Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 juli 2018
gepubliceerd op 23 april 2020

Wet houdende instemming met het Zetelakkoord met uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Internationale Organisatie voor Criminele Politie - INTERPOL , gedaan te Lyon op 14 oktober 2014 en te Brussel op 24 oktober 2014 (1)(2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019040780
pub.
23/04/2020
prom.
06/07/2018
ELI
eli/wet/2018/07/06/2019040780/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

6 JULI 2018. - Wet houdende instemming met het Zetelakkoord met uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Internationale Organisatie voor Criminele Politie - INTERPOL (O.I.C.P. - INTERPOL), gedaan te Lyon op 14 oktober 2014 en te Brussel op 24 oktober 2014 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Zetelakkoord met uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Internationale Organisatie voor Criminele Politie - INTERPOL (O.I.C.P. - INTERPOL),gedaan te Lyon op 14 oktober 2014 en te Brussel op 24 oktober 2014, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 24 oktober 2014.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : nr. 54-2997 Integraal verslag : zonder verslag. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30/10/2015 (Belgisch Staatsblad van 26/11/2015), Decreet van de Franse Gemeenschap van 05/03/2020 (Belgisch Staatsblad van 17/03/2020), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 30/05/2016 (Belgisch Staatsblad van 23/06/2016), Decreet van het Waalse gewest van 04/04/2019 (Belgisch Staatsblad van 04/06/2019), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016). (3) Datum inwerkingtreding : 01/05/2020 (art.34).

Zetelakkoord met uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en de Internationale organisatie voor criminele politie - Interpol (O.I.C.P. - Interpol) HET KONINKRIJK BELGIE, hierna genoemd "België", vertegenwoordigd door : - de Federale Regering, - de Vlaamse Regering, - de Franse Gemeenschapsregering, - de Waalse Regering, - de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, - de Duitstalige Gemeenschapsregering; en DE INTERNATIONALE ORGANISATIE VOOR CRIMINELE POLITIE - INTERPOL, hierna genoemd "de Organisatie", Overwegend dat de Internationale Organisatie voor Criminele Politie - INTERPOL een erkende internationale intergouvernementele organisatie is;

Tegemoet komend aan de wens van de Organisatie om in Brussel een Verbindingsbureau te vestigen, hierna genoemd "het Bureau";

Overwegend dat het wenselijk is dat INTERPOL in België kan genieten van de voorrechten en immuniteiten die gewoonlijk worden toegekend aan internationale organisaties die op het Belgisch grondgebied een bureau hebben gevestigd;

Verlangend een overeenkomst te sluiten teneinde de voorrechten en immuniteiten, die vereist zijn voor het functioneren van het Bureau en voor de goede uitvoering door het personeel van zijn opdracht, nader te bepalen;

Zijn overeengekomen als volgt : HOOFDSTUK I. - Rechtspersoonlijkheid, voorrechten en immuniteiten van de Internationale organisatie voor criminele politie - Interpol

Artikel 1.In dit Akkoord wordt verstaan onder : a) "het Bureau" : het verbindingsbureau van de Organisatie, officieel in België gevestigd;b) "de officiële werkzaamheden van het Bureau" : de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening in België door het Bureau van de doelstellingen en de statutaire opdrachten van algemeen belang die door de Organisatie aan het Bureau werden opgedragen;c) "het officieel gebruik" : de activiteiten evenals de verwerving van goederen of diensten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening door het Bureau van zijn officiële werkzaamheden in België, of die noodzakelijk zijn voor zijn goede werking, en waarvan de kosten in laatste instantie worden gedragen door de Organisatie;d) "het archief" : alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computer- en mediagegevens, databanken, foto's, films, video- en geluidsopnamen die het Bureau of zijn personeel in het kader van zijn officiële werkzaamheden in België bezit of bewaart;e) "de gebouwen van het Bureau" : het terrein en de gebouwen of delen van gebouwen die uitsluitend worden gebruikt voor de officiële werkzaamheden van het Bureau;f) "het Hoofd van het Bureau" : de ambtenaar met de hoogste rang van het Bureau;g) "de ambtenaren " worden ingedeeld in de volgende categorieën : i.de Secretaris-generaal, de hoogste ambtenaar van de Organisatie; ii. de ambtenaren, ter beschikking gesteld van de Organisatie door hun nationale administratie, en die werden aangeworven en benoemd door INTERPOL in overeenstemming met de bepalingen van het personeelsreglement van INTERPOL; iii. de ambtenaren van de Organisatie, rechtstreeks aangeworven en betaald door INTERPOL, die een permanente of tijdelijke functie op het kader van de Organisatie uitoefenen en worden aangeduid als "contractuele ambtenaren".

