Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 november 1996
gepubliceerd op 02 december 1999

Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Europese Vrijhandelsassociatie, ondertekend te Brussel op 27 januari 1993 (2) (3)

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015189
pub.
02/12/1999
prom.
18/11/1996
ELI
eli/wet/1996/11/18/1999015189/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 1996. - Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Europese Vrijhandelsassociatie, ondertekend te Brussel op 27 januari 1993 (1) (2) (3)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6°, van de Grondwet.

Art. 2.Het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Europese Vrijhandelsassociatie, ondertekend te Brussel op 27 januari 1993, zal volkomen uitwerking hebben.

Art. 3.De bepalingen van het bij artikel 2 bedoelde Zetelakkoord worden toegepast vanaf 1 juni 1992.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 november 1996.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zitting 1995-1996 : Senaat. Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 18 januari 1996, nr. 1-232/1. - Verslag, nr. 1-232/2. - Tekst aangenomen in vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr. 1-232/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 3 april 1996.- Stemming. Vergadering van 4 april 1996.

Kamer.

Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 524/1.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 26 juni 1996.- Stemming. Vergadering van 27 juni 1996. (2) Overeenkomstig zijn artikel 30, is dit Akkoord in werking getreden op 19 november 1999 (internationale inwerkingtreding).(3) Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 9 februari 1999) (Belgisch Staatsblad van 20 maart 1999);Decreet van de Franse Gemeenschap van 22 december 1997 (Belgisch Staatsblad 14 augustus 1998); Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 18 april 1995 (Belgisch Staatsblad van 10 oktober 1995); Decreet van het Waalse Gewest van 30 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 30 mei 1995); Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 december 1994 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1995).

Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Europese Vrijhandelsassociatie Het Koninkrijk België, en De Europese Vrijhandelsassociatie, hierna te noemen de EVA, Gelet op artikel 35, tweede lid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Vrijhandelsassociatie van 4 januari 1960, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend op 2 mei 1992 te Porto, Gelet op de beslissing van de EVA om in Brussel een kantoor van het secretariaat van de EVA te openen, Wensende een akkoord te sluiten ten einde het stelsel van voorrechten en immuniteiten vast te stellen dat nodig is voor de uitoefening van de taken van de EVA in België, Zijn overeengekomen als volgt : HOOFDSTUK I. - Voorrechten en immuniteiten van de EVA Artikel 1 De EVA heeft de ruimste handelsbevoegdheid die aan rechtspersonen wordt toegekend. De goederen en activa die zij uitsluitend voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden gebruikt, genieten immuniteit van rechtsmacht, behalve voor zover de EVA er in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand van heeft gedaan. Voor elke maatregel van tenuitvoerlegging is een afzonderlijke verklaring van afstand van immuniteit vereist.

Artikel 2 De gebouwen die de EVA uitsluitend voor de uitoefening van haar werkzaamheden gebruikt, zijn onschendbaar.

Deze gebouwen mogen slechts met de toestemming van de EVA worden betreden.

Zodanige toestemming wordt geacht te zijn verkregen in geval van brand of van een andere ramp die onmiddellijke beschermende maatregelen vereisen.

België neemt alle passende maatregelen ten einde te beletten dat de gebouwen van de EVA worden bezet of beschadigd, dat de rust van de EVA wordt verstoord of aan haar waardigheid tekort wordt gedaan.

Artikel 3 Behalve voor zover vereist in het kader van een onderzoek naar aanleiding van een ongeval dat is veroorzaakt door een motorvoertuig toebehorend aan de EVA of rijdend voor rekening daarvan, of in geval van een verkeersovertreding of van ongevallen veroorzaakt door zodanig voertuig, zijn de eigendommen en activa van de EVA vrij van elke vorm van vordering, inbeslagneming, beslaglegging of dwangmaatregel, zelfs indien het maatregelen in het kader van de landsverdediging of het openbaar nut betreft.

