Etaamb.openjustice.be
Wet van 13 juli 2004
gepubliceerd op 06 september 2004

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Regering van Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties », ondertekend te Brussel op 23 april 2003 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2004015160
pub.
06/09/2004
prom.
13/07/2004
ELI
eli/wet/2004/07/13/2004015160/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2004. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Regering van Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties », ondertekend te Brussel op 23 april 2003 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Regering van Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties », ondertekend te Brussel op 23 april 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE. De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE Met 's Lands zegel gezegeld, De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2003-2004. Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 20 januari 2004, nr. 3-468/1. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 3-468/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 maart 2004. - Stemming, vergadering van 18 maart 2004. Kamer : Document. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 51-946/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-946/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6 mei 2004. - Stemming, vergadering van 6 mei 2004. (2) Deze overeenkomst zal in werking treden op 1 november 2004. Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Regering van Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties » Het Koninkrijk België en De Regering van Nieuw-Zeeland Hierna genoemd « de Partijen », Verlangend de samenwerking tussen hun beide landen te versterken, en Geleid door de wens een beter wederzijds begrip te bevorderen door hun jonge onderdanen de kans te geven de cultuur en de levenswijze van het andere land eigen te maken en deze te leren kennen door er vakanties door te brengen tijdens dewelke zij de mogelijkheid hebben er te werken, teneinde de financiële middelen waarover ze beschikken, aan te vullen, zijn het volgende overeengekomen : DEEL I. - Werkingsfeer en werkwijze ARTIKEL 1 Personen die van het bepaalde in deze Overeenkomst gebruik wensen te maken : (a) hebben als hoofddoel een vakantie door te brengen in het andere land, waarbij de mogelijkheid er te werken van bijkomstige aard is;(b) zijn tenminste achttien (18) jaar oud en niet ouder dan dertig (30) jaar bij de indiening van de aanvraag;(c) hebben een geldig paspoort;(d) hebben een geldig retourticket dan wel van voldoende middelen om een dergelijk ticket te kopen;(e) hebben voldoende financiële middelen, als bepaald door elk der Partijen, om te voorzien in hun behoeften tijdens het verblijf in het andere land;(f) hebben niet eerder van deze regeling gebruik gemaakt;(g) hebben geen ziekten of gebreken die de volksgezondheid, de openbare orde of de openbare veiligheid in gevaar zouden kunnen brengen;(h) kunnen op verzoek van één van de Partijen het bewijs van goed gedrag leveren aan de hand van een officieel stuk;(i) hebben voor de duur van het verblijf een uitgebreide ziektekosten- en hospitalisatieverzekering afgesloten;(j) dienen de vastgelegde kosten voor de visumaanvraag te betalen. ARTIKEL 2 Conform de bepalingen van deze Overeenkomst zal elke Partij de onderdanen van de andere Partij, die voldoen aan de in artikel 1 gestelde voorwaarden, toelaten om haar grondgebied binnen te komen mits voorlegging van een geschikt visum, overeenkomstig de bij deze Overeeenkomst bepaalde regeling inzake werkvakanties.

