Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 maart 2010
gepubliceerd op 06 april 2010

Wet tot wijziging van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2010009383
pub.
06/04/2010
prom.
02/03/2010
ELI
eli/wet/2010/03/02/2010009383/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

2 MAART 2010. - Wet tot wijziging van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II - Bepalingen tot wijziging van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden

Art. 2.In artikel 55, § 1, derde lid, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden, vervangen door de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « een controle » vervangen door het woord « dit »;2° de zin « Deze lezing zal in voorkomend geval in afwezigheid van de gedetineerde kunnen gebeuren » wordt vervangen door de zin « In voorkomend geval kan het lezen van de brief in afwezigheid van de gedetineerde gebeuren ».

Art. 3.In artikel 56, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 20 juli 2006, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « of van het personeelslid dat deze aanwijst, » ingevoegd tussen de woorden « van de directeur » en de woorden « onderworpen, tenzij »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « In voorkomend geval kan de brief, met het oog op controle en, indien nodig, met het oog op het lezen ervan, geopend worden in afwezigheid van de gedetineerde.»

Art. 4.In artikel 59 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht : a) paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde lid, luidende : « Onverminderd het vorige lid, kan de directeur het ongestoord bezoek tijdelijk weigeren : 1° wanneer de bezoeker of de gedetineerde eerder de bezoekregeling niet heeft nageleefd en er redenen bestaan om aan te nemen dat deze inbreuk op de bezoekregeling zich kan herhalen;2° wanneer de gedetineerde of de bezoeker niet-toegelaten voorwerpen in de gevangenis heeft binnengebracht;3° wanneer de persoonlijkheid van de gedetineerde een contra-indicatie vormt voor de toekenning van ongestoord bezoek.» b) paragraaf 2 wordt aangevuld met een derde lid, luidende : « Onverminderd het vorige lid, kan de directeur het ongestoord bezoek tijdelijk weigeren : 1° wanneer de bezoeker of de gedetineerde eerder de bezoekregeling niet heeft nageleefd en er redenen bestaan om aan te nemen dat deze inbreuk op de bezoekregeling zich kan herhalen;2° wanneer de gedetineerde of de bezoeker niet-toegelaten voorwerpen in de gevangenis heeft binnengebracht;3° wanneer de persoonlijkheid van de gedetineerde een contra-indicatie vormt voor de toekenning van ongestoord bezoek.»

Art. 5.In artikel 76 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 opgeheven

Art. 6.In artikel 80 van dezelfde wet worden de woorden « Buiten de arbeidstijden mag de gedetineerde » vervangen door de woorden « De gedetineerde mag ».

Art. 7.In artikel 118 van dezelfde wet wordt paragraaf 9 vervangen als volgt : § 9. Zodra een beklaagde of beschuldigde, die in een individueel bijzonder veiligheidsregime werd geplaatst, veroordeeld is, beoordeelt de directeur de noodzaak van een handhaving of aanpassing van de plaatsing in een individueel bijzonder veiligheidsregime, en brengt hierover advies uit aan de directeur-generaal. Op basis hiervan kan de directeur-generaal een einde maken aan de plaatsing of de plaatsingsmaatregelen milderen.

Art. 8.Artikel 131 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 131.De poging tot het plegen van en deelneming aan een in de artikelen 129 en 130 bedoelde tuchtrechtelijke inbreuk wordt gestraft met dezelfde straffen als de tuchtrechtelijke inbreuk zelf. »

Art. 9.In artikel 133 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : « 6° het verbod om deel te nemen aan werk in gemeenschappelijk verband;» b) het artikel wordt aangevuld als volgt : « 7° het verbod om deel te nemen aan opleidingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband.»

Art. 10.In artikel 140, § 2, van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in lid 1 worden de woorden « , behalve aan die welke kaderen in het recht van vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing van de gedetineerde en aan het gemeenschappelijk verblijf in de buitenlucht » opgeheven;b) het eerste lid wordt aangevuld met de volgende woorden : « en aan activiteiten die verband houden met zijn eredienst of zijn levensbeschouwing.»; c) tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : « De directeur draagt er zorg voor dat de gedetineerde : 1° de mogelijkheid heeft om minstens één uur per dag in de buitenlucht te verblijven;2° zijn godsdienst of levensbeschouwing individueel kan beleven en belijden en daartoe dagelijks het bezoek kan ontvangen van de daarvoor aan de gevangenis verbonden of tot de gevangenis toegelaten vertegenwoordiger van zijn godsdienst of levensbeschouwing.»

Art. 11.Artikel 143, paragraaf 2, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « § 2. Bij samenloop tussen tuchtrechtelijke inbreuken worden de verschillende inbreuken bestraft als één tuchtrechtelijke inbreuk van dezelfde categorie als de zwaarste van de samenlopende tuchtinbreuken. »

Art. 12.In artikel 144 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden « of door een vertrouwenspersoon » opgeheven;2° het tweede lid van paragraaf 4 wordt opgeheven;3° in paragraaf 5 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De directeur hoort de gedetineerde in zijn middelen van verdediging binnen zeven dagen na de overhandiging van het in paragraaf 3 bedoeld formulier.»; 4° in paragraaf 5, tweede lid worden de woorden « vierentwintig uur » vervangen door de woorden « tweeënzeventig uur »;5° in paragraaf 6, eerste lid, worden de woorden « achtenveertig uur » vervangen door de woorden « vierentwintig uur »;6° in paragraaf 7, eerste lid, worden de woorden « onmiddellijk mondeling, in een taal die hij kan verstaan, en binnen vierentwintig uur schriftelijk » vervangen door de woorden « binnen vierentwintig uur mondeling, in een taal die hij kan verstaan, en schriftelijk » Art.13. In artikel 145 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aan gebracht : 1° in paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « de in artikel 112 » worden vervangen door de woorden « de in artikel 112, § 1, 4° en 5° »;b) Paragraaf 1 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : « In geval van gevaar voor de orde of de veiligheid kan de directeur, in afwachting van de tuchtprocedure, voorlopige maatregelen nemen en daartoe tot op het ogenblik waarop de beslissing tot tuchtsanctie mondeling aan de gedetineerde is meegedeeld de in artikel 112, § 1, 1°, 2° en 3°, bedoelde bijzondere veiligheidsmaatregelen opleggen.» 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Indien de in afwachting van de tuchtprocedure genomen bijzondere veiligheidsmaatregel wordt omgevormd in een vergelijkbare sanctie, wordt de duur van de voorlopige maatregel in mindering gebracht van deze tuchtsanctie. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 maart 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-2122 - 2008/2009 : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nr. 2. : Amendement. 52-2122 - 2009/2010 : Nrs. 3 en 4 : Amendementen.

Nr. 5 : Addendum.

Nr. 6. Verslag.

Nr. 7 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 8 : Amendementen.

Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 28 januari 2010.

Stukken van de Senaat : 4-1618 - 2009/2010 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^