Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 december 1998
gepubliceerd op 31 december 1998

Wet tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998000800
pub.
31/12/1998
prom.
18/12/1998
ELI
eli/wet/1998/12/18/1998000800/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 1998. - Wet tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 2.De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, beslissen dat voor de kieskantons die Hij aanwijst en de gemeenten die er deel van uitmaken, een systeem voor optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming wordt ingevoerd. Het gebruik van dergelijk systeem wordt beperkt tot de verkiezingen die plaatsvinden in de periode tussen 1 januari 1999 en 31 december 2000 en dit voor elk van de volgende niveaus, te weten : 1° de verkiezingen voor het Europees Parlement;2° de verkiezingen voor de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad;3° de verkiezingen voor de Wetgevende Kamers;4° de verkiezingen voor de provincieraad;5° de verkiezingen voor de gemeenteraad.

Art. 3.De voorzitter van het kantonhoofdbureau of van het gemeentehoofdbureau, naargelang van het geval, waar gebruik wordt gemaakt van een systeem voor optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming, beschikt enerzijds over verschillende leeseenheden voor het inlezen en registreren van de uitgebrachte stemmen en anderzijds over één informaticasysteem voor de totalisatie van de tabellen van de leeseenheden en de aanmaak van het proces-verbaal.

Art. 4.Het systeem voor optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming wordt geplaatst in het kantonhoofdbureau of, bij de gemeenteraadsverkiezingen, in het gemeentelijk hoofdstembureau. Het zal de volgende functies verzekeren: 1° het inlezen en registreren van de stembiljetten met de uitgebrachte stemmen;2° het opmaken van een tabel met de uitgebrachte stemmen;3° het aanmaken op magnetische drager van een tabel met de uitgebrachte stemmen;4° de totalisatie van de stemmen, uitgaande van de tabel of tabellen met de uitgebrachte stemmen;5° de publicatie van de uitslagen met betrekking tot het kanton of de gemeente bij gemeenteraadsverkiezingen.

Art. 5.De Koning stelt de technische normen vast van de in de artikelen 2, 3 en 4 bedoelde systemen als waarborg voor hun betrouwbaarheid en veiligheid, alsmede voor het geheim van de stemming.

Art. 6.De kosten voor de aankoop en de werking van de geautomatiseerde stemopneming door middel van systemen voor optische lezing bedoeld in artikel 2, evenals voor het drukken van de aangepaste stembiljetten, komen volledig ten laste van de Staat. De noodzakelijke kredieten worden ingeschreven op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De gemeenten die behoren tot de kantons bedoeld in artikel 2, worden uitgesloten van de verdeling van de kosten met betrekking tot het drukken van de traditionele stembiljetten en voor de werking van de stemopnemingsbureaus alsook van de verdeling van de uitgaven die op grond van het gebruik van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing geen betrekking hebben op de kiesbureaus van deze kantons.

De programmatuur voor de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing, de veiligheidsgegevens en de geheugendragers worden bij elke verkiezing verstrekt door de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde.

Art. 7.De systemen voor optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 zijn eigendom van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, dat ze ter beschikking stelt van de gemeenten die hoofdplaats zijn van een kanton, bedoeld in artikel 2.

De gemeente die hoofdplaats is van een kanton, bedoeld in artikel 2, draagt zorg voor de apparatuur en is verantwoordelijk voor de opslag.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen stelt de gemeente die hoofdplaats is van het kanton de nodige apparatuur ter beschikking van de andere gemeenten die deel uitmaken van het kanton voor het organiseren van de stemopneming in de respectievelijke gemeentelijke hoofdbureaus. De verdeling van de apparatuur over de verschillende hoofdbureaus in het kanton gebeurt evenredig op basis van het aantal ingeschreven kiezers per gemeente en rekening houdend met het aantal verkiezingen dat gelijktijdig wordt georganiseerd.