ARTIKEL 3 1. Na afhandeling van de inschrijvingsformaliteiten op het gemeeentebestuur zal de door België afgegeven verblijfsvergunning de houder toelaten tijdelijk in België te verblijven voor een periode van maximum twaalf maanden.De vergunning zal gedurende deze twaalf maanden eveneens het recht op meervoudige binnenkomsten in België toelaten. 2. In het kader van deze Overeenkomst kan een visumaanvraag voor België worden ingediend bij de bevoegde diplomatieke of consulaire post van België in het land van verblijf van de aanvrager.3. Onderdanen van Nieuw-Zeeland die in aanmerking komen voor de regeling in het kader van deze Overeenkomst, zijn vrijgesteld van het verkrijgen van een arbeidskaart.4. Zodra de visumaanvraag is aanvaard, zullen de bevoegde Belgische autoriteiten ervoor zorgen dat de onderdanen van Nieuw-Zeeland die in aanmerking komen voor de regeling in het kader van deze Overeenkomst, worden ingelicht omtrent de praktische uitvoering van de bepalingen ervan in België, met inbegrip van de inschrijving in een gemeente. ARTIKEL 4 1. De door Nieuw-Zeeland in toepassing van artikel 2 verstrekte vergunning is een arbeidsvisum dat vanaf de datum van afgifte voor een periode van twaalf maanden geldis is.De vergunning zal gedurende deze twaalf maanden eveneens meervoudige binnenkomsten in Nieuw-Zeeland toelaten. 2. Visa voor Nieuw-Zeeland kunnen worden aangevraagd bij elke Nieuw-Zeelandse instantie die bevoegd is visumaanvragen in behandeling te nemen.3. De Regering van Nieuw-Zeeland verstrekt een arbeidsvergunning aan Belgische onderdanen die in het bezit zijn van een arbeidsvisum als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.De arbeidsvergunning wordt aan bedoelde personen bij hun aankomst in Nieuw-Zeeland verstrekt en is geldig voor een periode van maximum twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van aankomst in Nieuw-Zeeland. 4. Belgische onderdanen die in aanmerking komen voor de regeling in het kader van deze Overeenkomst, mogen tijdens hun verblijf niet in vast dienstverband werken en niet langer dan drie maanden bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld.5. Zodra de visumaanvraag is goedgekeurd, zullen de bevoegde Nieuw-Zeelandse autoriteiten ervoor zorgen dat de Belgische onderdanen die in aanmerking komen voor de regeling in het kader van deze Overeenkomst, worden ingelicht omtrent de uitvoering van de bepalingen ervan in Nieuw-Zeeland, met inbegrip van de in lid vier (4) aangegeven beperkingen. DEEL II. - Gemeenschappelijke bepalingen ARTIKEL 5 1. De onderdanen van elk van de twee landen die in aanmerking komen voor de bij deze Overeenkomst bepaalde regeling van werkvakanties (hierna te noemen « de Deelnemers »), genieten dezelfde behandeling als de onderdanen van het gastland, met betrekking tot de toepassing van de daar geldende wetten en voorschriften.2. Indien de Deelnemers zijn tewerkgesteld, zijn de wet- en regelgeving die in het gastland gelden op het gebied van arbeidsvoorwaarden, bezoldiging, veiligheid en gezondheid op hen van toepassing.3. De Deelnemers alsmede hun werkgevers dienen te voldoen aan de voorschriften inzake sociale zekerheid van het gastland.4. De Deelnemers mogen geen arbeid verrichten die ingaat tegen het doel van deze Overeenkomst.5. De Deelnemers mogen zich tijdens hun verblijf inschrijven voor één opleiding of cursus van maximum drie maanden. ARTIKEL 6 De Deelnemers mogen hun verblijf van de voor de Regeling inzake Werkvakantie voorziene periode van één jaar niet verlengen.

ARTIKEL 7 1. Het staat elk van de Partijen vrij een aanvraag te verwerpen.2. Elk van de Partijien kan overeenkomstig haar wetgeving een ongewenst geachte Deelnemer de toegang tot haar grondgebied weigeren of een Deelnemer die krachtens deze Overeenkomst een inreisvergunning had verkregen, uitwijzen. ARTIKEL 8 Het maximumaantal Deelnemers aan wie de Partijen krachtens deze Overeenkomst toestemming verlenen voor een verblijf op hun respectieve grondgebieden, in aanvankelijk vastgelegd op 100 per jaar. Dit aantal kan jaarlijks met wederzijdse toestemming van de Partijen worden herzien en vastgelegd middels een uitwisseling van diplomatieke nota's. Zodanige uitwisseling tot herziening van het aantal Deelnemers wordt niet beschouwd als een daadwerkelijke wijziging van deze Overeenkomst.

DEEL III. - Algemene bepalingen ARTIKEL 9 1. Elk van de Partijen kan te allen tijde langs diplomatieke weg verzoeken overleg te plegen over de toepassing van deze Overeenkomst.2. Deze Overeenkomst zal herzien worden na een periode van twee (2) jaar, te rekenen vanaf haar inwerkingtreding en nadien op verzoek van elk van de Partijen. ARTIKEL 10 Elk van de Parijen kan de toepassing van deze Overeenkomst ten dele of geheel tijdelijk opschorten om redenen die verband houden met de openbare veiligheid, de openbare orde, de volksgezondheid of een mogelijk immigratierisico. De andere Partij wordt langs diplomatieke weg in kennis gesteld van de opschorting en de datum waarom deze ingaat.

ARTIKEL 11 1. Deze Overeenkomst geldt voor onbepaalde duur en kan worden beëindigd overeenkomstig het bepaalde in punt 3 hierna.2. Deze Overeenkomst kan worden gewijzigd zodra de Partijen het eens zijn over de voorgestelde wijzigingen, dat aan de interne procedures ter zake is voldaan en dat zij elkaar hiervan middels uitwisseling van diplomatieke nota's in kennis hebben gesteld.Wijzigingen worden van kracht dertig (30) dagen na ontvangst van de tweede diplomatieke nota waarin de ene Partij de andere Partij ervan in kennis stelt dat aan haar grondwettelijke procedures is voldaan. 3. Deze Overeenkomst kan door elk van de Partijen worden beëindigd mits de andere Partij langs diplomatieke weg drie (3) maanden op voorhand schriftelijk in kennis wordt gesteld. ARTIKEL 12 Elke Partij stelt de andere Partij er langs diplomatieke weg van in kennis dat aan de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst werd voldaan. De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de datum van het in ontvangst nemen van de laatste van deze kennisgevingen.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan in tweevoud te Brussel op 23 april 2003, in de Engelse, de Franse en de Nederlandse taal, zijnde elke tekst gelijkelijk authentiek.

^