Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 juni 1998
gepubliceerd op 21 oktober 1999

Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Conferentie van het Energiehandvest, ondertekend te Brussel op 26 oktober 1995

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015188
pub.
21/10/1999
prom.
11/06/1998
ELI
eli/wet/1998/06/11/1999015188/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 1998. - Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Conferentie van het Energiehandvest, ondertekend te Brussel op 26 oktober 1995 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de Conferentie van het Energiehandvest, ondertekend te Brussel op 26 oktober 1995, zal volkomen uitwerking hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 26 oktober 1995.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, L. TOBBACK De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Justitie, T. VAN PARYS Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1997-1998 : Senaat. Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 22 december 1997, nr. 1-832/1. - Verslag, nr. 1-832/2. - Tekst aangenomen in commissie, nr. 1-832/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 19 februari 1998.- Stemming. Vergadering van 19 februari 1998.

Kamer van volksvertegenwoordigers : Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 1442/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 1442/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 18 maart 1998.- Stemming. Vergadering van 19 maart 1998.

AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIë EN DE CONFERENTIE VAN HET ENERGIEHANDVEST HET KONINKRIJK BELGIE en DE CONFERENTIE VAN HET ENERGIEHANDVEST, vertegenwoordigd en handelend door het Secretariaat van het Energiehandvest, Gelet op het Energiehandvest, ondertekend te Lissabon op 17 december 1994, Gelet op de beslissing het Secretariaat van het Energiehandvest te vestigen in Brussel, Wensende een akkoord te sluiten ten einde de voorrechten en immuniteiten vast te stellen die nodig zijn voor de uitoefening van de taken van de Conferentie van het Energiehandvest in België, Zijn overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Voorrechten en immuniteiten van de Conferentie van het Energiehandvest Artikel 1 De Conferentie van het Energiehandvest heeft de ruimste handelingsbevoegdheid die aan rechtspersonen wordt toegekend. De goederen en activa die zij uitsluitend voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden gebruikt, genieten immuniteit van rechtsmacht, behalve voor zover de Conferentie van het Energiehandvest er in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand van heeft gedaan. Voor elke maatregel van tenuitvoerlegging is een afzonderlijke verklaring van afstand van immuniteit vereist.

Artikel 2 De lokalen die de Conferentie van het Energiehandvest voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden gebruikt zijn onschendbaar.

Deze lokalen mogen slechts met de toestemming van de Conferentie van het Energiehandvest worden betreden.

Zodanige toestemming wordt echter geacht te zijn verkregen in geval van brand of van een andere ramp die onmiddellijke beschermende maatregelen vereisen.

België neemt alle passende maatregelen ten einde te beletten dat de lokalen van de Conferentie van het Energiehandvest worden bezet of beschadigd, dat de rust van de Conferentie van het Energiehandvest wordt verstoord of aan haar waardigheid tekort wordt gedaan.

Artikel 3 Behalve voor zover vereist in het kader van een onderzoek naar aanleiding van een ongeval dat werd veroorzaakt door een motorvoertuig toebehorend aan de Conferentie van het Energiehandvest of rijdend voor rekening daarvan, of in geval van inbreuk op de reglementering inzake het verkeer van motorvoertuigen of van ongevallen veroorzaakt door zodanig voertuig, zijn de goederen en activa van de Conferentie van het Energiehandvest vrij van elke vorm van vordering, verbeurdverklaring, beslag of elke vorm van dwangmaatregel, zelfs indien het maatregelen betreft in het kader van de landsverdediging of het openbaar nut.

Mocht onteigening voor zodanige doeleinden noodzakelijk zijn, dan worden alle passende maatregelen getroffen om te voorkomen dat de werkzaamheden van de Conferentie van het Energiehandvest er door worden gehinderd en wordt onverwijld een gehele schadeloosstelling betaald.

België verleent zijn bijstand bij de installatie of herinstallatie van de Conferentie van het Energiehandvest.

Artikel 4 Het archief van de Conferentie van het Energiehandvest en in het algemeen alle documenten, die de Conferentie van het Energiehandvest toebehoren of die zij of een van haar ambtenaren in bezit heeft, zijn onschendbaar, waar zij zich ook bevinden.

