10 AUGUSTUS 2001. - Wet tot wijziging van de artikelen 7 en 10 van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 7, § 2, van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met een hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking, ingevoegd bij de wet van 17 maart 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "Ieder laboratorium dat analyses uitvoert buiten het kader van deze wet moet de positieve resultaten van deze analyses" worden vervangen door de woorden : « De verantwoordelijke van het laboratorium of ieder ander persoon die analyses uitvoert buiten het kader van deze wet moet alle resultaten van deze analyses uiterlijk de tweede dag volgend op die van het bekomen van het onderzoeksresultaat »;b) de woorden « , alsmede aan het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen » worden ingevoegd tussen de woorden "Middenstand en Landbouw" en de woorden « mededelen wat betreft »;c) deze paragraaf wordt met het volgend lid aangevuld : « Het in vorig lid bedoeld laboratorium wijst één of meer personen aan die verantwoordelijk zijn voor de voornoemde mededeling.»

Art. 3.In artikel 10, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 juli 1994 en gewijzigd bij de wet van 17 maart 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1° worden de woorden "evenals het laboratorium dat" vervangen door de woorden "evenals de verantwoordelijke van het laboratorium en ieder ander persoon die".b) er wordt een 1°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 1° bis.Wordt eveneens gestraft met de straffen bedoeld in 1°, hij die instructies heeft gegeven of daden heeft gesteld die hebben geleid tot de niet naleving van de in artikel 7, § 2, bedoelde verplichting tot aangifte of die door beloften of bedreigingen dit verzuim heeft uitgelokt. » ; c) deze paragraaf wordt aangevuld met een vijfde lid, dat luidt als volgt : « De sluiting van de inrichting van de veroordeelde, het verbod om op enigerlei wijze landbouwdieren te verhandelen of een veebedrijf te exploiteren gaat in de vijfde dag na die waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde heeft gedaan.Bij gebreke aan vrijwillige sluiting gebeurt deze op initiatief van het openbaar ministerie op kosten van de veroordeelde. De Minister van Justitie vordert deze kosten namens de Belgische Staat terug van de veroordeelde. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden gepubliceerd.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET Met `s Lands zegel gezegeld : M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire documenten. - Wetsvoorstel, nr. 50-597/1. Amendementen, nr. 50-597/2. Amendementen, nr. 50-597/3. Amendementen, nr. 50-597/4.

Amendementen, nr. 50-597/5. Amendementen, nr. 50-597/6. Amendement, nr. 50-597/7. Verslag, nr. 50-597/8. Tekst aangenomen door de commissie voor de volksgezondheid, het leefmilieu en de maatschappelijke hernieuwing, nr. 50-597/9. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-597/10.

Parlementaire Handelingen. - Integraal verslag. 26 en 28 juni 2001.

Senaat : Parlementaire documenten. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-805/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-805/2.

Parlementaire Handelingen. 19 juli 2001.