Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 april 2018
gepubliceerd op 24 mei 2018

Wet houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018011790
pub.
24/05/2018
prom.
19/04/2018
ELI
eli/wet/2018/04/19/2018011790/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

19 APRIL 2018. - Wet houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Kieswetboek

Art. 2.In artikel 4 van het Kieswetboek, gewijzigd bij de wet van 30 juli 1991, worden de woorden "en de bepalingen van Titel IVbis" ingevoegd tussen de woorden "artikel 89bis" en de woorden "vindt de stemming plaats".

Art. 3.In artikel 7bis van het Kieswetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 1991, worden de woorden "Dat bestand mag niet worden samengesteld noch bijgehouden met behulp van geautomatiseerde middelen. De inhoud ervan" vervangen door de woorden "De inhoud van dat bestand".

Art. 4.In artikel 10 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "de kiezerslijst" telkens vervangen door de woorden "de lijst van de kiezers ingeschreven in de bevolkingsregisters".

Art. 5.In artikel 17, § 1, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd door de wet van 6 januari 2014, eerste lid, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Het gemeentebestuur is verplicht exemplaren of afschriften van de kiezerslijst af te geven : 1° in de gevallen bedoeld in artikel 105, zodra deze lijst opgemaakt is, en uiterlijk 25 dagen vóór de verkiezingsdatum, aan de personen die in naam van een politieke partij optreden, daartoe uiterlijk de 25ste van de derde maand voorafgaand aan de verkiezingsmaand een aangetekende zending richten aan de burgemeester en zich er schriftelijk toe verbinden een kandidatenlijst voor de Kamer voor te dragen.Indien de verkiezing van de Kamer samenvalt met de verkiezing van andere vergaderingen, geeft het gemeentebestuur slechts één enkele lijst af; 2° in het geval bedoeld in artikel 106, zodra deze lijst opgemaakt is, aan de personen die in naam van een politieke partij optreden, daartoe uiterlijk de drieëndertigste dag vóór die van de verkiezing een aangetekende zending richten aan de burgemeester en zich er schriftelijk toe verbinden een kandidatenlijst voor de Kamer voor te dragen.".

Art. 6.In artikel 20, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juli 1991, worden de woorden "onder een ter post aangetekende omslag" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending".

Art. 7.In artikel 94, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd door de wet van 14 april 2009, worden de woorden "ten minste zevenentwintig dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden ", in de gevallen bedoeld in artikel 105, ten minste tweeënzestig dagen vóór die van de verkiezing en, in het geval bedoeld in artikel 106, ten minste drieëndertig dagen vóór die van de verkiezing".

Art. 8.In artikel 95 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3 worden de woorden ", aangewezen minstens drieëndertig dagen vóór die van de verkiezing door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau waarvan het kanton afhangt, na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement," ingevoegd tussen de woorden "kantonhoofdbureau" en de woorden "is voornamelijk belast";2° in paragraaf 4 wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De voorzitters van de stembureaus en de voorzitters, bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stemopnemingsbureaus worden zo snel mogelijk en uiterlijk drie dagen vóór die van de verkiezing aangewezen.De voorzitter van het kantonhoofdbureau betekent deze aanwijzingen onmiddellijk via aangetekende zending aan de betrokkenen en de gemeenteoverheid."; 3° in paragraaf 7 worden de woorden "van de kantonhoofdplaats" vervangen door de woorden "van het kanton";4° in paragraaf 9 worden de woorden "ten minste twaalf dagen voor de verkiezing, aangewezen onder de kiezers van de stemafdeling die kunnen lezen en schrijven" vervangen door de woorden "ten minste drie dagen vóór de verkiezing, aangewezen onder de kiezers van de stemafdeling die kunnen lezen en schrijven.De voorzitter van het kantonhoofdbureau betekent deze aanwijzingen onmiddellijk via aangetekende zending aan de betrokkenen."; 5° paragraaf 10 wordt vervangen als volgt : " § 10.In geval van verhindering moeten de aangewezen voorzitters, bijzitters en plaatsvervangende bijzitters de voorzitter van het kantonhoofdbureau daarvan bericht geven binnen achtenveertig uur na de kennisgeving.

Indien het aantal bijzitters dat de functie aanvaardt, onvoldoende is om het stem- of stemopnemingsbureau samen te stellen, vult de bureauvoorzitter dat aantal aan overeenkomstig § 9.