Art. 8.In de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, wordt onder hoofdstuk I een artikel 5bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 5bis.§ 1. Bij de verkiezingen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, alsook van de leden van de gewest- en de gemeenschapsraden : 1° kunnen de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, alsook de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, elk twee deskundigen aanwijzen;2° kunnen de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap elk één deskundige aanwijzen. Aan de stemming voor de aanwijzing van die deskundigen mogen alleen de leden van die assemblées deelnemen, die werden verkozen op de lijsten van een politieke partij als omschreven in artikel 1, 1°, van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen. § 2. De aanwijzing van die deskundigen geschiedt bij een tweederde meerderheid in elke assemblée, uiterlijk 30 dagen vóór de verkiezing van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat en de gewest- en de gemeenschapsraden. § 3. Tijdens de verkiezingen zien die deskundigen toe op het gebruik en de goede werking van alle geautomatiseerde stem- en stemopnemingssystemen.

Tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement, alsook voor de provincieraden, de gemeenteraden en de raden voor maatschappelijk welzijn, worden de deskundigen die, overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, in laatste instantie door de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat zijn verkozen, belast met de controle bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf.

De deskundigen als bedoeld in het eerste en het tweede lid, ontvangen van het ministerie van Binnenlandse Zaken het materieel, alsook alle gegevens, inlichtingen en informatie die nodig zijn voor het uitoefenen van controle op de geautomatiseerde stem- en stemopnemingssystemen.

Met behulp van de controlesoftware die het Ministerie van Binnenlandse Zaken hen ter beschikking heeft gesteld, kunnen zij met name de betrouwbaarheid controleren van de software in de stemmachines, alsook nagaan of de uitgebrachte stemmen correct werden overgeschreven op de magneetkaart, of zij correct werden overgeschreven door de elektronische stembus alsook werden getotaliseerd, en of de optische lezing van de uitgebrachte stemmen naar behoren verliep.

Zij verrichten die controle op de dag vóór de verkiezingen, alsook op de verkiezingsdag zelf, vóór de opening van de stembureaus en vóór de aanvang van de stemopneming. § 4. Uiterlijk vijftien dagen na de sluiting van de stemming bezorgen de deskundigen een verslag aan de Minister van Binnenlandse Zaken, aan de federale wetgevende assemblées, de gewest- en gemeenschapsraden, alsmede aan de provincie- en gemeenteraden en de raden voor maatschappelijk welzijn waarop hun vaststellingen betrekking hebben.

Hun verslag kan aanbevelingen bevatten in verband met het materieel en de software die werden gebruikt. § 5. De deskundigen zijn tot geheimhouding verplicht. Elke schending van die geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. » HOOFDSTUK II. - De kiesverrichtingen

Art. 9.De stemverrichtingen vinden plaats zoals bepaald in de kieswetgeving en met behoud van een aangepast papieren stembiljet.

Op de tafel van de stembureaus die deel uitmaken van een kanton waar gebruik wordt gemaakt van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing, wordt een exemplaar van deze wet gelegd. Voor de kiezers ligt een tweede exemplaar ter inzage in het wachtlokaal.

Art. 10.De bepalingen betreffende het stembiljet blijven behouden, maar de voorzitter van het hoofdbureau die verantwoordelijk is voor het drukken van het stembiljet, te weten de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de voorzitter van het provinciehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat, de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Vlaamse Raad en Waalse Gewestraad, de voorzitter van het hoofdbureau van de provincie voor de verkiezing van het Europees Parlement, de voorzitter van het districtshoofdbureau voor de provincieraadsverkiezingen en de voorzitter van het hoofdstembureau voor de gemeenteraadsverkiezingen, geeft opdracht aan de leverancier van het systeem voor optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming om aangepaste stembiljetten te drukken.

De aangepaste stembiljetten voor de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing worden ter goedkeuring voorgelegd aan de voorzitter van het in het eerste lid bedoelde hoofdbureau. Elke voorzitter valideert de documenten na in voorkomend geval de nodige verbeteringen te hebben laten aanbrengen.

Art. 11.In afwijking van artikel 95, § 7, van het Kieswetboek, artikel 3sexies, § 7, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en van artikel 44 van de gemeentekieswet, gecoördineerd op 8 augustus 1932, kan de Koning het aantal bijzitters en plaatsvervangende bijzitters in het hoofdbureau verhogen. HOOFDSTUK III. - De geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing

Art. 12.Het ministerie van Binnenlandse Zaken staat in voor de aanmaak van de programmatuur voor de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en die bestemd is voor de kantonhoofdbureaus en de gemeentehoofdbureaus.

