Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 februari 2009
gepubliceerd op 10 februari 2012

Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, en met de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 juli 2007 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2009015046
pub.
10/02/2012
prom.
10/02/2009
ELI
eli/wet/2009/02/10/2009015046/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2009. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, en met de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 juli 2007 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, en de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 juli 2007, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) Zitting 2008-2009. Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 22 oktober 2008, nr. 4-978/1. - Verslag, nr. 4-978/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 4 december 2008.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1652/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-1652/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 29 januari 2009. (2) Zie het decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 20 juni 2008 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2008 - Ed 2), het decreet van de Franse Gemeenschap van 29 januari 2010 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 2010 - Ed.1), het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 11 mei 2009 (Belgisch Staatsblad van 9 juli 2009 - Ed. 1), het decreet van het Waalse Gewest van 4 februari 2010 (Belgisch Staatsblad 25 februari 2010 - Ed. 1), de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 februari 2010 (Belgisch Staatsblad van 15 februari 2010 - Ed. 1), de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 februari 2010 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2010 - Ed. 2).

Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE, MALTA, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE REPUBLIEK POLEN, DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK SLOVENIE, DE SLOWAAKSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN, HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND, hierna « de EG-lidstaten » genoemd, IJSLAND, HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna « de EVA-staten » genoemd, gezamenlijk hierna de « huidige overeenkomstsluitende partijen » genoemd, en DE REPUBLIEK BULGARIJE, ROEMENI", Overwegende dat op 25 april 2005 te Luxemburg het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (hierna « het Toetredingsverdrag » genoemd) is ondertekend;

Overwegende dat, op grond van artikel 128 van de te Porto op 2 mei 1992 ondertekende overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, elke Europese Staat die tot de Gemeenschap toetreedt, moet vragen partij te worden bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna « de EER-overeenkomst » genoemd);

Overwegende dat de Republiek Bulgarije en Roemenië gevraagd hebben partij te worden bij de EER-overeenkomst;

Overwegende dat de voorwaarden voor de deelname dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de huidige overeenkomstsluitende partijen en de staten die de aanvraag doen, Hebben besloten de volgende overeenkomst te sluiten : ARTIKEL 1 1. De Republiek Bulgarije en Roemenië worden partij bij de EER-overeenkomst en worden hierna « de nieuwe overeenkomstsluitende partijen » genoemd.2. Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn de bepalingen van de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij de vóór 1 oktober 2004 vastgestelde besluiten van het Gemengd Comité van de EER, voor de nieuwe overeenkomstsluitende partijen bindend onder dezelfde voorwaarden als voor de huidige overeenkomstsluitende partijen, overeenkomstig de in deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden.3. De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst. ARTIKEL 2 1. AANPASSINGEN VAN HET DISPOSITIEF VAN DE EER-OVEREENKOMST a) Preambule : De lijst van de overeenkomstsluitende partijen wordt vervangen door : « DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE, MALTA, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE REPUBLIEK POLEN, DE PORTUGESE REPUBLIEK, ROEMENI", DE REPUBLIEK SLOVENIE, DE SLOWAAKSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN, HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND, en IJSLAND, HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, ».b) Artikel 2 : i) onder b) wordt « de Republiek » geschrapt; ii) na d) wordt het volgende toegevoegd : « e) « Toetredingsakte van 25 april 2005 » : de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd te Luxemburg op 25 april 2005; f) « Toetredingsprotocol van 25 april 2005 » : het Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, goedgekeurd te Luxemburg op 25 april 2005.» . c) Artikel 117 : De tekst van artikel 117 wordt vervangen door : « Protocol 38, protocol 38bis en het addendum bij protocol 38bis bevatten bepalingen betreffende het financieel mechanisme.»; d) Artikel 126 : In lid 1 wordt « de Republiek » geschrapt;e) Artikel 129 : i) de tweede alinea van lid 1 wordt vervangen door : « Naar aanleiding van de uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte zijn eveneens de versies van deze overeenkomst in de Bulgaarse, de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taal gelijkelijk authentiek.»; ii) de derde alinea van lid 1 wordt vervangen door : « De teksten van de in de bijlagen genoemde besluiten zijn gelijkelijk authentiek in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zoals zij in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn verschenen, en worden met het oog op hun echtverklaring in de IJslandse en Noorse taal opgemaakt en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. » 2. AANPASSINGEN VAN DE PROTOCOLLEN BIJ DE EER-OVEREENKOMST a) Protocol 4 betreffende de oorsprongsregels wordt als volgt gewijzigd : i) in artikel 3, lid 1, wordt de verwijzing naar de nieuwe overeenkomstsluitende partijen geschrapt; ii) bijlage IVa (Tekst van de factuurverklaring) wordt als volgt gewijzigd : aa) voor de Spaanse versie van de tekst van de factuurverklaring wordt het volgende ingevoegd : « Bulgaarse versie

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld bb) voor de Sloveense versie van de tekst van de factuurverklaring wordt het volgende ingevoegd : « Roemeense versie

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld iii) bijlage IVb (Tekst van de factuurverklaring EUR-MED) wordt als volgt gewijzigd : aa) Voor de Spaanse versie van de tekst van de factuurverklaring EUR-MED wordt het volgende ingevoegd : « Bulgaarse versie

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - cumulation applied with Y (naam van land/landen) - no cumulation applied (3) »; bb) Voor de Sloveense versie van de tekst van de factuurverklaring EUR-MED wordt het volgende ingevoegd : « Roemeense versie

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - cumulation applied with ... (naam van land/landen) - no cumulation applied (3) ». b) Protocol 38bis wordt als volgt gewijzigd : De tekst van artikel 4, lid 3, wordt vervangen door « De Commissie van de Europese Gemeenschappen kan de voorgestelde projecten op hun verenigbaarheid met de communautaire doelstellingen onderzoeken.». c) Aan Protocol 38bis wordt het volgende toegevoegd : « Addendum bij Protocol 38bis BETREFFENDE HET FINANCIEEL MECHANISME VAN DE EER VOOR DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENI" ARTIKEL 1 1.Protocol 38bis is van overeenkomstige toepassing op de Republiek Bulgarije en Roemenië. 2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 is artikel 6 van Protocol 38bis niet van toepassing.Wanneer niet-vastgelegde middelen van Bulgarije of Roemenië beschikbaar zijn, vindt geen nieuwe toewijzing aan andere begunstigde staten plaats. 3. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 is artikel 7 van Protocol 38bis niet van toepassing.4. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 mogen bijdragen aan niet-gouvernementele organisaties en sociale partners ten hoogste 90 % van de projectkosten belopen. ARTIKEL 2 De extra bedragen voor de financiële bijdrage ten behoeve van de Republiek Bulgarije en Roemenië zijn 21,5 miljoen euro voor de Republiek Bulgarije en 50,5 miljoen euro voor Roemenië voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 april 2009. Deze bijdragen worden ter beschikking gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt, en zijn voor vastlegging beschikbaar in één tranche in 2007. » d) De tekst van Protocol 44 wordt vervangen door : « BETREFFENDE VRIJWARINGSMECHANISMEN NAAR AANLEIDING VAN UITBREIDINGEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE 1.Toepassing van artikel 112 van de overeenkomst op de algemene economische vrijwaringsclausule en de vrijwaringsmechanismen vervat in bepaalde overgangsregelingen betreffende het vrije verkeer van werknemers en het wegvervoer.

