Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 januari 2004
gepubliceerd op 18 maart 2004

Wet houdende instemming met de wijziging van artikel 1 van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben aangenomen te Genève op 21 december 2001

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2004015009
pub.
18/03/2004
prom.
08/01/2004
ELI
eli/wet/2004/01/08/2004015009/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2004. - Wet houdende instemming met de wijziging van artikel 1 van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben aangenomen te Genève op 21 december 2001 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtighen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De wijziging van artikel 1 van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensport leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, aangenomen te Genève op 21 december 2001, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Zitting 2003-2004. Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 3 september 2003, nr. 3-177/1. - Verslag, nr. 3-177/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 6 november 2003. Stemming.Vergadering van 6 november 2003.

Zitting 2003-2004.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-410/1.

Verslag, nr. 51-410/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-410/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 27 november 2003. - Stemming.Vergadering van 27 november 2003.

Vertaling Wijziging van artikel 1 van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben Op hun tweede Toetsingsconferentie, gehouden van 11 tot 21 december 2001, hebben de Verdragspartijen beslist om artikel 1 van het Verdrag als volgt te wijzigen, teneinde er het toepassingsgebied van uit te breiden tot niet-internationale gewapende conflicten. Deze beslissing staat in de Eindverklaring van de tweede Herzieningsconferentie, zoals weergegeven in het document CCW/CONF.II/2. « Beslissen het artikel 1 van het Verdrag te wijzigen, om als volgt te luiden : 1. Dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen zijn van toepassing in de situaties bedoeld in de artikelen 2 van de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 voor de bescherming van de oorlogsslachtoffers, met inbegrip van de situaties zoals beschreven in artikel 1, vierde lid, van het Aanvullend Protocol I bij deze Verdragen.2. Dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen zijn, naast de situaties bedoeld in lid 1 van dit artikel, van toepassing in de situaties bedoeld in de artikelen 3 van de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949.Dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen zijn niet van toepassing in situaties van binnenlandse ongeregeldheden en spanningen, zoals rellen, op zichzelf staande en sporadische gewelddaden en andere soortgelijke daden die geen gewapende conflicten zijn. 3. In geval van gewapende conflicten die geen internationaal karakter hebben en die zich voordoen op het grondgebied van een van de Hoge Verdragsluitende Partijen, is elke partij bij het conflict gehouden de verboden en beperkingen, waarin dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen voorzien, toe te passen.4. Geen enkele bepaling van dit Verdrag of de daaraan gehechte Protocollen mag worden ingeroepen ter aantasting van de soevereiniteit van een Staat of de verantwoordelijkheid van de Regering om met alle wettige middelen de rechtsorde in de Staat te handhaven of te herstellen, of de nationale eenheid en de territoriale integriteit van de Staat te verdedigen.5. Geen enkele bepaling van dit Verdrag of de daaraan gehechte Protocollen mag worden ingeroepen als rechtvaardiging van een interventie, rechtstreeks of niet rechtstreeks, om welke reden ook, in het gewapend conflict of in de interne of externe aangelegenheden van de Hoge Verdragsluitende Partij op wier grondgebied dat conflict plaatsvindt.6. De toepassing van de bepalingen van dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen op partijen bij een conflict, die geen Hoge Verdragsluitende Partijen zijn welke dit Verdrag en de daaraan gehechte Protocollen hebben goedgekeurd, wijzigt noch expliciet noch impliciet hun juridische status en evenmin die van een betwist grondgebied.7. De bepalingen van de leden 2 tot 6 van dit artikel lopen niet vooruit op het toepassingsgebied van alle andere na 1 januari 2002 aangenomen protocollen, waarvoor kan worden beslist de bepalingen van de genoemde leden op te nemen, ze uit te sluiten of ze te wijzigen.»

Wijziging van artikel 1 van het verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionale wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, aangenomen te Genève op 21 december 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^