Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 juli 2019
gepubliceerd op 22 augustus 2019

Wet tot wijziging van de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek en van de wet van 10 februari 2015 met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019014067
pub.
22/08/2019
prom.
03/07/2019
ELI
eli/wet/2019/07/03/2019014067/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

3 JULI 2019. - Wet tot wijziging van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 21/01/2014 numac 2014015009 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende het Consulair Wetboek sluiten houdende het Consulair Wetboek en van de wet van 10 februari 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/02/2015 pub. 02/03/2015 numac 2015015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Inleidende bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 21/01/2014 numac 2014015009 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende het Consulair Wetboek sluiten houdende het Consulair Wetboek Art. 2 In artikel 33 van het Consulair Wetboek wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het hoofd van een consulaire beroepspost kan buitenlandse rechterlijke beslissingen of authentieke akten legaliseren in overeenstemming met artikel 30 van het Wetboek van internationaal privaatrecht.".

Art. 3 In artikel 34 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het vijfde lid wordt het woord "Eventuele" opgeheven; 2° artikel 34 wordt aangevuld met de volgende zin: "De Koning bepaalt de samenstelling en maximumbedragen van de kosten van het onderzoek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten.".

Art. 4 In artikel 39 van hetzelfde Wetboek wordt het zesde lid opgeheven.

Art. 5 In hetzelfde Wetboek worden de artikelen 39/1, 39/2, 39/3 en 39/4 ingevoegd, luidende: "

Art. 39/1.Met het oog op de goede uitvoering van de acties van het gerecht en in het bijzonder om te vermijden dat de personen die er het voorwerp van zijn, proberen zich eraan te onttrekken, en opdat de minister de administratieve handelingen zou kunnen stellen bedoeld in de artikelen 39/2 en 39/3 en om de gegevensverwerkingen te verrichten bedoeld in hoofdstuk 7/1 van de wet van 10 februari 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/02/2015 pub. 02/03/2015 numac 2015015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor Belgische paspoorten en reisdocumenten, melden het openbaar ministerie en de politiediensten hem op eigen initiatief, in de gevallen bepaald in de richtlijnen van het College van procureurs-generaal, de identiteit van de Belgen die het voorwerp zijn van een strafonderzoek naar een wanbedrijf bedoeld in de artikelen 198, 199 of 199bis, 1°, van het Strafwetboek of van één van de volgende vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregelen: a) een vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel met verbod om het grondgebied te verlaten;b) een aanhoudingsbevel;c) een Europees aanhoudingsbevel;d) een internationaal aanhoudingsbevel;e) een nationale of internationale signalering ter fine van arrestatie. De bevoegde Belgische organen, diensten en organismen melden op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen die klaarblijkelijk een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormen voor de openbare orde of de openbare veiligheid.

Art. 39/2.§ 1. In afwijking van artikel 39, eerste lid, wordt de afgifte van een Belgische identiteitskaart geweigerd: 1° indien de aanvrager het voorwerp is van een vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel in de gevallen bedoeld in artikel 39/1;2° indien de aanvrager het voorwerp is van een strafonderzoek naar een wanbedrijf bedoeld in de artikelen 198, 199 of 199bis, 1°, van het Strafwetboek, in de gevallen bedoeld in artikel 39/1;3° indien de aanvrager onjuiste gegevens meedeelde met betrekking tot zijn nationaliteit of zijn identiteit. § 2. In afwijking van artikel 39, eerste lid, kan de afgifte van een Belgische identiteitskaart geweigerd worden door de minister op gemotiveerd advies van een daartoe bevoegd orgaan, een bevoegde dienst of een bevoegd organisme, indien de aanvrager klaarblijkelijk een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid. § 3. De minister of de bevoegde ambtenaar van de Directie Reis- & Identiteitsdocumenten van de FOD Buitenlandse Zaken kan voorafgaandelijk aan de afgifte van een Belgische identiteitskaart op elk ogenblik aan elk daartoe bevoegd orgaan, elke bevoegde dienst of elk bevoegd organisme vragen een onderzoek in te stellen. In afwachting van de uitkomst van dat onderzoek wordt de afgifte van de identiteitskaart opgeschort.

Art. 39/3.Belgische identiteitskaarten worden ingetrokken of ongeldig verklaard onder de voorwaarden bedoeld in artikel 39/2, § 1.

