Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 juli 2000
gepubliceerd op 23 augustus 2000

Wet houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000

bron
ministerie van financien
numac
2000003417
pub.
23/08/2000
prom.
10/07/2000
ELI
eli/wet/2000/07/10/2000003417/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN FINANCIEN


10 JULI 2000. - Wet houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Art. 1-01-1 Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3°, van de Grondwet.

Art. 1-01-2 De Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt aangepast : 1° - wat betreft de kredieten ingeschreven voor de dotaties, overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel;2° - wat betreft de kredieten per programma, overeenkomstig de totalen van de programma's zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde aangepaste departementale begrotingen. HOOFDSTUK 2. - Bijzondere bepalingen van de departementen Sectie 12. - Ministerie van Justitie Art. 2.12.1 Het artikel 2.12.7, Programma 40/3 - Studies en documentatie, van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt aangevuld als volgt : « 4. Toelage aan de Nationale Kamer van Notarissen. » Sectie 13. - Ministerie van Binnenlandse Zaken Art. 2.13.1 De Minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd fondsen op te nemen op het specifieke begrotingsartikel, voorzien in artikel 1, § 2quater, 2e lid, van de wet van 01.08.1985 houdende sociale bepalingen, zoals gewijzigd door de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, die bestemd zijn voor de coördinatie en voor de supra-lokale acties in de domeinen bedoeld in artikel 69 van bovenvermelde wet van 30.03.1994.

Deze fondsen worden gestort aan de buitengewone rekenplichtige van het Vast Secretariaat voor het preventiebeleid, die verantwoording over de aanwending ervan verstrekt bij het Rekenhof.

Sectie 14. - Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel Art. 2.14.1 De wedde uitbetaald voor de periode van 1 juli 1992 tot 20 januari 1996 aan de heer Guy GENOT, wiens bevordering tot de graad van directeur-generaal vernietigd werd bij arrest nr. 57.595 van de Raad van State d.d. 19 januari 1996, blijft behouden voor de betrokken periode.

De wedde uitbetaald voor de periode van 1 mei 1997 tot 17 september 1999 aan de heer Guy GENOT, wiens bevordering tot de graad van directeur-generaal vernietigd werd bij arrest nr. 82.286 van de Raad van State d.d. 16 september 1999, blijft behouden voor de betrokken periode.

Deze beschikkingen blijven zonder gevolgen op de bevordering in graad, bevordering in weddeschaal en in wedde van belanghebbende.

Art. 2.14.2 De omschrijvingen m.b.t. het fonds opgenomen in de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van organieke fondsen worden als volgt gewijzigd : Benaming van het organiek begrotingsfonds : « 14-1 Fonds bestemd tot het gebruik van de verkoop en de verhuur van onroerende goederen, gelegen in het buitenland, tot de aankoop, de bouw, de inrichting, het onderhoud en de huur van goederen van dezelfde aard, bestemd om te worden aangewend, hetzij als residenties, hetzij als kanselarijen van de Belgische diplomatieke zendingen of consulaire posten. » Aard van de toegewezen ontvangsten : « Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen gelegen in het buitenland.

Opbrengst van de verhuur van onroerende goederen gelegen in het buitenland. » Aard van de gemachtigde uitgaven : « Aankoop, bouw, inrichting, onderhoud en huur van onroerende goederen, bestemd om te worden aangewend hetzij als residenties, hetzij als kanselarijen van de Belgische diplomatieke zendingen of consulaire posten. » Sectie 15. - Internationale Samenwerking Art. 2.15.1 Voor het jaar 2000 wordt de vastleggingsmachtiging waarover het Belgisch Overlevingsfonds (basisallocatie 54.40.35.50) beschikt, verhoogd van 750.000.000 BEF naar 988.000.000 BEF. Bovendien kan het bedrag van deze vastleggingsmachtiging opgetrokken worden door middel van een koninklijk besluit en mits het akkoord van de Minister van Begroting.

De na te leven modaliteiten om tot de vastlegging van voornoemd bedrag over te gaan, bepaald in artikel 2.15.6 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, blijven ongewijzigd.

