Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 mei 2016
gepubliceerd op 03 juni 2016

Wet inzake het hergebruik van overheidsinformatie

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2016009236
pub.
03/06/2016
prom.
04/05/2016
ELI
eli/wet/2016/05/04/2016009236/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

4 MEI 2016. - Wet inzake het hergebruik van overheidsinformatie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Deze wet vormt de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB EG 31 december 2003, L 345/90) zoals gewijzigd door de richtlijn 2013/37/EU van 26 juni 2013 (PB EU 27 juni 2013, L 175). HOOFDSTUK 2. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° Overheid : a) de Federale Staat;b) de rechtspersonen van publiek recht die van de Federale Staat afhangen;c) de personen, ongeacht hun vorm en aard, die - opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en - rechtspersoonlijkheid hebben, - en waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de overheden of instellingen vermeld in a) of b) worden gefinancierd, hetzij het beheer onderworpen is aan toezicht door deze overheden of instellingen, hetzij de leden van het bestuursorgaan, leidinggevend orgaan of toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door deze overheden of instellingen zijn aangewezen;d) de verenigingen bestaande uit één of meer overheden als bedoeld onder a), b) of c).2° Bestuursdocument : de informatie die in een bepaalde vorm is opgeslagen en waarover een overheid beschikt, ongeacht de drager waarop de informatie zich bevindt en ongeacht de vorm waarin de informatie opgeslagen is.3° Persoonsgegevens : gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon overeenkomstig de definitie bedoeld in artikel 1, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.4° Hergebruik : het gebruik van bestuursdocumenten waarover de overheden beschikken, voor commerciële of niet-commerciële doeleinden andere dan het oorspronkelijke doel van het vervullen van openbare taken waarvoor de bestuursdocumenten zijn geproduceerd. De uitwisseling van bestuursdocumenten tussen overheden en tussen overheden en andere openbare lichamen uitsluitend met het oog op de vervulling van hun openbare taken is geen hergebruik in de zin van deze wet. 5° Licentie : document uitgaande van een overheid dat tot doel heeft de voorwaarden voor hergebruik voor beide partijen, de licentieverlenende overheid en de licentiehouder, eenzijdig vast te leggen.6° Beschikken over : in het bezit zijn van of een zekere mate van zeggenschap hebben over of worden beheerd voor een overheid.7° Schriftelijk : een opeenvolging van duidelijke, gehandtekende en toegankelijke tekens die nadien geraadpleegd kunnen worden ongeacht hun drager en hun wijze van overdracht.8° Dagen : kalenderdagen.9° Machinaal leesbaar formaat : een bestandsformaat dat zodanig is gestructureerd dat softwaretoepassingen specifieke gegevens (met inbegrip van individuele feitenbeschrijvingen, en hun interne structuur) gemakkelijk kunnen identificeren, herkennen en extraheren.10° Open formaat : een bestandsformaat dat platform-onafhankelijk is en voor het publiek beschikbaar is zonder enige beperking die het hergebruik van informatie verhindert.11° Formele open standaard : een technische specificatie die schriftelijk vastgesteld is, met vermelding van de vereisten betreffende de wijze waarop de interoperabiliteit van de software wordt gegarandeerd.12° Metagegevens : de informatie waarin bestuursdocumenten worden beschreven en die het mogelijk maakt die documenten te zoeken, te inventariseren en te gebruiken.13° Universiteit : een overheid die postsecundair hoger onderwijs verstrekt dat tot een academische graad leidt. HOOFDSTUK 3. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Deze wet is van toepassing op alle bestuursdocumenten waarover de overheden beschikken en die ze aan derden ter beschikking stellen. § 2. Deze wet is niet van toepassing op : 1° de bestuursdocumenten die niet volledig of niet afgewerkt zijn;2° de bestuursdocumenten waarvan de verstrekking niet tot de openbare taken van de betrokken overheid behoort mits de omvang van de overheidstaken transparant is en aan toetsing is onderworpen;3° de bestuursdocumenten waarvan de intellectuele eigendomsrechten bij derden berusten;4° de bestuursdocumenten die op grond van de toepasselijke publieke toegangsregels niet openbaar kunnen worden gemaakt;5° de bestuursdocumenten waartoe enkel toegang kan worden verkregen op grond van regels die voorzien in een recht van persoonlijke toegang of persoonlijk belang;6° de bestuursdocumenten die in het bezit zijn van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en van andere instellingen of hun dochterondernemingen ten behoeve van de vervulling van een openbare omroeptaak;7° de bestuursdocumenten in het bezit van onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten, scholen, universiteiten, met uitzondering van universiteitsbibliotheken;8° de bestuursdocumenten in het bezit van culturele instellingen andere dan bibliotheken, musea en archieven;9° gedeelten van bestuursdocumenten die alleen logo's, wapens en insignes bevatten. § 3. Persoonsgegevens kunnen slechts worden hergebruikt voor zover dit hergebruik niet onverenigbaar is met de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten en met de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Wanneer een overheid persoonsgegevens voor hergebruik ter beschikking wenst te stellen in het kader van deze wet, vraagt zij hiertoe voorafgaande machtiging aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. Het bevoegde sectoraal comité beslist of het hergebruik de bescherming van de persoonlijke levenssfeer niet in het gedrang brengt, en bepaalt de maatregelen die noodzakelijk zijn om de persoonlijke levenssfeer optimaal te beschermen.