Artikel 112 van de overeenkomst is eveneens van toepassing op de situaties omschreven of bedoeld in : a) artikel 37 van de Toetredingsakte van 16 april 2003 en artikel 36 van de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005, en b) de vrijwaringsmechanismen vervat in de overgangsregelingen, onder de rubriek « Overgangsperiode » in bijlage V (Vrij verkeer van werknemers) en bijlage VIII (Recht van vestiging), in punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) en in punt 26c (Verordening (EEG) nr.3118/93 van de Raad) van bijlage XIII (Vervoer) met dezelfde tijdslimieten, werkingssfeer en gevolgen als die vastgelegd in genoemde bepalingen. 2. Vrijwaringsclausule betreffende de interne markt De algemene besluitvormingsprocedure waarin de overeenkomst voorziet, is tevens van toepassing op de besluiten die de Commissie van de Europese Gemeenschappen neemt ter uitvoering van artikel 38 van de Toetredingsakte van 16 april 2003 en artikel 37 van de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005.» ARTIKEL 3 1. Alle wijzigingen van in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten van de instellingen van de Gemeenschap die zijn aangebracht in het kader van de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, dan wel het Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, worden in de EER-overeenkomst opgenomen en worden daarvan een onderdeel. 2. Met het oog daarop wordt in de punten van de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst die verwijzingen bevatten naar bedoelde communautaire besluiten, het volgende streepje opgenomen : « - 1 2005 SA : akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd op 25 april 2005 (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203). » 3. Indien en zodra het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa in werking is getreden, wordt het in lid 2 bedoelde streepje vervangen door : « - 1 2005 SP : protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, goedgekeurd op 25 april 2005 (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 29). ». 4. Indien het in de leden 2 of 3 bedoelde streepje het eerste is in het punt waar het wordt ingevoegd, wordt het voorafgegaan door « , gewijzigd bij : ».5. Bijlage A bij deze overeenkomst bevat een lijst van de punten in de bijlagen en protocollen bij de EER-Overeenkomst waar de in de leden 2, 3 en 4 aangegeven tekst dient te worden ingevoegd.6. Wanneer met betrekking tot vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten aanpassingen nodig zijn naar aanleiding van de deelname van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen, en bedoelde aanpassingen niet in deze overeenkomst zijn opgenomen, worden deze aanpassingen overeenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures aangebracht. ARTIKEL 4 1. De in bijlage B bij deze overeenkomst bedoelde regelingen die zijn vervat in de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, worden in de EER-overeenkomst opgenomen.2. Indien en zodra het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa in werking is getreden, worden de in bijlage B bedoelde regelingen geacht te zijn aangebracht bij het Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.3. Alle voor de EER-overeenkomst relevante regelingen die in de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond worden vermeld of uit hoofde daarvan zijn goedgekeurd, worden, wanneer zij niet in bijlage B bij deze overeenkomst zijn vermeld, overeenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures getroffen. ARTIKEL 5 Alle partijen bij deze overeenkomst kunnen vraagstukken betreffende de interpretatie of toepassing ervan aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen. Het Gemengd Comité van de EER onderzoekt de vraagstukken teneinde een in het kader van het goede functioneren van de EER-overeenkomst aanvaardbare oplossing te vinden.

ARTIKEL 6 1. Deze overeenkomst wordt door de huidige en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. 2. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring door een huidige overeenkomstsluitende partij of een nieuwe overeenkomstsluitende partij is nedergelegd, mits de onderstaande aanverwante overeenkomsten en protocollen op diezelfde dag in werking treden : a) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije;b) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië;c) Aanvullend protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie;en d) Aanvullend protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie. ARTIKEL 7 Deze overeenkomst, opgesteld in één exemplaar in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, Zweedse, de IJslandse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift ervan doet toekomen aan de regeringen van elk van de partijen bij deze overeenkomst.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Bijlage A Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst DEEL I BESLUITEN VERMELD IN DE EER-OVEREENKOMST ZOALS DIE IS GEWIJZIGD BIJ DE AKTE BETREFFENDE DE TOETREDINGSVOORWAARDEN VOOR DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIE EN DE AANPASSING VAN DE VERDRAGEN WAAROP DE EUROPESE UNIE IS GEGROND EN HET PROTOCOL BETREFFENDE DE VOORWAARDEN EN DE NADERE REGELS VOOR DE TOELATING VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENI" TOT DE EUROPESE UNIE De streepjes bedoeld in de leden 2 en 3 van artikel 3 worden op de volgende plaatsen in de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst ingevoegd : In hoofdstuk XXVII (Gedistilleerde dranken) van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) : - Punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad); - Punt 3 (Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad).

In bijlage XIII (Vervoer) : - Punt 19 (Richtlijn 96/26/EEG van de Raad).

In bijlage XVII (Intellectuele eigendom) : - Punt 6 (Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad); - Punt 6a (Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad).

DEEL II ANDERE WIJZIGINGEN VAN DE BIJLAGEN BIJ DE EER-OVEREENKOMST In de bijlagen bij de EER-overeenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht : In bijlage V (Vrij verkeer van werknemers) : 1) In punt 3 (Richtlijn 68/360/EEG van de Raad) wordt aanpassing e), ii), vervangen door : « ii) wordt de voetnoot vervangen door het volgende : « Belgische, Britse, Bulgaarse, Cyprische, Deense, Duitse, Estlandse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Ierse, IJslandse, Italiaanse, Letse, Liechtensteinse, Litouwse, Luxemburgse, Maltese, Nederlandse, Noorse, Oostenrijkse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische, Zweedse, al naar gelang het land dat de kaart heeft afgegeven.». »

Bijlage B Lijst bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst De bijlagen bij de EER-overeenkomst worden als volgt gewijzigd : Bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) : 1. In hoofdstuk XV, punt 12a (Richtlijn 91/414/EEG van de Raad), wordt na de alinea inzake de overgangsregelingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 5, afdeling B, deel II) zijn van toepassing.» 2. In hoofdstuk XVII, punt 7 (Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 2) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 2) zijn van toepassing.». 3. In hoofdstuk XVII, punt 8 (Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling A, punt 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling A) zijn van toepassing.» 4. In hoofdstuk XXV, punt 3 (Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt vóór de tekst inzake de aanpassing de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 7) zijn van toepassing.» Bijlage V (Vrij verkeer van werknemers) : De tekst van de tweede alinea van de rubriek « OVERGANGSPERIODE » wordt vervangen door : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.

Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in de vorige alinea bedoelde overgangsregelingen, met uitzondering van de regelingen voor Malta, is Protocol 44 betreffende vrijwaringsmechanismen naar aanleiding van uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte van toepassing. » Bijlage VIII (Recht van vestiging) : De tekst van de tweede alinea van de rubriek « OVERGANGSPERIODE » wordt vervangen door : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.

Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in de vorige alinea bedoelde overgangsregelingen, met uitzondering van de regelingen voor Malta, is Protocol 44 betreffende vrijwaringsmechanismen naar aanleiding van uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte van toepassing. ».

Bijlage IX (Financiële diensten) : In punt 30c (Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 2) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 2) zijn van toepassing. ».

Bijlage XI (Telecommunicatiediensten) : In punt 5cm (Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt voor de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 9) zijn van toepassing. ».

Bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal) : Na de tekst van de rubriek « OVERGANGSPERIODE » wordt de volgende nieuwe alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 3) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 3) zijn van toepassing. ».

Bijlage XIII (Vervoer) : 1. In punt 15a (Richtlijn 96/53/EG van de Raad) wordt de volgende alinea toegevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 5, punt 3) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 6, punt 2) zijn van toepassing.». 2. In punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 6, punt 3) zijn van toepassing.». 3. In punt 19 (Richtlijn 96/26/EG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 5, punt 2) zijn van toepassing.». 4. In punt 26c (Verordening (EEG) nr.3118/93 van de Raad) wordt de tekst van de tweede alinea inzake de overgangsregelingen vervangen door : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 5, punt 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 6, punt 1) zijn van toepassing.

Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in de vorige alinea bedoelde overgangsregelingen is Protocol 44 betreffende vrijwaringsmechanismen naar aanleiding van uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte van toepassing. ».

Bijlage XV (Staatssteun) : 1. Aan het einde van de rubriek « SECTORIELE AANPASSINGEN » wordt de volgende alinea ingevoegd : « De regelingen betreffende de bestaande steunprogramma's, omschreven in hoofdstuk 2 (Mededingingsbeleid) van bijlage V bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005, zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing.». 2. Het volgende wordt vóór de rubriek « VERMELDE BESLUITEN » ingevoegd : « OVERGANGSPERIODE De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 4) zijn van toepassing.».

Bijlage XVII (Intellectuele eigendom) : Aan de rubriek « SECTORIELE AANPASSINGEN » wordt het volgende toegevoegd : « De specifieke mechanismen die zijn omschreven in hoofdstuk 1 (Vennootschapsrecht) van bijlage V bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing. ».

Bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) : In punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt de tekst van de tweede alinea inzake de overgangsregelingen vervangen door het volgende : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.

Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in de vorige alinea bedoelde overgangsregelingen is Protocol 44 betreffende vrijwaringsmechanismen naar aanleiding van uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte van toepassing. ».

Bijlage XX (Milieu) : 1. In punt 1f (Richtlijn 96/61/EG van de Raad) wordt de volgende alinea toegevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling D, punt 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 1) zijn van toepassing.». 2. In punt 7a (Richtlijn 98/83/EG van de Raad) wordt de volgende alinea toegevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 5) zijn van toepassing.». 3. In punt 9 (Richtlijn 83/513/EG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 1) zijn van toepassing.». 4. In punt 10 (Richtlijn 84/156/EEG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 1) zijn van toepassing.». 5. In punt 11 (Richtlijn 84/491/EEG van de Raad) wordt voor de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 2) zijn van toepassing.». 6. In punt 12 (Richtlijn 86/280/EEG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 3) zijn van toepassing.». 7. In punt 13 (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling C) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 4) zijn van toepassing.». 8. In punt 19a (Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling D, punt 2) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 3) zijn van toepassing.». 9. In punt 21ad (Richtlijn 1999/32/EG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling A, punt 2) zijn van toepassing.». 10. In punt 32c (Verordening (EEG) nr.259/93 van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 1) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 1) zijn van toepassing. ». 11. In punt 32d (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad) wordt de volgende alinea toegevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 3) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 3) zijn van toepassing.». 12. In punt 32f (Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt voor de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 2) zijn van toepassing.». 13. In punt 32fa (Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd : « De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 25 april 2005 dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005 voor Bulgarije (bijlage VI, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 4) en Roemenië (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 4) zijn van toepassing.».

SLOTAKTE De gevolmachtigden van : DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna « de Gemeenschap » genoemd, en van HET KONINKRIJK BELGIE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE, MALTA, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE REPUBLIEK POLEN, DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK SLOVENIE, DE SLOWAAKSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN, HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND, Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna de « EG-lidstaten » genoemd, de gevolmachtigden van : IJSLAND, HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna « de EVA-staten » genoemd, gezamenlijk partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gedaan te Porto op 2 mei 1992, hierna « de EER-overeenkomst » genoemd, hierna gezamenlijk « de huidige overeenkomstsluitende partijen » genoemd, en de gevolmachtigden van : DE REPUBLIEK BULGARIJE, ROEMENIE, hierna de « nieuwe overeenkomstsluitende partijen » genoemd, bijeengekomen te Brussels op vijfentwintigste juli tweeduizend zeven voor de ondertekening van de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, hebben de volgende teksten goedgekeurd : I. Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte (hierna « de Overeenkomst » genoemd);

II. De onderstaande teksten die aan de Overeenkomst zijn gehecht : Bijlage A : Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst;

Bijlage B : Lijst bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst.