Art. 2.15.2 Een deel van de kredieten ingeschreven op de basisallocaties van programma 15.54.0 mag overgeheveld worden naar de overeenstemmende basisallocaties van de programma's 14.40.0, 14.41.0, 14.42.0, 14.43.0, 14.51.0, 14.52.0, 14.53.0 en 14.55.0 en vice versa, door middel van een koninklijk transferbesluit, op voordracht van de twee betrokken Regeringsleden en mits het akkoord van de Minister van Begroting.

Art. 2.15.3 De tekst van het artikel 2.15.5 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt onder het PROGRAMMA 54/4 - BIJZONDERE INTERVENTIES als volgt aangevuld : « 7. Subsidies aan de vzw "Internationaal Huis", met inbegrip van de tussenkomst ten gunste van de voorbereiding van Africalia. » Sectie 16. - Ministerie van Landsverdediging Art. 2.16.1 In artikel 2.16.6, eerste lid, van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, wordt het woord "onderhands" vervangen door de woorden "via de onderhandelingsprocedure".

Art. 2.16.2 In artikel 2.16.19 van dezelfde wet wordt het bedrag van de machtigingen van 1.259 miljoen frank voor de verbintenissen voor investeringen ten behoeve van de Krijgsmacht vervangen door het bedrag van 1.638 miljoen frank en het bedrag van 2.000 miljoen frank voor de betalingen vervangen door het bedrag van 3.345 miljoen frank.

Art. 2.16.3 In artikel 2.16.23 van dezelfde wet wordt het woord "onderhands" vervangen door de woorden "via de onderhandelingsprocedure".

Art. 2.16.4 De Minister van Landsverdediging wordt gemachtigd om, mits akkoord van de Minister van Begroting en door middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, binnen de perken van de kredieten van de Sectie 16 - Landsverdediging, transfers te verrichten ten voordele van het programma 16-50-5, "Inzet", teneinde het hoofd te bieden aan de specifieke noden verbonden aan de humanitaire en vredesondersteunende operaties.

Deze krediettransfers zullen zonder verwijl medegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof.

Sectie 19. - Ministerie van Ambtenarenzaken Art. 2.19.1 In artikel 2.19.9 van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt het bedrag van 7.465.000.000 frank vervangen door 8.053.700.000 frank en worden de bedragen van 25.000.000 frank, 10.000.000 frank, 600.000.000 frank en 600.000.000 frank, bestemd voor de projecten van Nijvel (uitbreiding Justitiepaleis), Kortrijk (nieuw Justitiepaleis), Mechelen (Financiën) en Antwerpen (Financiën), respectievelijk vervangen door 70.000.000 frank, 334.600.000 frank, 787.100.000 frank en 632.000.000 frank.

Art. 2.19.2 Aan artikel 2.19.21 van dezelfde wet wordt de volgende alinea toegevoegd : "De Regie der Gebouwen wordt eveneens gemachtigd met deze openbare instanties huur- en verhuurcontracten af te sluiten met hetzelfde oogmerk".

Art. 2.19.3 De tekst van artikel 2.19.13 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende tekst : « De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om uitgaven ten laste te nemen voor de huurlasten van de ministeriële kabinetten die gehuisvest zijn in Rijksgebouwen of in gehuurde gebouwen, los van hun administratie.

Onder huurlasten dient uitsluitend te worden verstaan : onderhoudskosten van centrale verwarming en air-conditioning, kosten voor het reinigen van ramen, onderhoudskosten van telefooninstallaties en -centrales, van liften en andere hefinstallaties, van elektrische en veiligheidsinstallaties, van grasperken, parken en tuinen, van gemeenschappelijke ruimtes (indien het gebouw bezet wordt door andere huurders), de beheerskosten in verband met het hele gebouw (indien het gebouw bezet wordt door andere huurders), gewesttaksen en de installatie van veiligheidsapparatuur".

Art. 2.19.4 Het provisioneel krediet ingeschreven onder het programma 56/2 - Provisionele kredieten, en bestemd tot dekking van de uitgaven in verband met het veranderingsproces inzake informatie- en communicatietechnologie voor de federale overheidsadministratie mag, na het akkoord van de Minister van Begroting, volgens de behoeften worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de verschillende departementen door middel van een koninklijk besluit.

