Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 april 2014
gepubliceerd op 07 mei 2014

Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het pensioenstelsel voor werknemers rekening houdend met het principe van de eenheid van loopbaan

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022175
pub.
07/05/2014
prom.
19/04/2014
ELI
eli/wet/2014/04/19/2014022175/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

19 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het pensioenstelsel voor werknemers rekening houdend met het principe van de eenheid van loopbaan


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

Art. 2.Artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983, wordt vervangen als volgt : "

Art. 10bis.§ 1. Wanneer de werknemer aanspraak kan maken op een rustpensioen krachtens dit besluit en op een rustpensioen of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen en wanneer het totaal aantal dagen dat in aanmerking genomen wordt in het geheel van die regelingen 14 040 voltijdse dagequivalenten overschrijdt, wordt de beroepsloopbaan die voor de berekening van het rustpensioen als werknemer in aanmerking wordt genomen verminderd met zoveel voltijdse dagequivalenten als nodig om genoemd totaal tot 14 040 te herleiden.

Een gelijkaardige vermindering wordt toegepast wanneer de overlevende echtgenoot van een werknemer op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering krachtens dit besluit en op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen aanspraak kan maken, en het in het geheel van deze regelingen in aanmerking genomen aantal voltijdse dagequivalenten het aantal overschrijdt dat verkregen wordt door 312 voltijdse dagequivalenten te vermenigvuldigen met de noemer van de breuk bedoeld ofwel in artikel 7, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten voor het overlevingspensioen ofwel in artikel 7bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit voor de overgangsuitkering.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "andere regeling" verstaan : 1° iedere andere Belgische regeling inzake rust- en overlevingspensioen, uitgezonderd die voor de zelfstandigen;2° iedere andere gelijkaardige regeling van een vreemd land, met uitsluiting van de regelingen die onder het toepassingsgebied vallen van Europese verordeningen of van bilaterale overeenkomsten van sociale zekerheid die voorzien in de samentelling van verzekeringstijdvakken die geregistreerd werden in de ondertekenende landen en de toekenning van een nationaal pensioen ten laste van ieder van die landen, pro rata van de verzekeringstijdvakken geregistreerd door ieder van hen;3° elke regeling die toepasselijk is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling. § 2. Bij samenloop van een rustpensioen krachtens dit besluit en een rustpensioen krachtens het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen worden voor de toepassing van deze bepaling de minst voordelige voltijdse dagequivalenten in mindering gebracht, ongeacht de regeling waarin deze dagen gepresteerd werden.

Een gelijkaardige vermindering wordt toegepast wanneer de overlevende echtgenoot van een werknemer aanspraak kan maken op een overlevingspensioen of op een overgangsuitkering krachtens dit besluit en op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering krachtens het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967. § 3. De Koning bepaalt : 1° in welke gevallen de vermindering beoogd bij dit artikel niet wordt toegepast of wordt versoepeld;2° op welke wijze, bij samenloop van een pensioen in de werknemersregeling en een pensioen van dezelfde aard in een andere regeling, de beroepsloopbaan wordt verminderd;3° op welke wijze, bij samenloop van een rustpensioen, een overlevingspensioen of een overgangsuitkering in de werknemersregeling met een rustpensioen, een overlevingspensioen of een overgangsuitkering als zelfstandige, de beroepsloopbaan wordt verminderd;4° wat onder breuk wordt verstaan;5° welke breuken die krachtens andere regelingen worden toegekend voor de toepassing van dit artikel niet in aanmerking worden genomen;6° wat onder volledig pensioen in een andere regeling wordt verstaan; 7° wat onder voltijdse dagequivalenten in een andere regeling wordt verstaan en op welke wijze de voltijdse dagequivalenten in aanmerking worden genomen.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

Art. 3.In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt vervangen als volgt : "Wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten dat de loopbaan bevat, met inbegrip van de voltijdse dagequivalenten met betrekking tot het pensioen bedoeld in hoofdstuk 13 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, hoger is dan 14 040, worden de voltijdse dagequivalenten die recht geven op het voordeligste pensioen in aanmerking genomen tot beloop van die 14 040 dagen.Wanneer het pensioen werd berekend op basis van één of meerdere breuken met een noemer lager dan 45, wordt het aantal voltijdse dagequivalenten betreffende elke noemer vermenigvuldigd met de verhouding tussen 45 en deze noemer."; 2° het wordt aangevuld met een lid, luidende : "De vermindering van de beroepsloopbaan betreft bij voorrang de voltijdse dagequivalenten die recht openen op het minst voordelige pensioen.Het aantal in mindering te brengen dagen kan echter niet 1 560 voltijdse dagequivalenten overschrijden. Deze dagen worden als volgt bepaald : 1° het pensioen verleend voor elk kalenderjaar wordt gedeeld door het aantal voltijdse dagequivalenten in aanmerking genomen voor het desbetreffende jaar teneinde hun aandeel in het pensioen te bepalen;2° het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel worden verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen berekend per dag het minst voordelig is;3° wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten van het kalenderjaar bedoeld in de bepaling onder 2° lager is dan het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten, wordt het overblijvend aantal te verwijderen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen voortaan het minst voordelig is; 4° er wordt één voor één beroep gedaan op de kalenderjaren waarvan het aandeel in het pensioen het minst voordelig wordt voor zover het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten van de beroepsloopbaan niet bereikt is.".

Art. 4.In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "Wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten dat de loopbaan bevat hoger is dan het aantal dat verkregen wordt door 312 voltijdse dagequivalenten met de noemer van de breuk te vermenigvuldigen, worden de voltijdse dagequivalenten die recht geven op het voordeligste pensioen in aanmerking genomen tot beloop van het door deze vermenigvuldiging verkregen resultaat.Wanneer het pensioen van de overleden echtgenoot werd berekend op basis van één of meerdere breuken met een noemer lager dan de noemer bedoeld in het derde lid wordt het aantal voltijdse dagequivalenten betreffende elke noemer vermenigvuldigd met de verhouding tussen de hoogste noemer en de lagere noemer."; 2° er wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De vermindering van de beroepsloopbaan betreft bij voorrang de voltijdse dagequivalenten die recht openen op het minst voordelige pensioen.Het aantal in mindering te brengen dagen kan echter het aantal niet overschrijden dat verkregen wordt door het derde van de noemer van de breuk te vermenigvuldigen met 104. Deze dagen worden als volgt bepaald : 1° het pensioen verleend voor elk kalenderjaar wordt gedeeld door het aantal voltijdse dagequivalenten in aanmerking genomen voor het desbetreffende jaar teneinde hun aandeel in het pensioen te bepalen;2° het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel worden verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen berekend per dag het minst voordelig is;3° wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten van het kalenderjaar bedoeld in de bepaling onder 2° lager is dan het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten, wordt het overblijvend aantal te verwijderen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen voortaan het minst voordelig is; 4° er wordt één voor één beroep gedaan op de kalenderjaren waarvan het aandeel in het pensioen het minst voordelig wordt voor zover het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten van de beroepsloopbaan niet bereikt is.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003022701 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan

Art. 5.Artikel 2 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003022701 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 6.De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2015 ingaan.

Art. 7.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2015, met uitzondering van artikel 2, voor wat betreft de paragrafen 2 en 3, 3°, van artikel 10bis, die in werking treden op een door de Koning te bepalen datum.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 avril 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Nota : Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3378 Integraal Verslag : 20 maart 2014.

Senaat (www.senaat.be) : Stukken : 5-2762 Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat : 27 maart 2014.

^