Etaamb.openjustice.be
Wet van 15 februari 2019
gepubliceerd op 11 maart 2019

Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2019011062
pub.
11/03/2019
prom.
15/02/2019
ELI
eli/wet/2019/02/15/2019011062/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid


15 FEBRUARI 2019. - Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 03/07/2019 numac 2019030256 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de voltooiing van de GEN-werken type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 08/07/2019 numac 2019030568 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 19/07/2019 numac 2019013445 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Vlaamse Gewest sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 03/07/2019 numac 2019030256 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de voltooiing van de GEN-werken type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 08/07/2019 numac 2019030568 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 19/07/2019 numac 2019013445 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Vlaamse Gewest sluiten tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, gevoegd bij deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers Doc 54-3413 001: Wetsontwerp. 002: Verslag. 003: Tekst aangenomen door de commissie. 004: Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag: 14 februari 2019.

Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 92bis, ingevoegd bij de Bijzondere wet van 8 augustus 1988 en laatst gewijzigd bij de Bijzondere wet van 6 januari 2014;

Overwegende dat de infrastructuurwerken zoals voorzien in het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 tussen de Federale Staat, het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de N.M.B.S en betreffende de uitvoering van het GEN-project nog niet afgerond zijn;

Overwegende het rapport van het Rekenhof betreffende de invoering en financiering van het Gewestelijk Expresnet van 25 januari 2017;

Overwegende dat een financiering bovenop het saldo van het GEN-Fonds noodzakelijk is om het geheel van de werken van het GEN-project te voltooien binnen een zo kort mogelijke termijn;

Overwegende de beslissing van de federale Ministerraad van 31 maart 2017 tot goedkeuring van de notificaties van de budgettaire controle 2017 die een princiepsakkoord wijden aan de terbeschikkingstelling van een miljard courante euro die bovenop de financieringsbronnen komen van het saldo van het GEN-Fonds dat vrij is om te besteden op datum van 1 januari 2016, zijnde 73.444.980,79 euro, en die noodzakelijk zijn voor de voltooiing van de GEN-infrastructuurprojecten zoals voorzien in het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 alsook voor de uitvoering van andere strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van de gewesten. Laatstgenoemd bedrag komt overeen met het saldo van het GEN-Fonds op 1 januari 2016, namelijk 228.443.739,19 euro, waarvan het bedrag van de werkelijke lasten voor 2016 eveneens van de noodzakelijke werken van het GEN zoals voorzien in de investeringsplannen 2017-2020 van de NMBS en van Infrabel in mindering is gebracht, namelijk 154.998.758,40 euro;

Overwegende dat diezelfde beslissing van de Ministerraad het principe van drie enveloppes van gewestelijke aard vastgelegd heeft voor de verdeling van 1.073.444.980,79 courante euro, met name een enveloppe betreffende investeringen uit te voeren op Vlaams grondgebied, een enveloppe betreffende investeringen uit te voeren op Waals grondgebied en een enveloppe betreffende investeringen buiten de verdeelsleutel, met dien verstande dat deze investeringen zullen gerealiseerde worden binnen een zo kort mogelijke termijn;

Overwegende dat dit bedrag van één miljard courante euro geen voorwerp kan zijn van een begrotingsvermindering gelet op het strategische belang ervan voor de mobiliteit van reizigers en van goederen in België en dat het gaat om een bijkomende financieringsbron in vergelijking met de klassieke investeringsdotaties van de NMBS en van Infrabel;

Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 19 juli 2013 teneinde de GEN-werken te versnellen dankzij de heroriëntatie van de niet-geactiveerde prefinanciering van Gosselies en van het prefinancieringssaldo van Louvain-la-Neuve gevolgd door de beslissing van de Waalse regering van 7 november 2013, herhaald tijdens het Overlegcomité van 24 februari 2016, die akte neemt van het voorstel van het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de niet-geactiveerde prefinancieringen, toegekend in het kader van bovengenoemd samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 en de beslissing van het Overlegcomité van 7 december 2005, ten gunste van de GEN-werken op Waals grondgebied; dat de Waalse regering aan de federale regering gevraagd heeft deze prefinanciering in aanmerking te nemen als een element van antwoord in de zoektocht naar klassieke of alternatieve financieringsmogelijkheden teneinde te kunnen beantwoorden aan de bijkomende behoeften noodzakelijk voor de voltooiing van het GEN-project binnen een zo kort mogelijke termijn;

