Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 augustus 2001
gepubliceerd op 13 april 2004

Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 6 bij de Herziene Rijnvaartakte, gedaan te Straatsburg op 21 oktober 1999 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2004015012
pub.
13/04/2004
prom.
10/08/2001
ELI
eli/wet/2001/08/10/2004015012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2001. - Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 6 bij de Herziene Rijnvaartakte, gedaan te Straatsburg op 21 oktober 1999 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Aanvullend Protocol nr. 6 bij de Herziene Rijnvaartakte, gedaan te Straatsburg op 21 oktober 1999, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Werkgelegenheid, belast met Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 2000-2001. Senaat.

Documenten.

Ontwerp van wet ingediend op 6 december 2000, nr. 2-594/1.

Verslag, nr. 2-594/2.

Parlementaire Handelingen.

Bespreking, vergadering van 3 mei 2001.

Stemming, vergadering van 3 mei 2001.

Kamer Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 50-1231/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-1231/2.

Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 14 juni 2001.

Stemming, vergadering van 14 juni 2001. (2) België heeft dit Protocol op 11 maart 2004 bekrachtigd.De lijst met de gebonden Staten zal later gepubliceerd worden.

Aanvullend Protocol nr. 6 bij de herziene Rijnvaartakte DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, HET KONINKRIJK BELGI", DE FRANSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, Overwegende, dat de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868, in de bewoording volgens de daarbij behorende aanvullende protocollen, rekening moet houden met de ontwikkeling van de strafmaat in de afzonderlijke verdragsstaten, ten einde een bestraffing van in het bijzonder overtredingen tegen gemeenschappelijk uitgevaardigde voorschriften, voornamelijk betreffende de bescherming van het milieu, die beter past bij de doelstellingen ten aanzien van de veiligheid en meer overeenstemt met het nationale recht, mogelijk te maken, zijn het navolgende overeengekomen : ARTIKEL I De tekst van artikel 32 van de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868, in de bewoording van het Aanvullend Protocol nr. 3 van 17 oktober 1979, wordt vervangen door de volgende tekst : « Overtreding van de gemeenschappelijk door de Regeringen der Oeverstaten voor de Rijn vastgestelde politievoorschriften inzake de scheepvaart wordt gestraft met een boete ter waarde van ten hoogste 25.000 euro of hun tegenwaarde in de nationale munteenheid van de Staat wiens bestuurlijke autoriteit de straf oplegt of aan wiens rechter de zaak wordt voorgelegd. » ARTIKEL II Dit Aanvullend Protocol vereist de bekrachtiging.

De bekrachtiging vindt plaats door nederlegging van een geëigende akte bij de secretaris-generaal van de Centrale Commissie. Deze maakt een proces-verbaal van de nederlegging op en zendt aan elk der ondertekenende Staten een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de akten van bekrachtiging, alsmede van het proces-verbaal van de nederlegging.

ARTIKEL III Dit Aanvullend Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging bij het secretariaat van de Centrale Commissie. De secretaris-generaal stelt de Overeenkomstsluitende Staten hiervan in kennis.

ARTIKEL IV Dit Aanvullend Protocol is opgesteld in een enkel exemplaar in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal, waarbij iedere tekst gelijkelijk authentiek is; het wordt nedergelegd in het archief van de Centrale Commissie.

Een door de secretaris-generaal voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt aan elk der Overeenkomstsluitende Staten toegezonden.

Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, na overlegging van hun volmachten, dit Aanvullend Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Straatsburg, op 21 oktober 1999.

^