Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 mei 2019
gepubliceerd op 17 juni 2019

Wet tot wijziging van de wet van 15 september 2013 betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2019013074
pub.
17/06/2019
prom.
08/05/2019
ELI
eli/wet/2019/05/08/2019013074/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

8 MEI 2019. - Wet tot wijziging van de wet van 15 september 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/09/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013002044 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden sluiten betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 15 september 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/09/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013002044 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden sluiten betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden

Art. 2.In artikel 2 van de wet van 15 september 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/09/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013002044 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden sluiten betreffende de melding van een veronderstelde integriteits-schending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 1° /1 ingevoegd, luidende: "1° /1 "voormalig personeelslid" : de persoon zoals bedoeld in de bepaling onder 1° die minder dan twee jaar uit dienst is;"; 2° het eerste lid, 2°, wordt aangevuld met de woorden "met inbegrip van de diensten van de geïntegreerde politie als bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus"; 3° in het eerste lid, 3°, wordt de bepaling onder a) aangevuld met de woorden "en die een bedreiging is voor of een schending van het algemeen belang;"; 4° in het eerste lid, 4°, worden in de bepaling onder 4° de woorden "bedoeld in de wet van 22 maart 1995 tot instelling van de federale ombudsmannen" ingevoegd tussen het woord "ombudsmannen" en de woorden ", als de";5° in het tweede lid, 1°, worden de woorden ", geweld op het werk en ongewenst seksueel gedrag op het werk" ingevoegd tussen het woord "pesterijen" en het woord "ten"; 6° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid: "De door deze wet aan de federale ombudsmannen toegewezen bevoegdheden worden uitgeoefend door het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten bedoeld in de organieke wet van 18 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/1991 pub. 04/04/2018 numac 2018030682 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse wanneer een veronderstelde integriteitsschending wordt door een politieambtenaar gemeld.".

Art. 3.In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "in dienstactiviteit is" vervangen door de woorden "in dienst is of minder dan twee jaar geleden in dienst was";2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "van de federale administratieve overheden" opgeheven.

Art. 4.In artikel 4 van dezelfde wet worden de woorden "of voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "Het personeelslid" en de woorden "dat overweegt".

Art. 5.In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin worden de woorden "of voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "Het personeelslid" en het woord "meldt"; 2° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: "1° die zich in de vijf jaren voorafgaand aan de vraag om voorafgaand advies heeft voorgedaan, zich voordoet of op het punt staat zich voor te doen in een federale administratieve overheid;".

Art. 6.In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "dienstactiviteit" vervangen door het woord "dienst";2° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "of voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "Het personeelslid" en het woord "dat";3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "kalenderjaren" vervangen door het woord "jaren";4° in paragraaf 2, tweede lid, 2°, worden de woorden "of voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "het personeelslid" en de woorden "dat het voorafgaand advies vraagt";5° in paragraaf 2, tweede lid, 3°, worden de woorden "in dienstactiviteit is" vervangen door de woorden "in dienst is of was minder dan twee jaar geleden";6° in paragrafen 3 en 4 worden de woorden "het personeelslid" telkens vervangen door de woorden " het personeelslid of voormalig personeelslid";7° in paragraaf 5 worden de woorden "kennelijke gegrondheid" worden vervangen door de woorden "niet kennelijke ongegrondheid" en de woorden "de vraag om" worden ingevoegd tussen het woord "bij" en het woord "het";8° in paragraaf 6, eerste lid, worden de woorden ", aangevuld met het advies," opgeheven;9° in paragraaf 6, tweede lid, worden de woorden "kennelijk gegrond" vervangen door de woorden "niet kennelijk ongegrond";10° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "kennelijk gegronde" vervangen door de woorden "niet kennelijk ongegronde"; 11° paragraaf 7 wordt aangevuld met de volgende zin: "Op het ogenblik van de ontvangst van de vraag om voorafgaand advies van het personeelslid begint de in paragraaf 5 bedoelde termijn opnieuw te lopen.".