Overwegende dat de Bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 één of meerdere gewesten machtigt om de investeringen overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies, van dezelfde wet bijkomend te financieren op basis van een samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat de partijen verzekeren dat de meerjareninvesteringsplannen en de strategische meerjareninvesteringsplannen van de NMBS en van Infrabel voldoen aan de voorwaarden van artikelen 6, § 1, X, eerste lid, 14° en 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, met name dat "de bijkomende financiering voor investeringen in de aanleg, aanpassing of modernisering van de spoorlijnen, alsook van de bijkomende uitrusting op de onbewaakte stopplaatsen, om hun zichtbaarheid en intermodaliteit met openbaar vervoer, actieve vervoerswijzen, taxi's en autodelen te verbeteren voor zover deze verder gaan dan de investeringen die voorzien zijn in een meerjareninvesteringsplan dat effectief in voldoende financiering door de federale overheid voorziet teneinde een aantrekkelijk en performant aanbod voor het spoorvervoer dat goed aansluit op de andere vervoermiddelen te verzekeren op het gehele grondgebied" is toegestaan;

Overwegende dat nog altijd volgens dezelfde Bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 92bis, § 4nonies, het samenwerkingsakkoord de vervaldatum van het strategisch meerjareninvesteringsplan niet mag overschrijden;

Overwegende dat krachtens het artikel 92bis, § 1, derde lid, van dezelfde wet, het samenwerkingsakkoord, dat de instemming heeft gekregen van de betrokken Parlementen, kan voorzien dat de uitvoering ervan zal worden verzekerd door uitvoerende samenwerkingsakkoorden die gelden zonder dat de instemming bij wet of decreet vereist is;

Overwegende dat dit akkoord de mogelijkheid biedt tot bijkomende financieringen door de gewesten overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 en voorziet dat de modaliteiten van deze bijkomende financieringen zullen bepaald worden door middel van uitvoerende samenwerkingsakkoorden overeenkomstig artikel 92bis, § 1, derde lid van bovengenoemde wet.

De Belgische Staat, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Charles MICHEL, Eerste minister, gevestigd te 1000 Brussel, Wetstraat 16, en François BELLOT, Minister van Mobiliteit gevestigd te 1070 Brussel, Ernest Blerotstraat 1;

Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Geert BOURGEOIS, Minister-president van de Vlaamse regering gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 19 en Ben WEYTS, Vlaams Minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 7;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Willy BORSUS, Minister-president van de Waalse regering gevestigd te 5100 Jambes (Namen), Mazystraat 25/27, en Carlo Di Antonio, Minister van Leefmilieu, Ecologische Transitie, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industrie, gevestigd te 5000 Namen, Leuvensesteenweg 2;

Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Rudi VERVOORT, Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, gevestigd te 1000 Brussel, Hertogstraat 7-9 en Pascal SMET, Brusselse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken gevestigd te 1030 Brussel, Koning Albert II-laan 37. hierna de contracterende partijen genoemd, Gezamenlijk hun eigen bevoegdheden uitoefenend, komen overeen wat volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In het kader van dit akkoord wordt verstaan onder: 1° "De partijen": de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2° "De meerjareninvesteringsplannen": de programmering van de investeringen die voornamelijk gefinancierd worden middels de klassieke investeringsdotatie die door de federale Staat ter beschikking worden gesteld van de NMBS en van Infrabel.Het meerjareninvesteringsplan 2017-2020 van Infrabel en het meerjareninvesteringsplan 2018-2020 van de NMBS werden door de federale regering op 15 juni 2018 goedgekeurd; 3° "Het strategisch meerjareninvesteringsplan": de programmering van de investeringen die voornamelijk gefinancierd worden middels de bijkomende middelen t.o.v. de investeringsdotaties van Infrabel en van de NMBS die door de federale Staat ter beschikking worden gesteld teneinde het GEN-project te voltooien en te investeren in prioritaire spoorwegprojecten. Het strategisch meerjareninvesteringsplan 2018-2031 van Infrabel en het strategisch meerjareninvesteringsplan 2018-2031 van de NMBS werden door de federale regering op 15 juni 2018 goedgekeurd; 4° "De gewestelijke prefinanciering": de bijdrage van het Waalse Gewest voor de prefinanciering van de werken op de spoorlijnen 161 en 124 op het Waals grondgebied met het oog op het versnellen van de uitvoering ervan, conform de beslissing van de Waalse Regering van 7 november 2013, herhaald tijdens het Overlegcomité van 24 februari 2016;5° "De bijkomende financieringen van de gewesten": de bijkomende gewestelijke financieringen teneinde de investeringen zoals voorzien in artikel 92bis, § 4nonies van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, te financieren;6° "Overlegcomité": het orgaan bedoeld in artikel 31 van de gewone wet van 9 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/08/1980 pub. 11/10/2010 numac 2010000561 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gewone wet tot hervorming der instellingen sluiten tot hervorming der instellingen;7° "De prioritaire spoorwegprojecten": de spoorwegprojecten, buiten het GEN-project, waarvan de realisatie mogelijk gemaakt wordt middels het strategisch meerjareninvesteringsplan.Deze zijn samengesteld uit enerzijds de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten en anderzijds de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van de gewesten; 8° "Gewestelijk prioritair spoorwegproject": prioritair spoorwegproject van strategische aard waarvoor de gewesten, elk wat hen betreft, in bijkomende financiering kunnen voorzien;9° "De strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van de gewesten": de prioritaire spoorwegprojecten, buiten het GEN-project, uitsluitend uitgevoerd middels de federale financiering;10° "Uitvoerend samenwerkingsakkoord": akkoord aangaande de structurele samenwerking en de modaliteiten van uitvoering en opvolging van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van de gewesten, van de uitvoering en gedeeltelijke prefinanciering van de GEN-werken, en van uitvoering van de werken en bijkomende financiering inzake de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten.Voor de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten worden ook de financiële samenwerking en de gezamenlijke opvolging rekening houdend met de inbreng van de gewesten bepaald. Naargelang het voorwerp, kunnen deze uitvoeringsakkoorden bilateraal of multilateraal zijn; 11° "Projectgebonden uitvoeringscontract": contract gesloten tussen enerzijds het gewest, en desgevallend, haar betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon, dat instaat voor de bijkomende financiering van gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten, en anderzijds de federale Staat, de NMBS en/of Infrabel, dat de concrete omschrijving, de operationele samenwerking, de financiering en de uitvoeringsmodaliteiten (inclusief de planning) van een gewestelijk prioritair spoorwegproject vastlegt. HOOFDSTUK 2. - Financiering en verdeling van de financiering van de strategische spoorwegprojecten

Art. 2.§ 1. Overeenkomstig de beslissing van de federale Ministerraad van 31 maart 2017 om de notificaties van de budgettaire controle 2017 goed te keuren, wordt, bovenop de 73.444.980,79 courante € van het GEN-Fonds dat vrij te besteden is, één miljard courante euro toegekend aan de NMBS en aan Infrabel om, binnen de budgetten zoals hieronder voorzien, te gebruiken voor de uitvoering van de GEN-werven en de uitvoering van bepaalde prioriteiten op het grondgebied van de gewesten (incluis bepaalde gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten), en dit volgens een tempo dat noodzakelijk is voor een goed en vlot verloop van de werven en dit op zijn minst met eerbiediging van de planningen die als bijlage toegevoegd zijn bij de uitvoerende samenwerkingsakkoorden. § 2. Dit bedrag van 1.073.444.980,79 courante euro wordt verdeeld als volgt: 1° Investeringen in het Vlaamse Gewest: 448.396.261,58 courante euro; 2° Investeringen in het Waalse Gewest: 298.930.841,05 courante euro; 3° Investeringen buiten de verdeelsleutel: 326.117.878,16 courante euro.

