Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 september 2017
gepubliceerd op 22 mei 2018

Wet houdende instemming met het Protocol tussen de Benelux-Staten en Georgië ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, gedaan te Tbilisi op 5 september 2013 (1)(2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018011750
pub.
22/05/2018
prom.
03/09/2017
ELI
eli/wet/2017/09/03/2018011750/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 2017. - Wet houdende instemming met het Protocol tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en Georgië ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, gedaan te Tbilisi op 5 september 2013 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en Georgië ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, gedaan te Tbilisi op 5 september 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 september 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Th. FRANCKEN Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54- 2462.

Integraal verslag : 22/06/2017. (2) Inwerkingtreding : 01/06/2018. Protocol tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en Georgië ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven De Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden), en Georgië Hierna genoemd "de Partijen", Op grond van artikel 19 van de op 22 november 2010 te Brussel ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, Hierna genoemd "de Overeenkomst", Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Definities Voor de toepassing van dit Protocol wordt onder de onderstaande termen het volgende verstaan : - Diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij : de bij de verzoekende Partij geaccrediteerde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij; - Begeleider(s) : de door de verzoekende Partij aangewezen perso(o)n(en) ter begeleiding van de over te nemen of door te geleiden persoon.

Artikel 2 Aanwijzing bevoegde autoriteiten (Artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Overeenkomst) 1. De Partijen wisselen binnen dertig (30) dagen na de sluiting van dit Protocol een lijst van de voor de uitvoering van de Overeenkomst bevoegde autoriteiten en van hun bij de andere Partijen geaccrediteerde diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen uit.2. De Partijen stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere verandering in de in het eerste lid bedoelde lijst. Artikel 3 Aanwijzing grensovergangen (Artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Overeenkomst) 1. De voor de uitvoering van de Overeenkomst te gebruiken grensovergangen staan vermeld in bijlage 1 bij dit Protocol.2. De Partijen stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere verandering in de in het eerste lid bedoelde lijst.3. De bevoegde autoriteiten kunnen per geval instemmen met het gebruik van andere grensovergangen dan die vermeld in bijlage 1 bij dit Protocol. Artikel 4 Indiening van terug- of overnameverzoeken (Artikelen 6 en 7 van de Overeenkomst) 1. Een terug- of overnameverzoek wordt via e-mail, per telefax, of andere telecommunicatiemiddelen ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij.2. Voor de indiening van een terug- of overnameverzoek wordt gebruikgemaakt van het formulier dat als bijlage 5 aan de Overeenkomst is gehecht.3. De verzoekende Partij wendt zich voor het verkrijgen van nadere inlichtingen met betrekking tot het ingediende terug- of overnameverzoek tot de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij. Artikel 5 Antwoord op terug- of overnameverzoeken (Artikel 10, eerste en tweede lid, van de Overeenkomst) 1. Het antwoord op een terug- of overnameverzoek wordt overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van de Overeenkomst via e-mail, per telefax, of andere telecommunicatiemiddelen aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij verzonden.Aan de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij wordt gelijktijdig een kopie van dit antwoord gestuurd. 2. Voor de beantwoording van het terug- of overnameverzoek wordt gebruikgemaakt van het formulier dat als bijlage 2 aan dit Protocol is gehecht.3. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, van de Overeenkomst dient de afwijzing van een verzoek om overname met redenen te worden omkleed.4. Indien nadat de aangezochte Partij een positief antwoord op het terug- of overnameverzoek heeft gegeven en alvorens de feitelijke overdracht heeft plaatsgevonden, op basis van nieuw bewijsmateriaal wordt vastgesteld dat niet werd voldaan aan de voorwaarden voor terug- of overname, behoudt de aangezochte Partij zich het recht voor de verzoekende Partij te vragen de instemming met het terug- of overnameverzoek in te trekken. Artikel 6 Reisdocumenten (Artikelen 2, 3, 4 en 5 van de Overeenkomst) 1. Na een positief antwoord op een terug- of overnameverzoek verstrekt de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij onverwijld en uiterlijk binnen drie (3) werkdagen het voor de terug- of overname benodigde reisdocument overeenkomstig artikel 2, vierde lid, artikel 3, derde lid, artikel 4, vierde lid, of artikel 5, vierde lid, van de Overeenkomst.2. Indien de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij het gevraagde reisdocument niet binnen drie (3) werkdagen na de datum van ontvangst van het positieve antwoord verstrekt, wordt de aangezochte Partij geacht te hebben ingestemd met het gebruik van een door de verzoekende Partij verstrekt reisdocument.3. Het document dat de Benelux-Staten voor dit doel kunnen gebruiken is als bijlage 3 aan dit Protocol gehecht.Georgië stelt de andere Partijen zo spoedig mogelijk langs diplomatieke weg in kennis van het document dat voor dit doel dient te worden gebruikt. 4. Indien de betrokkene om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij overeenkomstig artikel 2, vierde lid, of artikel 4, vijfde lid, van de Overeenkomst binnen drie (3) werkdagen een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn of verlengt zij de geldigheidstermijn van het oorspronkelijke document.5. Indien de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij het in het derde lid bedoelde reisdocument niet binnen drie (3) werkdagen verstrekt, wordt de aangezochte Partij geacht te hebben ingestemd met het gebruik van een door de verzoekende Partij verstrekt reisdocument. Artikel 7 Ondervragingen (Artikel 19, eerste lid, van de Overeenkomst) 1. Indien de verzoekende Partij geen enkel document, als bedoeld in artikel 8 van de Overeenkomst, kan overleggen en de aangezochte Partij de nationaliteit van die persoon niet op een andere wijze kan vaststellen, ondervraagt de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij, op verzoek van de verzoekende Partij, de terug te nemen persoon binnen vier dagen na de indiening van het verzoek om terugname.Het verzoek om terugname wordt schriftelijk beantwoord binnen de in artikel 10, tweede lid, van de Overeenkomst bepaalde termijnen. 