De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze slotakte zijn gehecht : 1. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de tijdige bekrachtiging van de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte;2. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de datum waarop de overgangsregelingen verstrijken;3. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de toepassing van de oorsprongsregels na de inwerkingtreding van de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte;4. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de handel in landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten;5. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de sectorale aanpassing voor Liechtenstein op het gebied van het vrije verkeer van personen;6. Gezamenlijke verklaring betreffende de prioritaire sectoren genoemd in Protocol 38bis;7. Gezamenlijke verklaring betreffende de financiële bijdragen. De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen hebben nota genomen van de volgende verklaringen, die aan deze slotakte zijn gehecht : 1. Algemene gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten;2. Gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten betreffende het vrije verkeer van werknemers;3. Unilaterale verklaring van de regering van Liechtenstein betreffende het addendum bij protocol 38bis. Bovendien zijn zij overeengekomen dat, uiterlijk bij de inwerkingtreding van de overeenkomst, de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol tot aanpassing van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en de volledige tekst van alle besluiten van het Gemengd Comité van de EER moeten worden opgemaakt in de Bulgaarse en Roemeense taal en door de vertegenwoordigers van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen moeten worden bekrachtigd.

Zij nemen nota van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije, die eveneens aan deze slotakte is gehecht.

Zij nemen tevens nota van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië, die aan deze slotakte is gehecht.

Zij nemen verder nota van het Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, dat aan deze slotakte is gehecht.

Zij nemen verder nota van het Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, dat eveneens aan deze slotakte is gehecht.

Zij benadrukken dat over de bovengenoemde overeenkomsten en protocollen overeenstemming is bereikt in de veronderstelling dat dit de deelname aan de Europese Economische Ruimte onverlet laat.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIE AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen benadrukken dat het van groot belang is dat alle partijen tijdig tot bekrachtiging of goedkeuring overgaan van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, overeenkomstig hun grondwettelijke vereisten, teneinde aldus het goed functioneren van de Europese Economische Ruimte te kunnen waarborgen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE DATUM WAAROP DE OVERGANGSREGELINGEN VERSTRIJKEN De overgangsregelingen van het Toetredingsverdrag worden overgenomen in de EER-overeenkomst en verstrijken op dezelfde datum als die waarop zij zouden zijn verstreken indien de uitbreiding van de Europese Unie en die van de EER gelijktijdig hadden plaatsgevonden op 1 januari 2007.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OORSPRONGSREGELS NA DE INWERKINGTREDING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIE AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE 1. Een bewijs van oorsprong dat is afgegeven door een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij krachtens een preferentiële overeenkomst tussen de EVA-staten en die nieuwe overeenkomstsluitende partij of krachtens de unilaterale nationale wetgeving van een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij geldt als bewijs van preferentiële EER-oorsprong, mits : a) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding van de nieuwe overeenkomstsluitende partij tot de Europese Unie zijn afgegeven;b) het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd. Wanneer goederen uit een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij vóór de datum waarop de nieuwe overeenkomstsluitende partij tot de Europese Unie is toegetreden, ten invoer zijn aangegeven in een nieuwe overeenkomstsluitende partij respectievelijk een EVA-staat in het kader van een preferentiële regeling die op dat tijdstip tussen een EVA-staat en een nieuwe overeenkomstsluitende partij van kracht is, wordt een bewijs van oorsprong dat krachtens die regeling achteraf is afgegeven eveneens in de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen aanvaard, mits dit bewijs binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd. 2. Vergunningen waarmee de status van « toegelaten exporteur » is toegekend in het kader van overeenkomsten tussen de EVA-staten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije en Roemenië, anderzijds, mogen door de EVA-staten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije of Roemenië, anderzijds, worden gehandhaafd, mits de toegelaten exporteurs de EER-oorsprongsregels toepassen. Deze vergunningen worden door de EVA-staten en de Republiek Bulgarije en Roemenië uiterlijk één jaar na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst vervangen door nieuwe vergunningen, die worden afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. 3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die krachtens de in de leden 1 en 2 bedoelde preferentiële overeenkomsten en regelingen zijn afgegeven, worden door de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen aanvaard tot drie jaar na de afgifte van het bewijs van oorsprong, en kunnen door deze autoriteiten tot drie jaar na de aanvaarding van het bewijs van oorsprong worden ingediend. GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN EN VERWERKTE LANDBOUWPRODUCTEN 1. In de context van de onderhandelingen over de uitbreiding van de EER is overleg gepleegd tussen de huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen, teneinde na te gaan of het noodzakelijk is om de bilaterale handelsconcessies voor landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten in de relevante onderdelen van de EER-overeenkomst of de relevante bilaterale overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en IJsland, Liechtenstein of Noorwegen, aan te passen in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie.2. De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen hebben per product de voorwaarden inzake markttoegang onderzocht en zijn overeengekomen dat in de context van de uitbreiding geen extra handelsconcessies voor landbouwproducten of verwerkte landbouwproducten aan de bestaande overeenkomsten worden toegevoegd. 3. De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen zijn overeengekomen dat IJsland, Liechtenstein en Noorwegen zich ertoe verbinden geen claim, verzoek of beroep in te dienen, of concessies te wijzigen of in te trekken op grond van de artikelen XXIV.6 en XXVIII van de GATT 1994 naar aanleiding van deze uitbreiding van de Gemeenschap.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE SECTORALE AANPASSING VOOR LIECHTENSTEIN OP HET GEBIED VAN HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen, - verwijzende naar de sectorale aanpassingen voor Liechtenstein op het gebied van het vrije verkeer van personen, als overeengekomen bij besluit nr. 191/1999 van het Gemengd Comité van de EVA en gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte van 14 oktober 2003, - vaststellende dat het aantal onderdanen uit EG-lidstaten en EVA-staten dat zich in Liechtenstein wil vestigen, nog steeds groter is dan de netto-immigratiecijfers die in de bovenstaande regeling zijn vastgesteld, - overwegende dat de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de EER zal resulteren in een groter aantal onderdanen dat het recht zal hebben om zich te beroepen op het vrije verkeer van personen, als vervat in de EER-overeenkomst, komen overeen bij de herziening van de sectorale aanpassingen in de bijlagen V en VIII bij de EER-overeenkomst op passende wijze rekening te houden met deze feitelijke situatie en de absorptiecapaciteit van Liechtenstein die niet is veranderd.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE PRIORITAIRE SECTOREN GENOEMD IN PROTOCOL 38BIS De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen herinneren eraan dat niet alle prioritaire sectoren als gedefinieerd in artikel 3 van Protocol 38bis in elke begunstigde staat moeten worden gedekt.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE FINANCIELE BIJDRAGEN De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de verschillende financiële bijdrageregelingen die zijn overeengekomen in de context van de EER-uitbreiding geen precedent vormen voor de periode na hun verstrijken op 30 april 2009.