Belgische identiteitskaarten kunnen ook ingetrokken of ongeldig verklaard worden onder de voorwaarden bedoeld in artikel 39/2, § 2.

In dat laatste geval kan de minister of de bevoegde ambtenaar van de Directie Reis- & Identiteitsdocumenten van de FOD Buitenlandse Zaken voorafgaandelijk aan de intrekking of ongeldigverklaring van een Belgische identiteitskaart steeds aan het daartoe bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme vragen om hem bijkomende informatie te bezorgen die de beslissing tot intrekking of ongeldigverklaring kan verduidelijken.

Art. 39/4.De weigering van afgifte, van een Belgische identiteitskaart wordt opgeheven: 1° in de gevallen bedoeld in artikel 39/2, § 1, 1°, zodra de vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel een einde neemt;2° in het geval bedoeld in artikel 39/2, § 1, 2°, na een beslissing tot seponering van het openbaar ministerie, een buitenvervolgingstelling of een eindbeslissing, door het onderzoeksgerecht zetelend als vonnisgerecht, of een vonnis of arrest in kracht van gewijsde ten aanzien van de betrokkene;3° in het geval bedoeld in artikel 39/2, § 1, 3°, zodra de nationaliteit en de identiteit van de aanvrager wettelijk vaststaan;4° in het geval bedoeld in artikel 39/2, § 2, zodra het daartoe bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme besluit dat de aanvrager klaarblijkelijk niet langer een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid. Het openbaar ministerie meldt op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen die vallen onder de categorieën bedoeld in de bepalingen onder 1° en 2°. De bevoegde Belgische organen, diensten en organismen melden op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen die vallen onder de categorie bedoeld in de bepaling onder 4°.

In het geval bedoeld in de bepaling onder 1° kan de minister evenwel, indien de aanvrager betrokken was bij feiten die beantwoorden aan de criteria zoals bedoeld in het artikel 6, § 1, 1° of 1° /1, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2016 pub. 22/09/2016 numac 2016000534 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters, het bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme bedoeld in het artikel 39/2, § 2, consulteren om na te gaan of de weigering van afgifte van een Belgische identiteitskaart niet behouden moet worden op basis van het artikel 39/2, § 2.".

Art. 6 In hetzelfde Wetboek worden de artikelen 62 tot 65/1 vervangen door wat volgt: "

Art. 62.Met het oog op de goede uitvoering van de acties van het gerecht en in het bijzonder om te vermijden dat de personen die er het voorwerp van zijn, proberen zich eraan te onttrekken, en opdat de minister de administratieve handelingen zou kunnen stellen als bedoeld in de artikelen 63 en 65 en om de gegevensverwerkingen te verrichten als bedoeld in hoofdstuk 7/1 van de wet van 10 februari 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/02/2015 pub. 02/03/2015 numac 2015015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor Belgische paspoorten en reisdocumenten, melden het openbaar ministerie en de politiediensten hem op eigen initiatief, in de gevallen bepaald in de richtlijnen van het College van procureurs-generaal, de identiteit van de Belgen en erkende staatlozen en vluchtelingen die het voorwerp zijn van een strafonderzoek naar een wanbedrijf bedoeld in de artikelen 198, 199 of 199bis, 1°, van het Strafwetboek of van één van de volgende vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregelen: a) een vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel met verbod om het grondgebied te verlaten;b) een aanhoudingsbevel;c) een Europees aanhoudingsbevel;d) een internationaal aanhoudingsbevel;e) een nationale of internationale signalering ter fine van arrestatie. De bevoegde Belgische organen, diensten en organismen melden op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen en erkende staatlozen en vluchtelingen die klaarblijkelijk een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormen voor de openbare orde of de openbare veiligheid.