Deze 3 enveloppes worden als volgt uitgesplitst: 1° Financiering van het GEN: a) Vlaamse Gewest : Verdeelsleutel : 77.147.517,81 courante euro ;

Buiten de verdeelsleutel: 179.552.767,20 courante euro ; b) Waalse Gewest (verdeelsleutel) : 229.999.504,74 courante euro; c) Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (buiten de verdeelsleutel): 127.417.517,54 courante euro. 2° Financiering van de prioritaire spoorwegprojecten: a) Vlaamse Gewest : 371.248.743,77 courante euro ; b) Waalse Gewest : 68.931.336,31 courante euro; c) Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: 19.147.593,42 courante euro. § 3. Een uitvoerend samenwerkingsakkoord betreffende het GEN wordt afgesloten en bevat onder andere het volgende: 1° de beschrijving van de uit te voeren GEN-werken;2° een planning per lijn betreffende de administratieve toelatingen en vergunningsaanvragen, die vereist zijn volgens de verschillende reglementeringen;3° een planning per lijn voor wat betreft de werken met in het bijzonder de vermelding van de einddatum van de GEN-werken voor de lijn 161 in 2029 en voor de lijn 124 in 2031. § 4. De syntheselijst van de prioritaire spoorwegprojecten, buiten GEN, is gevoegd als bijlage 1.

De gedetailleerde lijst van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van de gewesten, hun beschrijving en hun planning staan vermeld in bilaterale uitvoerende samenwerkingsakkoorden. § 5. De gedetailleerde lijst van de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten alsook hun beschrijving en hun planning staan eveneens vermeld in bilaterale uitvoerende samenwerkingsakkoorden. De gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten maken bovendien het voorwerp uit van projectgebonden uitvoeringscontracten. § 6. De financiële middelen die eventueel bekomen en effectief aangewend worden via derden (EU,...), worden in mindering gebracht van de voorziene middelen in dit artikel. De op deze manier vrijgemaakte financiële middelen worden opnieuw toegewezen aan spoorwegprojecten uit te voeren op het grondgebied van datzelfde gewest met eerbiediging van het artikel 10, § 4. § 7. De bedragen bedoeld in de tweede paragraaf, eerste lid, 1° en 2°, vloeien voort uit de toepassing van een budgettaire verdeelsleutel van investeringen volgens dewelke zestig procent van de som van deze twee bedragen toegewezen wordt aan werken te realiseren op het grondgebied van het Vlaamse Gewest en veertig procent toegewezen wordt aan werken te realiseren op het grondgebied van het Waalse Gewest.

De werkelijke financiële lasten van de leningen gekoppeld aan de prefinanciering af te sluiten voor werken die de gewestelijke bijdrage overstijgen zijn ook toe te wijzen aan het deel van de gewestelijke verdeelsleutel van het betrokken gewest.

De realisatie van deze regionale verdeelsleutel wordt elke twee jaar geëvalueerd opdat deze bij het beëindigen van de in de uitvoerende samenwerkingsakkoorden beoogde werken zou gerespecteerd zijn. Deze evaluatie wordt voorgesteld aan het overlegcomité.

Indien de evaluatie van de gewestelijke verdeelsleutel een afwijking vertoont van vijf procent of vijf miljoen euro, of meer, tegenover de verdeelsleutel die werd berekend op basis van de geplande gecumuleerde bedragen van de werken zoals opgenomen in bijlage 2, worden door de NMBS en Infrabel, samen met de minister bevoegd voor deze ondernemingen, de nodige maatregelen voorgesteld om binnen een termijn van drie jaar opnieuw de geplande gecumuleerde bedragen van de werken te halen.

