Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 augustus 2001
gepubliceerd op 15 februari 2002

Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 1995

bron
ministerie van financien
numac
2001003477
pub.
15/02/2002
prom.
10/08/2001
ELI
eli/wet/2001/08/10/2001003477/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2001. - Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 1995


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3°, van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Vastleggingen gedaan ter uitvoering van de begroting (Tabel A) § 1. Vaststelling van de vastleggingen.

Art. 2.De vastleggingen van uitgaven uitgevoerd ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1995 belopen 29 704 298 420,- Belgische frank.

De ten laste van de vastleggingsmachtigingen aangerekende vastleggingen van het begrotingsjaar 1995 belopen 656 680 584,- Belgische frank. § 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten.

Art. 3.De vastleggingskredieten beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor de vastleggingen van het begrotings-jaar 1995 belopen in totaal 35 080 900 000,- Belgische frank.

Dit bedrag omvat : 1) oorspronkelijke vastleggingskredieten toegestaan bij de begrotingswetten : 33 521 900 000,- F 2) de aanpassingen van de kredieten : 1 531 600 000,- F (netto-resultaat) 3) de verdeling van provisionele kredieten : 27 400 000,- F Art.4. De in totaal voor het begrotingsjaar 1995 verleende vastleggingskredieten worden verminderd met de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare en definitief geannuleerde vastleggingskredieten : 5 376 601 580,- F.

Art. 5.Ingevolge de bepalingen vervat in de bovengenoemde artikelen 3 en 4 worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1995 vastgesteld op : 29 704 298 420,- F. Deze som is gelijk aan de ten laste van de begrotingskredieten van het begrotingsjaar 1995 geboekte vastleggingen. § 3. Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen.

Art. 6.De vastleggingsmachtigingen beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 1995 belopen in totaal : 750 000 000,- F. Dit bedrag omvat de oorspronkelijke vastleggingsmachtigingen toegestaan bij de begrotingswetten.

Art. 7.De in totaal voor het begrotingsjaar 1995 verleende vastleggingsmachtigingen worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingsmachtigingen die definitief geannuleerd moeten worden : 93 319 416,- F.

Art. 8.Ingevolge de bepalingen vervat in bovengenoemde artikelen 6 en 7 worden de definitieve vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 1995 vastgesteld op : 656 680 584,- F. Deze som is gelijk aan de ten laste van de vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 1995 geboekte vastleggingen. HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan ter uitvoering van de begroting § 1. Vaststelling van de ontvangsten (Tabel B).

Art. 9.De op het begrotingsjaar 1995 ten behoeve van de Staat vastgestelde rechten bedragen : 3 102 820 730 038,- F. Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 1 681 629 981 577,- F - kapitaalontvangsten 75 329 041 849,- F - opbrengst der leningen : 1 345 861 706 612,- F

Art. 10.De op hetzelfde begrotingsjaar aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op : 2 746 172 322 511,- F Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 1 329 473 314 811,- F - kapitaalontvangsten 70 837 301 088,- F - opbrengst der leningen : 1 345 861 706 612,- F

Art. 11.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar bedragen : 356 648 407 527,- F Deze som wordt onderverdeeld als volgt : a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten : - lopende ontvangsten : 1 724 399 711,- F - kapitaalontvangsten : 65 500,- F Totaal 1 724 465 211,- F b) naar het volgende begrotingsjaar overgedragen rechten : - lopende ontvangsten : 350 432 267 055,- F - kapitaalontvangsten : 4 491 675 261,- F Totaal 354 923 942 316,- F § 2.Vaststelling van de uitgaven (Tabel C)

Art. 12.De tijdens het begrotingsjaar 1995 aangerekende verrichtingen worden vastgesteld als volgt : a) Ordonnanceringskredieten - prestaties van de vorige jaren : 1 219 790 843,- F - prestaties van het lopend jaar : 32 167 426 012,- F 33 387 216 855,- F b) variabele kredieten - prestaties van de vorige jaren : 1 630 622 473,- F - prestaties van het lopend jaar : 286 087 253 185,- F 287 717 875 658,- F c) niet-gesplitste kredieten - prestaties van de vorige jaren : 38 251 168 257,- F - prestaties van het lopend jaar : 1 744 210 476 926,- F 1 782 461 645 183,-F TOTAAL VAN DE UITGAVEN 2 103 566 737 696,- F De ten laste van het begrotingsjaar 1995 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, belopen : 2 076 986 524 245,- F Art.13. (Tabel D) De ten laste van de begroting aangerekende betalingen waarvan bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen, belopen : 26 580 213 451,- F § 3. Vaststelling van de kredieten

