Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 februari 2002
gepubliceerd op 22 oktober 2002

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van informatie, en met de Bijlagen I, II en III, gedaan te Brussel op 6 maart 1997

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2002015038
pub.
22/10/2002
prom.
17/02/2002
ELI
eli/wet/2002/02/17/2002015038/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2002. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van informatie, en met de Bijlagen I, II en III, gedaan te Brussel op 6 maart 1997 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van informatie, en met de Bijlagen I, II en III, gedaan te Brussel op 6 maart 1997, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 2000-2001. Senaat.

Document. - Ontwerp van wet ingediend op 10 oktober 2000, nr. 2-551/1.

Zitting 2001-2002.

Verslag, nr. 2-552/2.

Zitting 2000-2001.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 29 november 2000. - Stemming, vergadering van 29 november 2000. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Document. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-1535/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-1535/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 december 2001. - Stemming, vergadering van 20 december 2001. OVEREENKOMST TUSSEN DE PARTIJEN BIJ HET NOORD-ATLANTISCH VERDRAG INZAKE DE BEVEILIGING VAN INFORMATIE De Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend te Washington op 4 april 1949;

Opnieuw bevestigend dat voor de doeltreffendheid van politiek overleg, van samenwerking en van defensieplanning voor het realiseren van de doeleinden van het Verdrag een uitwisseling van geclassificeerde informatie tussen de Partijen nodig is;

Overwegende dat tussen de Regeringen van de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag bepalingen nodig zijn voor de wederzijdse beveiliging en bescherming van de geclassificeerde informatie die zij onderling uitwisselen;

Zich ervan bewust dat een algemeen kader voor beveiligingsnormen en -procedures vereist is;

Handelend namens zichzelf en namens de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 De Partijen : (i) zien toe op de beveiliging en bescherming : (a) van als zodanig aangemerkte geclassificeerde informatie (zie Bijlage I) die afkomstig is van de NAVO (zie Bijlage II) of die door een lidstaat aan de NAVO wordt voorgelegd;(b) van als zodanig aangemerkte geclassificeerde informatie die afkomstig is van de lidstaten en die aan een andere lidstaat worden aangeboden ter ondersteuning van een NAVO-programma, -project of -contract; (ii) handhaven het classificeringsniveau van de onder (i) bedoelde informatie en stellen al het mogelijke in het werk om deze dienovereenkomstig te beschermen; (iii) gebruiken de onder (i) bedoelde informatie niet voor andere doeleinden dan die welke is vervat in het Noord-Atlantisch Verdrag en in de bij deze Overeenkomst behorende besluiten en resoluties; (iv) stellen de onder (i) bedoelde informatie niet ter beschikking aan niet-NAVO-Partijen zonder toestemming van de opsteller.

Artikel 2 Overeenkomstig het in Artikel 1 van deze Overeenkomst gestelde, dragen de Partijen zorg voor de oprichting van een nationale veiligheidsoverheid voor NAVO-activiteiten, die beschermende beveiligingsmaatregelen implementeert. De Partijen gaan over tot de opstelling en implementatie van veiligheidsnormen die een gelijkwaardig beschermingsniveau voor geclassificeerde informatie waarborgen.

Artikel 3 (1) De Partijen dragen er zorg voor dat alle personen die de nationaliteit van hun respectieve landen bezitten en die voor de uitoefening van hun officiële werkzaamheden toegang hebben of moeten hebben tot informatie die is geclassificeerd als VERTROUWELIJK of hoger, vóór de uitvoering van hun werkzaamheden over een veiligheidsmachtiging beschikken;(2) Veiligheidsonderzoeken moeten zodanig zijn opgezet dat aan de hand hiervan kan worden vastgesteld of een persoon, rekening houdend met zijn of haar loyaliteit en betrouwbaarheid, toegang tot geclassificeerde informatie kan hebben zonder een onaanvaardbaar veiligheidsrisico te vormen.(3) Op verzoek werkt elk der Partijen samen met de andere Partijen bij de uitvoering van hun respectieve veiligheidsonderzoeken. Artikel 4 De Secretaris-generaal draagt er zorg voor dat de relevante bepalingen van deze Overeenkomst door de NAVO worden toegepast (zie Bijlage III).