2. De verzoekende Partij vervoert de te ondervragen persoon naar de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij.De ondervraging kan in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen buiten de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij plaatsvinden. De kosten van vervoer worden gedragen door de verzoekende Partij. 3. Indien de ondervraging met de terug te nemen persoon om praktische redenen niet binnen de in het eerste lid bepaalde termijn werd georganiseerd, neemt de aangezochte Partij op schriftelijk verzoek van de verzoekende Partij een besluit over het verzoek om terugname nadat de ondervraging heeft plaatsgevonden. Artikel 8 Overdracht (Artikel 11 van de Overeenkomst) 1. De bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij via e-mail, per telefax, of andere telecommunicatiemiddelen minimaal drie (3) werkdagen voordat de betrokkene wordt overgedragen in kennis van haar voornemen daartoe. Daartoe wordt gebruikgemaakt van het formulier dat als bijlage 4 aan dit Protocol is gehecht. Een kopie van dit formulier wordt verstrekt aan de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Partij. 2. Indien de verzoekende Partij de terug- of over te nemen persoon niet kan overdragen binnen de in artikel 10, lid 4, van de Overeenkomst genoemde termijn van drie (3) maanden dan wel op de datum die overeenkomstig het eerste lid ter kennis is gebracht van de aangezochte Partij, stelt zij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij daarvan onverwijld in kennis.3. Zodra de feitelijke overdracht kan plaatsvinden, stelt de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij de aangezochte Partij daarvan in kennis overeenkomstig het eerste lid van dit artikel.4. Indien de verzoekende Partij van mening is dat het vervoer over land of over zee dient plaats te vinden, maken de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Partij daarvan afzonderlijk melding op het in het eerste lid van dit artikel genoemde formulier. Artikel 9 Doorgeleidingsprocedure (Artikelen 13 en 14 van de Overeenkomst) 1. Een doorgeleidingsverzoek wordt minimaal acht (8) werkdagen voor de geplande doorgeleiding via e-mail, per telefax, of andere telecommunicatiemiddelen ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij.Daartoe wordt gebruikgemaakt van het formulier dat als bijlage 6 aan de Overeenkomst is gehecht. 2. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij bericht onverwijld doch uiterlijk binnen vijf (5) werkdagen na de ontvangst van het doorgeleidingsverzoek, via e-mail, per telefax, of andere telecommunicatiemiddelen of zij instemt met de doorgeleiding, het tijdstip van overdracht, de beoogde plaats van binnenkomst, het type doorgeleiding en het eventuele gebruik van begeleiders.Daartoe wordt gebruik gemaakt van het formulier dat als bijlage 5 aan dit Protocol is gehecht. 3. Doorgeleiding geschiedt in beginsel door de lucht. Artikel 10 Ondersteuning van de doorgeleiding (Artikel 14, vierde lid, van de Overeenkomst) 1. Indien de verzoekende Partij ondersteuning van een specifieke doorgeleiding door de autoriteiten van de aangezochte Partij noodzakelijk acht, dient zij de aard en inhoud van de gewenste ondersteuning te vermelden bij het verzoek om doorgeleiding, gebruikmakend van het formulier dat als bijlage 6 aan de Overeenkomst is gehecht.2. In het antwoord op het verzoek om doorgeleiding bericht de aangezochte Partij of zij kan voorzien in de gevraagde ondersteuning.3. Voor zover de betrokkene op het grondgebied van de aangezochte Partij wordt begeleid, geschieden de bewaking en het eventueel aan boord brengen onder het gezag en, voor zover mogelijk, met ondersteuning van deze Partij. Artikel 11 Verplichtingen voor begeleiders (Artikel 19, eerste lid, van de Overeenkomst) 1. Op het grondgebied van de aangezochte Partij dienen de begeleiders in alle omstandigheden het recht van de aangezochte Partij na te leven.2. Bij de uitvoering van de terug- of overnames en doorgeleidingen, voor zover deze plaatsvinden op het grondgebied van de aangezochte Partij, zijn de bevoegdheden van de begeleiders beperkt tot zelfverdediging.Daarnaast kunnen de begeleiders, bij afwezigheid van bevoegde ambtenaren van de aangezochte Partij of ter ondersteuning van deze ambtenaren, in reactie op een onmiddellijke en ernstige dreiging op redelijke en proportionele wijze optreden om te voorkomen dat de betrokkene vlucht, zichzelf of derden letsel toebrengt dan wel schade aan goederen veroorzaakt. 3. De begeleiders voeren hun taak ongewapend en in burgerkledij uit. Zij dienen in het bezit te zijn van een machtiging tot begeleiding, de toestemming voor terug- of overname of doorgeleiding en een identiteitsbewijs. 4. De autoriteiten van de aangezochte Partij verlenen de begeleiders bij de uitoefening van hun taken in het kader van de Overeenkomst dezelfde bescherming en bijstand als aan de eigen bevoegde ambtenaren. Artikel 12 Kosten (Artikel 15 van de Overeenkomst) 1. Door de aangezochte Partij gemaakte kosten in verband met terug- of overname en doorgeleiding welke op grond van artikel 15 van de Overeenkomst ten laste van de verzoekende Partij komen, worden door de verzoekende Partij na overlegging van een factuur vergoed.Deze factuur vermeldt tevens de bankgegevens van de aangezochte Partij. 2. De verzoekende Partij vergoedt alle kosten binnen dertig (30) dagen na ontvangst van de factuur aan de aangezochte Partij. Artikel 13 Vergadering van deskundigen 1. De Partijen dienen samen te werken om problemen rond de uitvoering van de Overeenkomst op te lossen.2. Op verzoek van één van de Partijen wordt er een vergadering van deskundigen, bestaande uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de Partijen, bijeengeroepen. Artikel 14 Taal De Partijen communiceren met elkaar in de Engelse taal.