De overheden die persoonsgegevens wensen te anonimiseren om ze ter beschikking te stellen voor hergebruik in het kader van deze wet kunnen hiertoe een advies bekomen van het sectoraal comité PSI dat krachtens artikel 22 bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer wordt opgericht. Het sectoraal comité PSI houdt rekening met mogelijke risico's op heridentificatie van geanonimiseerde gegevens en kan bijkomende maatregelen aanbevelen om de persoonlijke levenssfeer optimaal te beschermen.

De adviezen en machtigingen worden gegeven volgens de nadere regels die worden bepaald in artikel 31bis, § 3, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer. HOOFDSTUK 4 Beginselen inzake hergebruik van bestuursdocumenten

Art. 4.§ 1. Voor de bestuursdocumenten waarop deze wet van toepassing is, is hergebruik voor commerciële of niet-commerciële doeleinden toegestaan overeenkomstig de in de hoofdstukken 5 en 6 omschreven voorwaarden. § 2. Bestuursdocumenten waarvoor intellectuele eigendomsrechten berusten bij bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven en waarvoor zij het hergebruik toestaan, mogen worden hergebruikt voor commerciële of niet-commerciële doeleinden overeenkomstig de in de hoofdstukken 5 en 6 omschreven voorwaarden.

Art. 5.§ 1. De algemene en specifieke voorwaarden die van toepassing zijn op het hergebruik van bestuursdocumenten, mogen niet discriminerend zijn voor vergelijkbare categorieën van hergebruik. § 2. Wanneer de overheid documenten hergebruikt in het kader van haar commerciële activiteiten die buiten haar openbare taken vallen, zijn op de verstrekking van documenten voor deze activiteiten dezelfde vergoedingen en andere voorwaarden van toepassing als deze die gelden voor de andere gebruikers.

Art. 6.§ 1. De voorwaarden voor het hergebruik van bestuursdocumenten worden voorafgaandelijk minstens op elektronische wijze ter beschikking gesteld aan het publiek. § 2. Wanneer een overheid een systeem van standaardvergoedingen toepast voor het hergebruik van bestuursdocumenten, worden het effectieve bedrag en de berekeningsgrondslag voorafgaandelijk minstens op elektronische wijze ter beschikking gesteld. § 3. Wanneer een overheid een specifieke vergoeding vraagt, dan maakt ze voorafgaandelijk de factoren waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van die vergoeding minstens op elektronische wijze bekend.

Op verzoek geeft de overheid ook aan hoe die vergoeding is berekend met betrekking tot het specifieke verzoek tot hergebruik. § 4. Elke beslissing met betrekking tot het hergebruik van bestuursdocumenten die ter kennis wordt gebracht van de aanvrager vermeldt de eventuele beroepsmogelijkheden, de instanties bij wie het beroep moet worden ingesteld en de geldende termijnen.

