Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 maart 2019
gepubliceerd op 29 maart 2019

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende het beheer en de definitieve berging van het radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België, gedaan te Luxemburg op 4 juli 2016 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019011403
pub.
29/03/2019
prom.
10/03/2019
ELI
eli/wet/2019/03/10/2019011403/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

10 MAART 2019. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende het beheer en de definitieve berging van het radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België, gedaan te Luxemburg op 4 juli 2016 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende het beheer en de definitieve berging van het radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België, gedaan te Luxemburg op 4 juli 2016, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Energie, M. C. MARGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : nr. 54-3372 Integraal verslag : 24/01/2019 (2) Datum inwerkingtreding : 01/04/2019 (art.10)

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende het beheer en de definitieve berging van het radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België HET KONINKRIJK BELGIE, enerzijds, En HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, anderzijds, Gelet op : 1. Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's.2. Richtlijn 2006/117/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2006 betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof.3. Richtlijn 2011/70/EURATOM van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval en inzonderheid in haar artikel 4 (4) betreffende de vereiste voorafgaandelijke voorwaarden voor de berging van radioactief afval van een lidstaat op een ander grondgebied dan het zijne.4. Aanbeveling van de Commissie 2008/956/Euratom van 4 december 2008 betreffende criteria voor de uitvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof naar derde landen, overeenkomstig artikel 16, paragraaf 2, van Richtlijn 2006/117/Euratom.5. Ministeriële overeenkomst tussen de Regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van het Koninkrijk België van 14 mei 2013 inzake de organisatie van de bilaterale samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.6. Brief van 10 oktober 1990 van de Staatssecretaris voor Energie van het Koninkrijk België, de heer Elie Deworme, aan de Minister van Volksgezondheid van het Groothertogdom Luxemburg, de heer Johny Lahure, betreffende de verwerking en conditionering van radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het Belgisch grondgebied. 7. De Belgische wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, artikel 179, § 6, zoals gewijzigd bij de wet van 3 juni 2014, dat als volgt leest : "De Koning stelt bij besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de Instelling en na advies van de bevoegde regelgevende autoriteit, Nationale Beleidsmaatregelen vast en houdt deze in stand met betrekking tot het beheer van radioactief afval en van verbruikte splijtstof, in functie van de fysische, chemische en radiologische eigenschappen van het afval en van de verbruikte splijtstof (...) De in het eerste lid bedoelde Nationale Beleidsmaatregelen worden beschouwd als plannen of programma's in de zin van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.". 8. De groothertogelijke verordening van 30 juli 2013 tot wijziging van de groothertogelijke verordening van 14 december 2000 betreffende de bescherming van de bevolking tegen gevaren resulterend van ioniserende stralingen en de groothertogelijke verordening van 3 maart 2009 betreffende het toezicht en de controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen en verbruikte splijtstof, waarvan artikel 2 in het bijzonder aangeeft : "Zijn verboden de overbrenging van radioactief afval of verbruikte splijtstof naar een derde staat.Elke overdracht van radioactief afval naar een lidstaat met het oog op de definitieve verwijdering ervan geschiedt op basis van een overeenkomst met de ontvangende staat.".

Overwegende : 1. Het totale volume tijdens de periode 1995-2010 in België geïmporteerd Luxemburgs radioactief afval bedraagt, na verwerking en conditionering, ongeveer 0,5 kubieke meter.2. De wens van het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg om een overeenkomst te sluiten waarin het technische en financiële kader van de verwerking, de conditionering en de opslag van Luxemburgs radioactief afval wordt vastgelegd, met het oog op de definitieve berging ervan op het Belgisch grondgebied, gelet op de uitstekende kwaliteit van de bestaande bilaterale uitwisselingen.3. Het wetenschappelijk onderzoek en de technologische ontwikkeling dragen bij tot de verbetering van het veilige beheer van radioactief afval en tot de vermindering van het risico op radiotoxiciteit veroorzaakt dor dit afval. Zijn het volgende overeengekomen : ARTIKEL 1 Deze Overeenkomst heeft betrekking op de verrichtingen inzake voorbehandeling, verwerking, conditionering en opslag van Luxemburgs radioactief afval en van het radioactief afval resulterend uit deze verrichtingen, met het oog op de definitieve berging op het grondgebied van het Koninkrijk België, met uitzondering van het vervoer van dit afval naar België.