ANDERE VERKLARINGEN VAN EEN OF MEER VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN ALGEMENE GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EVA-STATEN De EVA-staten nemen nota van de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die zijn gehecht aan de Slotakte van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

De EVA-staten benadrukken dat de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die aan de Slotakte van het in de vorige alinea bedoelde Verdrag zijn gehecht, niet mogen worden uitgelegd of toegepast op een wijze die strijdig is met de verplichtingen van de huidige overeenkomstsluitende partijen of de nieuwe overeenkomstsluitende partijen zoals die uit deze Overeenkomst of de EER-overeenkomst voortvloeien.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EVA-STATEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN WERKNEMERS De EVA-staten benadrukken de belangrijke aspecten van differentiëring en flexibiliteit bij de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. Zij streven ernaar onderdanen van de Republiek Bulgarije en Roemenië overeenkomstig de nationale wetgeving uitgebreider toegang tot hun arbeidsmarkt te verlenen, teneinde de aanpassing aan het acquis te versnellen. De arbeidsmogelijkheden in de EVA-staten voor onderdanen van de Republiek Bulgarije en Roemenië zullen daardoor vanaf de toetreding van die staten aanzienlijk verbeteren. De EVA-staten zullen bovendien de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten, teneinde op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk over te gaan tot volledige toepassing van het acquis. Voor Liechtenstein zal dit geschieden overeenkomstig de specifieke regeling waarin wordt voorzien in de sectorale aanpassingen van bijlage V (vrije verkeer van werknemers) en bijlage VIII (recht van vestiging) bij de EER-overeenkomst.

UNILATERALE VERKLARING VAN DE REGERING VAN LIECHTENSTEIN BETREFFENDE HET ADDENDUM BIJ PROTOCOL 38BIS De regering van Liechtenstein, - verwijzende naar het addendum bij Protocol 38bis, - eraan herinnerende dat de Republiek Bulgarije en Roemenië in dezelfde mate moeten profiteren van de bijdragen van de EVA-staten tot de vermindering van de economische en sociale verschillen in de Europese Economische Ruimte, als de begunstigde staten die worden genoemd in artikel 5 van Protocol 38bis en rekening houdend met de in dat artikel opgenomen verdeelsleutel, - opmerkende dat de EVA-staten een buitengewone inspanning hebben geleverd in het kader van het financiële mechanisme van de EER om de financiering ten gunste van de Republiek Bulgarije en Roemenië te verhogen, verklaart dat in verdere financiële regelingen die aan het einde van de in artikel 9 van Protocol 38bis bedoelde periode van vijf jaar mogelijk worden overeengekomen, rekening wordt gehouden met de reeds bereikte vermindering van de economische en sociale verschillen, zodat de bijdragen van de drie EVA-staten proportioneel kunnen worden verminderd, indien een of meer van de huidige begunstigde staten niet langer in aanmerking komen voor een dergelijke regeling.

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSPROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE GROEI EN DUURZAME ONTWIKKELING IN BULGARIJE A. Brief van de Europese Gemeenschap Excellentie, Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (hierna « Noorwegen » genoemd) hebben plaatsgevonden in de context van de toetreding van Bulgarije tot de EER-overeenkomst en de instelling van een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije.

De resultaten van de onderhandelingen zijn als volgt : 1. Door Noorwegen en Bulgarije wordt een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van sociale en economische ontwikkeling in Bulgarije door middel van bilaterale projecten ingesteld, overeenkomstig een bilaterale overeenkomst tussen deze twee staten.De tekst van de bilaterale overeenkomst is als integrerend onderdeel aan deze briefwisseling gehecht. 2. Voor de uitvoering van het programma stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 20 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt, tot en met 30 april 2009. 3. Deze briefwisseling : a) wordt door de Europese Gemeenschap en Noorwegen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie; b) treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië; iii) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie; en iv) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

Ik verzoek u te bevestigen dat u met de inhoud van deze brief instemt.

Met bijzondere hoogachting, Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor de Europese Gemeenschap

Bijlage OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSPROGRAMMA VAN NOORWEGEN VOOR ECONOMISCHE GROEI EN DUURZAME ONTWIKKELING IN BULGARIJE TUSSEN HET KONINKRIJK NOORWEGEN EN DE REPUBLIEK BULGARIJE hierna « de partijen » genoemd ARTIKEL 1 Doelstelling Er wordt een samenwerkingsprogramma van Noorwegen ingesteld ter bevordering van de sociale en economische ontwikkeling in Bulgarije door middel van bilaterale samenwerkingsprojecten tussen de partijen in de in artikel 4 genoemde sectoren.

ARTIKEL 2 Financiële omvang Voor de uitvoering van het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor de Republiek Bulgarije stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 20 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.

ARTIKEL 3 Looptijd Het in artikel 2 genoemde bedrag wordt ter beschikking gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte in werking treedt, dan wel vanaf de datum waarop een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst in werking treedt, tot en met 30 april 2009.

ARTIKEL 4 Prioritaire sectoren Het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor Bulgarije heeft betrekking op bilaterale samenwerkingsprojecten tussen in aanmerking komende aanvragers van de partijen ter bevordering van de sociale en economische ontwikkeling in Bulgarije in de volgende prioritaire sectoren : - vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, onder meer door middel van projecten inzake gezamenlijke uitvoering uit hoofde van het Kyoto-protocol, alsmede andere emissies in lucht en water; - efficiënt energiegebruik en duurzame energiebronnen; - facilitering van duurzame productie, met inbegrip van certificatie en verificatie; - tenuitvoerlegging van het Schengenacquis, ondersteuning van de nationale Schengenplannen en versterking van het justitiële stelsel.

Activiteiten kunnen worden uitgevoerd op het gebied van onder meer innovatie, ontwikkeling van het menselijk potentieel, netwerkvorming, capaciteitsopbouw, overdracht van technologie en onderzoek en ontwikkeling.

ARTIKEL 5 Maxima voor medefinanciering De bijdrage van Noorwegen in de vorm van subsidie mag niet meer bedragen dan 60% van de projectkosten; wanneer een project echter voor het overige wordt gefinancierd uit de begroting van een centrale, regionale of plaatselijke overheid, mag de bijdrage tot 85 % van de totale projectkosten bedragen. De door de Gemeenschap vastgestelde maxima voor medefinanciering mogen in geen geval worden overschreden.

Bijdragen aan niet-gouvernementele organisaties en sociale partners mogen ten hoogste 90 % van de projectkosten belopen.

ARTIKEL 6 Beheer Het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor Bulgarije wordt beheerd door de Noorse Regering of een door haar aangewezen entiteit. De beheersentiteit pleegt overleg met het door de Bulgaarse regering in te stellen contactpunt. De Commissie kan de projecten screenen (1).