Wordt gestraft met een geldboete van vijftig tot tweehonderd euro, de voorzitter, de bijzitter of de plaatsvervangend bijzitter die de redenen van zijn/haar verhindering niet opgegeven heeft binnen de vastgelegde termijn of die het, zonder wettige reden, nagelaten heeft om het opgedragen ambt te vervullen.

De voorzitter van het kantonhoofdbureau informeert elke voorzitter van een stem- of stemopnemingsbureau over de aanwijzing van de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van zijn/haar bureau."; 6° in paragraaf 12, 2°, wordt het woord "vijftien" vervangen door het woord "drieëndertig".

Art. 9.In artikel 95bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 februari 2007 en gewijzigd door de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "uiterlijk op de in artikel 10 bedoelde datum voor het opmaken van de kiezerslijst" vervangen door de woorden "binnen de vierentwintig uur na de samenstelling ervan".

Art. 10.In artikel 96 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "drie dagen" vervangen door de woorden "achtenveertig uur" en de woorden "en ten minste tien dagen voor de verkiezing stuurt hij aan elke voorzitter van de stemafdelingen van het kanton de kiezerslijsten van zijn afdeling" opgeheven;2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 11.Artikel 101, enig lid, van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 14 april 2014, wordt aangevuld met de volgende zin : "Zij gebruiken daarbij het didactisch materiaal dat ter beschikking gesteld wordt door de door de Koning aangewezen dienst.".

Art. 12.Artikel 105 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 6 januari 2014, wordt aangevuld met een lid, luidende : "In de in artikel 106 bedoelde gevallen, wanneer de datum van de vervroegde verkiezingen samenvalt met de datum van de gewone vergadering van de kiescolleges, gebeuren de kiesverrichtingen enkel volgens de voorziene verkiezingskalender voor de gewone vergadering van de kiescolleges.".

Art. 13.In artikel 109, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 maart 2003, worden de woorden "5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming" vervangen door de woorden "24 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk".

Art. 14.In artikel 110 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 maart 2003, worden de woorden "5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming" vervangen door de woorden "24 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk".

Art. 15.In artikel 115 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De voordrachten van kandidaten moeten aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau afgegeven worden : 1° in de in artikel 105 bedoelde gevallen, op vrijdag, achtenvijftigste dag vóór de dag van de verkiezing, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag, zevenenvijftigste dag vóór de dag van de verkiezing, tussen 9 en 12 uur; 2° in het in artikel 106 bedoelde geval, op vrijdag, dertigste dag vóór de dag van de verkiezing, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag, negenentwintigste dag vóór de dag van de verkiezing, tussen 9 en 12 uur."; 2° in het derde lid worden de woorden "Ten minste drieëndertig dagen vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten minste éénenzestig dagen vóór de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing, in het in artikel 106 bedoelde geval".

Art. 16.In artikel 115bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1976 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "de dertigste dag vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de tweeëndertigste dag vóór de verkiezing, in het in artikel 106 bedoelde geval";2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf";3° paragraaf 3 wordt hersteld als volgt : " § 3.Wanneer de verkiezingen voor de vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers plaatsvinden op de datum bedoeld in artikel 10, § 3, wordt de in § 2 bedoelde loting niet georganiseerd.".

Art. 17.In artikel 115ter, § 2, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt het derde lid vervangen als volgt : "De kandidaten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend als datgene dat tijdens de loting die de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naargelang het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, zal houden, zal worden toegewezen aan een voor die verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen dat uitgaat van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement indienen, en waarbij aan hen toestemming wordt verleend om het volgnummer te gebruiken dat voor die verkiezing toegekend zal worden.".

Art. 18.In artikel 116 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het woord "kiezers" telkens vervangen door de woorden "kiezers van de kieskring"; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden "behalve in de gevallen waarin elektronische middelen zoals gedefinieerd in § 3/1 gebruikt worden."; 3° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende : " § 3/1.De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de akten van bewilliging aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau te bezorgen. Hetzelfde geldt voor de ontvangstmelding afgegeven door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau."; 4° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "en de hoofdverblijfplaats" vervangen door de woorden ", de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen"; 5° in paragraaf 4, derde lid, wordt na de eerste zin een zin ingevoegd luidende : "Dat verzoek moet bij deze laatste worden ingediend minstens zevenentachtig dagen vóór de dag van de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of minstens zevenendertig dagen vóór de dag van de verkiezing, in de in artikel 106 bedoelde gevallen."; 6° in paragraaf 4, derde lid, worden de woorden "de drieëndertigste dag vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "de vijfenzeventigste dag vóór de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de drieëndertigste dag vóór de verkiezing, in de in artikel 106 bedoelde gevallen"; 7° in paragraaf 5, wordt het derde lid aangevuld met de volgende zin : "Elk kieshoofdbureau zorgt ervoor om voor deze verrichtingen, evenals bij verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 179/1 van dit Wetboek bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen, de aangewezen getuigen zo snel mogelijk op te roepen via de meest gepaste middelen.".