Artikel 5 1. De Conferentie van het Energiehandvest mag deviezen bezitten en rekeningen hebben in alle valuta voor zover dat nodig is voor de uitoefening van de werkzaamheden die met haar doelstellingen verband houden.2. België verbindt zich ertoe de Conferentie van het Energiehandvest de nodige machtigingen te verlenen om, met inachtneming van de voorwaarden bepaald in de nationale voorschriften en van de geldende internationale overeenkomsten, alle deviezenoverdrachten te verrichten waartoe de oprichting en de werkzaamheden van de Conferentie van het Energiehandvest aanleiding geven.Hieronder zijn ook begrepen het uitschrijven van leningen indien België daartoe machtiging heeft verleend.

Artikel 6 De Conferentie van het Energiehandvest, haar activa, inkomsten en andere goederen, die bestemd zijn voor officieel gebruik, zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.

Inkomsten die de Conferentie van het Energiehandvest verwerft uit een nijverheids- of handelsactiviteit die zij zelf of één van haar leden voor rekening van de Conferentie van het Energiehandvest of van de lidstaten ervan verricht, zijn niet vrijgesteld van directe belastingen.

Artikel 7 Wanneer de Conferentie van het Energiehandvest belangrijke aankopen van onroerende of roerende goederen verricht of belangrijke diensten laat verrichten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en wanneer in de prijs daarvan indirecte rechten of taksen op de aankoop zijn inbegrepen, worden telkenmale dit mogelijk is passende maatregelen genomen met het oog op vrijstelling of terugbetaling van het bedrag van deze rechten of belastingen.

Artikel 8 Onverminderd de verplichtingen die voor België uit de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voortvloeien en onverminderd de toepassing van prohibitieve of restrictieve wetten en voorschriften met betrekking tot de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid of de openbare zedelijkheid, kan de Conferentie van het Energiehandvest alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn voor haar officiële werkzaamheden.

Artikel 9 De Conferentie van het Energiehandvest is vrijgesteld van alle indirecte belastingen, invoerrechten daaronder begrepen, met betrekking tot goederen die in het kader van haar officiële werkzaamheden door haar zelf of in haar naam worden ingevoerd, aangekocht of uitgevoerd.

Artikel 10 De Conferentie van het Energiehandvest is vrijgesteld van alle indirecte belastingen met betrekking tot de officiële publicaties die voor haar zijn bestemd of die zij naar het buitenland zendt.

Artikel 11 Goederen die aan de Conferentie van het Energiehandvest toebehoren mogen in België niet worden overgedragen, tenzij dit gebeurt onder de voorwaarden die door de Belgische wetgeving en door de Minister van Financiën zijn voorgeschreven.

Artikel 12 De Conferentie van het Energiehandvest onthoudt er zich van om vrijstelling van belastingen, heffingen of rechten te vragen die niets anders zijn dan een vergoeding voor diensten van openbaar nut.

Artikel 13 België waarborgt de vrijheid van communicatie voor de Conferentie van het Energiehandvest voor haar officiële doeleinden.

De officiële briefwisseling van de Conferentie van het Energiehandvest is onschendbaar. HOOFDSTUK II. - Vertegenwoordigers die aan de werkzaamheden van de Conferentie van het Energiehandvest deelnemen Artikel 14 Vertegenwoordigers van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag betreffende het Energiehandvest, die aan de werkzaamheden van de Conferentie van het Energiehandvest deelnemen, hun adviseurs en technische deskundigen, de officiële deelnemers, alsmede de ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest die in het buitenland verblijven of hun hoofdbezigheid uitoefenen buiten België, genieten tijdens de uitoefening van hun functies de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten. HOOFDSTUK III. - Status van het Personeel Artikel 15 De Secretaris Generaal van de Conferentie van het Energiehandvest en zijn adjunct genieten de diplomatieke voorrechten en immuniteiten.