De maatregelen die beslist worden door de federale regering worden voorgesteld aan het overlegcomité.

De gewestelijke verdeelsleutel is niet van toepassing op de infrastructuurwerken op de lijnen 124 en 161 op het Vlaams grondgebied en de moderniseringswerken van deze lijnen op het Vlaams grondgebied voor een totaal bedrag van 336.502.647,00 €2016.

Op datum van 1 januari 2016 is een bedrag van 150.805.308,69 €2016 aangewend buiten de verdeelsleutel.

Het saldo op 1 januari 2016 legt een maximum bedrag van 185.697.338,31 €2016 vast voor de nog te realiseren werken betreffende het op vier sporen brengen, waarvan 165.713.304,06 €2016 opgenomen in het strategisch meerjareninvesteringsplan en 19.984.034,25 €2016 in het meerjareninvesteringsplan van Infrabel voor de periode 2016-2020.

De werken in de GEN-stations op het grondgebied van het Vlaamse Gewest vallen onder de verdeelsleutel van het Vlaamse Gewest. § 8. De paragraaf 2, eerste lid, 3°, dat een enveloppe van 326.117.878,16 courante euro vermeldt waarop de regionale verdeelsleutel bedoeld in paragraaf 7 niet van toepassing is, bevat: 1° de werken gesitueerd op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2° de infrastructuurwerken op de lijnen 124 en 161 op het Vlaams grondgebied, buiten verdeelsleutel, en de moderniseringswerken van deze lijnen op het Vlaams grondgebied, zoals hierboven aangegeven. HOOFDSTUK 3. - Verbintenissen tussen de partijen

Art. 3.De partijen engageren zich om een efficiënt, aantrekkelijk en performant openbaar vervoer te garanderen, dat op een efficiënte manier verbonden is met de andere vervoersmodi en teneinde de instandhouding van het geheel van het netwerk te verzekeren, in het bijzonder voor de lijnen met een beperkte bevolkingsdichtheid zonder dat een kilometer van de sporen nodig voor de trafiek afgeschaft wordt.

De federale regering engageert zich ertoe om, te zijner tijd, samen met de NMBS, en binnen het kader van het ECMM, de noodzakelijke maatregelen te nemen opdat het aanbod bij elke grote stap tot indienststelling aangepast kan worden, en dit op zo'n manier dat de nieuwe infrastructuren zo goed als mogelijk ingezet worden. Dit vereist dat er met name voor het GEN een nieuwe studie artikel 13 gerealiseerd moet worden te gelegener tijd.

Art. 4.De lijst van de prioritaire spoorwegprojecten, die in bijlage 1 vermeld zijn en in bijlage 1 van de uitvoerende samenwerkingsakkoorden, wordt door de federale Staat zo snel als mogelijk verstuurd naar de NMBS en naar Infrabel zodoende de raden van bestuur van beide vennootschappen toe te laten deze prioritaire spoorwegprojecten integraal op te nemen in hun respectievelijk strategisch meerjareninvesteringsplan.

Art. 5.§ 1. Het Vlaamse Gewest verbindt zich ertoe om voor de uitvoering van de elf Vlaamse prioritaire spoorwegprojecten, vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, 2°, a), en in bijlage 1, te voorzien in een maximale bijkomende financiering voor een totaal bedrag van honderd miljoen courante euro. § 2. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe om voor de uitvoering van de Waalse prioritaire spoorwegprojecten, vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, 2°, b), en in bijlage 1, te voorzien in een maximale bijkomende financiering voor een totaal bedrag van 32,48 miljoen courante euro. § 3. De gewestelijke bijkomende financieringen bedoeld in paragrafen 1 en 2 zijn bijkomende financieringen bovenop de federale financiering bedoeld in het strategische meerjareninvesteringsplan van de NMBS en van Infrabel. Deze bijkomende financieringen hebben geen invloed op de gewestelijke verdeelsleutel. § 4. De bedragen bedoeld in paragrafen 1 en 2 worden aangewend voor de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten van het betrokken gewest dat instaat voor de bijkomende financiering en kunnen enkel voor de uitvoering van deze projecten worden gebruikt. § 5. Op basis van de gegevens aangeleverd door Infrabel en de NMBS, presenteert de FOD Mobiliteit en Vervoer jaarlijks aan de federale Minister van Mobiliteit een rapport betreffende de proportionaliteit tussen de door de Federale Staat geïnvesteerde bedragen en de bedragen geïnvesteerd door de gewesten i.h.k.v. de bijkomende financiering, zoals voorzien in de paragrafen 1 en 2.