Art. 2.De internationale rechtspersoonlijkheid en rechtsmacht van de Organisatie worden erkend.

Art. 3.In het kader van zijn officiële werkzaamheden geniet de Organisatie immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens : a) voor zover de Organisatie in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;b) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende personen of goederen, voor zover die rechtsvordering niet rechtstreeks samenhangt met de officiële werkzaamheden van de Organisatie;c) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat toebehoort aan de Organisatie of namens deze wordt gebruikt, of in geval van een met voormeld voertuig begane verkeersovertreding;d) voor beslag, in uitvoering van een rechterlijke beslissing, op salarissen en emolumenten verschuldigd door de Organisatie aan een personeelslid;e) met betrekking tot een tegenvordering rechtstreeks verbonden aan een hoofdvordering ingeleid door de Organisatie;f) voor de uitvoering van een arbitrale uitspraak uitgesproken krachtens artikel 32 van dit Akkoord.

Art. 4.1. De goederen en bezittingen van de Organisatie, gebruikt voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het Bureau kunnen niet het voorwerp uitmaken van enige vorm van opvordering, verbeurdverklaring, inbewaringstelling of een andere vorm van beslaglegging of dwang. 2. Indien een onteigening mocht nodig zijn, worden alle gepaste schikkingen getroffen om te verhinderen dat de uitoefening van de werkzaamheden van het Bureau in het gedrang komt.In zodanig geval zou België zijn medewerking verlenen aan de wederinstallatie van het Bureau.

Art. 5.Het archief van de Organisatie is onschendbaar.

Art. 6.1. De gebouwen van het Bureau zijn onschendbaar. De instemming van het Hoofd van het Bureau is vereist voor de toegang tot deze gebouwen. 2. Deze toestemming wordt evenwel geacht verkregen te zijn in geval van schade die onmiddellijke beschermingsmaatregelen vergt.3. België zal alle gepaste maatregelen nemen om de gebouwen van het Bureau te beschermen tegen indringers of tegen het toebrengen van schade en om te vermijden dat de rust van het Bureau wordt verstoord of zijn waardigheid wordt aangetast.

Art. 7.Het recht van de Organisatie om binnen het kader van haar officiële werkzaamheden communicatiemiddelen te gebruiken is gewaarborgd. De officiële briefwisseling van de Organisatie is onschendbaar en kan niet worden gecensureerd. De Organisatie mag codes gebruiken.

Art. 8.Onverminderd de toepasselijke internationale en Europeesrechtelijke bepalingen mag de Organisatie : a) om het even welke fondsen en valuta ontvangen en in bezit hebben en rekeningen hebben in welke munteenheid ook;b) vrij zijn fondsen en valuta overmaken binnen het Belgisch grondgebied, van België naar een ander land en omgekeerd.

Art. 9.1. De Organisatie, haar bezittingen, inkomsten en andere goederen, die bestemd zijn voor haar officieel gebruik, zijn vrijgesteld van alle directe belastingen. 2. Geen enkele vrijstelling van directe belasting wordt verleend voor de inkomsten van de Organisatie die afkomstig zijn van een economische, industriële of handelsactiviteit, die wordt uitgeoefend door het Bureau of door een van de leden van het Bureau voor rekening van de Organisatie.

Art. 10.Wanneer de Organisatie aanzienlijke aankopen van roerend of onroerend goed doet of belangrijke diensten laat uitvoeren die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en waarvan de prijs indirecte rechten of btw bevat, worden, telkens wanneer mogelijk de nodige schikkingen getroffen met het oog op de kwijtschelding of terugbetaling van het bedrag van deze rechten en belastingen.