Artikel 16 1. Alle ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest : a) genieten vrijstelling van iedere belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen welke hun door de Conferentie van het Energiehandvest worden uitgekeerd en zulks met ingang van de dag waarop deze inkomsten aan een belasting ten bate van de Conferentie van het Energiehandvest zijn onderworpen, onder voorbehoud van de erkenning door België van het intern belastingssysteem. België behoudt zich de mogelijkheid voor met deze salarissen, emolumenten en vergoedingen rekening te houden bij het vaststellen van het bedrag aan belastingen dat wordt geheven op de belastbare inkomsten die uit andere bronnen verkregen zijn. b) genieten met betrekking tot de monetaire of wisselvoorschriften de faciliteiten die aan de ambtenaren van internationale organisaties worden toegekend.2. De ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest die niet de in artikel 15 bedoelde voorrechten en immuniteiten hebben genieten : a) immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, door hen in de uitoefening van hun officiële functie gesteld.Deze immuniteit geldt zelfs na het beëindigen van hun functie. b) onschendbaarheid van al hun officiële papieren en documenten;3. De ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest, evenals de gezinsleden te hunnen laste, zijn vrijgesteld van maatregelen die de immigratie beperken en van formaliteiten inzake vreemdelingenregistratie.4. De Conferentie van het Energiehandvest meldt de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Conferentie van het Energiehandvest deelt eveneens onderstaande gegevens mee omtrent haar ambtenaren : 1. naam en voornaam;2. plaats en datum van geboorte;3. geslacht;4. nationaliteit;5. hoofdverblijfplaats (gemeente, straat en nummer);6. burgerlijke staat;7. samenstelling van het gezin. Van alle wijzigingen aan deze gegevens wordt maandelijks mededeling gedaan. De ambtenaren en de gezinsleden te hunnen laste hebben recht op een speciale identiteitskaart.

Artikel 17 De bepalingen van artikel 16.1.a) zijn niet van toepassing op de pensioenen en renten die de Conferentie van het Energiehandvest aan haar gewezen ambtenaren in België of aan hun rechthebbenden uitkeert, en evenmin op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die de Conferentie van het Energiehandvest aan haar plaatselijke medewerkers uitbetaalt.

Artikel 18 De ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest die in België geen andere op gewin gerichte activiteit uitoefenen dan die welke hun functie bij de Conferentie van het Energiehandvest meebrengt, alsmede de gezinsleden te hunnen laste die in België geen op gewin gerichte privé-bezigheid hebben, vallen niet onder de Belgische wetgeving inzake de tewerkstelling van vreemde arbeidskrachten en de uitoefening door vreemdelingen van een zelfstandige beroepsactiviteit.

Artikel 19 1. Op het gebied van de sociale zekerheid kunnen de ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest in België die noch Belgische onderdanen noch permanente verblijfhouders in België zijn en die in België geen andere op gewin gerichte private bezigheid uitoefenen dan die welke door hun officiële functie is vereist, opteren voor de toepassing van de Belgische wetgeving, dit met het voorafgaandelijke akkoord van de Conferentie van het Energiehandvest.2. Dit optierecht kan slechts eenmaal worden uitgeoefend en wel binnen drie maanden na de opname van de functie in België.3. Ten aanzien van de personen die voor het Belgisch stelsel van sociale zekerheid hebben gekozen, past de Conferentie van het Energiehandvest de Belgische wetgeving inzake sociale zekerheid toe.4. Ten aanzien van de personen die het Belgische stelsel niet gekozen hebben, heeft de Conferentie van het Energiehandvest de plicht ervoor te waken dat die personen werkelijk door een doeltreffend stelsel van sociale zekerheid worden gedekt en België kan van de Conferentie van het Energiehandvest de terugbetaling verkrijgen van alle kosten die door enige vorm van sociale bijstand zijn veroorzaakt. Artikel 20 1. Onverminderd de verplichtingen welke voor België uit de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voortvloeien en onverminderd de toepassing van de wetten en voorschriften, hebben de ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest het recht, binnen twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij hun functie in België voor het eerst opnemen, meubelen en een personenauto voor persoonlijk gebruik vrij van rechten en taksen in te voeren of aan te kopen.2. De Minister van Financiën van de Belgische Regering bepaalt de perken en de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel. Artikel 21 België is er niet toe gehouden de in dit Akkoord vastgelegde voordelen, voorrechten en immuniteiten, behalve die waarin artikel 16.1.a) voorziet, aan eigen onderdanen of permanente verblijfhouders toe te kennen.