Mocht onteigening voor zodanige doeleinden noodzakelijk zijn, dan worden alle passende maatregelen getroffen om te voorkomen dat de werkzaamheden van de EVA erdoor worden gehinderd en wordt onverwijld een toereikende schadeloosstelling betaald.

België helpt bij de installatie of herinstallatie van de EVA. Artikel 4 Het archief van de EVA en in het algemeen alle documenten die de EVA toebehoren of die zij of een van haar ambtenaren onder zich heeft, zijn onschendbaar, waar zij zich ook bevinden.

Artikel 5 1. De EVA mag deviezen bezitten en rekeningen aanhouden in elke valuta voor zover dat nodig is voor de uitoefening van de werkzaamheden die met haar doelstellingen verband houden.2. België verbindt zich ertoe de EVA de nodige machtigingen te verlenen om, met inachtneming van de voorwaarden gesteld door 's lands desbetreffende voorschriften en van de geldende internationale overeenkomsten, alle transacties te verrichten waartoe de oprichting en de werkzaamheden van de EVA aanleiding geven.Hieronder zijn ook begrepen het uitschrijven van leningen en de dienst van de leningen voor zover België voor bedoelde uitschrijving machtiging heeft verleend.

Artikel 6 De EVA, haar activa, inkomsten en andere goederen zijn vrijgesteld van directe belastingen.

Artikel 7 Wanneer de EVA belangrijke aankopen van roerende of onroerende goederen verricht of belangrijke diensten laat verrichten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en wanneer in de prijs daarvan indirecte rechten of belastingen op de verkoop zijn begrepen, worden zo mogelijk passende maatregelen genomen met het oog op vrijstelling of terugbetaling van zodanige belastingen of rechten.

Artikel 8 Onverminderd de verplichtingen die voor België uit de communautaire regelgeving voortvloeien en onverminderd de toepassing van prohibitieve of restrictieve wetten en voorschriften met betrekking tot de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid of de openbare zedelijkheid, kan de EVA alle goederen en publikaties invoeren die bestemd zijn om in het kader van haar officiële werkzaamheden te worden gebruikt.

Artikel 9 De EVA is vrijgesteld van alle landelijke, gewestelijke, communautaire en lokale indirecte belastingen met betrekking tot goederen die in het kader van haar officiële werkzaamheden door haar zelf of uit haar naam worden ingevoerd, aangekocht of uitgevoerd.

Artikel 10 De EVA is vrijgesteld van alle landelijke, gewestelijke, communautaire en lokale indirecte belastingen met betrekking tot de officiële publikaties die voor haar zijn bestemd of die zij naar het buitenland zendt.

Artikel 11 Goederen die aan de EVA toebehoren mogen in België niet worden overgedragen, tenzij dit gebeurt onder voorwaarden die door Belgische wetten en reglementen zijn voorgeschreven.

Artikel 12 De EVA onthoudt er zich van om vrijstelling van belastingen, heffingen of rechten te verzoeken die niet anders zijn dan een vergoeding voor verleende diensten van openbaar nut.

Artikel 13 België waarborgt dat de EVA voor haar officiële doeleinden onbelemmerd verbindingen kan onderhouden.

De officiële briefwisseling van de EVA is onschendbaar. HOOFDSTUK II. - Vertegenwoordigers die aan de werkzaamheden van de EVA deelnemen Artikel 14 Vertegenwoordigers van de Staten die Partij zijn bij de EVA-Overeenkomst die aan de werkzaamheden van de EVA deelnemen, hun adviseurs en technisch deskundigen, alsmede de ambtenaren van de EVA die in het buitenland verblijven en aldaar hun hoofdbezigheid uitoefenen, genieten tijdens de uitoefening van hun functies de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten of faciliteiten. HOOFDSTUK III. - Status van het Personeel Artikel 15 Het hoofd van het EVA-kantoor in België en zijn adjunct, genieten de diplomatieke voorrechten en immuniteiten.

