Etaamb.openjustice.be
Wet van 12 februari 2009
gepubliceerd op 21 juni 2012

Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Bosnië-Herzegovina, ondertekend te Brussel op 6 maart 2006 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2009015026
pub.
21/06/2012
prom.
12/02/2009
ELI
eli/wet/2009/02/12/2009015026/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2009. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Bosnië-Herzegovina, ondertekend te Brussel op 6 maart 2006 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Bosnië-Herzegovina, ondertekend te Brussel op 6 maart 2006, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van de Overeenkomst, voorzien in artikel 11 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 12 februari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, Mevr. M. ARENA Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) Zittingen van 2007-2008 en 2008-2009 : Senaat. Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 16/07/2008, nr. 4-881/1. - Verslag, nr. 4-881/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6/11/2008. - Stemming, vergadering van 6/11/2008.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1567/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-1567/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 27/11/2008. - Stemming, vergadering van 27/11/2008. (2) Deze Overeenkomst is in werking getreden op 1/6/2009, overeenkomstig haar artikel 50. OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN BOSNIE-HERZEGOVINA

HET KONINKRIJK BELGIE EN BOSNIE-HERZEGOVINA, Bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, Zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen.

TITEL I Algemene bepalingen Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze Overeenkomst : a) Verstaat men onder « België » : het Koninkrijk België; Verstaat men onder « Bosnië-Herzegovina » : Bosnië-Herzegovina. b) Verstaat men onder « onderdaan » : - Voor België : een persoon van Belgische nationaliteit; - Voor Bosnië-Herzegovina : een persoon met de nationaliteit van Bosnië-Herzegovina. c) Verstaat men onder « wetgeving » : de wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2.d) Verstaat men onder « bevoegde autoriteit » : - Voor België : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1; - Voor Bosnië-Herzegovina : de Ministeries die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1. e) Verstaat men onder « bevoegd orgaan » : de instelling, het orgaan of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen en die de financiële last heeft van de prestaties.f) Verstaat men onder « verzekeringstijdvak » : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend.g) Verstaat men onder « prestatie » : gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk der overeenkomstsluitende Staten, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2.h) Verstaat men onder « gezinsbijslag » : de periodieke uitkeringen in geld alsook de toeslag toegekend op grond van het aantal kinderen en hun leeftijd, met uitsluiting van alle andere aanvullingen of verhogingen.i) Verstaat men onder « gezinslid » : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend, of, in het geval bedoeld in artikel 14, ingevolge de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.j) Verstaat men onder « nagelaten betrekking » : iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.k) Verstaat men onder « woonplaats » : de normale verblijfplaats.l) Verstaat men onder « verblijfplaats » : de tijdelijke verblijfplaats.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing : - voor wat betreft België, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekte- en moederschapsverzekering van werknemers en zelfstandigen;b) de arbeidsongevallen en beroepsziekten;c) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;d) de invaliditeitsverzekering van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;e) de werkloosheidsverzekering;f) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen. voor wat betreft Bosnië-Herzegovina, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekteverzekering en de bescherming van de gezondheid;b) de verzekering voor gepensioneerden en de verzekering voor invaliden;c) de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten;d) de prestaties in geval van werkloosheid;e) de prestaties voor moederschap en de gezinsbijslag.2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.3. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden. 4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen. Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen.

Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.

Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, mogen de prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongeval en beroepsziekte evenals die inzake rust- en overlevingspensioenen, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De rust- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens een arbeidsongeval en een beroepsziekte die krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van eerstgenoemde Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules De bepalingen inzake vermindering of schorsing waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voorziet in geval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten of door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere Staat zijn verkregen of om inkomsten verworven of om beroepsarbeid uitgeoefend op het grondgebied van de andere Staat.

Deze regel is evenwel niet van toepassing op de samenloop van gelijkaardige prestaties.

TITEL II Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 11, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) op de persoon die beroepsarbeid verricht op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;b) op de persoon die ononderbroken beroepsarbeid verricht aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;c) op de persoon die deel uitmaakt van het reizend of varend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, per lucht of per binnenscheepvaart verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing.2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Bosnië-Herzegovina, wordt de activiteit uitgeoefend in Bosnië-Herzegovina, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België.3. De persoon die een beroepsbezigheid die geen loonarbeid is uitoefent op het grondgebied van de ene en van de andere overeenkomstsluitende Staat is enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij zijn normale woonplaats heeft.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten als zelfstandige verworven op het grondgebied van beide Staten.