Art. 63.§ 1. De afgifte van een Belgisch paspoort of reisdocument wordt geweigerd: 1° indien de aanvrager het voorwerp is van een vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel in de gevallen bedoeld in artikel 62;2° indien de aanvrager het voorwerp is van een strafonderzoek naar een wanbedrijf bedoeld in de artikelen 198, 199 of 199bis, 1°, van het Strafwetboek, in de gevallen bedoeld in artikel 62;3° indien de aanvrager onjuiste gegevens meedeelde met betrekking tot zijn nationaliteit of zijn identiteit;4° aan een minderjarig niet-ontvoogd kind, indien een ouder die er het ouderlijk gezag over uitoefent, overeenkomstig artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek gevraagd heeft om geconsulteerd te worden bij de aanvraag van een Belgisch paspoort of reisdocument voor het kind en die ouder zijn toestemming voor de afgifte ervan weigert. § 2. De afgifte van een Belgisch paspoort of reisdocument kan geweigerd worden door de minister op gemotiveerd advies van een daartoe bevoegd orgaan, bevoegde dienst of bevoegd organisme indien de aanvrager klaarblijkelijk een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid. § 3. De minister of de bevoegde ambtenaar van de Directie Reis- & Identiteitsdocumenten van de FOD Buitenlandse Zaken kan voorafgaandelijk aan de afgifte van een Belgisch paspoort of reisdocument op elk ogenblik aan elk daartoe bevoegd orgaan, elke bevoegde dienst of elk bevoegd organisme vragen een onderzoek in te stellen. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek wordt de afgifte van het paspoort of reisdocument opgeschort.

Art. 65.Belgische paspoorten en reisdocumenten worden ingetrokken of ongeldig verklaard onder de voorwaarden bedoeld in artikel 63, § 1, 1° tot 3°. In het geval bedoeld in artikel 63, § 1, 4°, wordt het paspoort of reisdocument ingetrokken of ongeldig verklaard, voor zover de familierechtbank een dergelijke maatregel oplegt.

Belgische paspoorten en reisdocumenten kunnen ook ingetrokken of ongeldig verklaard worden onder de voorwaarden bedoeld in artikel 63, § 2.

In dat laatste geval kan de minister of de bevoegde ambtenaar van de Directie Reis- & Identiteitsdocumenten van de FOD Buitenlandse Zaken voorafgaandelijk aan de intrekking of ongeldigverklaring van een Belgisch paspoort of reisdocument steeds aan het daartoe bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme vragen om hem bijkomende informatie te bezorgen die de beslissing tot intrekking of ongeldigverklaring kan verduidelijken.

Art. 65/1.De weigering van afgifte, van een Belgisch paspoort of reisdocument wordt opgeheven: 1° in de gevallen bedoeld in artikel 63, § 1, 1°, zodra de vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel een einde neemt;2° in het geval bedoeld in artikel 63, § 1, 2°, na een beslissing tot seponering van het openbaar ministerie, een buitenvervolgingstelling of een eindbeslissing, door het onderzoeksgerecht zetelend als vonnisgerecht, of een vonnis of arrest in kracht van gewijsde ten aanzien van de betrokkene;3° in het geval bedoeld in artikel 63, § 1, 3°, zodra de nationaliteit en de identiteit van de aanvrager wettelijk vaststaan;4° in het geval bedoeld in artikel 63, § 1, 4°, zodra, overeenkomstig artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek, ofwel de beide ouders of de ouder die alleen het ouderlijk gezag over het minderjarig niet-ontvoogd kind uitoefent, respectievelijk hun toestemming geven of zijn toestemming geeft voor de afgifte van het paspoort of reisdocument aan het kind, ofwel de bevoegde rechter daarvoor de toelating geeft;5° in het geval bedoeld in artikel 63, § 2, zodra het daartoe bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme concludeert dat de aanvrager klaarblijkelijk niet langer een aanzienlijk risico of een aanzienlijke bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid. Het openbaar ministerie meldt op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen die vallen onder de categorieën bedoeld in de bepalingen onder 1° en 2°. De griffier van de familierechtbank meldt op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de minderjarige Belgen die vallen onder de categorie bedoeld in de bepaling onder 4°, voor zover het gaat om een beslissing van de familierechtbank. De bevoegde Belgische organen, diensten en organismen melden op eigen initiatief aan de minister de identiteit van de Belgen die vallen onder de categorie bedoeld in de bepaling onder 5°.

In het geval bedoeld in de bepaling onder 1° kan de minister evenwel, indien de aanvrager betrokken was bij feiten die beantwoorden aan de criteria zoals bedoeld in het artikel 6, § 1, 1° of 1° /1, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2016 pub. 22/09/2016 numac 2016000534 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters, het bevoegde orgaan, de bevoegde dienst of het bevoegde organisme bedoeld in het artikel 63, § 2, consulteren om na te gaan of de weigering van afgifte van een Belgisch paspoort of reisdocument niet behouden moet worden op basis van het artikel 63, § 2.".

