Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 maart 2007
gepubliceerd op 12 april 2007

Wet tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2007011117
pub.
12/04/2007
prom.
06/03/2007
ELI
eli/wet/2007/03/06/2007011117/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MAART 2007. - Wet tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien

Art. 2.In artikel 21 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld als volgt : « Het wordt, bij wijze van voorlichting van de aanvrager, vergezeld van een schriftelijke opinie over de octrooieerbaarheid van de uitvinding aan de hand van de vermelde documenten.Deze opinie is voor derden toegankelijk in het dossier van het verleende octrooi. »; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Het verslag van nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinie worden opgemaakt door een door de Koning aangewezen intergouvernementele instelling.

Dit verslag en deze schriftelijke opinie worden opgesteld op grond van de conclusies, rekening houdende met de beschrijving en desgevallend met de tekeningen. Ze vermelden de gegevens van de stand der techniek welke kunnen in acht worden genomen bij de beoordeling van de nieuwheid van de uitvinding, en van de uitvinderswerkzaamheid. »; 3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De aanvrager dient een taks voor opzoeking te kwijten, die de kosten omvat voor de overhandiging van de in § 1 vermelde schriftelijke opinie, binnen de termijn en op de wijze door de Koning vastgesteld.

Het verschil tussen de vergoeding die aan de intergouvernementele instelling als bedoeld in § 2, eerste lid, moet worden betaald voor het afleveren van de verslagen van nieuwheidsonderzoek en de onderzoekstaks wordt ten laste genomen door de Staat. »; 4° in § 5, worden de woorden "en de schriftelijke opinie" ingevoegd tussen de woorden "van nieuwheidsonderzoek" en de woorden "aan de aanvrager";5° § 5 wordt aangevuld met het volgende lid : « De aanvrager kan alsook, ter informatie, schriftelijke informele commentaren indienen betreffende de schriftelijke opinie die hem werd betekend.»; 6° § 6 wordt vervangen als volgt : « § 6.De Koning bepaalt de voorwaarden en stelt de termijnen vast binnen welke het verslag van nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinie dienen opgemaakt te worden, de informele commentaren dienen te worden ingediend en de wijzigingen aan de conclusies, aan de beschrijving en aan het uittreksel dienen te geschieden. »; 7° § 8 wordt vervangen als volgt : « § 8.Indien een verslag van nieuwheidsonderzoek en de begeleidende schriftelijke opinie, opgemaakt door de intergouvernementele instelling bedoeld in § 2 van dit artikel die handelen over een uitvinding die identiek is aan deze waarvoor een octrooiaanvraag in België ingediend is, vóór de afloop van de termijn vastgelegd voor de kwijting van de opzoekingstaks bedoeld in § 3 in de verleningsprocedure van een buitenlands octrooi ingediend werden, mag de Koning beslissen dat dit verslag van nieuwheidsonderzoek en deze schriftelijke opinie, onder de voorwaarden door Hem vastgelegd, zullen kunnen aangewend worden, op verzoek van de aanvrager, bij de verleningsprocedure van het Belgisch octrooi. » .

Art. 3.Artikel 22, § 3, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « De in artikel 21, § 1, beoogde schriftelijke opinie bindt de Dienst geenszins en kan niet gelden als onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding. » .

Art. 4.In artikel 23, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "de schriftelijke opinie, de informele commentaren," ingevoegd tussen de woorden "het verslag van nieuwheidsonderzoek aangaande de uitvinding," en de woorden "de nieuwe tekst".

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 31ter ingevoegd, luidende : § 1. Onverminderd § 2, is de Koning de bevoegde autoriteit in de zin van artikel 2.4. van de Verordening (EG) nr. 816/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de verlening van dwanglicenties voor octrooien inzake de vervaardiging van farmaceutische producten voor uitvoer naar landen met volksgezondheidsproblemen.

De beslissingen tot de toekenning, herziening, weigering en intrekking van een dwanglicentie worden genomen bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 2. De Koning kan bepalen welke Belgische autoriteiten bevoegd zijn om de artikelen 6.1, 7, 14, 16.1., tweede lid, 16.3 en 16.4 van de Verordening (EG) nr. 816/2006 toe te passen. § 3. De Koning kan de louter formele of administratieve voorschriften bepalen die nodig zijn voor de efficiente behandeling van de aanvragen voor dwanglicenties bedoeld in de Verordening (EG) nr. 816/2006. § 4. De artikelen 31, 31bis en 32 tot en met 38 zijn niet van toepassing op de gedwongen licentie beoogd in dit artikel. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de gedwongen licenties beoogd door de artikelen 31, 31bis en 32 tot en met 38.

Art. 6.In artikel 39, § 2, van dezelfde wet worden de woorden "en de schriftelijke opinie" ingevoegd tussen de woorden "verslag van nieuwheidsonderzoek" en de woorden "waarvan sprake".

Art. 7.In artikel 40, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met de volgende leden : « Het bedrag van de jaartaks en van de toeslag wordt vastgesteld in de tabel in bijlage bij deze wet. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het bedrag van de jaartaks en van de toeslag verhogen of verminderen, zonder dat deze verhoging of vermindering 10 % van het bedrag van de jaartaks en de toeslag vastgesteld in deze wet mag overschrijden, zodat rekening wordt gehouden met de inflatie en met het gemiddelde van de gecumuleerde bedragen van de jaartaksen geïnd door de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie. »; 2° Er wordt een § 3 ingevoegd, luidende : « § 3.Wat de personen betreft als bedoeld in artikel 71, § 3, wordt het bedrag van de jaartaks en van de toeslag met 50 % verminderd. De Koning bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van de aanvraag tot vermindering van de jaartaks en van de toeslag bedoeld in deze paragraaf. » .