Art. 11.Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en uit de toepassing van de Belgische wetgeving en regelgeving betreffende de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid of openbare zeden, kan de Organisatie alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn voor haar officieel gebruik in België.

Art. 12.De Organisatie is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op goederen die door haar of in haar naam worden ingevoerd, verworven of uitgevoerd voor officieel gebruik.

Art. 13.De Organisatie is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op de officiële publicaties die voor haar bestemd zijn of die zij naar het buitenland verstuurt.

Art. 14.Om te vermijden dat de toepassing van de vrijstellingen oorzaak zou zijn van concurrentievervalsing wordt geen vrijstelling van rechten of van indirecte belastingen toegekend voor activiteiten of voor verwerving van goederen of diensten, indien zij bestemd zijn : - hetzij voor een andere beroepsactiviteit dan het officieel gebruik van het Bureau; - hetzij voor een economische, industriële of handelsactiviteit, uitgeoefend door het Bureau of door een van zijn ambtenaren voor rekening van het Bureau, voor rekening van de Organisatie of voor een Lidstaat van de Organisatie; - hetzij voor een activiteit uitgevoerd in het kader van een programma van een andere internationale organisatie; - hetzij voor de persoonlijke belangen van de ambtenaren van het Bureau.

Art. 15.De goederen die eigendom zijn van de Organisatie kunnen in België slechts worden vervreemd in overeenstemming met de in de Belgische wetgeving en regelgeving bepaalde voorwaarden.

Art. 16.De Organisatie is niet vrijgesteld van belastingen, heffingen en rechten die alleen de vergoeding van diensten van openbaar nut betreffen.

Art. 17.Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de Belgische wetgeving en de regelgeving, worden de voorwaarden en toepassingsregelingen van de artikelen 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 vastgelegd door de overheden die bevoegd zijn voor deze fiscale aangelegenheden. HOOFDSTUK II. - Statuut van het personeel

Art. 18.De vertegenwoordigers van de Lidstaten, het personeel van het Secretariaat-generaal van de Organisatie, de leden van het Uitvoerend Comité van de Organisatie en hun delegatie, evenals de leden en personen die officiële functies uitoefenen bij de Commissie van Toezicht op de dossiers van INTERPOL genieten op het Belgisch grondgebied, bij de uitoefening van hun taken of de uitvoering van hun zending en tijdens de reizen van en naar de vergaderplaats de volgende voorrechten en immuniteiten : a) immuniteit van arrestatie of gevangenhouding en van in beslag name van hun persoonlijke bezittingen, tenzij in geval van betrapping op heterdaad;b) immuniteit van rechtsvervolging met betrekking tot de door hen verrichte handelingen, met inbegrip van hun woorden en geschriften;c) onschendbaarheid van alle officiële papieren en documenten;d) dezelfde faciliteiten met betrekking tot wisselbeperkingen als degene die worden toegekend aan personen op tijdelijke zending;

Art. 19.1. Het Hoofd van het Bureau en diens adjunct genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke missies. Hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de wettige partner en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel. 2. Naast de voorrechten voorzien in artikel 18 genieten de Secretaris-generaal van INTERPOL evenals zijn partner en zijn kinderen de voordelen toegekend aan diplomatieke vertegenwoordigers.

Art. 20.1. Alle ambtenaren van het Bureau, met inbegrip van de ambtenaren vermeld in artikel 19 van dit Akkoord, genieten vrijstelling van belastingen op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die hen door de organisatie worden overgemaakt; België behoudt zich het recht voor deze salarissen, emolumenten en vergoedingen in aanmerking te nemen voor de berekening van de belasting die moet worden geheven op uit andere bronnen afkomstige belastbare inkomsten;