Bij ontstentenis neemt de verjaringstermijn voor het indienen van het beroep geen aanvang. HOOFDSTUK 5. - Voorwaarden voor het hergebruik

Art. 7.§ 1. Overheden kunnen bestuursdocumenten zonder voorwaarden voor hergebruik ter beschikking stellen, of het hergebruik van bestuursdocumenten aan voorwaarden onderwerpen. De voorwaarden voor hergebruik mogen de mogelijkheden van hergebruik niet nodeloos beperken noch gebruikt worden om de mededinging aan banden te leg|Upgen. § 2. De Koning bepaalt standaardlicenties die de voorwaarden bevatten voor het hergebruik.

De standaardlicenties, vermeld in het eerste lid, worden minstens op elektronische wijze beschikbaar gesteld en bevatten waar mogelijk een machinaal leesbare versie. § 3. De Koning bepaalt de gevallen waarin de standaardlicenties door overheden worden gebruikt, de gevallen waarin door overheden van een bepaalde standaardlicentie kan worden afgeweken, alsook de gevallen waarin dergelijke afwijking dient te worden gemotiveerd.

Indien het gebruik van standaardlicenties om juridische, technische of andere gegronde redenen niet mogelijk is, kunnen specifieke licenties worden opgelegd.

Art. 8.§ 1. Wanneer een vergoeding wordt gevraagd, blijft deze vergoeding beperkt tot de marginale kosten voor hun vermenigvuldiging, verstrekking en verspreiding.

Deze beperking is niet van toepassing op : a) overheden die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de uitoefening van hun openbare taken te dekken;b) bestuursdocumenten waarvoor de betrokken overheid verplicht is ingevolge regelgeving voldoende inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding ervan te dekken;c) bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven. In de onder a) en b) bedoelde gevallen berekenen de betrokken overheden de totale vergoeding aan de hand van vooraf vastgestelde objectieve, transparante en controleerbare criteria. De totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van bestuursdocumenten mogen over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen.

In de onder c) bedoelde gevallen mogen de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van bestuursdocumenten over de desbetreffende berekeningsperiode niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging, verspreiding, conservering en vereffening van rechten, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. § 3. De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de boekhoudkundige beginselen die op de betrokken overheid van toepassing zijn. § 4. De criteria voor vergoedingen die de marginale kosten overstijgen worden vastgesteld door een onafhankelijke instelling die door de Koning wordt aangewezen.

Art. 9.§ 1. De overheid stelt bestuursdocumenten ter beschikking aan derden in een bestaande vorm en taal zonder dat dit de verplichting met zich meebrengt om uittreksels uit bestuursdocumenten te moeten aanmaken, aanpassen of aanleveren die een onevenredig grote inspanning zou vereisen die verder gaat dan een eenvoudige handeling. § 2. Indien mogelijk stelt de overheid bestuursdocumenten ter beschikking in open en machinaal leesbaar formaten vergezeld met hun metagegevens. Deze formaten en metagegevens beantwoorden aan formele open standaarden. § 3. De overheid is niet verplicht bestuursdocumenten te blijven produceren en op te slaan met het oog op het hergebruik ervan door derden.

De overheid is echter wel verplicht om haar beslissing om bepaalde bestuursdocumenten niet langer ter beschikking te stellen, alsook de motivering van deze beslissing, zo spoedig mogelijk aan het publiek kenbaar te maken, in het bijzonder op de federale portaalsite of op de eigen website. HOOFDSTUK 6. - Aanvraag en behandeling

