medegedeeld. »

Art. 7.Artikel 84 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 8 september 1997, wordt vervangen als volgt : «

Art. 84.- § 1. Het onderzoek van de zaken vindt plaats in de volgorde van de inschrijving op de rol, uitgezonderd : 1° wanneer de overheid die de afdeling wetgeving adieert, vraagt dat het advies wordt medegedeeld binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot vijfenveertig dagen in het geval waarin het advies gegeven wordt door de algemene vergadering met toepassing van artikel 85 of door de verenigde kamers met toepassing van artikel 85bis ;2° wanneer, in spoedeisende gevallen die in de aanvraag met bijzondere redenen worden omkleed, de overheid die de afdeling wetgeving adieert, vraagt dat het advies wordt medegedeeld binnen een termijn van vijf werkdagen, verlengd tot acht werkdagen in het geval waarin het advies gegeven wordt ofwel met toepassing van artikel 2, § 4, ofwel door de algemene vergadering met toepassing van artikel 85 of door de verenigde kamers met toepassing van artikel 85bis . Wanneer met toepassing van het eerste lid, 2°, om spoedbehandeling van een adviesaanvraag over een ontwerp van reglementair besluit wordt verzocht, wordt de motivering van het spoedeisend karakter, die in de aanvraag wordt opgegeven, in de aanhef van het besluit overgenomen. § 2. De werkdag is de dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een feestdag is. De termijnen gaan in op de eerste werkdag na die van de inschrijving op de rol. De vervaldag is in de termijn begrepen. Is die dag geen werkdag, dan verstrijkt de termijn op de eerstvolgende werkdag.

De hoofdgriffier deelt zonder verwijl aan de indiener van de adviesaanvraag de begin- en de einddatum van de termijn mee.

Het advies wordt per post, per bode, per fax of per elektronische post medegedeeld; de mededeling per fax of per elektronische post wordt schriftelijk bevestigd. Indien het advies krachtens artikel 83 moet worden vertaald, wordt het geacht reeds te zijn medegedeeld op het ogenblik dat de tekst ervan wordt medegedeeld in de taal waarin het is gesteld. § 3. Onverminderd artikel 2, § 1, tweede lid, mag het advies van de afdeling wetgeving, in het geval bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, zich beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, de rechtsgrond en de te vervullen voorgeschreven vormvereisten; het beperkt zich tot dat onderzoek in het geval bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°.

Wanneer het advies wordt gevraagd binnen een termijn van paragraaf 1, eerste lid, 1° of 2°, wordt het gegeven zelfs indien de voorgeschreven vormvereisten niet zijn vervuld. § 4. Wanneer de adviesaanvraag betrekking heeft op een voorontwerp of een voorstel van wet, van decreet of van ordonnantie, of op een amendement op een dergelijk ontwerp of voorstel, dient de afdeling wetgeving binnen de termijnen gesteld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, of binnen een bijkomende termijn, door de adviesaanvrager verleend vóór het verstrijken van die termijnen, mededeling te doen van een advies, dat ten minste betrekking heeft op de drie punten genoemd in paragraaf 3, eerste lid.

Wanneer de adviesaanvraag betrekking heeft op een ontwerp van reglementair besluit en de afdeling wetgeving geen advies heeft medegedeeld binnen de termijnen gesteld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, of binnen een bijkomende termijn, door de adviesaanvrager verleend vóór het verstrijken van die termijnen, wordt de adviesaanvraag aan de Raad van State onttrokken en wordt ze afgevoerd van de rol. In de aanhef van het besluit wordt melding gemaakt van het ontbreken van de mededeling van het advies binnen de termijn. »

Art. 8.In artikel 84bis van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 25 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° in het eerste lid worden de woorden « eerste lid » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° en 2° »;2° in het derde lid worden de woorden « eerste lid » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, inleidende zin ».

Art. 9.In dezelfde gecoördineerde wetten wordt een artikel 84ter ingevoegd, luidende : « Art. 84ter . - De auditeur die bij het onderzoek van een adviesaanvraag als bedoeld in artikel 84, § 1, eerste lid, 1 °, van oordeel is dat een voorgeschreven vormvereiste niet is vervuld, brengt de gemachtigde ambtenaar of de gemachtigde van de minister daarvan onmiddellijk op de hoogte. »

Art. 10.In artikel 85bis van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1979 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 1982, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 11.In artikel 16 van de wet van 6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en in artikel 32, § 6, eerste lid, en § 8, eerste lid, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, worden de woorden « acht dagen » vervangen door de woorden « vijf werkdagen, in de zin van artikel 84, § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State ».

Art. 12.Ten minste acht en ten hoogste tien leden van het coördinatiebureau worden, na advies van de eerste voorzitter en van de auditeur-generaal, overgeheveld naar het auditoraat in de overeenkomstige graad, terwijl twee leden van elke taalgroep, volgens anciënniteit, ervoor kunnen opteren in het coördinatiebureau te blijven werken.

Art. 13.De artikelen 6 tot 11 zijn niet van toepassing op de adviesaanvragen die ingediend werden vóór de inwerkingtreding ervan.

Art. 14.De artikelen 6 tot 11 treden in werking binnen de maand volgend op de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad .

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s' Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2002-2003 Kamer van Volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden.- Wetsontwerp, nr. 2131/1. - Amendementen, nr. 2131/2-7. - Verslag, nr. 2131/8. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 2131/9. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2131/10.

Integraal Verslag : 15 en 16 januari 2003.

Gewone zitting 2002-2003 Senaat Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-1426/1. - Verslag, nr. 2-1426/2. - Amendementen, nr. 2-1426/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 2-1426/4.

Handelingen van de Senaat : 13 februari 2003.

^