Wanneer dat noodzakelijk is, stelt de Noorse Regering verdere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst vast.

De beheerskosten voor het Noorse samenwerkingsprogramma worden uit het in artikel 2 genoemde bedrag betaald.

ARTIKEL 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst wordt door het Koninkrijk Noorwegen en de Republiek Bulgarije volgens hun nationale procedures bekrachtigd. Zij treedt in werking dertig dagen na de datum waarop de laatste partij haar akte van bekrachtiging bij het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft nedergelegd, maar niet eerder dan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel vanaf de datum van inwerkingtreding van een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor het Koninkrijk Noorwegen Voor de Republiek Bulgarije _______ Nota (1) Het bepaalde in de laatste zin van artikel 6, lid 1, is ook van toepassing als een aanpassing van artikel 4, lid 3, van de overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap inzake een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2004-2009. B. Brief van het Koninkrijk Noorwegen Excellentie, Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt : Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (hierna « Noorwegen » genoemd) hebben plaatsgevonden in de context van de toetreding van Bulgarije tot de EER-overeenkomst en de instelling van een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije.

De resultaten van de onderhandelingen zijn als volgt : 1. Door Noorwegen en Bulgarije wordt een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van sociale en economische ontwikkeling in Bulgarije door middel van bilaterale projecten ingesteld, overeenkomstig een bilaterale overeenkomst tussen deze twee staten.De tekst van de bilaterale overeenkomst is als integrerend onderdeel aan deze briefwisseling gehecht. 2. Voor de uitvoering van het programma stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 20 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt, tot en met 30 april 2009. 3. Deze briefwisseling : a) wordt door de Europese Gemeenschap en Noorwegen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie; b) treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië; iii) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie; en iv) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie. » Ik heb de eer u de instemming met de inhoud van uw brief te bevestigen.

Met bijzondere hoogachting, Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor het Koninkrijk Noorwegen

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSPROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE GROEI EN DUURZAME ONTWIKKELING IN ROEMENIE A. Brief van de Europese Gemeenschap Excellentie, Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (hierna Noorwegen » genoemd) hebben plaatsgevonden in de context van de toetreding van Roemenië tot de EER-overeenkomst en de instelling van een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië.

De resultaten van de onderhandelingen zijn als volgt : 1. Door Noorwegen en Roemenië wordt een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië door middel van bilaterale projecten ingesteld, overeenkomstig een bilaterale overeenkomst tussen deze twee staten.De tekst van de bilaterale overeenkomst is als integrerend onderdeel aan deze briefwisseling gehecht. 2. Voor de uitvoering van het programma stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 48 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt, tot en met 30 april 2009. 3. Deze briefwisseling : a) wordt door de Europese Gemeenschap en Noorwegen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie; b) treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije; iii) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie; en iv) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

Ik verzoek u te bevestigen dat u met de inhoud van deze brief instemt.

Met bijzondere hoogachting, Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor de Europese Gemeenschap

Bijlage OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSPROGRAMMA VAN NOORWEGEN VOOR ECONOMISCHE GROEI EN DUURZAME ONTWIKKELING IN ROEMENI" TUSSEN HET KONINKRIJK NOORWEGEN EN ROEMENIE hierna de partijen » genoemd Artikel 1 Doelstelling Er wordt een samenwerkingsprogramma van Noorwegen ingesteld ter bevordering van de sociale en economische ontwikkeling in de Roemenië door middel van bilaterale samenwerkingsprojecten tussen de partijen in de in artikel 4 genoemde sectoren.

Artikel 2 Financiële omvang Voor de uitvoering van het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor Roemenië stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 48 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.

Artikel 3 Looptijd Het in artikel 2 genoemde bedrag wordt ter beschikking gesteld vanaf de datum waarop de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte in werking treedt, dan wel vanaf de datum waarop een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst in werking treedt, tot en met 30 april 2009.

Artikel 4 Prioritaire sectoren Het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor Roemenië heeft betrekking op bilaterale samenwerkingsprojecten tussen in aanmerking komende aanvragers van de partijen ter bevordering van de sociale en economische ontwikkeling in Roemenië in de volgende prioritaire sectoren : - vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, onder meer door middel van projecten inzake gezamenlijke uitvoering uit hoofde van het Kyoto-protocol, alsmede andere emissies in lucht en water; - efficiënt energiegebruik en duurzame energiebronnen; - facilitering van duurzame productie, met inbegrip van certificatie en verificatie; - gezondheid.

Activiteiten kunnen worden uitgevoerd op het gebied van onder meer innovatie, ontwikkeling van het menselijk potentieel, netwerkvorming, capaciteitsopbouw, overdracht van technologie en onderzoek en ontwikkeling.

Artikel 5 Maxima voor medefinanciering De bijdrage van Noorwegen in de vorm van subsidie mag niet meer bedragen dan 60 % van de projectkosten; wanneer een project echter voor het overige wordt gefinancierd uit de begroting van een centrale, regionale of plaatselijke overheid, mag de bijdrage tot 85 % van de totale projectkosten bedragen. De door de Gemeenschap vastgestelde maxima voor medefinanciering mogen in geen geval worden overschreden.

Bijdragen aan niet-gouvernementele organisaties en sociale partners mogen ten hoogste 90 % van de projectkosten belopen.

Artikel 6 Beheer Het samenwerkingsprogramma van Noorwegen voor Roemenië wordt beheerd door de Noorse regering of een door haar aangewezen entiteit. De beheersentiteit pleegt overleg met het door de Roemeense regering in te stellen contactpunt. De Commissie kan de projecten screenen (1).

Wanneer dat noodzakelijk is, stelt de Noorse regering verdere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst vast. De beheerskosten voor het Noorse samenwerkingsprogramma worden uit het in artikel 2 genoemde bedrag betaald.

Artikel 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst wordt door het Koninkrijk Noorwegen en Roemenië volgens hun nationale procedures bekrachtigd. Zij treedt in werking dertig dagen na de datum waarop de laatste partij haar akte van bekrachtiging bij het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft nedergelegd, maar niet eerder dan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel vanaf de datum van inwerkingtreding van een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst.

Gedaan te Brussel, Voor het Koninkrijk Noorwegen Voor Roemenië _______ Nota (1) Het bepaalde in de laatste zin van artikel 6, lid 1, is ook van toepassing als een aanpassing van artikel 4, lid 3, van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap inzake een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2004-2009 (PB L 130 van 29.4.2004, blz. 81).

B. Brief van het Koninkrijk Noorwegen Excellentie, Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt : Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (hierna « Noorwegen » genoemd) hebben plaatsgevonden in de context van de toetreding van Roemenië tot de EER-overeenkomst en de instelling van een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië.

