Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 mei 2003
gepubliceerd op 24 juni 2003

Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022701
pub.
24/06/2003
prom.
11/05/2003
ELI
eli/wet/2003/05/11/2003022701/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2003. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 1983, worden de wolgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer de werknemer aanspraak kan maken op een rustpensioen krachtens dit besluit en op een rustpensioen of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen en wanneer het totaal van de breuken die voor elk van die pensioenen de belangrijkheid ervan uitdrukken de eenheid overschrijdt, wordt de beroepsloopbaan die voor de berekening van het rustpensioen in aanmerking wordt genomen verminderd met zoveel jaren als nodig om genoemd totaal tot de eenheid te herleiden.Bij samenloop van een rustpensioen krachtens dit besluit en een rustpensioen krachtens het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen worden voor de toepassing van deze bepaling de minst voordelige jaren in mindering gebracht, ongeacht het stelsel waarin deze jaren gepresteerd werden; in geval van vervroegde pensionering wordt eerst de vermindering wegens vervroeging zoals bepaald in artikel 3, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 toegepast, alvorens bepaald wordt welke jaren voor de toepassing van deze bepaling in mindering gebracht worden. »; b) het vijfde lid wordt vervangen als volgt : « De Koning bepaalt : 1° in welke gevallen de vermindering beoogd bij dit artikel niet wordt toegepast;2° op welke wijze, bij samenloop van een rust- of overlevingspensioen in de werknemersregeling en een rust- of overlevingspensioen als zelfstandige, de beroepsloopbaan wordt verminderd;3° op welke wijze, bij samenloop van een rustpensioen in de werknemersregeling en een rustpensioen in een « andere regeling », de beroepsloopbaan wordt verminderd;4° welke pensioengedeelten die krachtens andere regelingen worden toegekend voor de toepassing van dit artikel buiten beschouwing worden gelaten;5° wat onder volledig pensioen in een andere regeling wordt verstaan. »

Art. 3.In artikel 19 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, opgeheven bij de wet van 6 februari 1976 en opnieuw ingevoegd bij de wet van 15 mei 1984, worden de volgende wijzingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer de zelfstandige aanspraak kan maken op een rustpensioen krachtens dit besluit en op een rustpensioen of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen en wanneer het totaal van de breuken die voor elk van die pensioenen de belangrijkheid ervan uitdrukken de eenheid overschrijdt, wordt de breuk die de beroepsloopbaan weergeeft welke voor de berekening van het rustpensioen in aanmerking wordt genomen zodanig verminderd als nodig is om genoemd totaal tot de eenheid te herleiden.Bij samenloop van een rustpensioen krachtens dit besluit en een rustpensioen krachtens het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers worden voor de toepassing van deze bepaling de minst voordelige jaren in mindering gebracht, ongeacht het stelsel waarin deze jaren gepresteerd werden; in geval van vervroegde pensionering wordt eerst de vermindering wegens vervroeging zoals bepaald in artikel 3, § 1, tweede lid, toegepast, alvorens bepaald wordt welke jaren voor de toepassing van deze bepaling in mindering gebracht worden. »; b) het vijfde lid wordt vervangen als volgt : « De Koning bepaalt : 1° in welke gevallen de vermindering beoogd bij dit artikel niet wordt toegepast;2° op welke wijze, bij samenloop van een rust- of overlevingspensioen in de regeling der zelfstandigen en een rust- of overlevingspensioen als werknemer, de beroepsloopbaan wordt verminderd;3° op welke wijze, bij samenloop van een rustpensioen in de regeling der zelfstandigen en een rustpensioen in een « andere regeling », de beroepsloopbaan wordt verminderd;4° welke pensioengedeelten die krachtens andere regelingen worden toegekend voor de toepassing van dit artikel buiten beschouwing worden gelaten;5° wat onder volledig pensioen in een andere regeling wordt verstaan. »

Art. 4.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van de artikelen 2 en 3.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Senaat : Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel van de heer Steverlynck, nr. 2-1095/1. (1) Zitting 2002-2003. Senaat : Parlementaire stukken. - Amendementen, nr. 2-1095/2. - Verslag, nr. 2-1095/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 2-1095/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-1095/5.

Parlementaire Handelingen : 30 januari 2003.

Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 50-2260/1. - Verslag, nr. 50-2260/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachting voorgelegd, nr. 50-2260/3.

Zie ook : Integraal verslag : 27 maart 2003.

^