Art. 7.In artikel 7 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de aanhalingstekens rond het woord "integriteit" geschrapt;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "twaalf weken na de ontvangstdatum, bedoeld in artikel 6, § 4, eerste lid," vervangen door de woorden "acht weken na de ontvangst van de vraag tot herziening";3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "kennelijk gegrond" vervangen door de woorden "niet kennelijk ongegrond";4° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden "kennelijk gegronde" vervangen door de woorden "niet kennelijk ongegronde".

Art. 8.In artikel 8 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "meldt hij dit" vervangen door de woorden "kan hij die uiterlijk twee weken na de ontvangst van een gunstig advies melden"; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "De vertrouwenspersoon integriteit brengt in beide gevallen de federale ombudsmannen onmiddellijk op de hoogte van de melding."; 3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.De meldingen worden bij het Centraal Meldpunt gedaan: 1° door een personeelslid bij ontstentenis van een vertrouwenspersoon integriteit in de federale administratieve overheid waar hij is tewerkgesteld;2° door een personeelslid als hij zijn functionele of een hiërarchische meerdere niet wenst op de hoogte te brengen van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheid waar hij is tewerkgesteld en die veronderstelde integriteitsschending ook niet wenst te melden bij de vertrouwenspersoon integriteit van zijn federale administratieve overheid;3° door een personeelslid als zijn melding een veronderstelde integriteitsschending betreft in een federale administratieve overheid waar hij is tewerkgesteld maar waarbij de hoogste hiërarchische meerdere van die federale administratieve overheid vermoedelijk betrokken is;4° door een personeelslid als zijn melding een veronderstelde integriteitsschending betreft in een federale administratieve overheid waar hij niet tewerkgesteld is; 5° door een persoon die minder dan twee jaar geleden was tewerkgesteld in een federale administratieve overheid.".

Art. 9.In artikel 9 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt: "Het personeelslid of voormalig personeelslid dat een gunstig advies ontvangt kan uiterlijk twee weken na de ontvangst van het advies de veronderstelde integriteitsschending melden aan de federale ombudsmannen."; 2° In paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "personeelslid" telkens vervangen door de woorden " personeelslid of voormalig personeelslid";3° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 10 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Uiterlijk vier weken na de melding bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, of twee weken na de melding bedoeld in artikel 9, beginnen de federale ombudsmannen een onderzoek naar de veronderstelde integriteits-schending. Indien het om organisatorische redenen onmogelijk is het onderzoek binnen deze termijn te beginnen, kan de start van het onderzoek met maximaal tweemaal twee maanden worden uitgesteld. De federale ombudsmannen brengen de melder op de hoogte van de redenen en de duur van het uitstel.

Bij het begin van het onderzoek brengen de federale ombudsmannen de bevoegde minister of staatssecretaris, of het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid, en de hoogste hiërarchische leidinggevende van de federale administratieve overheid waarop de melding van de veronderstelde integriteitsschending betrekking heeft, op de hoogte dat een melding van een veronderstelde integriteitsschending werd ingediend.

Als uit de melding van de veronderstelde integriteitsschending echter voldoende blijkt dat de hoogste hiërarchische leidinggevende van de federale administratieve overheid waarop de melding van de veronderstelde integriteitsschending betrekking heeft, betrokken is bij die veronderstelde integriteitsschending, brengen de federale ombudsmannen de bevoegde minister of staatssecretaris, of het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid waarop de veronderstelde integriteitsschending betrekking heeft, op de hoogte."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden "of voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "elk personeelslid" en het woord "dat" en tussen de woorden "Het personeelslid" en het woord "dat".

Art. 11.In artikel 11, § 1, van dezelfde wet wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt: "5° de voorziene einddatum van het onderzoek: de duur van het onderzoek wordt vastgesteld op maximaal drie maanden, waarna telkens in een verlenging van maximaal drie maanden kan worden voorzien middels een met redenen omkleed addendum.De maximale duur van het initiële onderzoek en de uitbreidingen ervan bedraagt twaalf maanden.".