De voorwaarden en toepassingsregelingen van deze paragraaf worden vastgelegd door de Minister van Financiën van de Belgische regering. 2. Voor wat betreft de ambtenaren die werden ter beschikking gesteld van de Organisatie door hun nationale administratie, en die werden aangeworven door INTERPOL in overeenstemming met de artikels 2.1 en volgende van het Personeelsstatuut van INTERPOL, zal de Belgische fiscale administratie, onverminderd de toepassing van de door België gesloten overeenkomsten ter vermijding van dubbele belasting en de bestaande wederkerigheidovereenkomsten tussen België en bepaalde Staten, zich inspannen om, op voorwaarde van wederkerigheid en onder de voorwaarden voorzien door de artikels 4 en 231 van het wetboek van de inkomstenbelastingen, de gevallen te regelen van dubbele belasting op de salarissen en emolumenten die door de Staten, politieke onderverdelingen of lokale overheden aan deze personen worden uitbetaald. 3. Alle ambtenaren van het Bureau genieten wat de munt- of wisselreglementeringen betreft, de faciliteiten die worden toegekend aan de ambtenaren van internationale organisaties.4. Alle ambtenaren van het Bureau genieten : a) vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die ze in hun officiële hoedanigheid hebben verricht, met inbegrip van hun woorden en geschriften;deze immuniteit blijft van kracht na de beëindiging van hun functies; b) onschendbaarheid voor al hun officiële papieren en documenten;5. Alle ambtenaren van het Bureau genieten voor henzelf en hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, dezelfde repatriëringfaciliteiten als leden van diplomatieke zendingen bij internationale crisissen.6. Alle ambtenaren van het Bureau, hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, zijn niet onderworpen aan de maatregelen tot beperking van de immigratie of aan de registratieformaliteiten voor vreemdelingen.Deze afwijking wordt toegekend in overeenstemming met de Belgische wetgeving ter zake. 7. Voor de uitoefening van hun officiële functies bij het Bureau zijn de ambtenaren van het Bureau niet onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten en zelfstandigen.8. Het Bureau stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens omtrent haar ambtenaren en personeelsleden : a) naam en voornaam b) geboorteplaats en -datum c) geslacht d) nationaliteit e) hoofdverblijfplaats (land, gemeente, straat, nummer) f) burgerlijke staat g) samenstelling van het gezin h) het stelsel van sociale zekerheid gekozen door het personeelslid Elke wijziging van de bovenstaande gegevens moet binnen twee weken ter kennis worden gebracht van de directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

Art. 21.1. De experts op zending voor de Organisatie genieten voor de duur van de zending, met inbegrip van de reizen, de onderstaande voorrechten en immuniteiten voor zover deze nodig zijn voor de goede uitoefening, in volle onafhankelijkheid, van hun functies. In het bijzonder genieten zij de volgende voorrechten en immuniteiten : a) immuniteit van arrestatie of gevangenhouding of van inbeslagname van hun persoonlijke bezittingen;b) immuniteit van enige rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens de vervulling van hun officiële functies gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen;deze immuniteit blijft ook gelden na het uitdoven van hun officiële functies voor de Organisatie; c) onschendbaarheid van alle papieren en documenten;d) het recht om in de communicatie met de Organisatie codes te gebruiken en papieren of correspondentie te ontvangen per koerier of in verzegelde tassen;e) dezelfde faciliteiten met betrekking tot valuta- en wisselbeperkingen als die worden toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen op tijdelijke officiële zending;f) dezelfde immuniteiten en faciliteiten met betrekking tot hun persoonlijke bezittingen als degene die worden toegekend aan de leden van diplomatieke zendingen van een vergelijkbare rang.2. De voorrechten en immuniteiten worden aan experts toegekend in het belang van de Organisatie en niet voor hun persoonlijk voordeel.Alle personen die de voormelde voorrechten en immuniteiten genieten, hebben de plicht de Belgische wetten en reglementen na te komen. De Organisatie kan en moet de immuniteit van een van haar experts opheffen, in alle gevallen waarin zij van oordeel is dat de immuniteit het uitoefenen van rechtsmacht in de weg staat en waarin de immuniteit kan worden opgeheven zonder de belangen van de Organisatie te schaden.

Art. 22.Het bepaalde in artikel 20.1 is niet van toepassing op de pensioenen en rentes die de Organisatie betaalt aan haar vroegere personeelsleden in België of aan hun rechthebbenden, noch op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die de Organisatie of het Bureau betaald heeft aan haar personeelsleden die werden aangeworven voor de duur van minder dan een jaar, of die geen vaste of tijdelijke betrekking bekleden op het kader van de Organisatie gelet op de opdracht en de statutaire regels van deze Organisatie.