Artikel 8 Bijzondere regels 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met zijn hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.2. Artikel 7, paragraaf 1, b) is niet van toepassing voor niet gewoonlijk op volle zee tewerkgestelde personen die binnen de territoriale wateren of in een haven van een van de overeenkomstsluitende Staten tewerkgesteld zijn op een schip dat de vlag voert van de andere Staat.Naar gelang van het geval is artikel 7, paragraaf 1, a), of paragraaf 1 van dit artikel van toepassing. 3. De werknemer van een vervoeronderneming met zetel op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten, die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat gedetacheerd wordt of er in tijdelijk dan wel ambulant verband werkzaam is, valt, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de onderneming haar zetel heeft. Heeft echter de onderneming op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat een filiaal of een permanente vertegenwoordiging, dan valt de aldaar tewerkgestelde werknemer onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar het filiaal of de vertegenwoordiging zich bevindt, met uitzondering van degene die daarheen niet blijvend wordt gezonden.

Artikel 9 Ambtenaren Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, alsook op hun gezinsleden, is de wetgeving van eerstgenoemde Staat van toepassing.

Artikel 10 Leden van de diplomatieke missies en consulaire posten 1. De onderdanen van de zendstaat die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door deze Staat worden gezonden naar het grondgebeid van de ontvangende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde Staat.2. a) De personen die als leden van het administratief of technisch personeel, als consulaire bedienden of als leden van het dienstpersoneel in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van de zendstaat en die op het grondgebied van de ontvangende Staat wonen zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde Staat.b) Ongeacht de bepalingen van littera a) kunnen de personen die onderdaan zijn van de zendstaat kiezen voor de toepassing van de wetgeving van deze Staat.Deze keuze moet gemaakt worden binnen de zes maanden te rekenen vanaf het begin van de tewerkstelling of de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst. 3. Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van de zendstaat personen tewerkstelt die overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel onderworpen zijn aan de wetgeving van de ontvangende Staat, houdt de missie of de post rekening met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde Staat de werkgevers oplegt.4. De bepalingen van paragrafen 2 en 3 van dit artikel zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in paragraf 1 van dit artikel.5. De bepalingen van paragrafen 1 tot 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.6. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in paragrafen 1 tot 4, die thuis wonen, tenzij ze zelf een beroepsbezigheid uitoefenen. Artikel 11 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen de bevoegde autoriteiten, na gemeen overleg, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 10.

TITEL III Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1 Ziekte en moederschap Artikel 12 Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties en voor de duur van de toekenning ervan worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de Staten samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.

Artikel 13 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die, gelet op zijn toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig heeft tijdens een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de wetgeving die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld wordt bij de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast.3. Paragraaf 1 is niet van toepassing : a) wanneer een persoon zich zonder de toelating van het bevoegd orgaan begeeft naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een medische behandeling te krijgen;b) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt.4. Het orgaan van de verblijfplaats moet de onmiddellijke noodzaak aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 en de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 3 vaststellen. Artikel 14 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geniet de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De gezinsleden van een persoon onderworpen aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.3. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast.4. Paragrafen 2 en 3 zijn niet toepasselijk op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen. Artikel 15 1. De persoon die krachtens artikel 8 of 11 onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat alsook de hem vergezellende gezinsleden wier toestand onmiddellijke verzorging vereist, genieten verstrekkingen tijdens de hele duur van hun verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de verblijfplaats volgens de wetgeving die het toepast.3. Het orgaan van de verblijfplaats moet de onmiddellijke noodzaak aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 vaststellen. Artikel 16 De gerechtigde op invaliditeitsuitkeringen, rust- of overlevingsuitkeringen of renten verschuldigd ingevolge de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten geniet voor zichzelf en voor zijn gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan hij woont en ten laste van het bevoegd orgaan van deze Staat.

De gerechtigde op een invaliditeitsuitkering, een rust- of overlevingsuitkering of een rente uitsluitend verschuldigd ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen voor zichzelf en voor zijn gezinsleden. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast.

Artikel 17 De personen bedoeld in paragraaf 2 van artikel 14 en in paragraaf 2 van artikel 16, die verblijven op het grondgebied van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze Staat, ten laste van deze Staat en volgens de wetgeving die het orgaan van de verblijfplaats toepast.