Art. 8.In artikel 71 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 28 januari 1997 en het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Onverminderd artikel 40, bepaalt de Koning het bedrag, de termijn en de wijze van betaling der taksen, bijkomende taksen en vergoedingen waarin bij of krachtens deze wet is voorzien. »; 2° In § 3, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Onverminderd artikel 40 kan de Koning de taksen, bijkomende taksen en vergoedingen, die Hij aanwijst, verminderen voor de natuurlijke personen, onderdanen van een lidstaat, hetzij van de Europese Economische Ruimte, hetzij van de Wereldhandelsorganisatie, indien hun inkomsten niet de belastingvrije som bepaald in artikel 131 en volgende van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 overschrijden.In voorkomend geval worden de in vreemde munt uitgedrukte inkomsten omgezet in euro tegen de middenkoers van de betrokken munt. » .

Art. 9.In artikel 72 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De betaling der taksen en vergoedingen, voorzien bij deze wet of tot de inning waartoe deze wet machtiging verleent, wordt als geldig beschouwd indien ze werd verricht met de inachtneming van het op de betalingsdag van kracht zijnde bedrag.»; 2° Het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 10.Dezelfde wet wordt aangevuld met de tabel in bijlage 1 van deze wet. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 29 juli 1994 betreffende het beschermingscertificaat voor geneesmiddelen

Art. 11.Artikel 1, § 1, van de wet van 29 juli 1994 betreffende het beschermingscertificaat voor geneesmiddelen wordt vervangen als volgt : « § 1. Onverminderd het tweede lid, bepaalt de Koning het bedrag, de termijn en de wijze van betaling van taksen, bijkomende taksen en vergoedingen voor de aanvragen van aanvullende certificaten en aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen als bedoeld in de Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen.

Het bedrag van de jaartaks en van de eventuele toeslag te betalen voor het in stand houden van de aanvragen van aanvullende certificaten en aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen wordt vastgesteld in de tabel in bijlage bij deze wet.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het bedrag van de jaartaks en van de toeslag verhogen of verminderen, zonder dat deze verhoging of vermindering 10 % van het bedrag van de jaartaks en de toeslag vastgesteld in deze wet mag overschrijden, zodat rekening wordt gehouden met de inflatie en met het gemiddelde van de gecumuleerde bedragen van de jaartaksen geïnd door de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie. ».

Art. 12.Dezelfde wet wordt aangevuld met de tabel opgenomen in bijlage 2 van deze wet. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de wet van 5 juli 1998 betreffende het aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen

Art. 13.Artikel 2 van de wet van 5 juli 1998 betreffende het aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen wordt vervangen als volgt : « Onverminderd het tweede lid, bepaalt de Koning het bedrag, de termijn en de wijze van betaling van de taksen, bijkomende taksen en vergoedingen voor de aanvragen van aanvullende certificaten en de aanvullende beschermingscertificaten voor de gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europese Parlement en van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen.

Het bedrag van de jaartaks en van de eventuele toeslag te betalen voor het in stand houden van de aanvragen van aanvullende certificaten en aanvullende beschermingscertificaten voor gewasbeschermingsmiddelen, wordt vastgesteld in de tabel in bijlage bij deze wet.

De Koning kan, in een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het bedrag van de jaartaks en van de toeslag verhogen of verminderen, zonder dat deze verhoging of vermindering 10 % van het bedrag van de jaartaks en de toeslag vastgesteld in deze wet mag overschrijden, zodat rekening wordt gehouden met de inflatie en met het gemiddelde van de gecumuleerde bedragen van de jaartaksen geïnd door de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie. ».

Art. 14.Dezelfde wet wordt aangevuld met de tabel opgenomen in bijlage 3 van deze wet. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 15.De bepalingen van de artikelen 2 tot 4 en 6 zijn toepasbaar op de octrooiaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2007.

De bepalingen van de artikelen 7 tot 10 zijn van toepassing op de aanvragen van octrooien, en op de octrooien, die vóór de inwerkingtreding van deze bepalingen zijn ingediend of verleend.

De bepalingen van de artikelen 11 en 12 zijn van toepassing op de aanvragen van beschermingscertificaten voor geneesmiddelen, en op de beschermingscertificaten voor geneesmiddelen, die vóór de inwerkingtreding van deze bepalingen zijn ingediend of verleend.

De bepalingen van de artikelen 13 en 14 zijn van toepassing op de aanvragen van aanvullende beschermingscertificaten voor gewasbeschermingsmiddelen, en op de aanvullende beschermingscertificaten voor gewasbeschermingsmiddelen, die vóór de inwerkingtreding van deze bepalingen zijn ingediend of verleend.

Art. 16.Uitgezonderd dit artikel bepaalt de Koning voor elk artikel van deze wet de dag waarop het in werking treedt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 1 Tabel om te voegen bij de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Gezien om te worden gevoegd bij de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Bijlage 2 Tabel om te voegen bij de wet van 29 juli 1994 betreffende het aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Gezien om te worden gevoegd bij de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Bijlage 3 Tabel om te voegen bij de wet van 5 juli 1998 betreffende het aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Gezien om te worden gevoegd bij de wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-2756 - 2006/2007 : Nr.1 : wetsontwerp. - Nr. 2 : amendementen.

Nr._3 : verslag. - Nr. 4 : tekst aangenomen door de commissie. - Nr. 5 : teskt aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 8 februari 2007.

Stukken van de Senaat : 3-2060 - 2006/2007 : Nr. 1 : ontwerp niet geëvoceered door de Senaat.

^