De resultaten van de onderhandelingen zijn als volgt : 1. Door Noorwegen en Roemenië wordt een samenwerkingsprogramma voor de bevordering van economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië door middel van bilaterale projecten ingesteld, overeenkomstig een bilaterale overeenkomst tussen deze twee staten.De tekst van de bilaterale overeenkomst is als integrerend onderdeel aan deze briefwisseling gehecht. 2. Voor de uitvoering van het programma stelt Noorwegen een bedrag van in totaal 48 miljoen euro ter beschikking, dat beschikbaar is voor vastlegging in één tranche in 2007.Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld vanaf de datum waarop de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt, tot en met 30 april 2009. 3. Deze briefwisseling : a) wordt door de Europese Gemeenschap en Noorwegen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie; b) treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije; iii) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie; en iv) Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie. » Ik heb de eer u de instemming met de inhoud van deze brief te bevestigen.

Met bijzondere hoogachting, Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor het Koninkrijk Noorwegen

AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN IJSLAND NAAR AANLEIDING VAN DE TOETREDING VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIE TOT DE EUROPESE UNIE DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN IJSLAND, Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland, die op 22 juli 1972 te Brussel is ondertekend, hierna de Overeenkomst » genoemd, en de regeling die IJsland en de Gemeenschap voor de handel in vis en visserijproducten zijn overeengekomen, Gelet op de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, Gelet op de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, Gelet op de huidige regelingen voor de handel in vis en visserijproducten tussen IJsland en de Republiek Bulgarije en Roemenië, Hebben besloten in gezamenlijk overleg de aanpassingen vast te stellen die in de Overeenkomst dienen te worden aangebracht naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, En hebben besloten dit protocol te sluiten : Artikel 1 De tekst van de Overeenkomst, de bijlagen en de protocollen die daarvan een integrerend onderdeel vormen, de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Bulgaarse en de Roemeense taal. De teksten in deze talen zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten. Het Gemengd Comité moet de Bulgaarse en de Roemeense teksten goedkeuren.

Artikel 2 Bijzondere bepalingen inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde visproducten en visserijproducten van oorsprong uit IJsland zijn opgenomen in dit protocol en in de bijlage bij dit protocol. De jaarlijkse rechtenvrije contingenten waarin in de bijlage bij dit protocol wordt voorzien, zijn van toepassing gedurende de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 april 2009. De omvang van de contingenten wordt aan het einde van die periode opnieuw bekeken, waarbij alle relevante belangen in aanmerking worden genomen. De omvang van de contingenten voor 2007 wordt niet effectief verlaagd, omdat de uitbreiding van de Europese Economische Ruimte niet heeft plaatsgevonden op 1 januari 2007. De tariefcontingenten voor 2009 worden overeenkomstig hun toepassing verlaagd tot en met 30 april 2009.

Artikel 3 Dit protocol wordt door de partijen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. Het treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije; iii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië; en iv) Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

Artikel 4 Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense,de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de IJslandse taal. Alle teksten zijn gelijkelijk authentiek.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor de Europese Gemeenschap Voor IJsland

Bijlage BIJZONDERE BEPALINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 2 De Gemeenschap opent de volgende nieuwe jaarlijkse rechtenvrije contingenten voor producten van oorsprong uit IJsland.

GN code

Omschrijving

Omvang van het jaarlijkse contingent

0306 19 30

Langoestines (Nephrops norvegicus), bevroren

520 t (1)

0304 19 35

Filets van Noorse schelvis (Sebastes spp.), vers of gekoeld

750 t


_______ Nota (1) Aanvullend rechtenvrij tariefcontingent.Indien dit specifieke contingent eind 2007 niet volledig is opgebruikt, dan kan het resterende gedeelte ervan naar 2008 worden overgedragen. Daartoe worden de afboekingen van dit specifieke contingent voor 2007 gestopt op de tweede werkdag van de Commissie volgend op 1 april 2008. Op de eerstvolgende werkdag wordt de niet opgenomen hoeveelheid van dit contingent voor 2007 ter beschikking gesteld in het kader van het overeenkomende tariefcontingent voor 2008. Vanaf die datum zijn afboekingen met terugwerkende kracht en terugboekingen niet meer mogelijk voor dat specifieke contigent in 2007.

AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN NAAR AANLEIDING VAN DE TOETREDING VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIE TOT DE EUROPESE UNIE DE EUROPESE GEMEENSCHAP en HET KONINKRIJK NOORWEGEN, Gelet op de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen, die op 14 mei 1973 te Brussel is ondertekend, hierna de Overeenkomst » genoemd, en de regeling die Noorwegen en de Gemeenschap voor de handel in vis en visserijproducten zijn overeengekomen, Gelet op de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, Gelet op de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, Gelet op de huidige regelingen voor de handel in vis en visserijproducten tussen Noorwegen en de Republiek Bulgarije en Roemenië, Hebben besloten in gezamenlijk overleg de aanpassingen vast te stellen die in de Overeenkomst dienen te worden aangebracht naar aanleiding van de toetreding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, En hebben besloten dit protocol te sluiten : Artikel 1 De tekst van de Overeenkomst, de bijlagen en de protocollen die daarvan een integrerend onderdeel vormen, de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Bulgaarse en de Roemeense taal. De teksten in deze talen zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten. Het Gemengd Comité moet de Bulgaarse en de Roemeense teksten goedkeuren.

Artikel 2 Bijzondere bepalingen inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde vis en visserijproducten van oorsprong uit Noorwegen zijn opgenomen in dit protocol. De rechtenvrije contingenten waarin in artikel 3 bij dit protocol wordt voorzien, zijn van toepassing gedurende de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 april 2009. De omvang van de in artikel 3 bedoelde contingenten wordt aan het einde van die periode opnieuw bekeken, waarbij alle relevante belangen in aanmerking worden genomen.

De omvang van de contingenten voor 2007 wordt niet effectief verlaagd, omdat de uitbreiding van de Europese Economische Ruimte niet heeft plaatsgevonden op 1 januari 2007. De tariefcontingenten voor 2009 worden overeenkomstig hun toepassing verlaagd tot en met 30 april 2009. De oorsprongsregels die van toepassing zijn op de tariefcontingenten worden beschreven in protocol 3 van de Overeenkomst. Artikel 3 De Gemeenschap opent de volgende nieuwe jaarlijkse rechtenvrije contingenten : - Makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus, bevroren (GN-code 0303 74 30) : 9 300 t - Haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren (GN-code 0303 51 00) : 1 800 t - Haringfilets en haringflappen (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren (GN-codes 0304 29 75 en 0304 99 23) : 600 t - Andere vis, bevroren (GN-code 0303 79 98) : 2 200 t - Andere zalmachtigen, bevroren (GN-code 0303 29 00) : 2 000 t - Garnalen, gepeld en bevroren (GN-codes ex 1605 20 10, ex 1605 20 91 en ex 1605 20 99) : 2 000 t.