Artikel 18 1. Het daadwerkelijk bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 13, 14, 15 en 16, paragraaf 2 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken. Artikel 19 1. Een persoon die voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van de bevoegde Staat gesteld zijn om recht te hebben op uitkeringen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 12, heeft recht op deze uitkeringen ook al bevindt hij zich op het grondgebied van de andere Staat.De uitkeringen worden rechtstreeks verstrekt door het bevoegd orgaan waaronder de rechthebbende ressorteert. De rechthebbende op uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering mag verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat mits het bevoegd orgaan zijn voorafgaande toestemming heeft gegeven. 2. De rechthebbende op uitkeringen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat kan verder genieten van deze uitkeringen wanneer hij zijn woonplaats overbrengt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.De Staat die de uitkeringen verschuldigd is kan eisen dat een voorafgaande toelating door het bevoegd orgaan nodig is voor de verandering van woonplaats. Deze toelating kan evenwel enkel geweigerd worden indien de verplaatsing af te raden is op grond van behoorlijk vastgestelde medische redenen. HOOFDSTUK 2 Arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 20 1. De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat geniet verstrekkingen, indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de wetgeving die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast. Artikel 21 1. Het daadwerkelijk bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 20 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken. Artikel 22 Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking komen om de graad van ongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde Staat.

Artikel 23 1. Wanneer de persoon getroffen door een beroepsziekte een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen kunnen aanspraak maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 2.2. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op zijn grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 24 Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de persoon die schadeloosstelling voor een beroepsziekte geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn de volgende regelen van toepassing : a) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon veroorzaakt worden of verergeren, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;b) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;het bevoegd orgaan van de tweede Staat kent de persoon een supplement toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Staat en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering zou verschuldigd geweest zijn. HOOFDSTUK 3 Ouderdom, overlijden en invaliditeit Afdeling 1

Bijzondere bepalingen betreffende de Belgische prestaties Onderafdeling A - Verzekering ouderdom en nagelaten betrekkingen Artikel 25 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de wetgeving van Bosnië-Herzegovina betreffende de pensioensverzekering in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in Bosnië-Herzegovina werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien in de algemene regeling van de werknemers. Artikel 26 1. Wanneer de persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het Belgisch orgaan het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving.Dit orgaan berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regelen voorzien in paragraaf 2, littera a) en b). Enkel het hoogste bedrag wordt weerhouden. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 25, zijn de volgende regelen van toepassing : a) het Belgisch orgaan berekent het theoretisch bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) het Belgisch orgaan berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens littera a). Onderafdeling B - Invaliditeitsverzekering Artikel 27 Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 25 naar analogie van toepassing.

Artikel 28 1. Indien het recht op Belgische invaliditeitsprestaties onstaat enkel door samentelling van de verzekeringstijdvakken van Bosnië-Herzegovina en van België vervuld overeenkomstig artikel 27, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 26, paragraaf 2.2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 27, en het bedrag opgeleverd door de samentelling van de prestatie van Bosnië-Herzegovina met de Belgische prestatie berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent het Belgisch orgaan een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde prestaties en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving. Artikel 29 Niettegenstaande de bepalingen van artikel 27, in de gevallen bedoeld in artikel 28, paragraaf 1, is geen enkele invaliditeitsprestatie verschuldigd door het Belgisch bevoegd orgaan wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving vóór de realisatie van het risico in hun geheel geen jaar bereiken.

Artikel 30 In afwijking van artikel 5 blijft de rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving verder genieten van deze prestatie tijdens een verblijf in de andere Staat wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door het Belgisch bevoegd orgaan. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke het Belgisch bevoegd orgaan krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.

Onderafdeling C - Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 31 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, van de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties van Bosnië-Herzegovina worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet niet overgegaan worden tot een nieuwe berekening van de Belgische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties.2. Daarentegen, in geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregelen van de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 26 of 28. Afdeling 2

Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties van Bosnië-Herzegovina Artikel 32 Samentelling van de verzekeringstijdvakken Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekeringstijdvakken, houdt het bevoegd orgaan in voorkomend geval rekening met de tijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, alsof deze tijdvakken werden vervuld onder de wetgeving van deze Staat, op voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken elkaar niet overlappen.