Deze Overeenkomst heeft ook betrekking op het Luxemburgs radioactief afval dat tussen 1995 en 2010 in België werd verwerkt en geconditioneerd.

ARTIKEL 2 De definitieve berging op het grondgebied van het Koninkrijk België van een beperkte hoeveelheid Luxemburgs radioactief afval en radioactief afval resulterend uit de verwerking daarvan wordt toegestaan onder voorbehoud van de naleving van de volgende bepalingen en van de verkrijging van de nodige vergunningen voor hun verwerking volgens de Belgische regelgeving over nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het Luxemburgs geconditioneerde radioactief afval zal in België worden opgeslagen tot aan de definitieve berging ervan met naleving van de geldende Belgische regelgeving.

ARTIKEL 3 Het Koninkrijk België behoudt zich het recht voor om enig Luxemburgs radioactief afval te weigeren indien de bevoegde Belgische overheden van mening zijn dat de definitieve berging ervan niet kan plaatsvinden met naleving van de geldende Belgische regelgeving betreffende de bescherming van de bevolking, de werknemers en het milieu.

ARTIKEL 4 Het Luxemburgse geconditioneerde radioactief afval, dat is opgeslagen in België met het oog op de definitieve berging ervan, is onderworpen aan hetzelfde regelgevend kader als het Belgische radioactief afval.

ARTIKEL 5 Het totale volume van Luxemburgs radioactief afval dat definitief is geborgen op het Belgische grondgebied in het kader van deze Overeenkomst mag niet meer bedragen dan 30 kubieke meter, na verwerking en conditionering met het oog op de definitieve berging ervan op het Belgische grondgebied.

ARTIKEL 6 Deze Overeenkomst is geldig voor een periode van 30 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding.

Het verstrijken van deze Overeenkomst heeft geen gevolgen noch voor het behoud van het Luxemburgse radioactief afval dat is geborgen op het grondgebied van het Koninkrijk België in toepassing van deze Overeenkomst noch voor de financiële verantwoordelijkheden van het Groothertogdom Luxemburg beschreef in artikel 7.

ARTIKEL 7 Het Groothertogdom Luxemburg verbindt zich ertoe om alle kosten te dekken die in België worden veroorzaakt in uitvoering van artikel 2.

Het Groothertogdom Luxemburg verbindt zich ertoe om alle huidige en toekomstige bijdragen te betalen voor het langetermijnbeheer van het Luxemburgse radioactief afval op het Belgisch grondgebied dat het voorwerp is van deze Overeenkomst, volgens het in België geldende regelgevend kader.

De transportkosten van het Luxemburgse radioactief afval naar België worden uitsluitend gedragen door het Groothertogdom Luxemburg. De transporten van het radioactief afval op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg, van een doorvoerstaat en van het Koninkrijk België, zullen worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende regelgeving.

ARTIKEL 8 Het Koninkrijk België verbindt zich ertoe om de noodzakelijke maatregelen te nemen die onder zijn bevoegdheid vallen, om de uitvoering van deze Overeenkomst mogelijk te maken.

Het Groothertogdom Luxemburg verbindt zich ertoe om de noodzakelijke maatregelen te nemen die onder zijn bevoegdheid vallen, om de uitvoering van deze Overeenkomst mogelijk te maken.

ARTIKEL 9 Elk geschil betreffende de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst moet worden beslecht door middel van onderhandelingen tussen de Partijen.

Elk geschil betreffende de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst dat niet kan worden beslecht door middel van onderhandelingen binnen een redelijke termijn, wordt op verzoek van een van de Partijen onderworpen aan arbitrage.

De modaliteiten van arbitrage zullen in onderling overleg worden bepaald door de Partijen, uiterlijk twee maanden na ontvangst van het verzoek uitgaande van een van de Partijen.

ARTIKEL 10 Elkeen van de Partijen stelt de andere in kennis van de voltooiing van de vereiste Grondwettelijke procedures voor wat haar betreft voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, die in werking treedt op de eerste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van de tweede kennisgeving.

Ten blijke waarvan de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve regeringen, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Luxemburg op 4 juli 2016, in twee originele exemplaren, in de Franse en de Nederlandse taal, alle teksten gelijkelijk authentiek zijnde.

^