Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 april 2010
gepubliceerd op 16 juni 2010

Wet met betrekking tot de verplichte bewaring door een spoorwegvervoerder van verloren, achtergelaten of niet afgehaalde bagage en goederen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2010011259
pub.
16/06/2010
prom.
06/04/2010
ELI
eli/wet/2010/04/06/2010011259/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

6 APRIL 2010. - Wet met betrekking tot de verplichte bewaring door een spoorwegvervoerder van verloren, achtergelaten of niet afgehaalde bagage en goederen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder spoorwegvervoerder : iedere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke onderneming die gebruik maakt van het Belgische spoorwegnet voor het verlenen van vervoerdiensten voor reizigers en/of goederenvervoer met reizigerstreinen.

Art. 3.In artikel 21 van de wet van 25 augustus 1891 houdende de herziening van de titel van het Wetboek van koophandel betreffende de vervoerovereenkomst (Wetboek van koophandel - BOEK I - TITEL VIIbis.

Vervoersovereenkomst), zoals gewijzigd door de wet van 21 maart 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De spoorwegvervoerder is gehouden in elk station waar hij een verkooppunt uitbaat een lokaal met afhaalpunt te hebben waarin de bagage en goederen die na de aankomst van de trein niet worden afgehaald, en de bagage en goederen die reizigers verlangen in bewaring te geven, veilig wordt geborgen gedurende de door de reglementen bepaalde maximale termijnen. »; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : « Elke spoorwegvervoerder die geen verkooppunten uitbaat, voorziet in een lokaal met afhaalpunt in minstens één Belgisch station.»; 3° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt : « De spoorwegvervoerder levert redelijke inspanningen om de rechtmatige eigenaar van die voorwerpen te identificeren en te informeren voor het verstrijken van de door de reglementen bepaalde termijn.»; 4° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « Als de bewaargever of degene die bagage en goederen heeft laten vervoeren, verzuimt die voorwerpen binnen de door de reglementen bepaalde maximale termijn terug te vorderen en de spoorwegvervoerder heeft deze personen niet kunnen identificeren en informeren, past de spoorwegvervoerder de procedure toe voorzien in de wet van ... betreffende de verplichte bewaring door een spoorwegvervoerder van verloren, achtergelaten of niet afgehaalde bagage en goederen. »

Art. 4.Volgende bagage en goederen dienen te worden ondergebracht in een lokaal zoals bepaald in artikel 21, eerste lid, van de wet van 25 augustus 1891 houdende herziening van de titel van het Wetboek van koophandel betreffende de vervoerovereenkomst (Wetboek van koophandel - BOEK I - TITEL VIIbis. Vervoerovereenkomst) : 1° in een spoorwegvoertuig na de aankomst van de trein in het eindstation vergeten of achtergelaten bagage en goederen;2° in de stations, de kantoren, de wachtzalen en de andere aanhorigheden van dezelfde exploitatie vergeten of achtergelaten bagage en goederen;3° bagage en goederen zoals bedoeld in artikel 21, laatste lid, van de wet van 25 augustus 1891 houdende herziening van de titel van het Wetboek van Koophandel betreffende de vervoerovereenkomst (Wetboek van koophandel - BOEK I - TITEL VIIbis.Vervoerovereenkomst).

Art. 5.De spoorwegvervoerder is aansprakelijk voor de bagage en goederen bepaald in artikel 4 overeenkomstig de bepalingen van de bewaargeving uit noodzaak.

Art. 6.De spoorwegvervoerder bewaart de bagage en goederen bedoeld in artikel 4, 1° en 2°, gedurende een termijn van vijftig dagen.

De spoorwegvervoerder levert tijdens deze termijn redelijke inspanningen om de rechtmatige eigenaar ervan te identificeren en te informeren.

Art. 7.De eigendom van de bagage en goederen, bedoeld in artikel 4, 1° en 2°, die niet binnen een termijn van vijftig dagen vanaf de datum van inbezitneming, bedoeld in artikel 9, worden teruggevorderd en de eigendom van de bagage en goederen, bedoeld in artikel 4, 3°, wordt toegewezen aan ondernemingen, geselecteerd op basis van een selectieprocedure zonder discriminatie met publicatie van de oproep in het Belgisch Staatsblad. Elke spoorwegvervoerder sluit met elke onderneming op die manier geselecteerd, een recyclageovereenkomst af.

Art. 8.De spoorwegvervoerder die onderworpen is aan de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten respecteert in voorkomend geval de bepalingen van laatstgenoemde wet bij de toewijzing bedoeld in artikel 7.

Art. 9.Elke spoorwegvervoerder houdt een register bij van de bagage en goederen bedoeld in artikel 4. In dit register worden de datum en plaats van de inbezitneming van het voorwerp door de spoorwegvervoerder vermeld alsook, in voorkomend geval, de aanduiding dat het werd afgehaald of toegewezen overeenkomstig artikel 7. Elke geïnteresseerde kan het register raadplegen in elk lokaal met afhaalpunt zoals bepaald in artikel 21, eerste lid, van de wet van 25 augustus 1891 houdende herziening van de titel van het Wetboek van koophandel betreffende de vervoerovereenkomst (Wetboek van koophandel - BOEK I - TITEL VIIbis. Vervoerovereenkomst) en kan er op zijn vraag uittreksels uit bekomen met aanduiding van de vermeldingen betreffende de bagage en goederen die hem hebben toebehoord.

Art. 10.De spoorwegvervoerder staat in voor het verwijderen van eventuele persoonlijke gegevens, voor de toewijzing van of de beschikking over een voorwerp.

Art. 11.De eventuele kosten van de toewijzing van eigendom zijn voor rekening van de ondernemingen bedoeld in artikel 7.

Art. 12.In afwijking van artikel 7 beschikt de spoorwegvervoerder over de bagage en goederen die aan snel bederf onderhevig zijn of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid.

De spoorwegvervoerder beschikt eveneens over de bagage en goederen die niet het voorwerp hebben kunnen uitmaken van de toewijzing van eigendom bedoeld in artikel 7.

Art. 13.De toewijzing van eigendom van de bagage en goederen zoals bepaald in artikel 7 en de beschikking over de bagage en goederen zoals bepaald in artikel 12 verhindert elke vordering van de eigenaar.

Art. 14.De wet van 28 februari 1860 waarbij de bepalingen van het decreet van 13 augustus 1810 van toepassing worden verklaard op de voorwerpen die zijn achtergelaten in de spoorwegstations of die niet binnen een bepaalde termijn zijn opgeëist, wordt opgeheven.

Art. 15.Artikel 33 van de wet van 25 augustus 1891 houdende de herziening van de titel van het Wetboek van koophandel betreffende de vervoerovereenkomst (Wetboek van koophandel - BOEK I - TITEL VIIbis.

Vervoersovereenkomst), zoals gewijzigd door de wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, wordt opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 6 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Overheidsbedrijven, Mevr. I. VERVOTTE De Minister voor Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister, E. SCHOUPPE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Gewone zitting 2009-2010. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 2177/1. - Amendement, nr 2177/2. - Verslag namens de Commissie, nr. 2177/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2177/4.

Integraal Verslag : 28 januari 2010.

Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 4-1619/1.

^