Artikel 33 Samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld in derde Staten 1. Wanneer het totaal verzekeringstijdvak, na toepassing van artikel 32 van deze Overeenkomst, niet volstaat om het recht op een prestatie te doen ontstaan, houdt het bevoegd orgaan van Bosnië-Herzegovina ook rekening met de verzekeringstijdvakken vervuld in derde Staten waarmee de twee overeenkomstsluitende Staten een socialezekerheidsovereenkomst hebben gesloten, die in de samentelling van verzekeringstijdvakken voorziet.2. Wanneer dergelijke sociale-zekerheidsovereenkomst met een derde Staat enkel door Bosnië-Herzegovina werd gesloten, houdt de verzekeringsinstelling van Bosnië-Herzegovina rekening met het verzekeringstijdvak vervuld door de verzekerden in een derde Staat, tenzij anders bepaald in de overeenkomst met bedoelde derde Staat. Artikel 34 Verzekeringstijdvak van minder dan 12 maanden De bepalingen van artikelen 32 en 33 van deze Overeenkomst zijn enkel toepasselijk indien het verzekeringstijdvak, vervuld in Bosnië-Herzegovina krachtens de wetgeving van Bosnië-Herzegovina, ten minste 12 maanden bereikt, behalve wanneer, volgens deze wetgeving, een recht op een prestatie bestaat wegens het vervullen van enkel dit verzekeringstijdvak.

Artikel 35 Uitbetaling van de autonome prestatie Wanneer een recht op een prestatie bestaat krachtens de wetgeving van Bosnië-Herzegovina, zonder de toepassing van artikel 32 van deze Overeenkomst, bepaalt het bevoegd orgaan van Bosnië-Herzegovina de prestatie enkel op basis van de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van Bosnië-Herzegovina.

Artikel 36 Uitbetaling van de verhoudingsgewijze berekende prestatie Wanneer een recht op een prestatie bestaat krachtens de wetgeving van Bosnië-Herzegovina, enkel na toepassing van artikelen 32 en 33 van deze Overeenkomst, bepaalt het bevoegd orgaan van Bosnië-Herzegovina de prestatie als volgt : a) het berekent eerst het theoretisch bedrag van de prestatie dat verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) het berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens littera a);c) wanneer het samengeteld tijdvak waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de prestatie, na toepassing van artikelen 32 en 33 van deze Overeenkomst, langer is dan het langste verzekeringstijdvak op basis waarvan, volgens de wetgeving van Bosnië-Herzegovina, het bedrag van de prestatie wordt bepaald, zal het bevoegd orgaan, op basis van het in littera a) bedoeld theoretisch bedrag, het bedrag van de prestatie bepalen naar verhouding van het verzekeringstijdvak vervuld krachtens zijn wetgeving en van het langste verzekeringstijdvak op basis waarvan het bedrag van de prestatie is bepaald. HOOFDSTUK 4 Gezinsbijslag Artikel 37 1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen van het recht op prestaties afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast te dien einde rekening, in de nodige mate voor de samentelling, met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.2. Personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is hebben, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.3. De rechthebbende op een pensioen of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.4. De rechthebbende op pensioenen of renten verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze rechthebbende woont, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar de rechthebbende op pensioenen of renten woont.5. De wees van een overleden persoon die onderworpen was aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat heeft recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat aan de wetgeving waarvan de overledene laatstelijk onderworpen was en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden.6. De persoon die werkloosheidsprestaties geniet krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.7. Niettegenstaande paragrafen 2 en 6, wanneer een recht op gezinsbijslag bestaat in beide overeenkomstsluitende Staten, wordt de Staat waar het kind woont beschouwd als de bevoegde Staat die de gezinsbijslag verleend krachtens zijn wetgeving ten laste heeft. HOOFDSTUK 5 Werkloosheid Artikel 38 1. Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken, houdt het met de toepassing van deze wetgeving belast orgaan te dien einde, in de nodige mate, met het oog op de samentelling, rekening met de verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die in de hoedanigheid van werknemer werden vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat als gold het verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die onder de door hem toegepaste wetgeving werden vervuld.2. Het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekeringstijdvakken moet met de in de andere overeenkomstsluitende Staat vervulde tewerkstellingstijdvakken slechts rekening houden op voorwaarde dat deze tijdvakken, indien vervuld onder de wetgeving die het toepast, als verzekeringstijdvakken beschouwd worden.3. De toepassing van de bepalingen van paragrafen 1 en 2 van dit artikel wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk tewerkstellingstijdvakken of, in het geval van paragraaf 2, verzekeringstijdvakken heeft vervuld onder de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op grond van dewelke de prestaties werden aangevraagd en dat hij onder deze wetgeving een beroepsbezigheid als werknemer heeft uitgeoefend gedurende ten minste zesentwintig weken tijdens de twaalf laatste maanden vóór zijn aanvraag.Paragraaf 1 is niettemin toepasselijk indien de tewerkstelling, zonder fout vanwege de werknemer, ophoudt vóór de zesentwintig weken verstreken zijn, wanneer deze tewerkstelling voorbestemd was om langer te duren.