Art. 7 In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 65/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 65/3.In de gevallen bedoeld in de artikelen 39/2, 63 en 65/2 kan evenwel, met voorafgaand akkoord van de bevoegde Belgische organen, diensten en organismen, een noodreisdocument afgegeven worden met een beperkte territoriale geldigheid en duur.

In de gevallen bedoeld in de artikelen 39/2, §§ 1 en 2, en 39/3, eerste en tweede lid, wordt de geweigerde, ingetrokken of ongeldig verklaarde identiteitskaart vervangen door een noodreisdocument dat territoriaal beperkt is.

Hij die van een dergelijk noodreisdocument gebruik maakt buiten de daarin voorziene beperkte territoriale geldigheid en duur, wordt gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 jaar en met een geldboete van 26 euro tot 1 000 euro of met één van die straffen alleen. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op dit misdrijf.".

Art. 8 In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 65/4 ingevoegd, luidende: "

Art. 65/4.De beslissing tot het seinen van het identiteitsdocument voor een minderjarig niet-ontvoogd kind onder de twaalf jaar of een identiteitskaart voor een minderjarig niet-ontvoogd kind boven de twaalf jaar door de minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken, overeenkomstig artikel 6, § 11, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, leidt automatisch tot de beslissing tot weigering van de afgifte, tot intrekking of ongeldigverklaring van het Belgische paspoort of reisdocument van de betrokken minderjarige door de minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken.

De beslissing tot weigering van de afgifte van een Belgisch paspoort of reisdocument wordt opgeheven, zodra de in het eerste lid bedoelde beslissing tot het seinen van het identiteitsdocument voor een minderjarig niet-ontvoogd kind onder de twaalf jaar of een identiteitskaart voor een minderjarig niet-ontvoogd kind boven de twaalf jaar opgeheven wordt.". HOOFDSTUK 3 - Wijzigingen van de wet van 10 februari 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/02/2015 pub. 02/03/2015 numac 2015015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten Art. 9 In de artikelen 4, 2°, 21, 2°, en 25, 2°, van de wet van 10 februari 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/02/2015 pub. 02/03/2015 numac 2015015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten, wordt de bepaling onder c) telkens vervangen als volgt: "c) het type aanvraagprocedure".

Art. 10 In de artikelen 6, 2°, 10, 2°, 23, § 1, 3°, en 27, 3°, van dezelfde wet worden de woorden "het gemeente- en provinciepersoneel" telkens vervangen door "het gemeentepersoneel" en worden de woorden "of de gouverneur" telkens opgeheven.

Art. 11 Artikel 6, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende: "6° het personeel van het gemeenschappelijk loket van de FOD's Buitenlandse en Binnenlandse Zaken, dat belast is met de afgifte van paspoorten en reisdocumenten in superdringende procedure en wier functie vereist dat ze toegang hebben tot de in artikel 3 bedoelde gegevens, en dat daartoe persoonlijk gemachtigd is door de ministers bevoegd voor Buitenlandse of Binnenlandse Zaken of door het personeel dat zij daarvoor hebben aangesteld.".

Art. 12 Artikel 10 van dezelfde wet, wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° het personeel van het gemeenschappelijk loket van de FOD's Buitenlandse en Binnenlandse Zaken, dat belast is met de afgifte van paspoorten en reisdocumenten in superdringende procedure en wier functie vereist dat ze toegang hebben tot de in artikel 8 bedoelde gegevens, en dat daartoe persoonlijk gemachtigd is door de ministers van Buitenlandse of Binnenlandse Zaken of door het personeel dat zij daarvoor hebben aangesteld.".

Art. 13 Artikel 23, § 1, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende: "8° het personeel van het gemeenschappelijk loket van de FOD's Buitenlandse en Binnenlandse Zaken, dat belast is met de afgifte van paspoorten en reisdocumenten in superdringende procedure en wier functie vereist dat ze toegang hebben tot de in artikel 21 bedoelde gegevens, en dat daartoe persoonlijk gemachtigd is door de ministers van Buitenlandse of Binnenlandse Zaken of door het personeel dat zij daarvoor hebben aangesteld.".

Art. 14 In artikel 23, § 2, van dezelfde wet, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De personen bedoeld in § 1, 1° tot 4° en 8°, hebben toegang tot alle gegevens bedoeld in artikel 21.".