Sectie 21. - Pensioenen Art. 2.21.1 In artikel 2.21.3, 2e lid, van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt het bedrag van 5.200,0 miljoen frank vervangen door het bedrag van 5.800,0 miljoen frank.

Sectie 23. - Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid Art. 2.23.1 Artikel 2.23.1 van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 dient aangevuld te worden zoals volgt : « 6. tot een maximum bedrag van 3.000.000 frank aan de rekenplichtige van de Administratie van de arbeidsbetrekkingen en -reglementering die gemachtigd wordt door middel van deze voorschot-ten, tot het betalen van de bedragen nodig voor de interne frankering van de verzendingen van de Inspectie van de sociale wetten. » Art. 2.23.2 Artikel 2.23.3 van dezelfde wet dient aangevuld te worden zoals volgt : "PROGRAMMA 40/6 FEDERALE BELGISCHE PUBLIEKE BIJDRAGE AAN HET EUROPEES SOCIAAL FONDS - verlenen van subsidies aan private instellingen; - verlenen van subsidies aan publieke instellingen. » Art. 2.23.3 In afwijking van het artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt het organiek fonds "Belgisch Europees Sociaal Fonds" gemachtigd een debettoestand te vertonen in vastlegging en ordonnancering welke het bedrag van 194,6 miljoen BEF niet mag overschrijden.

Sectie 26. - Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Art. 2.26.1 In afwijking van artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt aan het Fonds voor Sociale economie de toelating gegeven om een negatief saldo te vertonen dat noch voor de ordonnanceringen, noch voor de vastleggingen het globaal bedrag van 200 miljoen mag overschrijden.

Art. 2.26.2 De Minister van Volksgezondheid wordt gemachtigd om, mits akkoord van de Minister van Begroting en door middel van een koninklijk besluit, binnen de perken van de kredieten van de Algemene uitgavenbegroting, transfers te verrichten ten voordele van het programma 54/4 "Federaal Agentschap Voedselveiligheid" van de Sectie 26 - Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Deze krediettransfers zullen zonder verwijl medegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof.

Art. 2.26.3 Artikel 2.26.6 van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 dient te worden aangevuld als volgt : "PROGRAMMA 55/5 - GROOTSTEDENBELEID 1) Kredieten bestemd om subsidies te geven aan verschillende verenigingen om initiatieven te realiseren op het gebied van sociale integratie, de strijd tegen armoede en de promotie van de sociale economie.2) Overdracht naar de Regie der Gebouwen met het oog op onderhoudswerken aan gebouwen in het raam van de programma's tot herwaardering van de crisiswijken.3) Kredieten bestemd voor lokale besturen om subsidies te geven in het kader van lokale initiatieven inzake sociale integratie, veiligheid, werkgelegenheid, de strijd tegen armoede, de promotie van sociale economie en de verbetering van de levensomstandigheden.4) Overdracht aan de gemeenten om de vorming, de omkadering en de tewerkstelling van personeelsleden geaffecteerd aan programma's ter heropleving van crisiswijken toe te laten.5) Overdracht naar de Regie der Gebouwen met het oog op bouwprojecten in het raam van de programma's tot herwaardering van de crisiswijken.6) Transfers aan lokale besturen om investeringen aan te moedigen, die beantwoorden aan prioriteiten vastgesteld inzake de heropleving van de crisiswijken.» Sectie 31. - Ministerie van Middenstand en Landbouw Art. 2.31.1 In afwijking van artikel 45, § 2, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, kan een deel van de reserves van het "Fonds voor de grondstoffen" (programma 31.54.1) en van het "Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren" (programma 31.55.2) toegewezen worden aan het "Fonds voor de schadeloosstelling van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinecrisis" (programma 31.55.3).

Art. 2.31.2 De Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft, wordt gemachtigd af te zien van het invorderen van renteloze terugvorderbare voorschotten aan landbouwbedrijven, in het kader van de dioxinecrisis, ten laste van basisallocatie 55.24.81.04 (programma 31.55.2).

Sectie 32. - Ministerie van Economische Zaken Art. 2.32.1 In artikel 2.32.4 van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 worden volgende basisallocaties toegevoegd aan de lijst van facultatieve toelagen, waarvoor kredieten ingeschreven zijn in de begroting van Economische Zaken : PROGRAMMA 61/5 ACTIES OP HET VLAK VAN DUURZAME ONTWIKKELING Acties op het vlak van duurzame ontwikkeling.