Art. 10.§ 1. De aanvraag voor hergebruik van bestuursdocumenten dat onderworpen is aan voorwaarden, wordt schriftelijk ingediend. Zij bevat minstens een nauwkeurige omschrijving van het gevraagde bestuursdocument, de vorm waarin de mededeling van het bestuursdocument moet gebeuren evenals de nagestreefde doelstelling. § 2. Indien het verkrijgen van een bestuursdocument het gebruik van een licentie vereist, verzendt de overheid aan wie de aanvraag tot hergebruik gericht is, een standaardexemplaar van de licentie naar de aanvrager binnen een door de Koning te bepalen termijn. § 3. De overheid kan, op elk ogenblik en eenzijdig, de licentie beëindigen zonder dat dit recht geeft op enige schadeloosstelling, indien de aanvrager één of meer voorwaarden van de licentie niet naleeft. § 4. De overheid kan eveneens, op elk ogenblik en eenzijdig, beslissen de bestuursdocumenten niet meer ter beschikking te stellen zonder dat dit recht geeft op enige schadeloosstelling, indien de aanvrager een of meer voorwaarden vastgelegd in hoofdstuk 5 niet naleeft. § 5. De Koning bepaalt de behandelingsprocedure en -termijnen voor een aanvraag voor hergebruik alsook de vorm van de beslissingen. HOOFDSTUK 7. - Beroepsmogelijkheden

Art. 11.§ 1. Er wordt een federale beroepscommissie van het hergebruik van de bestuursdocumenten opgericht, hierna genoemd "federale commissie".

De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de samenstelling en de werkwijze van deze commissie. § 2. De leden van de federale commissie worden door de Koning benoemd.

Art. 12.De federale commissie oefent haar taak volledig onafhankelijk en neutraal uit.

Wanneer een beslissing van de federale commissie in rechte wordt betwist, kan ze een advocaat aanstellen om haar verdediging waar te nemen.

De leden van de federale commissie kunnen niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden door belanghebbenden bij een beslissing van deze commissie.

Art. 13.De federale commissie is bevoegd om kennis te nemen van beroepen tegen een beslissing van een overheid over het ter beschikking stellen van bestuursdocumenten, of in geval van een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere moeilijkheid ondervonden bij de uitoefening van de rechten die deze wet toekent.

Art. 14.Het beroep moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van zestig dagen die ingaat vanaf de ontvangst van de beslissing over het verzoek tot hergebruik of na afloop van de termijn waarbinnen deze beslissing had moeten worden genomen.

Art. 15.§ 1. De federale commissie die een beroep ontvangt, noteert dit onmiddellijk in een register, met vermelding van de datum van ontvangst.

De indiener van het beroep en de betrokken overheid hebben een onmiddellijk recht van toegang tot de registratiegegevens van het beroep. § 2. De federale commissie brengt de betrokken overheid onmiddellijk op de hoogte van het beroep en stuurt de indiener van het beroep tegelijkertijd een ontvangstmelding.

Art. 16.De federale commissie kan, als er een beroep aanhangig wordt gemaakt, alle nuttige informatie ter plaatse inzien of deze bij de betrokken overheid opvragen.

Deze commissie kan alle betrokken partijen en deskundigen horen en de personeelsleden van de overheid om aanvullende inlichtingen vragen.

Art. 17.§ 1. De federale commissie spreekt zich zo spoedig mogelijk uit over het beroep en brengt haar beslissing uiterlijk binnen een termijn van dertig dagen volgend op de datum van de aantekening van het beroep schriftelijk ter kennis van de indiener van het beroep en de betrokken overheid.

Wanneer een aanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager binnen een termijn van tien werkdagen geïnformeerd over de noodzaak tot het verstrekken van aanvullende stukken, de termijn waarover hij beschikt om dit te doen alsook de gevolgen hiervan voor de in het eerste lid bedoelde termijn. § 2. Als de federale commissie oordeelt dat de nodige informatie moeilijk tijdig te verzamelen is, deelt ze zo spoedig mogelijk aan de aanvrager van het beroep mee dat de mededelingstermijn van de beslissing tot vijfenveertig dagen wordt verlengd. De verlengingsbeslissing vermeldt de reden of de redenen van het uitstel.

Art. 18.De beslissingen van de federale commissie zijn openbaar.

Art. 19.De betrokken overheid voert de beslissing tot inwilliging van het beroep uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing uit. HOOFDSTUK 8. - Exclusiviteitsregelingen

Art. 20.§ 1. Exclusiviteitsregelingen inzake hergebruik zijn verboden tenzij zij noodzakelijk zijn voor het verlenen van een dienst van algemeen belang.