Art. 6.§ 1. Het maximaal bedrag dat een gewest dat instaat voor de bijkomende financiering, bijdraagt tot de financiering van een gewestelijk prioritair spoorwegproject wordt opgenomen in een bilateraal uitvoerend samenwerkingsakkoord. § 2. De Federale Staat en het gewest dat instaat voor de bijkomende financiering bepalen in een uitvoerend samenwerkingsakkoord de wijze waarop er vorm wordt gegeven aan de bijkomende financiering en het gewestelijk prioritair spoorwegproject.

Voor de concretisering en de uitvoering van de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten kan gebruik gemaakt worden van een alternatieve financieringswijze, op voorwaarde dat deze alternatieve financieringen geen gevolgen hebben voor de schuldpositie van de Federale Staat, van de NMBS of van Infrabel. De principes van die alternatieve financiering worden telkens per project uitgewerkt. § 3. De algemene bepalingen die de controle, het toezicht op en de rapportering over de uitvoering van een gewestelijk prioritair spoorwegproject verzekeren, worden opgenomen in een uitvoerend samenwerkingsakkoord of in een projectgebonden uitvoeringscontract.

In het projectgebonden uitvoeringscontract worden de projectspecifieke afspraken over de controle, het toezicht en de rapportering op niveau van elk project uitgewerkt.

Art. 7.Indien de financiering van de Federale Staat bedoeld in artikel 2, § 1, en de aanvullende financiering van een gewest bedoeld in artikel 5, §§ 1 of 2, een significant overschot zou vertonen, dan wordt dit overschot gebruikt voor de financiering van een ander spoorwegproject van het betrokken gewest, dat opgenomen is in het strategisch meerjareninvesteringsplan. De benoeming van dit project geschiedt via een uitvoerend samenwerkingsakkoord.

Art. 8.§ 1. Conform de planningen van de projecten die opgenomen zijn in de uitvoerende samenwerkingsakkoorden, doet elk betrokken gewest beroep op alle noodzakelijke middelen teneinde de verschillende procedures betreffende de administratieve toelatingen en vergunningsaanvragen die vereist zijn volgens de verschillende reglementeringen die onder hun bevoegdheid vallen binnen de hiertoe voorziene wettelijke termijnen af te handelen.

De lijst van de te bekomen vergunningen alsook een indicatie van de termijnen voor de indiening ervan en voor het bekomen van de vergunning wordt opgenomen in de uitvoerende samenwerkingsakkoorden. § 2. Indien een ruimtelijke bestemmingswijziging nodig is om de verbintenissen van dit akkoord te kunnen nakomen, verbinden de gewesten zich ertoe om binnen een zo kort mogelijke termijn de noodzakelijke procedures op te starten, met inachtneming van alle reglementaire bepalingen die van toepassing zijn. § 3. Als de toelatingen zoals vermeld in artikel 8, § 1, voor het GEN-project niet binnen een redelijke termijn worden afgeleverd, en dit omwille van redenen die toe te schrijven zijn aan de gewestelijke administraties, of als voldoende elementen een ernstig risico aantonen in verband met deze administratieve afhandeling, licht de betrokken minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening de maatregelen toe die hij voorziet te nemen om de situatie op te lossen, dit tijdens een vergadering van het ECMM, zoals voorzien in het hoofdstuk 2 van het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de N.M.B.S.