Art. 12.In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en voormalige personeelsleden" ingevoegd tussen de woorden "de personeelsleden" en de woorden "die worden betrokken";2° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "van het personeelslid" vervangen door de woorden "van het personeelslid of voormalig personeelslid";3° in het derde lid wordt het woord "verslag" vervangen door het woord "rapport".

Art. 13.In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "de personeelsleden" worden telkens vervangen door de woorden "de personeelsleden en de voormalige personeelsleden";2° in paragraaf 1, 3°, worden de woorden "de personeelsleden die worden" vervangen door de woorden "elk personeelslid of voormalig personeelslid dat wordt";3° paragraaf 3 worden vervangen als volgt: " § 3.Het schriftelijk verslag van zijn verklaring, bedoeld in § 1, 3°, wordt aan het personeelslid of voormalig personeelslid dat wordt betrokken bij het onderzoek overhandigd zodat hij het van zijn opmerkingen kan voorzien."; 4° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "de personeelsleden die worden betrokken bij onderzoek en, desgevallend, van de raadsmannen die deze personeelsleden bijstaan" vervangen door de woorden "het personeelslid of voormalig personeelslid dat wordt betrokken bij het onderzoek en, desgevallend, van de raadsman die dit personeelslid of voormalig personeelslid bijstaat";5° in paragraaf 4, derde lid, worden de woorden "een personeelslid" vervangen door de woorden "een personeelslid of voormalig personeelslid".

Art. 14.In het opschrift van afdeling 4 van hoofdstuk 6 van dezelfde wet worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" vervangen door de woorden "schriftelijk rapport van het onderzoek".

Art. 15.In artikel 14 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Ter afronding van het onderzoek stellen de federale ombudsmannen een rapport van het onderzoek op met hun vaststellingen, hun beoordeling en de maatregelen die zij aanbevelen."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" vervangen door de woorden "schriftelijk rapport";3° in paragraaf 2, tweede lid, 2°, worden de woorden "en de voormalige personeelsleden" ingevoegd tussen de woorden "de personeelsleden" en de woorden "die bij het onderzoek"; 4° in paragraaf 2, tweede lid, 3°, worden de woorden "het personeelslid dat de veronderstelde integriteits-schending heeft gemeld." vervangen door de woorden "het personeelslid en het voormalig personeelslid dat de veronderstelde integriteitsschending hebben gemeld;"; 5° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° de vertrouwenspersoon integriteit die het voorafgaand advies verstrekte."; 6° de inleidende zin van paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" vervangen door de woorden "schriftelijk rapport";7° in paragraaf 3, eerste lid, 1° en 2°, worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" telkens vervangen door de woorden "schriftelijk rapport van het onderzoek";8° in paragraaf 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "of aan de minister bevoegd voor de geïntegreerde politie" ingevoegd tussen de woorden "van sociale zekerheid" en de woorden "waar de veronderstelde";9° in paragraaf 3, tweede lid, 1°, worden de woorden "en voormalige personeelsleden" ingevoegd tussen de woorden "de personeelsleden" en de woorden "die bij het onderzoek";10° in paragraaf 3, tweede lid, 2°, worden de woorden "of het voormalig personeelslid" ingevoegd tussen de woorden "het personeelslid" en de woorden "dat de veronderstelde"; 11° paragraaf 3, tweede lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° de vertrouwenspersoon integriteit die het voorafgaand advies verstrekte."; 12° in paragraaf 4, 1°, worden de woorden "of de minister bevoegd voor de geïntegreerde politie" ingevoegd tussen de woorden "van sociale zekerheid" en de woorden "waar de veronderstelde";13° in paragraaf 4, 2°, worden de woorden "of de minister bevoegd voor de geïntegreerde politie" ingevoegd tussen de woorden "van sociale zekerheid" en de woorden "waar de veronderstelde" en de woorden "of van de dienst van de geïntegreerde politie" ingevoegd tussen de woorden "de federale administratieve overheid" en de woorden "betrokken is";14° in paragraaf 5 worden de woorden "beslissing tot" ingevoegd tussen het woord "de" en het woord "aangifte".

