Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 maart 2009
gepubliceerd op 20 maart 2009

Wet tot vaststelling van de totale kostprijs van de dienst van de gewestelijke belastingen, in uitvoering van artikel 68ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003097
pub.
20/03/2009
prom.
08/03/2009
ELI
eli/wet/2009/03/08/2009003097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

8 MAART 2009. - Wet tot vaststelling van de totale kostprijs van de dienst van de gewestelijke belastingen, in uitvoering van artikel 68ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De totale kostprijs van de dienst van de gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 68ter, tweede lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, ingevoegd bij artikel 46 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, bedraagt, uitgedrukt in prijzen 2002 : 1.Per gewestelijke belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet : a) de belasting op de spelen en weddenschappen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, van dezelfde bijzondere wet : 1.398.095,41 EUR; b) de belasting op de automatische ontspanningstoestellen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van dezelfde bijzondere wet : 2.776.035,71 EUR; c) de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3°, van dezelfde bijzondere wet : 5.511.120,63 EUR; d) het successierecht van rijksinwoners en het recht van overgang bij overlijden van niet-rijksinwoners, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4°, van dezelfde bijzondere wet : 10.964.472,32 EUR; e) de onroerende voorheffing, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet : 14.746.373,31 EUR; f) het registratierecht op de overdrachten ten bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen met uitsluiting van de overdrachten die het gevolg zijn van een inbreng in een vennootschap behalve voor zover het een inbreng betreft door een natuurlijk persoon van een woning in een Belgische vennootschap, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 6°, van dezelfde bijzondere wet : 18.742.507,08 EUR; g) het registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 7°, a), van dezelfde bijzondere wet : 1.585.974,12 EUR; h) het registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdelingen van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder medeëigenaars, van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen bedoeld in de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 7°, b), van dezelfde bijzondere wet : 286.109,12 EUR; i) het registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende of onroerende goederen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8°, van dezelfde bijzondere wet : 645.977,91 EUR; j) de verkeersbelasting op de autovoertuigen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 10°, van dezelfde bijzondere wet : 11.689.708,31 EUR; k) de belasting op de inverkeerstelling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 11°, van dezelfde bijzondere wet : 3.444.798,44 EUR; l ) het eurovignet, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 12°, van dezelfde bijzondere wet : 3.064.597,23 EUR. 2. Per groep van gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet : a) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen : 9.685.251,75 EUR; b) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belasting : 14.746.373,31 EUR; c) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 4° en 6° tot 8°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen : 32.225.040,55 EUR; d) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen : 18.199.103,98 EUR. 3. Voor het geheel van de gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 3, 1° tot 8° en 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet : 74.855.769,58 EUR in het totaal.

Art. 3.Het met toepassing van artikel 68ter, derde lid, van dezelfde bijzondere wet verkregen bedrag van de dotatie, per belasting en per gewest, bedraagt, uitgedrukt in prijzen 2002 : 1. Per gewestelijke belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet : a) voor de belasting op de spelen en weddenschappen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 592.225,74 EUR; voor het Waalse Gewest : 609.953,48 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 195.916,20 EUR; b) de belasting op de automatische ontspanningstoestellen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 1.926.483,80 EUR; voor het Waalse Gewest : 592.895,46 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 256.656,44 EUR; c) de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 3.320.536,79 EUR; voor het Waalse Gewest : 1.570.748,20 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 619.835,64 EUR; d) het successierecht van rijksinwoners en het recht van overgang bij overlijden van niet-rijksinwoners, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 5.952.643,19 EUR; voor het Waalse Gewest : 2.911.766,08 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 2.100.063,05 EUR; e) de onroerende voorheffing, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 9.616.773,29 EUR; voor het Waalse Gewest : 3.157.578,24 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.972.021,78 EUR; f) het registratierecht op de overdrachten ten bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen met uitsluiting van de overdrachten die het gevolg zijn van een inbreng in een vennootschap behalve voor zover het een inbreng betreft door een natuurlijk persoon van een woning in een Belgische vennootschap, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 6°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 11.302.774,80 EUR; voor het Waalse Gewest : 4.351.775,59 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 3.087.956,70 EUR; g) het registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 7°, a), van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 937.516,28 EUR; voor het Waalse Gewest : 449.134,82 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 199.323,82 EUR; h) het registratierecht op de gedeeltelijk of gehele verdelingen van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder medeeigenaars, van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen bedoeld in de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 7°, b), van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 180.463,24 EUR; voor het Waalse Gewest : 82.006,48 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 23.639,39 EUR; i) het registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende of onroerende goederen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 425.175,77 EUR; voor het Waalse Gewest : 166.800,73 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 54.001,41 EUR; j) de verkeersbelasting op de autovoertuigen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 10°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 7.303.003,91 EUR; voor het Waalse Gewest : 3.126.501,07 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.260.203,33 EUR; k) de belasting op de inverkeerstelling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 11°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 2.130.379,49 EUR; voor het Waalse Gewest : 813.010,75 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 501.408,19 EUR; l) het eurovignet, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 12°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 2.131.762,38 EUR; voor het Waalse Gewest : 788.059,97 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 144.774,88 EUR. 2. Per groep van gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet : a) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen : voor het Vlaamse Gewest : 5.839.246,33 EUR; voor het Waalse Gewest : 2.773.597,15 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.072.408,28 EUR; b) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belasting : voor het Vlaamse Gewest : 9.616.773,29 EUR; voor het Waalse Gewest : 3.157.578,24 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.972.021,78 EUR; c) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 4° en 6° tot 8°, bedoelde belastingen : voor het Vlaamse Gewest : 18.798.573,27 EUR; voor het Waalse Gewest : 7.961.483,71 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 5.464.983,56 EUR; d) de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen : voor het Vlaamse Gewest : 11.565.145,78 EUR; voor het Waalse Gewest : 4.727.571,79 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.906.386,41 EUR. 3. Voor het geheel van de gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 3, 1° tot 8° en 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet : voor het Vlaamse Gewest : 45.819.738,67 EUR; voor het Waalse Gewest : 18.620.230,88 EUR; voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 10.415.800,03 EUR.