Art. 9.De federale regering verbindt zich ertoe dat de NMBS en Infrabel zo snel als mogelijk de dossiers betreffende de aanvragen voor administratieve toelatingen en vergunningen, nodig voor de realisatie van de projecten bedoeld in dit samenwerkingsakkoord en conform de planning die wordt bijgevoegd bij de uitvoerende samenwerkingsakkoorden, indienen bij de bevoegde gewestelijke overheden.

Art. 10.§ 1. De federale regering verbindt zich ertoe dat de NMBS en Infrabel zo spoedig mogelijk, binnen het kader van de afgesproken voorwaarden, het geheel van de GEN-werken in en rond Brussel voorzien in het overeenstemmende uitvoerend samenwerkingsakkoord, en waarvan de financiering is voorzien in de artikelen 2 en 11, §§ 1 en 2, realiseren. § 2. De federale regering verbindt zich ertoe dat de NMBS en Infrabel het geheel van de prioritaire spoorwegprojecten binnen de limieten van de voorziene federale financiering, en zoals opgenomen in bijlage 1 en waarvan de financiering is voorzien in de artikels 2 en 11, §§ 1 en 2, realiseren.

De federale regering verbindt zich ertoe dat de NMBS en Infrabel het geheel van de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten en werken, binnen de limieten van de voorziene gewestelijke financiering, die het voorwerp uitmaken van een bijkomende financiering door de gewesten, zoals voorzien in artikelen 5, §§ 1 en 2, en 12, realiseren. § 3. De federale minister bevoegd voor mobiliteit besteedt, met eerbiediging van de enveloppes vastgelegd in artikel 2, de budgettaire reserves aan bepaalde budgettaire overschrijdingen die tijdens de realisatie van deze investeringen aan het licht komen. § 4. In geval van significante afwijkingen ten opzichte van de prognoses, zullen er bijkomende uitvoerende samenwerkingsakkoorden afgesloten worden om de beoogde doelstellingen, met eerbiediging van de gewestelijke enveloppes en een spoedige realisatie van de werken, maximaal te vrijwaren. § 5. Als de corrigerende maatregelen enkel de federale Staat en één bepaald gewest aanbelangen kan het bijkomend samenwerkingsakkoord bilateraal zijn. HOOFDSTUK 4. - Gewestelijke prefinanciering

Art. 11.§ 1. De bedragen die nog niet geactiveerd werden betreffende de Waalse prefinanciering van het project "Gosselies" en betreffende het saldo van de Waalse prefinanciering van het project "Louvain-la-Neuve", voor een totaal bedrag van 255.430.412,37 €2016, bedoeld door de beslissing van de Ministerraad van 19 juli 2013 gevolgd door de beslissing van de Waalse Regering van 7 november 2013 herhaald tijdens het Overlegcomité van 24 februari 2016, worden, respectievelijk door Infrabel (202.318.030,23 €2016) en door de NMBS (53.112.382,11 €2016) gebruikt voor het financieren van de GEN-werken in Wallonië zoals beschreven in dit samenwerkingsakkoord. § 2. De prefinanciering ten laste van het Waalse Gewest voor de versnelling van de werken bestaat uit het dragen van de interestlasten van de leningen die effectief afgesloten worden door de NMBS en door Infrabel, elk voor hun deel, voor de realisatie van de desbetreffende werken en dit tot een maximaal bedrag van 25.289.850,84 courante euro, respectievelijk 20,33 miljoen courante euro voor de prefinanciering van Gosselies en 4.959.850,84 courante euro voor het saldo van de prefinanciering van Louvain-la-Neuve. De leningen worden afgesloten door de NMBS en Infrabel volgens de beste marktrente en na akkoord van het Waalse Gewest en de federale Staat. Ze worden geactiveerd in functie van de reële noden. § 3. Een uitvoerend samenwerkingsakkoord van dit akkoord moet afgesloten worden tussen de federale Staat en het Waalse Gewest voor wat betreft de modaliteiten van deze prefinanciering, dit impliceert het vastleggen van de betalingsmodaliteiten van de bijdrage van het gewest, de gevolgen van een vertraging inzake de betaling, de oorzaken van het herzien van het financieringscontract en de controlemodaliteiten die het gewest kan uitoefenen op de voortgang van de werken.

