Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 maart 2017
gepubliceerd op 20 december 2017

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Colombia inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Bogota op 25 augustus 2015 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2017031888
pub.
20/12/2017
prom.
09/03/2017
ELI
eli/wet/2017/03/09/2017031888/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

9 MAART 2017. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Colombia inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Bogota op 25 augustus 2015 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Colombia inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Bogota op 25 augustus 2015, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 maart 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-1513.

Integraal verslag: 19/01/2016. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 18/03/2016 (Belgisch Staatsblad van 13/04/2016), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 12/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 06/01/2017), Decreet van het Waalse Gewest van 07/09/2017 (Belgisch Staatsblad van 04/10/2017), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016).(3) Datum inwerkingtreding : 30/12/2017. OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REPUBLIEK COLOMBIA INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR GEZINSLEDEN VAN HET DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL HET KONINKRIJK BELGIE, vertegenwoordigd door: De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en DE REPUBLIEK COLOMBIA, GELEID DOOR DE WENS een Overeenkomst te sluiten teneinde het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het personeel van de zendingen van de Zendstaat dan wel van consulaire posten die deze heeft op het grondgebied van de Ontvangststaat, te vergemakkelijken, ZIJN het volgende overeengekomen: ARTIKEL 1 Voorwerp Aan de gezinsleden van de personeelsleden van de Zendstaat die officieel geaccrediteerd zijn bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Ontvangststaat als leden van een diplomatieke zending of consulaire post of als leden van een permanente vertegenwoordiging van de Zendstaat bij een erkende internationale organisatie met hoofdkantoor in de Ontvangststaat, wordt toestemming verleend om betaalde werkzaamheden te verrichten in de Ontvangststaat, overeenkomstig deze Overeenkomst en op basis van wederkerigheid.

ARTIKEL 2 Begripsomschrijvingen 1. Voor deze Overeenkomst is de begripsomschrijving voor "diplomatiek ambtenaar" en "consulair ambtenaar" uit artikel 1 van de Verdagen van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en consulair verkeer (1963) van toepassing.2. Onder "andere leden van de zending van de Zendstaat of van de consulaire post" wordt verstaan de leden van het administratief en technisch personeel en de leden van het bedienend personeel van de diplomatieke zending alsmede de consulaire personeelsleden en de leden van het bedienend personeel van de consulaire post, zoals omschreven in de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en consulair verkeer (1963).3. Onder "gezinsleden" wordt verstaan, mits zij duurzaam samenleven met het lid van de diplomatieke zending of de consulaire post in de Ontvangststaat: a.de echtgenoot/echtgenote, b. de partner met wie duurzaam wordt samengeleefd voor de Republiek Colombia en de wettelijke partner voor het Koninkrijk België, aldus meegedeeld aan de Ontvangststaat, c.de ongehuwde kinderen tot de leeftijd van 18 jaar van een diplomatiek of consulair ambtenaar van de Zendstaat, evenzo: a. de echtgenoot/echtgenote, b.de partner met wie duurzaam wordt samengeleefd voor de Republiek Colombia en de wettelijke partner voor het Koninkrijk België, aldus meegedeeld aan de Ontvangststaat, van de andere personeelsleden van de zending of de consulaire post van de Zendstaat. 4. Onder "betaalde werkzaamheden" wordt verstaan: werkzaamheden die voor eigen rekening of voor rekening van derden worden verricht. ARTIKEL 3 Toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden 1. Bij wijze van wederkerigheid en na de voltooiing van de van toepassing zijnde interne procedures, wordt het de gezinsleden toegestaan betaalde werkzaamheden te verrichten in de Ontvangststaat. Onverminderd de toelating om betaalde werkzaamheden te verrichten overeenkomstig deze Overeenkomst, zijn de wettelijke bepalingen van toepassing die in de Ontvangststaat gelden inzake de uitoefening van beroepswerkzaamheden. 2. Deze toestemming geldt niet voor de ingezetenen van de Ontvangststaat of de vaste verblijfhouders op zijn grondgebied.3. Tenzij de Ontvangststaat anderszins beslist, wordt de toestemming die was verleend aan de begunstigden die niet langer deel uitmaken van het gezin van het in de leden (1) en (2) van artikel 2 bedoeld personeel, ingetrokken.4. Tenzij de Ontvangststaat anderszins beslist, is deze toestemming geldig voor de periode dat het lid van de diplomatieke zending zijn werkzaamheden uitoefent bij de zending of de consulaire post van de Zendstaat op het grondgebied van de Ontvangststaat en tot de beëindiging van zijn aanstelling. ARTIKEL 4 Procedures 1. Elk verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt uit naam van de begunstigde door de ambassade van de Zendstaat gestuurd naar de Directie Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Colombia dan wel naar de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België.Na verificatie of de persoon ten laste is van een agent of een ambtenaar zoals omschreven in het artikel 2, en na onderzoek van het officiële verzoek, zal de regering van de Ontvangststaat de ambassade van de Zendstaat ervan in kennis stellen dat de persoon ten laste de betaalde werkzaamheid mag uitoefenen. 2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten;alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. 3. Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de vereisten of voorschriften die gewoonlijk van toepassing zijn op beroepskwalificaties of andere kenmerken waarvan de belanghebbende het bewijs dient te leveren voor het verrichten van de betaalde werkzaamheden. ARTIKEL 5 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten Ingeval de begunstigde van een toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangststaat, overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer, dan wel enig ander toepasselijk internationaal verdrag, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangststaat vallen. De Zendstaat zal afstand doen van de immuniteit van tenuitvoerlegging van alle gerechtelijke uitspraken die met betrekking tot dergelijke handelingen worden uitgesproken.

ARTIKEL 6 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de begunstigde van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangststaat, overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen, dan wel van enig ander toepasselijk internationaal verdrag: a. doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de begunstigde van de toestemming ten aanzien van de Ontvangststaat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen;b. het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangststaat ernstig in overweging.

ARTIKEL 7 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag zijn de begunstigden van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangststaat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.

ARTIKEL 8 Regeling van geschillen Geschillen tussen de Partijen naar aanleiding van de toepassing, de uitlegging of de naleving van de bepalingen in deze Overeenkomst, worden beslecht door middel van rechtstreeks diplomatiek overleg.

ARTIKEL 9 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst is voor onbepaalde tijd van toepassing. Elk van de Partijen kan ze beëindigen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Partij, die zes (6) maanden na ontvangst door de laatstgenoemde Partij, van kracht wordt.

ARTIKEL 10 Wijzigingen De Partijen kunnen deze Overeenkomst met wederzijdse instemming wijzigen, wat dan formeel wordt bevestigd via diplomatieke nota's. De wijzigingen worden van kracht volgens de in artikel 9 van deze Overeenkomst vastgelegde procedure.

ARTIKEL 11 Inwerkingtreding De Partijen stellen elkaar bij diplomatieke notawisseling in kennis dat is voldaan aan de interne grondwettelijke en wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst. De Overeenkomst treedt in werking dertig (30) dagen na ontvangst van de tweede kennisgeving.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekenende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Bogotss, op vijfentwintig augustus tweeduizend vijftien (25 augustus 2015), in twee originele exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Spaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

^