Artikel 15 Bijlagen en wijzigingen 1. De bijlagen 1 tot en met 5 vormen een integrerend onderdeel van dit Protocol.2. Dit Protocol en zijn bijlagen kunnen in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen worden gewijzigd en aangevuld.Wijzigingen en aanvullingen van het Protocol worden opgesteld in de vorm van afzonderlijke protocollen, die een integrerend onderdeel van dit Protocol vormen en in werking treden volgens de in artikel 17, tweede lid, van dit Protocol bedoelde procedure. 3. Elke wijziging van de bijlagen bij dit Protocol wordt schriftelijk overeengekomen tussen de Partijen en wordt van kracht op een door de Partijen te bepalen datum. Artikel 16 Territoriale toepassing (Artikel 21 van de Overeenkomst) Dit Protocol is van toepassing op het grondgebied van Georgië, alsook op het grondgebied van het Koninkrijk België, het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg en het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is.

Artikel 17 Inwerkingtreding en beëindiging (Artikel 23, tweede lid, van de Overeenkomst) 1. De Partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van hun nationale wettelijke procedures voor de inwerkingtreding van dit Protocol.2. Overeenkomstig artikel 23, tweede lid, van de Overeenkomst treedt dit Protocol in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de depositaris het Gemengd Comité overname in kennis heeft gesteld van de voltooiing van de respectievelijke benodigde interne procedures door de Partijen.Een afschrift van deze kennisgeving wordt door de depositaris aan alle Partijen verstrekt. 3. Het Protocol wordt voor onbepaalde tijd gesloten en houdt tegelijk met de beëindiging van de Overeenkomst op van toepassing te zijn. Artikel 18 Depositaris Het Secretariaat-Generaal van de Benelux is de depositaris van dit Protocol. De depositaris doet elke Partij een eensluidend afschrift van het origineel toekomen.

GEDAAN te Tbilisi op 5 september 2013, in tweevoud, in de Georgische, Engelse, Nederlandse en Franse taal, zijnde de teksten in elk van de talen gelijkelijk authentiek. In geval van verschillen in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^