Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 januari 2007
gepubliceerd op 23 januari 2007

Wet houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003027
pub.
23/01/2007
prom.
09/01/2007
ELI
eli/wet/2007/01/09/2007003027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JANUARI 2007. - Wet houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet, wordt verstaan onder : - Woning : ieder gebouw of gedeelte van een gebouw dat in België is gelegen en geheel of gedeeltelijk gebruikt wordt voor privébewoning; - Rechthebbende : de bewoner van de woning uit hoofde van een onroerend zakelijk recht of van een persoonlijk recht, zijnde een overeenkomst van onroerende verhuur, en die de prijs van de levering van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van deze woning voldoet; - Gezin : de personen die hun hoofdverblijfplaats in dezelfde individuele of gezinswoning hebben.

Art. 3.Voor alle leveringen van huisbrandolie verricht vanaf 1 juni 2005 tot en met 31 december 2005 wordt aan elke rechthebbende een toelage toegekend als tussenkomst in de betaling van de levering van huisbrandolie bestemd voor de verwarming van zijn woning.

Het bedrag van de toelage bedraagt 17,35 pct. van de prijs, alle belastingen inbegrepen, van de levering van huisbrandolie. Het is evenwel beperkt tot het gedeelte van de prijs dat 0,5 euro per liter overschrijdt.

Art. 4.§ 1. Voor de leveringen van huisbrandolie die werden verricht vanaf 1 juni 2005 wordt de toelage toegekend bij wijze van terugbetaling aan de rechthebbende. § 2. Voor de leveringen van huisbrandolie die werden verricht vanaf 1 oktober 2005, wordt de toelage toegekend aan de rechthebbende door tussenkomst van de leverancier, bij wijze van een prijsvermindering van de huisbrandolie die deze laatste hem moet toestaan.

Deze toegestane vermindering wordt vervolgens door de Staat als een element van de prijs van de levering van de huisbrandolie aan de leverancier betaald.

Daartoe kunnen aan de leveranciers voorschotten worden toegekend om aan de kosten van de voorfinanciering het hoofd te bieden.

Art. 5.Voor alle leveringen van propaangas in bulk en van lamppetroleum bestemd voor de verwarming van een woning die werden verricht vanaf 1 juni 2005 tot en met 31 december 2005, wordt een toelage toegekend aan elke rechthebbende als tussenkomst in de betaling van de levering.

Het bedrag van de toelage bedraagt 17,35 pct. van de prijs, alle belastingen inbegrepen, van de leveringen van propaangas in bulk en van lamppetroleum. Het is evenwel beperkt tot het gedeelte van de prijs dat 0,4708 euro per liter overstijgt voor de levering van propaangas in bulk of 0,5777 euro per liter voor de levering van lamppetroleum.

De toelage wordt bij wijze van terugbetaling aan de rechthebbende toegekend.

Art. 6.Voor alle leveringen van aardgas, bestemd voor de verwarming van een woning, verricht in de periode vanaf 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006, wordt een forfaitaire toelage van 44 euro toegekend aan de rechthebbende als tussenkomst in de betaling van de levering.

Dit forfaitair bedrag wordt verhoogd tot 80 EUR indien de rechthebbende op 1 juli 2006 daadwerkelijk het statuut had van residentieel beschermde klant met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie als bedoeld in artikel 1 van het ministerieel besluit van 23 december 2003 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 mei 2004.

Het bedrag van de toelage wordt in ieder geval toegekend in functie van het werkelijk aantal maanden van aardgasverbruik, waarbij iedere begonnen maand geldt als een volledige.

Het bedrag van de toelage wordt toegekend aan de rechthebbende door tussenkomst van de leverancier bij wijze van een prijsvermindering die deze laatste hem moet toestaan.

Deze toegestane vermindering wordt vervolgens door de Staat als een element van de prijs van de levering van aardgas aan de leverancier betaald.

Art. 7.§ 1. Het voordeel van de toelage is beperkt tot de verwerving van één of meerdere leveringen van huisbrandolie, propaangas in bulk, lamppetroleum of aardgas bestemd voor de verwarming van één en dezelfde woning per gezin.

Wanneer de rechthebbende meerdere woningen betrekt, moet hij aangeven voor welke woning hij de toelage wenst te bekomen. § 2. Is uitgesloten van het voordeel van de toelage voor de verwerving van aardgas, de rechthebbende die genoten heeft van toelagen voor de verwerving van huisbrandolie, propaangas in bulk of lamppetroleum. § 3. Met uitzondering van de forfaitaire vergoeding voor de levering van aardgas, worden de andere toelagen beperkt tot het gedeelte van de woning dat voor privébewoning wordt gebruikt.

Art. 8.De toelagen bedoeld bij deze wet, zijn niet vatbaar voor overdracht noch voor beslag. Zij worden toegekend aan de rechthebbende niettegenstaande elke toestand van samenloop of procedure van insolvabiliteit.