Deze twee partijen kunnen evenzeer, naar gelang het geval, beslissen om met het betrokken overheidsbedrijf onmiddellijk een prefinancieringscontract of een bijvoegsel bij het bestaande prefinancieringscontract af te sluiten. De voorgefinancierde bedragen en de niet door het gewest gedragen intresten worden teruggestort door de federale Staat ten laste van de klassieke dotaties. § 4. De bedragen bedoeld in de paragrafen 1 en 2 zijn niet begrepen in de verdeelsleutel bedoeld in artikel 2. De terugbetalingen van deze prefinancieringen (deel kapitaal en de niet door het gewest gedragen intresten) daarentegen worden beheerd in het kader van de jaarlijkse investeringsprogramma's van de NMBS en Infrabel. HOOFDSTUK 5. - Bijkomende financiering

Art. 12.Overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, kunnen één of meerdere uitvoerende samenwerkingsakkoorden tussen de partijen afgesloten worden wanneer één of meerdere gewesten de investeringen zoals voorzien in artikel 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, bijkomend wensen te financieren.

De uitvoerende samenwerkingsakkoorden met betrekking tot de bijkomende financiering vermeld in het eerste lid, moeten op dezelfde dag ondertekend worden als het definitieve samenwerkingsakkoord voor wat betreft het uitvoerend samenwerkingsakkoord GEN, het uitvoerend samenwerkingsakkoord voor de Vlaamse prioritaire spoorwegprojecten en het uitvoerend samenwerkingsakkoord voor de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK 6. - Duur van het samenwerkingsakkoord

Art. 13.Overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, wordt het huidig samenwerkingsakkoord gesloten voor de duur van de strategische meerjareninvesteringsplannen zoals vermeld in bijlage 2.

Het engagement van de gewesten om de in dit samenwerkingsakkoord voorziene bedragen ter beschikking te stellen kan langer duren dan de looptijd van dit akkoord als de aangevatte werken tijdens deze periode niet opgeleverd worden en volgens de afgesproken bepalingen tussen de Federale Staat en het betrokken gewest in het kader van het uitvoerend samenwerkingsakkoord.

Het deel van de prefinancieringen van de gewesten dat niet gebruikt is op het moment dat dit akkoord vervalt, kan gebruikt worden om de intrestlasten van de leningen te dekken zolang als nodig. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 14.De partijen bij de projectgebonden uitvoeringscontracten kunnen, in het kader van deze contracten, overdrachten van gronden en onroerende goederen sluiten, noodzakelijk voor de uitvoering van de contracten.

Art. 15.De geschillen tussen de partijen die voortvloeien uit de interpretatie en de uitvoering van dit akkoord worden beslecht door een jurisdictie zoals bedoeld in artikel 92bis, §§ 5 en 6, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.

Art. 16.Dit akkoord treedt in werking de dag na zijn goedkeuring door de federale Kamers, het Vlaamse Parlement, het Waalse Parlement en het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Hiertoe zal elke partij dit akkoord voorleggen aan zijn Parlement met het oog op het bekomen van de instemming ervan.

De bijlagen 1 en 2 maken integraal deel uit van dit samenwerkingsakkoord.

Opgemaakt te Brussel, in vier exemplaren waarvan elke contracterende partij verklaart er één te hebben ontvangen, op 5 oktober 2018.

De Eerste Minister, Ch. MICHEL De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Minister-president van de Vlaamse regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse Minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS De Minister-president van de Waalse regering, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische transitie, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industrie, C. DI ANTONIO De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, R. VERVOORT De Brussels Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET

Bijlagen 1 en 2 bij het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van strategische spoorweginfrastructuren

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^