Art. 23.1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de ambtenaren van het Bureau, behalve die als vermeld in artikel 19, het recht om tijdens een periode van twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij voor de eerste maal hun functie hebben opgenomen, hun meubelen en hun persoonlijk voertuig vrij van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen. 2. De Minister van Financiën van de Belgische regering legt de grenzen en toepassingsvoorwaarden van dit artikel vast.

Art. 24.1. België is niet verplicht de in artikel 20 van dit Akkoord opgenomen voorrechten en immuniteiten, behalve deze waarin artikel 20.1, 20.4 en 21.1 b), c) en d) van dit Akkoord voorzien, aan eigen staatsburgers of vaste ingezetenen toe te kennen. 2. Onverminderd artikel 20.2 is België niet verplicht het voorrecht voorzien door artikel 20.1 toe te kennen aan de ambtenaren die door INTERPOL werden benoemd of aangeworven voor een periode van minder dan een jaar; artikel 20.4 is daarentegen van toepassing op alle ambtenaren. 3. België is niet verplicht de voordelen van artikel 23 toe te kennen aan contractuele ambtenaren aangesteld door INTERPOL voor een duur van minder dan een jaar, noch aan ter beschikking gestelde ambtenaren, andere dan deze bedoeld door artikel 1, noch aan experts.

Art. 25.1. Voor 1 maart van elk jaar zal het Bureau aan alle begunstigden een fiche overhandigen waarop hun naam en adres, het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of rentes staan vermeld die hen gedurende het voorgaande jaar door de Organisatie of door het Bureau werden gestort. 2. Het dubbel van de fiches zal door de Organisatie vóór voornoemde datum rechtstreeks aan de bevoegde Belgische fiscale administratie worden doorgestuurd. HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen

Art. 26.De voorrechten en immuniteiten worden uitsluitend toegekend aan de ambtenaren van het Bureau in het belang van de Organisatie en niet tot hun persoonlijk voordeel. De Secretaris-generaal van de Organisatie dient de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin ze een belemmering kan vormen voor de rechtsbedeling en voor zover ze kan worden opgeheven zonder de goede werking van het Bureau in gevaar te brengen.

Art. 27.Onverminderd de aan de Organisatie en aan haar ambtenaren verleende rechten, behoudt België het recht om alle nuttige voorzorgen te nemen in het belang van zijn veiligheid en van de openbare orde.

Art. 28.1. De personen vermeld in de artikelen 19, 20 en 21 van dit Akkoord genieten geen enkele immuniteit van rechtsmacht voor de gevallen van inbreuk op de reglementering inzake het zich in het verkeer begeven van voertuigen of schade berokkend door een motorvoertuig. 2. De Organisatie, haar ambtenaren en haar experts dienen zich te houden aan alle verplichtingen die de Belgische wetgeving betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen oplegt Art.29. De Organisatie, haar ambtenaren en haar experts werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten om de goede rechtsbedeling te vergemakkelijken, de naleving van het politiereglement te waarborgen en elk misbruik te vermijden waartoe de voorrechten, immuniteiten en faciliteiten waarin dit Akkoord voorziet, kunnen aanleiding geven.

Art. 30.De organisatie en al haar ambtenaren dienen zich te houden aan de Belgische wetten en voorschriften en aan de te hunnen opzichte gedane uitspraken.

Art. 31.België draagt ten aanzien van de werkzaamheden van de Organisatie op zijn grondgebied generlei internationale aansprakelijkheid voor een daad of nalatigheid van Organisatie dan wel voor een daad of nalatigheid van de Organisatie of van haar ambtenaren of haar experts die in het kader van hun functie een daad stellen of nalaten te stellen.