Art. 9.De inbreuken op deze wet of op haar uitvoeringsbesluiten die niet spontaan geregulariseerd werden vóór het verstrijken van de derde kalendermaand die volgt op de publicatie van de wet of haar uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad worden bestraft met een administratieve boete die ten hoogste het dubbel bedraagt van de toegekende of toe te kennen toelage, van het toegekende of toe te kennen voorschot of de toegekende of toe te kennen terugbetaling.

De boete die daadwerkelijk wordt opgelegd, moet proportioneel zijn aan de ernst van de feiten die haar verantwoorden.

Art. 10.De ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën zijn belast met de controle op de naleving van de wet en van haar uitvoeringsbesluiten.

Daartoe beschikken zij over alle onderzoeks- en controlebevoegdheden die hen zijn toegekend door het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde of de Algemene wet inzake douane en accijnzen.

Art. 11.Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde, kunnen de beslissingen genomen overeenkomstig deze wet het voorwerp uitmaken van een administratief beroep.

Het beroep wordt verzonden bij een ter post aangetekende brief en ingesteld bij de leidinggevende ambtenaar van de Juridische Dienst van het Algemeen Secretariaat van de FOD Financiën, of de door hem gedelegeerde ambtenaar, wanneer de betwisting opgeworpen wordt door de rechthebbende, of bij de Minister van Financiën, of de door hem gedelegeerde ambtenaar, wanneer de betwisting opgeworpen wordt door de leverancier van huisbrandolie of aardgas.

Art. 12.Het administratief beroep moet worden gemotiveerd en moet worden ingediend : - binnen de drie maanden vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing met betrekking tot de toekenning of de intrekking van de toelage of van de terugbetaling; - binnen de negen maanden vanaf de datum van de indiening van de aanvraag ingeval van het ontbreken van een kennisgeving van de beslissing met betrekking tot de toekenning van de toelage of de terugbetaling; - binnen de drie maanden vanaf het verstrijken van de voorziene termijn voor het automatisch toekennen van de toelage; - binnen de drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing tot het opleggen van de administratieve boete.

Het administratief beroep dat wordt ingediend buiten de termijnen voorzien in het vorige lid maar ten laatste bij het verstrijken van de derde maand die volgt op de publicatie van de wet en de besluiten in het Belgisch Staatsblad is evenwel ontvankelijk.

Art. 13.Ingeval een vordering in rechte wordt ingesteld alvorens een definitieve beslissing over het administratief beroep werd genomen, is de administratieve overheid die zich moet uitspreken over het beroep van rechtswege ontheven van haar bevoegdheid.

Art. 14.De beslissingen genomen overeenkomstig deze wet moeten de tekst van de artikelen 11 tot 13 vermelden.

Art. 15.De invordering van de bedragen die bij toepassing van deze wet aan de Staat verschuldigd zijn, wordt vervolgd door de Administratie van de Belasting over de toegevoegde waarde, de Registratie en de Domeinen door middel van een dwangbevel.

Het dwangbevel wordt uitgevaardigd door de ontvanger belast met de invordering, het wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de directeur van de voornoemde administratie en ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende brief of betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.

Art. 16.In het artikel 151 van de programmawet van 27 december 2005, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 30 maart 2006 tot wijziging van de programmawet van 27 december 2005, worden de woorden "voor de verwerving van huisbrandolie voor een privéwoning" vervangen door de woorden "voor de verwerving van huisbrandolie, lamppetroleum, propaangas in bulk en aardgas voor een privéwoning.".

Art. 17.In het artikel 152 van de programmawet van 27 december 2005, worden de woorden "Het Fonds kan ook gefinancierd worden door een éénmalige storting van de petroleumsector" vervangen door de woorden "Het Fonds kan ook gefinancierd worden door een éénmalige storting van de petroleumsector en van de gassector."

Art. 18.De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van deze wet.

De Koning kan met name : 1° de personen bepalen die gerechtigd zijn om de aanvraag in te dienen en deze die daarvan ontheven zijn alsook de personen die gerechtigd zijn om de betaling te ontvangen;2° de vorm bepalen waaronder de aanvragen tot het bekomen van de toelage door de rechthebbende en de aanvragen tot terugbetaling door de leverancier moeten worden ingediend, alsook de verantwoordingsstukken aanduiden die bij deze aanvragen dienen te worden gevoegd;3° de ambtenaren aanduiden belast met het nemen van een beslissing over de aanvragen zoals bedoeld in punt 2 van dit artikel;4° het bedrag en de periodiciteit van de toegekende voorschotten bepalen, alsook de wijze waarop de afrekening gebeurt.

Art. 19.De wet van 22 februari 2006 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie voor de verwarming van een privéwoning wordt opgeheven.

Art. 20.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, C. DUPONT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. - Wetsontwerp, 51-2753 - Nr. 1. - Verslag, 51-2753 - Nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2753 - Nr. 3.

Integraal verslag : 14 december 2006.

Senaat.

Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-1997 - Nr. 1.

^