Art. 16.In artikel 15 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van paragraaf 1 worden de woorden "de melding van" vervangen door de woorden "het feit dat zij" en de woorden "hebben gemeld of betrokken zijn geweest aan het onderzoek" worden ingevoegd na het woord "Meldpunt";2° in paragraaf 1, 2°, wordt het woord "en" opgeheven;3° in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "adviseert" vervangen door de woorden "adviseert;en"; 4° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° de vertrouwenspersoon integriteit."; 5° in paragraaf 2 worden de woorden ", dat voortvloeit uit de melding van een veronderstelde integriteits-schending" opgeheven; 6° paragraaf 3, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° voor de vertrouwenspersoon integriteit op de datum van het opnemen van zijn functie."; 7° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt: "De duur van de beschermingsperiode bedraagt drie jaar na het afronden van het schriftelijk rapport van het onderzoek of na een definitieve gerechtelijke beslissing of voor de vertrouwenspersoon integriteit na afloop van zijn functie."; 8° in paragraaf 5 worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" telkens vervangen door de woorden "schriftelijk rapport van het onderzoek"; 9° in paragraaf 6 wordt de zin "De in paragraaf 1 bedoelde bescherming wordt door de federale ombudsmannen van rechtswege verleend." ingevoegd vóór de woorden "De federale ombudsmannen stellen"; 10° de paragrafen 7 en 8 worden opgeheven.

Art. 17.In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "en die voortvloeit uit het feit dat hij de veronderstelde integriteits-schending heeft gemeld of betrokken is geweest bij aan het onderzoek ervan" ingevoegd tussen de woorden "artikel 15, § 2" en het woord ", kan";2° in paragraaf 2 worden de woorden "er zich geen maatregelen of dreiging met maatregelen hebben voorgedaan of voordoen" vervangen door de woorden "die maatregel of die dreiging met de maatregel voortvloeit uit elementen die geen verband houden met het feit dat het personeelslid de veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek ervan";3° paragrafen 3 tot 5 worden vervangen als volgt: " § 3.De federale ombudsmannen vragen schriftelijk aan de hoogste hiërarchische leidinggevende van de in § 2 bedoelde federale administratieve overheid om te bewijzen dat de tijdens de beschermperiode tegen het beschermd personeelslid genomen maatregel of de maatregel waarmee werd gedreigd voortvloeit uit elementen die geen verband houden met het feit dat het personeelslid de veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek ervan. § 4. De in § 3 bedoelde hoogste hiërarchische leidinggevende van de federale administratieve overheid beschikt over vier weken, na de datum van ontvangst van de schriftelijke vraag, bedoeld in § 3, om een schriftelijk verslag ter beschikking te stellen van de federale ombudsmannen waaruit ontegensprekelijk moet blijken of de tegen het beschermd personeelslid genomen maatregel of de maatregel waarmee werd gedreigd voortvloeit uit elementen die geen verband houden met het feit dat het personeelslid de veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek. § 5. Tenzij uit het in paragraaf 4 bedoelde schriftelijk rapport ontegensprekelijk blijkt dat de tegen het personeelslid dat wordt beschermd door de federale ombudsmannen genomen maatregel of de maatregel waarmee werd gedreigd voortvloeit uit elementen die geen verband houden met het feit dat het personeelslid de veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek ervan, is artikel 12, tweede lid, van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen van toepassing - onverminderd de mogelijke toepassing van andere wettelijke sancties - en wordt het personeelslid in de federale administratieve overheid dat de maatregel heeft genomen of heeft gedreigd met een maatregel, zoals bedoeld in artikel 15, § 2, het onderwerp van een tuchtrechtelijke procedure.

De federale ombudsmannen doen een voorstel aan de hoogste hiërarchische leidinggevende van de betrokken federale administratieve overheid om de genomen maatregel of de nadelige gevolgen teniet te doen of te compenseren.

De hoogste hiërarchische leidinggevende van de betrokken federale administratieve overheid laat binnen twintig dagen weten of hij al dan niet akkoord gaat met het voorstel van de federale ombudsmannen.

