Etaamb.openjustice.be
Wet van 14 februari 2014
gepubliceerd op 27 februari 2014

Wet met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009077
pub.
27/02/2014
prom.
14/02/2014
ELI
eli/wet/2014/02/14/2014009077/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2014. - Wet met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering

Art. 2.Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, wordt opgeheven.

Art. 5.Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 337, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, worden de woorden ", bedoeld in artikel 359" opgeheven.

Art. 7.In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt."; 2° in het vierde lid worden de woorden "tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie" vervangen door de woorden "tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie".

Art. 8.Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel 408, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden ", van de oudste nietige akte af" opgeheven.

Art. 10.Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 11.Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 12.Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 413.Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren."

Art. 13.Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.

Art. 15.In boek II, titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : "Hoofdstuk II. - Rechtspleging in cassatie".

Art. 16.Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/2009 pub. 16/01/2009 numac 2009009031 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335bis en 416 van het Wetboek van strafvordering type wet prom. 16/01/2009 pub. 16/10/2009 numac 2009000679 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335bis en 416 van het Wetboek van strafvordering. - Duitse vertaling sluiten, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 416.De partijen kunnen slechts cassatieberoep instellen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben.".

Art. 17.Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 417.Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van buitenvervolgingstelling.".

Art. 18.Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 418.Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden ingesteld.".

Art. 19.Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing : "

Art. 419.Niemand kan een tweede maal cassatieberoep instellen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet.".

Art. 20.Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/10/1967 pub. 10/09/1997 numac 1997000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het Gerechtelijk Wetboek - Duitse vertaling van de artikelen 728 en 1017 sluiten, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 420.Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden ingesteld na het eindarrest of het eindvonnis.

Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld tegen de beslissingen : 1° inzake bevoegdheid;2° met toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;3° die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid; 4° die, overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen.".

Art. 21.Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/10/1967 pub. 10/09/1997 numac 1997000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het Gerechtelijk Wetboek - Duitse vertaling van de artikelen 728 en 1017 sluiten en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.

Art. 22.Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/10/1967 pub. 10/09/1997 numac 1997000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het Gerechtelijk Wetboek - Duitse vertaling van de artikelen 728 en 1017 sluiten en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.

Art. 23.Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003009168 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het verstek betreft en tot opheffing van artikel 421 van hetzelfde Wetboek sluiten, wordt hersteld in de volgende lezing : "

Art. 421.De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.

Op straffe van verval moet de verklaring de reden van de voorziening preciseren.

Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen : 1° wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;2° wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;3° wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;4° wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;5° wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd. Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen.".

Art. 24.Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 422.Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan.".

Art. 25.Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 423.Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing.".

Art. 26.Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 424.Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet.

Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen.".

Art. 27.Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt : "

Art. 425.§ 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen.

Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in het daartoe bestemd register.

De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures als bedoeld in boek II, titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen. § 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep instelt tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.

De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers. § 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en eenieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven.".

Art. 28.Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 426.De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.

Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie.

Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.

De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.

De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in het daartoe bestemd register.

Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis.".

Art. 29.Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 427.De partij die cassatieberoep instelt, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is.

De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.

Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.

De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde.".

Art. 30.Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 428.Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd ingesteld, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.

De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder met redenen omklede beschikking hebben beslist.".

Art. 31.Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 429.Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.

Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.

De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.

Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen het beroep gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.

De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.

Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt.".

Art. 32.Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 430.De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.

Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier.".

Art. 33.Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 431.Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft.".

Art. 34.Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 432.De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof van Cassatie spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan.".

Art. 35.Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 433.De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarin geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt aangevoerd die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.

In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt met redenen omkleed. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.".

Art. 36.Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 434.Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.

Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte.".

Art. 37.Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 435.In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.

Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg.

De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.

Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen.".

Art. 38.Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 436.Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.

Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt.".

Art. 39.Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing : "

Art. 437.De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt.".

Art. 40.Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 438.De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.

Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter.".

Art. 41.Artikel 440 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 440.Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 42.In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden "en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek" opgeheven.

Art. 43.Artikel 442 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 442.De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten.". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan den Koning

Art. 44.Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan den Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/10/1967 pub. 10/09/1997 numac 1997000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het Gerechtelijk Wetboek - Duitse vertaling van de artikelen 728 en 1017 sluiten wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/07/1893 pub. 10/12/2012 numac 2012000674 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen

Art. 45.Het opschrift van de wet van 25 juli 1893Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/07/1893 pub. 10/12/2012 numac 2012000674 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt : " Wet van 25 juli 1893Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/07/1893 pub. 10/12/2012 numac 2012000674 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen".

Art. 46.In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 1936, worden de woorden "of van voorziening in verbreking" opgeheven.

Art. 47.In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden "of der voorzieningen in cassatie" opgeheven.

Art. 48.In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "of van voorziening in cassatie" opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepaling

Art. 49.Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 28 van deze wet, dat het artikel 426 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden "een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis" gelezen als "een inrichting bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij". HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding

Art. 50.Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3065 Integraal verslag : 30 januari 2014 Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-1832 Handelingen van de Senaat : 10 oktober 2013.

^