Art. 4.§ 1. De in artikel 2 vastgestelde totale kostprijs per groep van gewestelijke belastingen bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet, stemt voor wat het gedeelte van de personeelskosten in die totale kostprijs betreft, overeen met de kosten verbonden aan het aantal budgettaire éénheden dat voor de dienst van deze belastingen wordt ingezet. Dat aantal budgettaire éénheden bedraagt in totaal 1.563,00. § 2. Het in paragraaf 1 bedoelde totaal aantal budgettaire éénheden bedraagt per groep van gewestelijke belastingen bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet : 1° 215,57 budgettaire eenheden voor de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3° van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen, als volgt verdeeld : a) 14,37 budgettaire éénheden van niveau 1 [A] : - voor het Vlaamse Gewest : 8,57; - voor het Waalse Gewest : 4,18; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1,61; b) 36,36 budgettaire éénheden van niveau 2+ [B] : - voor het Vlaamse Gewest : 21,79; - voor het Waalse Gewest : 10,50; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 4,06; c) 45,66 budgettaire éénheden van niveau 2 [C] : - voor het Vlaamse Gewest : 27,01; - voor het Waalse Gewest : 13,52; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 5,13; d) 117,74 budgettaire éénheden van niveau 3 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 71,94; - voor het Waalse Gewest : 32,94; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 12,87; e) 1,44 budgettaire éénheden van niveau 4 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 0,88; - voor het Waalse Gewest : 0,41; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0,16; 2° 328,44 budgettaire éénheden voor de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belasting, als volgt verdeeld : a) 12,38 budgettaire éénheden van niveau 1 [A] : - voor het Vlaamse Gewest : 8,07; - voor het Waalse Gewest : 2,65; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1,66 b) 47,07 budgettaire éénheden van niveau 2+ [B] : - voor het Vlaamse Gewest : 30,70; - voor het Waalse Gewest : 10,08; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 6,29 c) 126,28 budgettaire éénheden van niveau 2 [C] : - voor het Vlaamse Gewest : 82,35; - voor het Waalse Gewest : 27,04; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 16,89; d) 131,03 budgettaire éénheden van niveau 3 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 85,45; - voor het Waalse Gewest : 28,06; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 17,52; e) 11,68 budgettaire éénheden van niveau 4 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 7,61; - voor het Waalse Gewest : 2,50; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1,56; 3° 614,81 budgettaire éénheden voor de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 4° en 6° tot 8°, bedoelde belastingen, als volgt verdeeld : a) 165,43 budgettaire éénheden van niveau 1 [A] : - voor het Vlaamse Gewest : 96,51; - voor het Waalse Gewest : 40,91; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 28,01; b) 157,74 budgettaire éénheden van niveau 2+ [B] : - voor het Vlaamse Gewest : 91,95; - voor het Waalse Gewest : 39,00; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 26,79; c) 222,23 budgettaire éénheden van niveau 2 [C] : - voor het Vlaamse Gewest : 129,61; - voor het Waalse Gewest : 54,90; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 32,72; d) 54,80 budgettaire éénheden van niveau 3 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 32,08; - voor het Waalse Gewest : 13,45; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 9,27; e) 14,61 budgettaire éénheden van niveau 4 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 8,52; - voor het Waalse Gewest : 3,61; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 2,48; 4° 404,19 budgettaire éénheden voor de groep gevormd door de in artikel 3, eerste lid, 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde belastingen, verdeeld als volgt : a) 9,39 budgettaire éénheden van niveau 1 [A] : - voor het Vlaamse Gewest : 6,00; - voor het Waalse Gewest : 2,42; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0,97; b) 76,03 budgettaire éénheden van niveau 2+ [B] : - voor het Vlaamse Gewest : 48,45; - voor het Waalse Gewest : 19,70; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 7,88; c) 112,11 budgettaire éénheden van niveau 2 [C] : - voor het Vlaamse Gewest : 70,93; - voor het Waalse Gewest : 29,22; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 11,96; d) 203,11 budgettaire éénheden van niveau 3 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 129,28; - voor het Waalse Gewest : 52,73; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 21,10; e) 3,55 budgettaire éénheden van niveau 4 [D] : - voor het Vlaamse Gewest : 2,23; - voor het Waalse Gewest : 0,93; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0,39.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste-Minister en Minister van Financiën en van de Institutionel Hervormingen, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-1583 - 2008/2009 - 001 : Wetsontwerp. - 002 : Verslag. - 003 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 29 januari 2009.

Stukken van de Senaat : 4-1153 - 2008/2009 - 001 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. - 002 : Verslag. - 003 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Handelingen van de Senaat : 19 februari 2009.

^