Art. 14.De kredieten geopend ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 1995 belopen in totaal : 2 412 144 082 619,- F Dit bedrag omvat : 1° een som van kredieten toegestaan bij de begrotingswetten, samengesteld als volgt : a) oorspronkelijke begroting Ordonnanceringskredieten 41 011 200 000,- F Niet-gesplitste kredieten 1 872 165 300 000,- F Variabele kredieten 286 924 749 011,- F b) verdeling van de provisionele kredieten Ordonnanceringskredieten 27 400 000,- F Niet-gesplitste kredieten - 27 400 000,- F c) aanpassing van de kredieten (netto-resultaat) Ordonnanceringskredieten - 2 018 300 000,- F Niet-gesplitste kredieten 1 448 600 000,- F 2° overgedragen gefusioneerde kredieten Variabele kredieten 17 756 611 307,- F 3° desaffectatie van aan een organiek fonds geaffecteerde ontvangsten Variabele kredieten - 4 736 692,- F Kredieten van het jaar en gelijkgestelde (1°, 2° en 3° te samen) Ordonnanceringskredieten 39 020 300 000,- F Niet-gesplitste kredieten 1 873 586 500 000,- F Variabele kredieten 304 676 623 626,- F 4° overgedragen niet-gefusioneerde kredieten Niet-gesplitste kredieten 194 860 658 993,- F Totaal van de kredieten : Ordonnanceringskredieten 39 020 300 000,- F Niet-gesplitste kredieten 2 068 447 158 993,- F Variabele kredieten 304 676 623 626,- F 2 412 144 082 619,- F Art.15. Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 1995 verleende kredieten wordt verminderd met : 1° naar het jaar 1996 over te dragen kredieten, samengesteld als volgt : * te fusioneren kredieten Variabele kredieten 16 958 747 968,- F * niet te fusioneren kredieten Niet-gesplitste kredieten 126 034 355 406,- F Totaal : 142 993 103 374,- F 2° de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare kredieten die te annuleren zijn : Ordonnanceringskredieten 5 633 083 145,- F Niet-gesplitste kredieten 160 011 060 909,- F De overdrachten en annulaties van kredieten bedragen : Ordonnanceringskredieten 5 633 083 145,- F Niet-gesplitste kredieten 286 045 416 315,- F Variabele kredieten 16 958 747 968,- F Totaal 308 637 247 428,- F Art.16. (Tabel E) Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 1995 gedaan boven of buiten de kredieten uitgetrokken voor de dienst van de begrotingen, worden aanvullende kredieten toegekend als volgt : Niet-gesplitste kredieten 59 902 505,- F

Art. 17.Ten gevolge van de bepalingen vervat in de artikelen 14, 15 en 16 worden de definitieve kredieten van het begrotingsjaar 1995 vastgesteld als volgt : Ordonnanceringskredieten 33 387 216 855,- F Niet-gesplitste kredieten 1 782 461 645 183,- F Variabele kredieten 287 717 875 658,- F Totaal 2 103 566 737 696,- F § 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 1995 (Tabel F)

Art. 18.Het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 1995 wordt definitief vastgesteld als volgt : Totaal van de ontvangsten 2 746 172 322 511,- F Totaal van de uitgaven 2 103 566 737 696,- F Ontvangstenexcedent voor het jaar 1995 642 605 584 815,- F Deze som komt in mindering van het gecumuleerd tekort dat bestond bij het afsluiten van het begrotingsjaar 1994 : 3 060 232 009 371,- F 2 417 626 424 556,- F Dit laatste bedrag zal naar de rekening van het begrotingsjaar 1996 worden overgedragen. HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de afzonderlijke secties van de begroting en in uitvoering van de begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer. (Tabel G) § 1. Afzonderlijke secties van de begroting.

Art. 19.De eindregeling van de afzonderlijke secties van de begroting wordt voor het jaar 1995 vastgesteld als volgt : 1. Ontvangsten 1 283 476 694 904,- F 2.Uitgaven 1 283 564 846 620,- F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 512 516 915 194,- F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Uitgavenexcedent : 88 151 716,- F Dit uitgavenexcedent komt in mindering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde : 3 878 084 756,- F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde 3 789 933 040,- F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 1996. § 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer.

Art. 20.De eindregeling van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijke beheer wordt voor het jaar 1995 vastgesteld als volgt : 1. Ontvangsten 8 216 030 804,- F 2.Uitgaven 7 215 455 498,- F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van de uitgaven, groot 5 409 301 559,- F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Ontvangstenexcedent : 1 000 575 306,- F Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar zijnde : 2 451 537 566,- F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde 3 452 112 872,- F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 1996. Gegeven te Brussel, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken : Doc 60 50-1327/ (200/2001) : 001 :Wetsontwerp. (zonder commissieverslag). 002 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag : 19 juli 2001.

TABELLEN Voor de raadpleging van de tabellen, zie beeld

^