Art. 32.1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van dit Akkoord die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen de Partijen, kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden. 2. De Partijen benoemen elk een lid van het scheidsgerecht.3. Het derde lid van het scheidsgerecht wordt benoemd door beide Partijen na overleg.4. Het derde lid wordt Voorzitter van het scheidsgerecht.5. Ingeval geen overeenstemming kan worden bereikt aangaande de persoon van het derde lid van het scheidsgerecht, wordt deze laatste op verzoek van de Partijen benoemd door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.6. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift.7. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 33.In geval van wijziging van haar statuten of van de sluiting van het Bureau, brengt de Organisatie de bevoegde autoriteiten van de Gaststaat hiervan op de hoogte.

Art. 34.Elke partij stelt de andere partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van dit Akkoord vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.

Het Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving, met terugwerking tot de datum van de vestiging in België van het Bureau van INTERPOL op 1 januari 2012, tenzij voor wat betreft de artikels 3 en 20.4.

Dit Akkoord kan op verzoek van een partij worden herzien.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van de Internationale Organisatie voor Criminele Politie - INTERPOL dit Akkoord met uitwisseling van brieven hebben ondertekend.

GEDAAN te Lyon op 14 oktober 2014 en te Brussel op 24 oktober 2014, in tweevoud, in de Nederlandse, Engelse en Franse taal, zijnde de Franse en Engelse teksten rechtsgeldig.

BRIEF SG NOBLE AAN MINISTER REYNDERS Mijnheer de Minister, Ik heb de eer U volgende verduidelijking te geven aangaande de draagwijdte van de artikelen 20(1) en 22 van het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en INTERPOL waarvan de ondertekeningsprocedure nu werd aangevat: INTERPOL verzekert dat het een netto-salaris uitbetaalt aan zijn personeel en zulks sedert de invoering van een administratieve afhouding genaamd interne belasting door de organisatie, in toepassing van een resolutie van de Algemene Vergadering van de OIPC -INTERPOL ter gelegenheid van zijn 53ste zitting in Luxemburg van 4 tot 11 september 1984 die aan de Secretaris-generaal vroeg de uitwerking verder te zetten van een reglement desaangaande volgens de richtlijnen van het uitvoerend comité. Dit werd geconcretiseerd in het hieronder vermelde artikel 5.7 van het personeelsstatuut en in een specifiek intern reglement. "Artikel 5.7 : belastingstelsel van de ambtenaren van de Organisatie 1. De ambtenaren onder contract betalen een interne belasting op hun wedden en bijkomende wedden waarvan het niveau en de voorwaarden bepaald worden door het personeelsreglement. 2. Wanneer de akkoorden tussen de Organisatie en de staat van de affectatieplaats of de geldende plaatselijke wetten zulks toelaten, teneinde een dubbele belasting te vermijden, worden de ambtenaren van de Organisatie vrijgesteld van de interne belasting die door de Organisatie geïnd wordt in de mate date en andere staat dan deze van hun affectatieplaats hun wedden en bijkomende wedden onderwerpt aan de inkomstenbelasting." Vermits deze afhouding niet beantwoordt, met name aan de grondwettelijke criteria voor de instelling van een belasting door België, en teneinde moeilijkheden te vermijden voor de INTERPOL-ambtenaren ingevolge een samenvoeging van deze, te goeder trouw onder deze vorm ingevoerde, afhouding en de nationale belasting en rekening houdend met de moeilijkheden en de nodige termijnen voor het afsluiten van een protocol inzake voorrechten en immuniteiten voor een organisatie met 190 lidstaten, verbindt de Organisatie zich ertoe aan de Belgische regering de aan zijn ambtenaren uitbetaalde wedden mede te delen en vraagt zij de zuivere vrijstelling van de wedden en vergoedingen die aan zijn in België belastbare personeelsleden worden uitbetaald.

Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor U, zullen deze brief en uw antwoord integrerend deel uitmaken van het Zetelakkoord.