Art. 15 In het hoofdstuk 6 van dezelfde wet, wordt een artikel 23/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 23/1.De gegevens bedoeld in artikel 21, 1°, b), d), e), en 2° kunnen gebruikt worden door het personeel als bedoeld in artikel 23, § 1, 1°, in het kader van opleidingen met het oog op de bestrijding van fraude met Belgische paspoorten en reisdocumenten.".

Art. 16 In dezelfde wet wordt een hoofdstuk 7/1 ingevoegd, luidende: "Hoofdstuk 7/1. Geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens met het oog op de weigering van afgifte, de intrekking en de ongeldigverklaring van Belgische identiteitskaarten, paspoorten en reisdocumenten.

Art. 27/1.De minister is verantwoordelijk voor de gegevensbank die werd opgericht om enerzijds de door de bevoegde overheden, organen, diensten of organismen geseinde personen erin te registreren met het oog op een weigering van afgifte, intrekking of ongeldigverklaring van hun Belgische identiteitskaart, paspoort of reisdocument en anderzijds de nodige gegevenswerkingen te kunnen verrichten die noodzakelijk zijn om die administratieve beslissingen goed te keuren, op te heffen, noodreisdocumenten toe te kennen en statistieken op te maken over die gestelde administratieve handelingen.

Art. 27/2.De persoonsgegevens die in de in artikel 27/1 bedoelde gegevensbank worden opgeslagen, zijn: 1° de gegevens betreffende de persoon die het voorwerp is van één van de maatregelen bedoeld in de artikelen 39/2, § 1 en § 2, en 63, § 1 en § 2, van het Consulair Wetboek: a) de familienaam, de voornamen en de geboortedatum;b) het Rijksregisternummer;c) de woonplaats;d) de nationaliteit of het statuut van staatloze of vluchteling;2° de gegevens betreffende de behandeling van het dossier: a) het nummer van het dossier;b) de reden van de seining;c) de datum van de seining;d) de datum van de ontseining;e) de overheid die de persoon geseind heeft;f) de datum van de weigering van de Belgische identiteitskaart, het Belgische paspoort of reisdocument;g) de stand van het dossier;h) het bevoegde parket;i) de datum van overmaking van het dossier aan het bevoegde parket;j) de datum van antwoord van het bevoegde parket.

Art. 27/3.De persoonsgegevens bedoeld in artikel 27/2, 1° en 2°, worden bewaard totdat de weigering om een paspoort of reisdocument af te geven, met toepassing van de artikelen 39/4 en 65/1 van het Consulair Wetboek, opgeheven wordt met betrekking tot de persoon.

De persoonsgegevens bedoeld in artikel 27/2, 2°, b), c), d), e), f), g) en h) worden evenwel vanaf de datum waarop de weigering om een paspoort of reisdocument af te geven opgeheven wordt met betrekking tot de persoon, tien jaar gearchiveerd, met het oog op het verstrekken van statistische informatie voor de doelstellingen zoals vermeld in artikel 89 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG. Na de bovenvermelde periodes worden de gegevens vernietigd.

Art. 27/4.De persoonsgegevens die worden opgeslagen bij de geautomatiseerde verwerking bedoeld in artikel 27/1 worden uitsluitend gebruikt door: 1° het personeel dat binnen de FOD Buitenlandse Zaken toegang nodig heeft tot de gegevensbank zoals bedoeld in artikel 27/1 voor het uitoefenen van hun functie en die de administratieve handelingen verricht inzake weigering van afgifte, intrekking of ongeldigverklaring van de identiteitskaarten, de paspoorten en de reisdocumenten, en dat daartoe persoonlijk gemachtigd is door de minister of door het personeel dat de minister daarvoor heeft aangesteld;2° het personeel van de informaticadienst bij de FOD Buitenlandse Zaken dat belast is met de ontwikkeling en het onderhoud van de gegevensbank bedoeld in artikel 27/1. Het hierboven vermelde personeel zal een wettelijke vertrouwelijkheidsbepaling ondertekenen met betrekking tot de persoonsgegevens waarvan het kennis neemt in de uitoefening van zijn functie.".

Art. 17 Artikel 28 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 juli 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Zitting 2018-2019 : Kamer van Volksvertegenwoordigers. Documenten. - Wetsvoorstel, 54-3574/1 - Verslag, 54-3574/2 - Tekst aangenomen door de commissie, 54-3574/3 - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 54-3574/4

^