Zij genieten evenwel immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, die door hen in de uitoefening van hun officiële functie worden gesteld. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen Artikel 22 Voormelde voorrechten en immuniteiten worden aan de ambtenaren uitsluitend in het belang van de Conferentie van het Energiehandvest en niet in hun persoonlijk voordeel toegekend. De Secretaris-Generaal van de Conferentie van het Energiehandvest heeft het recht en de plicht de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin de immuniteit de rechtsgang belemmert en de opheffing ervan de belangen van de Conferentie van het Energiehandvest niet schaadt.

Artikel 23 België behoudt zich het recht voor alle passende maatregelen te treffen die 's lands veiligheid vereist.

Artikel 24 De in artikel 16 bedoelde personen genieten geen immuniteit van rechtsmacht in geval van inbreuken op de reglementering inzake het verkeer van motorvoertuigen of van schade veroorzaakt door dergelijke motorvoertuigen.

Artikel 25 De Conferentie van het Energiehandvest en de ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest in België dienen zich te richten naar alle verplichtingen die opgelegd worden in de Belgische wetgeving met betrekking tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in verband met het gebruik van motorvoertuigen.

Artikel 26 De ambtenaren van de Conferentie van het Energiehandvest werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten ten einde een goede rechts-bedeling te bevorderen, de naleving van de politievoorschriften te verzekeren, alsmede ieder misbruik te voorkomen van de in dit Akkoord bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten.

Artikel 27 Voor de 1ste maart van elk jaar doet de Conferentie van het Energiehandvest aan alle begunstigden een fiche toekomen waarop behalve hun naam en adres het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of renten staan aangegeven die zij hun in het voorbije jaar heeft uitbetaald. De fiche dient eveneens het bedrag te vermelden van de belasting die ten bate van de Conferentie van het Energiehandvest op de salarissen, emolumenten en vergoedingen wordt geheven.

Voor die datum doet de Conferentie van het Energiehandvest eveneens een dubbel van de fiches aan de bevoegde Belgische fiscale administratie rechtstreeks toekomen.

Artikel 28 De Conferentie van het Energiehandvest, haar ambtenaren en lokale medewerkers dienen de Belgische wetten en voorschriften in acht te nemen.

Artikel 29 België is door de werkzaamheden van de Conferentie van het Energiehandvest op zijn grondgebied niet internationaal aansprakelijk voor enig handelen of verzuim van de Conferentie van het Energiehandvest of van enige handeling die de ambtenaren in het kader van hun functie hebben gesteld of hebben nagelaten.

Artikel 30 1. Elk meningsverschil betreffende de toepassing of interpretatie van dit Akkoord, dat niet door directe onderhandelingen tussen de Partijen kon worden geregeld, kan door elk van beide Partijen worden voorgelegd aan een uit drie leden bestaand Scheidsgerecht.2. De Belgische regering en de Conferentie van het Energiehandvest wijzen voor het Scheidsgerecht elk één lid aan.3. De aldus aangewezen leden kiezen hun voorzitter.4. Indien er tussen de leden geen eensgezindheid bestaat omtrent de keuze van de Voorzitter, wordt deze op verzoek van de leden van het Scheidsgerecht aangewezen door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.5. Een zaak wordt bij het Scheidsgerecht aanhangig gemaakt doordat een der Partijen een daartoe strekkend verzoekschrift indient.6. Het Scheidsgerecht stelt zijn eigen procedure vast. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Artikel 31 Elk van beide Partijen stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de in haar wetgeving of statuten vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Akkoord is voldaan.

Het Akkoord blijft van kracht hetzij voor de geldigheidsduur van de Conferentie van het Energiehandvest, hetzij tot na het verstrijken van een termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop één der Partijen de andere in kennis heeft gesteld van haar voornemen het Akkoord te beëindigen.

Ten blijke waarvan de onderscheiden vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van de Conferentie van het Energiehandvest dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 26 oktober 1995, in tweevoud, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor het Koninkrijk België : E. DERYCKE, Minister van Buitenlandse Zaken Voor de Conferentie van het Energiehandvest : Ch. RUTTE, Voorzitter van de Conferentie C. JONES, Secretaris-Generaal van het Secretariaat

Overeenkomstig zijn artikel 31, is dit Akkoord in werking getreden op 27 juli 1999 (internationale inwerkingtreding).

^