Etaamb.openjustice.be
Wet van 16 januari 2006
gepubliceerd op 06 februari 2006

Wet houdende de heropening van de termijnen voor het indienen van aanvragen tot het bekomen van een statuut van nationale erkentelijkheid van de oorlog 1940-1945 en van de veldtocht in Korea

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2006007032
pub.
06/02/2006
prom.
16/01/2006
ELI
eli/wet/2006/01/16/2006007032/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JANUARI 2006. - Wet houdende de heropening van de termijnen voor het indienen van aanvragen tot het bekomen van een statuut van nationale erkentelijkheid van de oorlog 1940-1945 en van de veldtocht in Korea (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.De termijnen voor het indienen van aanvragen tot het verkrijgen van de volgende statuten van nationale erkentelijkheid worden zonder beperking in de tijd heropend : 1° het statuut van gewapend weerstander, ingesteld bij de besluitwet van 19 september 1945, gewijzigd bij de wetten van 30 mei 1953 en 1 april 1965;2° het statuut van inlichtings- en actieagent, ingesteld bij de besluitwet van 16 februari 1946 ter aanvulling en vervanging van de besluitwet van 1 september 1944;3° het statuut van gedeporteerde tot de verplichte tewerkstelling, ingesteld bij de besluitwet van 24 december 1946, ingetrokken bij de wet van 7 juli 1953;4° het statuut van burgerlijk weerstander en werkweigeraar, ingesteld bij de besluitwet van 24 december 1946, gewijzigd bij de wet van 2 april 1958;5° het statuut van buitenlander politiek gevangene, ingesteld bij de wet van 5 februari 1947, gewijzigd bij de wet van 10 maart 1954 en van 26 januari 1999;6° het statuut van krijgsgevangene, ingesteld bij de wet van 18 augustus 1947, gewijzigd bij de wetten van 25 februari 1957 en 10 oktober 1967;7° het statuut van weerstander door de sluikpers, ingesteld bij de wet van 1 september 1948, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1951 en 24 juli 1952;8° het statuut van politiek gevangene en zijn rechthebbenden, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 1954;9° het statuut van lid van de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië, ingesteld bij de wet van 21 juni 1960, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967 en 10 juli 1969;10° het statuut van Belgisch militair die tijdens de verschillende fazen van de oorlog 1940-1945 dienst volbracht heeft, ingesteld bij het koninklijk besluit van 28 augustus 1964;11° het statuut van oorlogsvrijwilliger, ingesteld bij het koninklijk besluit van 4 december 1974;12° het statuut van weerstander tegen het nazisme, ingesteld bij de wet van 21 november 1974, gewijzigd bij de wet van 4 juni 1982;13° het statuut van verplicht ingelijfde, ingesteld bij de wet van 21 november 1974;14° het statuut van ontvluchte, ingesteld bij het koninklijk besluit van 11 maart 1975, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 maart 1979 en 13 december 1983;15° het statuut van zeevisser, ingesteld bij het koninklijk besluit van 8 februari 1984;16° het statuut van lid van het Expeditiekorps voor Korea, ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 juni 1983, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 1983;17° het statuut van buitenlandse militair die de Belgische nationaliteit heeft verworven na deel te hebben uitgemaakt van een geallieerd leger tijdens de oorlog 1940-1945, ingesteld bij koninklijk besluit van 22 juli 1983.

Art. 3.De aanvragen tot het verkrijgen van het statuut dienen op straffe van nietigheid bij een ter post aangetekende brief worden ingediend bij de Minister, bevoegd voor de oorlogsslachtoffers.

De aanvragen die postuum worden ingediend zijn niet ontvankelijk.

Art. 4.Niettegenstaande enige andere wettelijke of reglementaire bepaling doet de minister bevoegd voor de oorlogsslachtoffers uitspraak in laatste aanleg over de krachtens deze wet ingediende aanvragen.

De Minister kan, onder zijn verantwoordelijkheid en onder zijn controle, de bij deze wet toegekende bevoegdheden overdragen aan één of meer ambtenaren of militairen die onder zijn hiërarchisch gezag ressorteren.

Art. 5.§ 1. Een commissie van nationale erkentelijkheid wordt opgericht om advies te geven, in het geval hij het nuttig oordeelt, aan de Minister bevoegd door de oorlogsslachtoffers voor wat betreft de toekenning voor één van de statuten als bedoeld in artikel 2, 1°, 2° of 14°. § 2. Deze Commissie is samengesteld uit : - de directeur van de Ondersectie Notariaat van het Ministerie van Landsverdediging of zijn vervanger; - een officier in actieve dienst; - een vertegenwoordiger van een erkende vaderlandslievende vereniging.

Plaatsvervangende leden kunnen benoemd worden. § 3. De Minister bevoegd voor de oorlogsslachtoffers benoemt de leden van deze Commissie.

Art. 6.De toekenning van een statuut tengevolge van de heropening van de termijnen zoals bedoeld in artikel 2 heeft slechts gevolg dan in het kader van de toepassing van artikel 1, b, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging van verscheidene categorieën oud-strijders en oorlogsslachtoffers, en alleen in het voordeel van de personen die ofwel een periode van erkenning hebben van ten minste één jaar in hetzelfde statuut ofwel van de personen waarvan de totale duur van erkenning in verscheidene statuten als bedoeld in artikel 2 ten minste drie semesters bereikt.

In dit laatste geval : - mogen de periodes van erkenning samengeteld worden voor zover ze niet samenvallen; - wordt in geval van onderbreking het semester per maand van 30 dagen berekend; - wanneer de duur van één jaar is bereikt, wordt de periode die na verdeling in gehele semesters overblijft, voor een semester gerekend, indien zij ten minste negentig dagen telt.

Art. 7.de overeenkomstig artikel 3 ingediende aanvragen hebben uitwerking op de dag waarop ze worden ingediend.

In afwijking van het vorige lid hebben de aanvragen die op geldige wijze zijn ingediend vóór de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad of binnen de tien dagen na de bekendmaking uitwerking op de datum van de inwerkingtreding van de wet.

Art. 8.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel 16 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Met 's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2004-2005. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp nr. 1954/1. - Advies van de Raad van State nr. 1954/2. - Amendement nr. 1954/3. - Verslag nr. 1954/4. - Aangenomen tekst door de commissie nr. 1954/5.

Parlementaire handelingen. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering op 24 november 2005.

Senaat : Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp overgezonden door de Kamer, nr. 1444/1. Niet geëvoceerd.

^