PROGRAMMA 62/1 BESCHERMING VAN HET CONSUMENTENRECHT Allerhande uitgaven met het oog op de voorlichting van de verbruikers.

PROGRAMMA 62/4 - VOORLICHTING VAN DE VERBRUIKERS INZAKE CONSUMENTENZAKEN Allerhande uitgaven met het oog op de voorlichting van de verbruikers inzake consumentenzaken.

PROGRAMMA 70/1 - R & D OP NATIONAAL VLAK 1) Studies en onderzoeken op het gebied van energie als voortzetting van het nationaal R & D-Energieprogramma. Sectie 33. - Ministerie van Verkeer en Infrastructuur Art. 2.33.1 In artikel 2.33.1 van de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 wordt het bedrag van 10.000.000 frank in § 1, 2de lid, vervangen door 13.000.000 frank.

Art. 2.33.2 Het gedeelte van de ontvangsten in het kader van het gebruik van de openbare diensten betreffende de luchtvaart, wordt na aftrek van een bedrag van 116 miljoen frank gestort in het Fonds voor Verbetering van de Controle- en Inspectiemiddelen van de Luchtvaart.

Sectie 51. - Rijksschuld Art. 2.51.1 In het kader van de deelneming van de Belgische Staat in een vennootschap met als belangrijkste maatschappelijk doel de exploitatie van een elektronisch tradingsysteem voor de effecten van de Belgische staatsschuld en hun afgeleide produkten, zoals voorzien in de programmawet, wordt de Minister van Financiën gemachtigd om, binnen de perken van de begrotingskredieten en op voorwaarde van een latere regularisatie, via voorschotten de uitgaven te betalen betreffende de deelneming en de terugkopen of verkopen van deelbewijzen, alsook de uitgaven betreffende de eventueel hieraan verbonden kosten. De bedoelde uitgaven evenals de eventuele ontvangsten verbonden aan de recuperatie van goedgekeurde voorschotten worden geboekt op een specifieke thesaurierekening. Het bedrag van de uitgaven, in voorkomend geval vastgesteld na aftrek van hiermee samenhangende compenserende ontvangsten, zal naargelang het geval ten laste worden genomen van de basisallocatie 45.40.81.11 of ten laste van de basisallocatie 45.10.12.06 van de sectie 51 "Rijksschuld" van de huidige begroting.

HOOFDSTUK 3. - Terugbetalings- en toewijzingsfondsen Art. 3-01-1 De bij deze wet gevoegde tabel 3 vervangt de tabel 3 - Terugbetalings- en toewijzingsfondsen, gevoegd bij de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000.

HOOFDSTUK 4. - Staatsdiensten met afzonderlijk beheer Art. 4-01-1 De verrichtingen gedurende het begrotingsjaar 2000 van de Regie van de gevangenisarbeid (Justitie), van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (Justitie), van het Vast Wervingssecretariaat (Ambtenarenzaken) en van het Muntfonds (Financiën) worden herraamd op de sommen vermeld in de begrotingen gevoegd bij deze wet.

Art. 4-01-2 Tijdens het begrotingsjaar 2000 mag het Muntfonds ten belope van 2,317 miljard F. afwijken van de beleggingsverplichting waarvan sprake in artikel 6 van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds.

HOOFDSTUK 5. - Staatsbedrijven Koninklijke Munt van België Art. 5-01-1 De begroting voor het begrotingsjaar 2000 van het Staatsbedrijf "De Koninklijke Munt van België" wordt herraamd op de sommen vermeld in de tabel gevoegd bij deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen. Gewone zitting 1999-2000.

Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 602/1. - Wetsontwerp 2e deel, nr. 602/2. - Amendementen nrs. 1 tot 4, nr. 602/3. - Verslag (verwijzend), nr. 602/4. - Amendement nr. 6, nr. 602/5. - Aangenomen tekst, nr. 602/6.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergaderingen van 21 en 22 juni 2000. - Aanneming. Vergadering van 22 juni 2000.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^