Indien de hoogste hiërarchische leidinggevende van de betrokken federale administratieve overheid niet op dit voorstel ingaat of weigert uitvoering te geven aan het voorstel, dan richten de federale ombudsmannen een aanbeveling aan de betrokken federale administratieve overheid zoals bepaald in artikel 14, derde, lid van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen en brengen zij de verantwoordelijke minister daarvan op de hoogte.

De federale ombudsmannen brengen in hun verslag bedoeld in artikel 15 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen aan het parlement verslag uit over deze aanbevelingen en over het gevolg dat eraan wordt gegeven.

Indien uit het in paragraaf 4 bedoelde schriftelijk rapport, ontegensprekelijk blijkt dat de tegen het personeelslid dat wordt beschermd door de federale ombudsmannen, genomen maatregel of maatregel waarmee werd gedreigd, voortvloeit uit elementen die geen verband houden met het feit dat het personeelslid de veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek ervan en dat het personeelslid bewust oneerlijk en niet waarheidsgetrouw heeft gebruik gemaakt van § 1 is het tweede lid van artikel 12 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen van toepassing - onverminderd de mogelijke toepassing van andere wettelijke sancties - en wordt het personeelslid het onderwerp van een tuchtrechtelijke procedure."; 4° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 6 en 7, luidende: " § 6.Het onderzoek van een klacht wordt opgeschort wanneer omtrent de feiten een beroep bij de rechtbank of een georganiseerd administratief beroep wordt ingesteld. De administratieve overheid stelt de federale ombudsmannen in kennis van het ingestelde beroep.

In dit geval brengen de federale ombudsmannen de klager onverwijld op de hoogte van de opschorting van de behandeling van zijn klacht.

In afwijking van het eerste lid, en onverminderd artikel 19, derde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, kunnen de federale ombudsmannen het onderzoek van een klacht voortzetten wanneer de behandeling of de feiten het voorwerp uitmaken van een beroep tot vernietiging bij de Raad van State.

Onverminderd artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, schorsen noch stuiten de indiening en het onderzoek van een klacht de termijnen voor het instellen van beroepen bij de rechtbank of van georganiseerde administratieve beroepen. § 7. Een personeelslid dat een veronderstelde integriteitsschending heeft gemeld of betrokken is geweest bij het onderzoek kan, op zijn vraag en na een positief advies van de federale ombudsmannen en met goedkeuring van de voogdijminister, hetzij: - tijdelijk worden toegewezen aan een andere dienst binnen dezelfde federale administratieve overheid; - tijdelijk ter beschikking worden gesteld van een andere federale administratieve overheid.

Voor het tijdelijk ter beschikking stellen wordt een overeenkomst opgemaakt tussen de twee leidende ambtenaren. Het personeelslid wordt, voor wat zijn loopbaan betreft, beschouwd alsof hij deel uitmaakt van de federale administratieve overheid van oorsprong.

Deze tijdelijke toewijzing en dit tijdelijk ter beschikking stellen vinden plaats gedurende twaalf maanden, maximum twee keer verlengbaar.

Op ieder moment mag het personeelslid een einde stellen aan de tijdelijke toewijzing of het ter beschikking stellen, mits een opzegperiode van dertig dagen. Een kortere opzegperiode kan echter in onderling akkoord worden overeengekomen tussen het personeelslid en zijn hiërarchische meerdere. Tijdens de tijdelijke terbeschikkingstelling blijft het personeelslid volledig ten laste van de federale administratieve overheid van oorsprong.".

Art. 18.In artikel 17 van dezelfde wet worden de woorden "aangevulde schriftelijk verslag" vervangen door de woorden "rapport van het onderzoek".

Art. 19.In dezelfde wet wordt een artikel 17/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 17/1.De federale Ombudsmannen sluiten een protocolakkoord met de Federale Interne Auditdienst met het oog op de doeltreffende werking van het meldsysteem.". HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepaling

Art. 20.De vragen om voorafgaand advies ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wet en de procedures die daaruit voortvloeien, verlopen volgens de bepalingen die van kracht waren op de datum van ontvangst van de vraag om voorafgaand advies. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 21.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting en van Ambtenaren-zaken, S.WILMES Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken. 54-3492

^