De ambtenaren van het EVA-secretariaat genieten, voor zich persoonlijk, van de diplomatieke status in België als ze recht hadden op de diplomatieke status in Genève als EVA-ambtenaar op het ogenblik van hun direkte overplaatsing naar Brussel, voorzover deze overplaatsing plaatsvindt ten laatste drie jaar na de ondertekening van het akkoord en mits de Belgische Regering ermee instemt.

Artikel 16 1. Alle ambtenaren van de EVA : a) genieten vrijstelling van iedere belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen welke hun door de EVA worden uitgekeerd en zulks met ingang van de dag waarop deze inkomsten aan een belasting ten bate van de EVA zijn onderworpen. De bedoelde vrijstelling wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst toegekend als voor 31 december 1994 een belasting ten bate van de EVA wordt ingevoerd.

België behoudt zich de mogelijkheid voor deze salarissen, emolumenten en vergoedingen in aanmerking te nemen bij de berekening van de belasting die wordt geheven over de belastbare inkomsten die de begunstigden uit andere bronnen verkrijgen. b) genieten met betrekking tot de monetaire of deviezenvoorschriften de faciliteiten die aan de ambtenaren van internationale organisaties worden toegekend.2. De ambtenaren van de EVA die niet de in artikel 15 bedoelde voorrechten en immuniteiten hebben, genieten : a) ook na het beëindigen van hun functie, immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, door hen in de uitoefening van hun functie verricht;b) onschendbaarheid met betrekking tot al hun officiële papieren en documenten;3. De ambtenaren van de EVA, evenals de gezinsleden te hunnen laste, zijn vrijgesteld van maatregelen die de immigratie beperken en van vreemdelingenregistratie.4. De EVA meldt de aankomst en het vertrek van zijn ambtenaren aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken en doet mededeling van de onderstaande gegevens omtrent zijn ambtenaren : 1.naam en voornaam; 2. plaats en datum van geboorte;3. geslacht;4. nationaliteit;5. eerste verblijfplaats (plaats, straat en nummer);6. burgerlijke staat;7. samenstelling van het gezin. Van wijzigingen aan deze gegevens wordt maandelijks mededeling gedaan.

De ambtenaren en de gezinsleden te hunnen laste hebben recht op een speciale identiteitskaart.

Artikel 17 Het bepaalde in artikel 16.1.a) is niet van toepassing op de pensioenen of renten die de EVA aan haar gewezen ambtenaren in België of aan hun rechthebbenden uitkeert, en evenmin op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die de EVA aan haar plaatselijke medewerkers uitbetaalt.

Artikel 18 De ambtenaren van de EVA die in België geen andere op gewin gerichte activiteit uitoefenen dan die welke hun functie meebrengt, alsmede de gezinsleden te hunnen laste die in België geen op gewin gerichte privé bezigheid hebben, vallen niet onder de Belgische wetgeving inzake de tewerkstelling van vreemde arbeidskrachten en de uitoefening door vreemdelingen van een zelfstandig beroep.

Artikel 19 1. De ambtenaren van de EVA die in België geen andere op gewin gerichte activiteit uitoefenen dan die welke uit hun functie voortvloeit, zijn aangesloten bij de stelsels van sociale zekerheid die van toepassing zijn op de ambtenaren van de EVA-zetel, overeenkomstig de bepalingen van deze stelsels.2. De EVA zorgt ervoor dat de ambtenaren die niet door het stelsel van sociale zekerheid van de EVA zelf zijn gedekt bij het Belgische stelsel van sociale zekerheid worden aangesloten.3. De EVA verplicht zich de ambtenaren die in België hun functie uitoefenen en die bij de stelsels van sociale zekerheid van de EVA zijn aangesloten, voordelen toe te kennen die gelijk staan aan die waarin de Belgische sociale zekerheid voorziet.4. België kan van het Secretariaat de terugbetaling vorderen van alle kosten, veroorzaakt door enige vorm van sociale bijstand die zij aan de ambtenaren van de EVA die zijn aangesloten bij de stelsels van sociale zekerheid welke van toepassing zijn op de ambtenaren van de EVA-zetel, mocht hebben verleend. Artikel 20 1. Onverminderd de verplichtingen welke voor België uit de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voortvloeien en onverminderd de toepassing van de wetten en voorschriften, hebben de ambtenaren van de EVA het recht, binnen twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij hun functie in België voor het eerst opnemen, meubelen en een motorvoertuig voor persoonlijk gebruik vrij van belasting op de toegevoegde waarde in te voeren of alhier aan te kopen.2. Het Belgische Ministerie van Financiën bepaalt het kader en de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel. Artikel 21 België is er niet toe gehouden de in dit Akkoord vastgelegde voordelen, voorrechten en immuniteiten, behalve die waarin artikel 16.1.a) voorziet, aan eigen onderdanen of ingezetenen toe te kennen.