Artikel 39 In geval van toepassing van artikel 38, vermindert het bevoegd orgaan van Bosnië-Herzegovina de duur van de prestatie met het tijdvak gedurende hetwelk het Belgisch bevoegd orgaan prestaties heeft uitgekeerd tijdens de laatste twaalf maanden vóór de aanvraag om prestaties.

In geval van toepassing van artikel 38 houdt het Belgisch bevoegd orgaan, voor de vaststelling van de duur van toekenning en van het bedrag van de prestaties, in de nodige mate rekening met het tijdvak gedurende hetwelk prestaties werden uitgekeerd door het bevoegd orgaan van Bosnië-Herzegovina, tot een maximumduur van twaalf maanden en binnen de grenzen van de wetgeving die het toepast.

TITEL IV Diverse bepalingen Artikel 40 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen alle nodige administratieve maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen, de bevoegde organen en de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 41 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere Staat over te leggen stukken en documenten.3. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats is.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 42 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen 1. Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat.In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege. 2. Een aanvraag of een document mag niet worden van de hand gewezen omdat het opgesteld is in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 43 Uitbetaling van de prestaties 1. De bevoegde uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.2. Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.3. De bepalingen van de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 44 Bijleggen van geschillen Geschillen over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst zullen indien mogelijk bijgelegd worden door de bevoegde autoriteiten.

Artikel 45 Niet-verschuldigde bedragen 1. Indien bij de uitbetaling of de herziening van prestaties bij toepassing van de Overeenkomst het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat de prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd die hoger is dan de som die hem verschuldigd is, kan dit orgaan het bevoegd orgaan van de andere Staat, dat een overeenstemmende prestatie ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, vragen het te veel betaalde in te houden op de nabetaling van achterstallen die deze gerechtigde verschuldigd zijn. De modaliteiten voor de toepassing van deze bepalingen zullen vastgelegd worden na gemeen overleg tussen de bevoegde autoriteiten van België en van Bosnië-Herzegovina.

Indien het te veel betaalde niet kan worden ingehouden op de nabetaling van achterstallen, zullen de bepalingen van paragraaf 2 van toepassing zijn. 2. Wanneer het bevoegd orgaan van een overeenkomstsluitende Staat aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd hoger dan de aan deze laatste verschuldigde som, kan dit orgaan, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de door hem toegepaste wetgeving, het bevoegd orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat dat de prestaties ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken het te veel betaalde in te houden op de sommen die het deze gerechtigde stort.Dat laatste orgaan verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke verevening toegelaten is bij de wetgeving die het toepast, als gold het sommen die het zelf te veel had uitgekeerd, en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het bevoegd orgaan dat de vordering heeft.

TITEL V Overgangs- en slotbepalingen Artikel 46 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 47 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de uitbetalingsinstelling zich bevindt, wordt, op verzoek van belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbende die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een rente hebben bekomen, worden op hun verzoek herzien, rekening gehouden met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen belanghebbende mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 48 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.

Artikel 49 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gehandhaafd. De overeenkomstsluitende Staten nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.

Artikel 50 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Staten de andere overeenkomstsluitende Staat zal medegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervuld zijn.

Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, wat betreft de betrekkingen tussen de beide overeenkomstsluitende Staten, zal het Verdrag betreffende de sociale zekerheid ondertekend op 1 november 1954 tussen de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië en het Koninkrijk België ophouden te bestaan en vervangen worden door onderhavige Overeenkomst.

Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Opgemaakt te Brussel, op 6 maart 2006, in tweevoud, in de Franse, Nederlandse, Bosnische, Kroatische en Servische taal, de vijf teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

^