De door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen ambtenaar laat de geheugendragers voor het inlezen en de registratie alsook voor de optelling van de uitgebrachte stemmen aanmaken en bezorgt ze onder verzegelde omslag, ten minste acht dagen voor de verkiezing, aan de voorzitters van de hoofdbureaus tegen ontvangstbewijs. Op elke omslag staat de identificatie van het overeenkomstige hoofdbureau vermeld.

Een aparte verzegelde omslag, die eveneens tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd, bevat de nodige veiligheidselementen voor het gebruik van de geheugendragers.

Art. 13.§ 1. Bij ontvangst van de stembussen of de omslagen met de stembiljetten afkomstig van de stembureaus, tellen de voorzitter en de leden van het kantonhoofdbureau of van het gemeentehoofdbureau die hij, naar gelang van het geval, daartoe aanwijst, deze stembiljetten vouwen ze open en leggen de stembiljetten afzonderlijk die kennelijk ongeldig zijn omdat ze behoren tot één van de volgende categorieën : 1° de stembiljetten die niet beantwoorden aan het model vastgesteld door de voorzitter van het hoofdbureau die verantwoordelijk is voor het drukken van de stembiljetten;2° de stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn;3° de stembiljetten die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten;4° de stembiljetten die de kiezer herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een bij de wet niet geoorloofd merk. De twijfelachtige stembiljetten, te weten die waartegen bezwaren zijn gemaakt omdat het kennelijk ongeldig karakter wordt betwist, worden eveneens in een aparte categorie geschikt, maar in een andere categorie dan die met de stembiljetten bedoeld in het eerste lid.

Het aantal in elke omslag of stembus gevonden stembiljetten, wordt vermeld in het proces-verbaal. § 2. Al de andere stembiljetten dan deze die kennelijk ongeldig of twijfelachtig zijn overeenkomstig de bepalingen van § 1, worden per verkiezing gegroepeerd en in aparte stapels gelegd per groep van tenminste twee stembureaus. Nadat deze stembiljetten per stapel onderling zijn vermengd, worden ze achtereenvolgens stapel per stapel ingebracht in het systeem voor optische lezing voor het inlezen en de registratie van de uitgebrachte stemmen. § 3. Zodra de operaties betreffende het inlezen en de registratie zijn beëindigd, worden de stembiljetten die door het systeem werden verworpen evenals de stembiljetten bedoeld in § 1, tweede alinea, onderzocht door de leden van het bureau en de getuigen.

Het bureau beslist of deze stembiljetten als ongeldig of geldig worden beschouwd. In het laatste geval, beslist het bureau telkens voor welke lijst en voor welke kandidaat of kandidaten de stem is uitgebracht.

De tabel met de resultaten, bedoeld in artikel 4, 2°, wordt aangevuld overeenkomstig de voormelde beslissing van het bureau. § 4. De operaties beschreven in paragraaf 1 worden achtereenvolgens uitgevoerd voor elk stembureau. In geval van gelijktijdige verkiezingen geschieden de operaties beschreven in de paragrafen 1 tot 3 voor elke verkiezing afzonderlijk.

Zodra het inlezen en de registratie van de uitgebrachte stemmen is beëindigd voor een stapel stembiljetten, afkomstig van minstens twee stembureaus, sluit de voorzitter de niet-betwiste stembiljetten in een omslag die hij verzegelt en waarop de inhoud ervan wordt vermeld.

Vervolgens registreert hij de aangemaakte geheugendragers met de uitgebrachte stemmen op het totalisatiesysteem.

Art. 14.Wanneer de uitslagen van alle stembureaus geregistreerd zijn, drukt de voorzitter van het hoofdbureau het proces-verbaal af, alsook de stemopnemingstabel, waarvan de modellen worden vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art. 15.Het proces-verbaal en de stemopnemingstabel, beide ondertekend door de voorzitter, de overige leden en de getuigen van het hoofdbureau, worden in een verzegelde omslag gesloten waarop de inhoud ervan wordt vermeld. De stembiljetten bedoeld in artikel 13, § 3, worden eveneens in een aparte verzegelde omslag waarop de inhoud ervan wordt vermeld, gesloten.