Met de meeste hoogachting, R. K.NOBLE Secretaris-generaal

Brief MINISTER REYNDERS aan SG NOBLE Mijnheer de Secretaris-generaal, Ik heb de eer goede ontvangst te melden van uw brief dd.14 januari 2014 waarvan de inhoud luidt als volgt: "Ik heb de eer U volgende verduidelijking te geven aangaande de draagwijdte van de artikelen 20(1) en 22 van het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en INTERPOL waarvan de ondertekeningsprocedure nu werd aangevat: INTERPOL verzekert dat het een netto-salaris uitbetaalt aan zijn personeel en zulks sedert de invoering van een administratieve afhouding genaamd interne belasting door de organisatie, in toepassing van een resolutie van de Algemene Vergadering van de OIPC -INTERPOL ter gelegenheid van zijn 53ste zitting in Luxemburg van 4 tot 11 september 1984 die aan de Secretaris-generaal vroeg de uitwerking verder te zetten van een reglement desaangaande volgens de richtlijnen van het uitvoerend comité. Dit werd geconcretiseerd in het hieronder vermelde artikel 5.7 van het personeelsstatuut en in een specifiek intern reglement. "Artikel 5.7 : belastingstelsel van de ambtenaren van de Organisatie 1. De ambtenaren onder contract betalen een interne belasting op hun wedden en bijkomende wedden waarvan het niveau en de voorwaarden bepaald worden door het personeelsreglement. 2. Wanneer de akkoorden tussen de Organisatie en de staat van de affectatieplaats of de geldende plaatselijke wetten zulks toelaten, teneinde een dubbele belasting te vermijden, worden de ambtenaren van de Organisatie vrijgesteld van de interne belasting die door de Organisatie geïnd wordt in de mate date en andere staat dan deze van hun affectatieplaats hun wedden en bijkomende wedden onderwerpt aan de inkomstenbelasting." Vermits deze afhouding niet beantwoordt, met name aan de grondwettelijke criteria voor de instelling van een belasting door België, en teneinde moeilijkheden te vermijden voor de INTERPOL-ambtenaren ingevolge een samenvoeging van deze, te goeder trouw onder deze vorm ingevoerde, afhouding en de nationale belasting en rekening houdend met de moeilijkheden en de nodige termijnen voor het afsluiten van een protocol inzake voorrechten en immuniteiten voor een organisatie met 190 lidstaten, verbindt de Organisatie zich ertoe aan de Belgische regering de aan zijn ambtenaren uitbetaalde wedden mede te delen en vraagt zij de zuivere vrijstelling van de wedden en vergoedingen die aan zijn in België belastbare personeelsleden worden uitbetaald.

Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor U, zullen deze brief en uw antwoord integrerend deel uitmaken van het Zetelakkoord" Rekening houdend met het feit dat Interpol niet werd opgericht door middel van een oprichtingsverdrag maar door een international instrument onder vereenvoudugde vorm en dat de Organisatie niet beschikt over een verdrag aangaande de voorrechten en immuniteiten is het niet mogelijk de door Interpol ingestelde afhouding te erkennen als een echte interne belasting, bij ontstentenis van een bestaande bepaling opgenomen in een geratificiceerd en in voege getreden multilateraal verdrag dat de Organisatie toelaat een dergelijke belasting in te voeren.

Desniettegenstaande, rekening houdend met de historiek van de oprichting van Interpol en met het feit dat deze afhouding werd ingesteld ingevolge artikel 19 van het zetelakkoord tussen de Regering van de Franse Republiek en Interpol ten titel van interne belasting, gaat de Belgische Staat akkoord met de instelling van een dergelijke interne belasting door de Organisatie op de wedden en toelagen aan zijn personeel uitbetaald. In afwachting van een multilaterale verdragsrechtelijke erkenning van een dergelijke interne belasting, aanvaardt de Belgische regering, zonder afbreuk te doen aan de conventies ter vermijding van dubbele belasting en van eventuele wederkerigheidsakkoorden van toepassing op gedetacheerde ambtenaren van andere staten, dat de ambtenaren die normaliter in België belastbaar zijn worden vrijgesteld van de Belgische belasting op wedden en vergoedingen die hun effectief door de Organisatie worden uitbetaald na toepassing van de afhouding hierna genoemd "interne belasting", op voorwaarde evenwel dat deze desbetreffende wedden en vergoedingen effectief onderworpen werden aan deze afhouding genoemd "interne belasting" en onder voorbehoud van de toepassing van een progressiviteitsclausule.

Met de meeste hoogachting, D. REYNDERS

^