Met uitzondering van het geval van digitalisering van culturele hulpbronnen gaat de overheid die het exclusief recht in het algemeen belang heeft toegekend of bij de overheid die titularis is van dit exclusief recht, minstens om de drie jaar na of de redenen daarvoor nog steeds geldig zijn.

Elk exclusief recht op hergebruik dat verleend wordt na de inwerkingtreding van deze wet, wordt openbaar gemaakt op initiatief van de overheid die het heeft verleend. § 2. Wanneer een exclusief recht betrekking heeft op de digitalisering van culturele hulpbronnen, is de periode van exclusiviteit in het algemeen niet langer dan tien jaar. Als die periode meer dan tien jaar bedraagt, wordt de duur ervan tijdens het elfde jaar en, indien van toepassing, daarna om de zeven jaar, getoetst.

De in de paragraaf 1 bedoelde regelingen die exclusieve rechten toekennen zijn transparant en worden openbaar gemaakt.

Ingeval van een in de paragraaf 1 bedoeld exclusief recht, wordt in de desbetreffende overeenkomst vastgesteld dat de desbetreffende overheid gratis een kopie van de gedigitaliseerde culturele hulpbronnen samen met hun metagegevens en in een formaat overeengekomen tussen de partijen krijgt. Die kopie is na afloop van de exclusiviteitsperiode beschikbaar voor hergebruik. § 3. Exclusiviteitsregelingen die al bestaan op 17 juli 2013 en die niet voor een uitzondering uit hoofde van § 1, tweede lid, en § 2 in aanmerking komen, worden aan het eind van het contract of in elk geval uiterlijk op 18 juli 2043 beëindigd. HOOFDSTUK 9. - Praktische regelingen

Art. 21.§ 1. Er wordt een unieke federale portaalsite gecreëerd die toegang biedt tot alle bestuursdocumenten die door overheden voor hergebruik ter beschikking worden gesteld. Deze portaalsite verwijst ook door naar de portaalsites van de deelstaten, lokale overheden en het pan-Europese dataportaal. § 2. De bestuursdocumenten die beschikbaar zijn voor hergebruik, de gebruikte standaardlicentie, de eventuele specifieke voorwaarden en de eventuele vergoedingen worden geïnventariseerd en gepubliceerd, in het bijzonder op de federale portaalsite.

Deze bekendmaking van de beschikbare bestuursdocumenten wordt vergezeld van de pertinente metagegevens, die minstens elektronisch en in een open en machinaal leesbaar formaat toegankelijk zijn. § 3. De Koning kan de regels met betrekking tot de controle en het toezicht op paragraaf 2 vastleggen. HOOFDSTUK 1 0. - Sectoraal comité PSI

Art. 22.§ 1. Er wordt binnen de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer een sectoraal comité "public sector information" (PSI) opgericht hierna genoemd sectoriaal comité PSI. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van het sectoriaal comité PSI. § 2. Het sectoraal comité PSI geeft zijn voorafgaande machtiging aan de bekendmaking door de overheden van persoonsgegevens voor hun hergebruik in het kader van deze wet, waarbij het toeziet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Het sectoraal comité PSI kan een advies verlenen over de "open data" strategieën en anonimiseringstechnieken die door de overheden worden meegedeeld. HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepaling

Art. 23.De wet van 7 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/03/2007 pub. 19/04/2007 numac 2007021037 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot omzetting van de richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie type wet prom. 07/03/2007 pub. 07/04/2008 numac 2008000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot omzetting van de richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie. - Duitse vertaling sluiten tot omzetting van de richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 2. - Inwerkingtreding

Art. 24.Deze wet treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2016.

FILIP Van Koningswege : De eerste minister, CH. MICHEL De vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen, J. JAMBON De vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, A. DE CROO De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, T. FRANCKEN De staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, P. DE BACKER Met `s Lands zegel gezegeld : De minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54 1619 Integraal Verslag : 16 maart 2016

^