Deze omslagen alsook de omslagen met de processen-verbaal van de stembureaus worden in één verzegeld pak samengebracht, dat de voorzitter van het hoofdbureau binnen vierentwintig uur naargelang van het geval toestuurt aan : 1° de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers of aan de voorzitter van het provinciehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat;2° de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad;3° de voorzitter van het provinciehoofdbureau voor de verkiezing van het Europees parlement;4° de voorzitter van het districtshoofdbureau voor de verkiezing van de provincieraad;5° de provinciegouverneur voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

Art. 16.De voorzitter van het kantonhoofdbureau of het gemeentehoofdbureau, naargelang van het geval, bewaart de geheugendragers gebruikt voor de verkiezingen, met inbegrip van deze voor de totalisatie van de stemmen, tot de tweede dag na de geldigverklaring van de verkiezing. Hij geeft ze vervolgens tegen ontvangstbewijs af aan de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde of verzendt ze hem ter post aangetekend in een verzegelde omslag.

De verzegelde omslagen met de niet-betwiste stembiljetten bezorgt de voorzitter van het kantonhoofdbureau of van het gemeentelijk hoofdbureau, naargelang van het geval, na de goedkeuring en ondertekening van het proces-verbaal, respectievelijk ofwel aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg of van het vredegerecht van het gerechtelijk kanton waarin de hoofdplaats van het kieskanton gelegen is, ofwel aan de provinciegouverneur.

De stembussen worden teruggezonden naar het betreffende gemeentebestuur.

De gebruikte geheugendragers worden door toedoen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken gewist, zodra de verkiezing definitief geldig of ongeldig is verklaard. De ambtenaar die daartoe door de minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd, stelt schriftelijk vast dat dit effectief gebeurd is. HOOFDSTUK IV. - Straf- en slotbepalingen

Art. 17.Vervalsing van geheugendragers wordt bestraft als valsheid in openbare geschriften.

Art. 18.Artikel 200 van het Kieswetboek is van toepassing op de frauduleuze verandering van de stemopnemingsapparatuur, de geheugendragers en de software in de hoofdbureaus van de kantons en de gemeenten bedoeld in artikel 2.

Art. 19.De artikelen 204, 205 en 206 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de overtredingen bedoeld in de artikelen 17 en 18.

Art. 20.In de kantons en gemeenten die gebruik maken van een geautomatiseerd stemopnemingssysteem door optische lezing, zijn niet van toepassing : 1° de artikelen 149 tot 152, 154 tot 156, 158 tot 160, 161, eerste tot achtste lid, en 162 van het Kieswetboek, alsook de artikelen 95 en 131 van hetzelfde wetboek, in zoverre zij betrekking hebben op de stemopnemingsbureaus;2° de artikelen 32, § 1, derde lid, en § 2, en 39, § 1, vierde lid, en § 2 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur;3° de artikelen 9quater, 9quinquies, 9sexies, § 1, eerste tot zevende lid, 37ter, vierde lid, 37quinquies en 37sexies van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen;4° de bepalingen van Boek I van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, voor zover ze verwijzen naar de in 1° bedoelde artikelen van het Kieswetboek of voor zover ze betrekking hebben op de stemopnemingsbureaus.

Art. 21.Voor de toepassing van deze wet moeten in artikel 163 van het Kieswetboek de woorden « artikel 162, derde lid » worden vervangen door de woorden « artikel 15 van de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming ».

Art. 22.Op de gemeentelijke kiescolleges waar een geautomatiseerd stemopnemingssysteem is opgesteld, zijn niet van toepassing : 1° de artikelen 43 tot 50, 52 en 53 van de gemeentekieswet;2° de bepalingen van de voormelde wet, voor zover ze verwijzen naar de in artikel 20, 1°, bedoelde artikelen van het Kieswetboek, of voor zover ze betrekking hebben op de stemopnemingsbureaus. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Gewone zitting 1997-1998. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp van wet, nr. 1728/1. - Erratum, nr. 1728/2. - Amendementen, nrs. 1728/3 en 4.

Gewone zitting 1998-1999.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Verslag, nr. 1728/5. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1728/6. - Amendement, nr. 1728/7. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1728/8.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 21 en 22 oktober 1998.

Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1-1125/1. - Verslag, nr. 1-1125/2. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1-1125/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 1-1125/4.

Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 1 en 3 december 1998.

^