Artikel 4 De Gemeenschap schrapt de voorwaarde voor industriële productie », en daarmee het vereiste van eindgebruiker, voor de tariefcontingenten die in 2004 zijn geopend voor bevroren makreel (volgnummers 09.0760, 09.0763 en 09.0778), bevroren haring (volgnummer 09.0752) en bevroren haringflappen (volgnummer 09.0756). Dienovereenkomstig wordt ook het vereiste voor menselijke consumptie » voor producten in dezelfde tariefcontingenten geschrapt. De bestaande rechtenvrije tariefcontingenten voor bevroren gepelde garnalen met volgnummer 09.0758 staan ter beschikking voor de GN-codes ex 1605 20 10, ex 1605 20 91 en ex 1605 20 99. Voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 voegt de Gemeenschap de twee bestaande rechtenvrije tariefcontingenten voor bevroren gepelde garnalen (volgnummers 09.0745 en 09.0758) en het aanvullende nieuwe rechtenvrije tariefcontingent van 2 000 t waarin is voorzien in artikel 3, samen en stelt zij het samengevoegde tariefcontingent ter beschikking voor de GN-codes ex 1605 20 10, ex 1605 20 91 en ex 1605 20 99. Vanaf 1 januari 2009 zijn de twee bestaande rechtenvrije tariefcontingenten voor bevroren gepelde garnalen met de volgnummers 09.0758 (2 500 t) en 09.0745 (5 500 t) en het nieuwe aanvullende rechtenvrije tariefcontingent van 2 000 t drie afzonderlijke tariefcontingenten, die ter beschikking staan voor de GN-codes ex 1605 20 10, ex 1605 20 91 en ex 1605 20 99.

Vanaf 15 juni 2008 voegt de Gemeenschap de subperiodes van de drie bestaande tariefcontingenten voor makreel (volgnummers 09.0760, 09.0763 en 09.0778) samen tot een periode van 15 juni tot en met 14 februari.

Artikel 5 Vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en Noorwegen komen vóór eind 2007 bijeen om de mogelijkheid te onderzoeken of de oorsprongsregels bedoeld in Protocol 3 bij de Overeenkomst ook kunnen worden toegepast voor producten vallende onder de briefwisseling betreffende de handel in vis van 16 april 1973.

Artikel 6 Dit protocol wordt door de Europese Gemeenschap en Noorwegen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. Het treedt in werking op de dag volgende op die waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is nedergelegd, op voorwaarde dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring van de volgende aanverwante overeenkomsten eveneens zijn nedergelegd : i) Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte; ii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije; iii) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië; en iv) Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

Artikel 7 Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Noorse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal. Alle teksten zijn gelijkelijk authentiek.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizend zeven.

Voor de Europese Gemeenschap Voor het Koninkrijk Noorwegen

Informatie over de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte en vier daarmee verband houdende overeenkomsten Aangezien de procedures die nodig zijn voor de voorlopige toepassing van de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte en vier daarmee verband houdende overeenkomsten, afgerond zijn op 25 juli 2007, worden deze overeenkomsten voorlopig toegepast vanaf 1 augustus 2007.

De bepalingen van het Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie en het Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie die betrekking hebben op nieuwe en gewijzigde tariefcontingenten van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde vis- en visserijproducten van oorsprong uit de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden echter voorlopig toegepast vanaf 1 september 2007.

Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte, en de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 juli 2007

Staten/Organisatie

Datum Authentificatie

Type instemming

Datum instemming

Datum interne inwerkingtreding

BULGARIJE

25/07/2007

Bekrachtiging

29/02/2008

09/11/2011

BELGIE

25/07/2007

Bekrachtiging

29/03/2010

09/11/2011

CYPRUS

25/07/2007

Bekrachtiging

10/07/2009

09/11/2011

DENEMARKEN

25/07/2007

Bekrachtiging

04/08/2008

09/112/2011

DUITSLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

06/07/2009

09/11/2011

ESTLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

13/01/2009

09/11/2011

Europese Gemeenschap

25/07/2007

Bekrachtiging

08/11/2011

09/11/2011

FINLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

18/04/2008

09/11/2011

FRANKRIJK

25/07/2007

Bekrachtiging

12/02/2009

09/11/2011

GRIEKENLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

12/09/2011

09/11/2011

HONGARIJE

25/07/2007

Bekrachtiging

20/11/2007

09/11/2011

IERLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

22/01/2008

09/11/2011

IJSLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

30/07/2007

09/11/2011

ITALIE

25/07/2007

Bekrachtiging

29/06/2010

09/11/2011

LETLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

03/04/2008

09/11/2011

LIECHTENSTEIN

25/07/2007

Bekrachtiging

08/01/2008

09/11/2011

LITOUWEN

25/07/2007

Bekrachtiging

14/05/2008

09/11/2011

LUXEMBURG

25/07/2007

Bekrachtiging

15/06/2009

09/11/2011

MALTA

25/07/2007

Bekrachtiging

29/05/2008

09/11/2011

NEDERLAND

25/07/2007

Bekrachtiging

10/03/2008

09/11/2011

NOORWEGEN

25/07/2007

Bekrachtiging

31/08/2007

09/11/2011

OOSTENRIJK

25/07/2007

Bekrachtiging

03/06/2008

09/11/2011

POLEN

25/07/2007

Bekrachtiging

24/06/2008

09/11/2011

PORTUGAL

25/07/2007

Bekrachtiging

28/10/2009

09/11/2011

ROEMENIE

25/07/2007

Bekrachtiging

23/05/2008

09/11/2011

SLOVAKIJE

25/07/2007

Bekrachtiging

04/12/2007

09/11/2011

SLOVENIE

25/07/2007

Bekrachtiging

21/04/2008

09/11/2011

SPANJE

25/07/2007

Bekrachtiging

25/03/2009

09/11/2011

TSJECHISCHE REP.

25/07/2007

Bekrachtiging

29/04/2009

09/11/2011

VERENIGD KONINKRIJK

25/07/2007

Bekrachtiging

19/05/2008

09/11/2011

ZWEDEN

25/07/2007

Bekrachtiging

23/04/2008

09/11/2011

^