Artikel 5 Deze Overeenkomst vormt geen belemmering voor de Partijen om andere verdragen betreffende de uitwisseling van door hen opgestelde geclassificeerde informatie te sluiten, mits deze de reikwijdte van deze Overeenkomst niet aantasten.

Artikel 6 (a) Deze Overeenkomst staat open voor ondertekening door de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag en dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden neergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. (b) Deze Overeenkomst treedt in werking dertig dagen na de datum waarop twee ondertekenende Staten hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring hebben neergelegd.Ten aanzien van elke andere ondertekenende Staat het in werking dertig dagen na de neerlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. (c) Ten aanzien van de Partijen voor welke deze Overeenkomst in werking is getreden, vervangt deze Overeenkomst de « Security Agreement by the Parties to the North Atlantic Treaty Organization » die op 19 april 1952 door de Noord-Atlantische Raad is goedgekeurd in Bijlage A (eerste lid) van het aanhangsel bij de Toevoeging bij D.C. 2/7, en vervolgens is opgenomen in Toevoeging « A » (eerste lid) bij C-M(55)15(definitief), die op 2 maart 1955 door de Noord-Atlantische Raad is goedgekeurd.

Artikel 7 Deze Overeenkomst blijft open voor toetreding door elke nieuwe Partij bij het Noord-Atlantisch Verdrag, in overeenstemming met haar eigen grondwettelijke procedures. Haar akte van toetreding wordt neergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. De Overeenkomst treedt ten aanzien van elke toetredende Staat in werking dertig dagen na de datum van neerlegging van zijn akte van toetreding.

Artikel 8 De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt de Regering van de andere Partijen in kennis van de nederlegging van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

Artikel 9 Deze Overeenkomst kan worden opgezegd door middel van schriftelijke kennisgeving van opzegging door elk der Partijen aan de depositaris, die de andere Partijen van deze opzegging in kennis stelt. De opzegging wordt van kracht een jaar na de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris, maar doet geen afbreuk aan reeds aangegane verplichtingen en de door de Partijen krachtens de bepalingen van deze Overeenkomst reeds verworven rechten of prerogatieven.

BIJLAGE I Deze Bijlage vormt een integraal onderdeel van de Overeenkomst.

Geclassificeerde NAVO-informatie wordt als volgt gedefineerd : (a) « informatie » betekent kennis die in ongeacht welke vorm kan worden overgedragen;(b) « geclassificeerde informatie » betekent informatie of materiaal die tegen ongeoorloofde verspreiding moet worden beschermd, overeenkomstig hun veiligheidsclassificatie;(c) de term « materiaal » omvat documenten alsmede elke machine, uitrusting of wapens die vervaardigd of in vervaardiging zijn;(d) de term « document » betekent alle vastgelegde informatie ongeacht hun fysieke vorm of kenmerken, met inbegrip van, zonder uitzondering, geschreven of gedrukte stukken, gegevensverwerkingskaarten en -banden, geografische kaarten, grafieken, foto's, schilderijen, tekeningen, gravures, schetsen, werknotities en werkdocumenten, doorslagen en inktlinten of reproducties ongeacht het vervaardigingsmiddel of de vervaardigingsprocedure, en geluids-, spraak-, magnetische of elektronische of optische of video-opnamen in welke vorm dan ook, en draagbare computerapparatuur met een vast opslagmedium en verwijderbare computeropslagmedia. BIJLAGE II Deze Bijlage vormt een integraal onderdeel van de Overeenkomst.

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder de term « NAVO » verstaan, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en de instanties bepaald ofwel door de op 20 september 1951 te Ottawa ondertekende Overeenkomst nopens de rechtspositie bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de nationale vertegenwoordigers bij haar organen en van haar internationale staf, of wel het op 28 augustus 1952 te Parijs ondertekende Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag.

BIJLAGE III Deze Bijlage vormt een integraal onderdeel van de Overeenkomst.

Overleg vindt plaats met de militaire commandanten teneinde hun prerogatieven te respecten.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel op 6 maart 1997, in een enkel exemplaar in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk gezaghebbend, dat wordt neergelegd in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en waarvan door deze Regering gewaarmerkte afschriften worden toegezonden aan elke ondertekenende Staat.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^