Evenwel genieten zij immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen, waaronder begrepen hun gesproken en geschreven woorden, door hen in de uitoefening van hun functie verricht. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen Artikel 22 De voorrechten en immuniteiten worden aan de ambtenaren uitsluitend in het belang van de EVA en niet voor hun persoonlijk voordeel toegekend.

De Secretaris-Generaal van de EVA heeft het recht en de plicht de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin de immuniteit de rechtsgang belemmert en opheffing ervan de belangen van de EVA niet schaadt.

Artikel 23 België behoudt zich het recht voor alle voorzorgsmaatregelen te treffen die 's lands veiligheid vereist.

Artikel 24 De in artikel 16 bedoelde personen genieten geen immuniteit van rechtsmacht in geval van verkeersovertreding of schade veroorzaakt door een motorvoertuig.

Artikel 25 De EVA en de ambtenaren van de EVA dienen zich te houden aan alle verplichtingen die uit de Belgische wetten en regelgeving met betrekking tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in verband met het gebruik van motorvoertuigen voortvloeien.

Artikel 26 De ambtenaren van de EVA werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten ten einde een goede rechtsbedeling te bevorderen, de naleving van de politievoorschriften te verzekeren, alsmede ieder misbruik van de in dit Akkoord bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten te voorkomen.

Artikel 27 De EVA, de amtenaren en de lokale medewerkers dienen de Belgische wetten en voorschriften in acht te nemen.

Artikel 28 België is door de werkzaamheden van de EVA op zijn grondgebied, niet aansprakelijkheid voor enig handelen of verzuim van de EVA of van enige handeling die de ambtenaren in het kader van hun functie hebben gesteld of nagelaten.

Artikel 29 1. Elk geschil betreffende de uitlegging of toepassing van dit Akkoord dat niet rechtstreeks in onderling overleg tussen de Partijen kon worden geregeld, kan door elk van beide Partijen worden voorgelegd aan een uit drie leden bestaande Scheidsgerecht dat bij de inwerkingtreding van het Akkoord wordt ingesteld.2. De Belgische regering en de Associatie wijzen voor het Scheidsgerecht elk een lid aan.3. De aldus aangewezen leden kiezen een voorzitter.4. Indien er tussen de leden geen eensgezindheid bestaat omtrent de keuze van de Voorzitter, wordt deze op verzoek van de leden van het Scheidsgerecht aangewezen door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.5. Een geschil wordt bij het Scheidsgerecht aanhangig gemaakt doordat een der Partijen een daartoe strekkend verzoekschrift indient.6. Het Scheidsgerecht stelt zijn eigen werkwijze vast. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Artikel 30 Elk van beide Partijen stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de in haar wetten en voorschriften vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Akkoord is voldaan.

Het Akkoord blijft van kracht hetzij voor de duur van het Verdrag betreffende de Europese Economische ruimte, hetzij tot na het verstrijken van een termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop één der Partijen de andere in kennis heeft gesteld van haar voornemen het Akkoord te beëindigen.

Ten blijke waarvan de onderscheiden gevolmachtigenden dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 27 januari 1993, in tweevoud, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor het Koninkrijk België : W. CLAES, Minister van Buitenlandse Zaken Voor de Europese Vrijhandelsassociatie : B.O. JOHANSSON, Adjunct-Secretaris-Generaal van de EVA

^