Art. 19.Artikel 117bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 december 2002, wordt aangevuld met de volgende zin : "Bovendien mag het verschil tussen alle kandidaten van elk geslacht binnen éénzelfde lijst niet groter zijn dan één.".

Art. 20.In artikel 118, zevende lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 2007 en 6 januari 2014, worden de woorden "uiterlijk de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur" vervangen door de woorden "uiterlijk de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of uiterlijk de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 21.In artikel 119 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid worden de woorden "de zevenentwintigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur" vervangen door de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in het in artikel 106 bedoelde geval"; 2° het vierde lid wordt aangevuld met de volgende zin : "De voorzitter van het kieskringhoofdbureau stuurt het proces-verbaal van voorlopige afsluiting van de kandidatenlijsten onverwijld op digitale wijze door naar de minister van Binnenlandse Zaken, door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart.".

Art. 22.In artikel 120, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending";2° in het tweede lid wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending".

Art. 23.In artikel 121 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur" vervangen door de woorden "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen";2° in het tweede lid wordt het woord "brief" telkens vervangen door het woord "zending".

Art. 24.In artikel 122, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt het woord "telegrafisch" vervangen door de woorden "op digitale wijze" en het woord "bureau" wordt vervangen door het woord "kieskringhoofdbureau".

Art. 25.In artikel 123, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur" vervangen door de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen

Art. 26.In artikel 124, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "de vierentwintigste dag vóór de stemming te 16 uur" vervangen door de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 27.In artikel 125, derde lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "de twintigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens" vervangen door de woorden "de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 28.In artikel 125bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "De drieëntwintigste dag vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "De éénenvijftigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de drieëntwintigste dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 29.In artikel 125ter van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "op de twintigste dag vóór de verkiezing te 10 uur 's morgens" vervangen door de woorden "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen";2° in het vijfde lid wordt het woord "telegrafisch" vervangen door de woorden "op digitale wijze".

Art. 30.In artikel 127, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden ", alsmede hun beroep en de hoofdverblijfplaats" opgeheven en de woorden "Vanaf de tweeëntwintigste dag vóór de stemming" vervangen door de woorden "Vanaf de vijftigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of vanaf de tweeëntwintigste dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 31.Artikel 128 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende : " § 6. De voorzitter van het kieskringhoofdbureau stuurt het proces-verbaal van definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten onverwijld op digitale wijze door naar de minister van Binnenlandse Zaken, door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart.".

Art. 32.In artikel 128bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "de twintigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur" vervangen door de woorden "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de twintigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" en de woorden "vanaf de negentiende dag vóór de stemming" door de woorden "vanaf de veertigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of vanaf de negentiende dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen"

Art. 33.In artikel 128ter, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen de woorden "bedoelde datum," en de woorden "overeenkomstig de volgende bepalingen" de woorden "op de éénenvijftigste dag vóór de stemming om 10 uur," ingevoegd;2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "eerste en derde lid" vervangen door de woorden "eerste lid" en de woorden "die bepalingen" door de woorden "die bepaling";3° in paragraaf 3 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : "Wat de in artikel 115ter, § 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 10 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in artikel 115ter, § 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor de verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken.De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement."; 4° in paragraaf 3, derde lid, dat het vierde lid geworden is, worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "derde lid" en de woorden "gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer dat toegekend is in overeenstemming met het eerste lid" door de woorden "gebeurt slechts na de ontvangst van de in het tweede lid bedoelde notificatie tussen de nummers die volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de lotingen door de voorzitters van de hoofdbureaus van het Franse, Nederlandse en Duitstalige kiescollege op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.".

Art. 34.In artikel 129 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt het derde lid vervangen als volgt : "Vijf dagen vóór de stemming stuurt de voorzitter van het hoofdbureau van elke kieskring de voor de verkiezing nodige stembiljetten, in verzegelde omslag, naar de voorzitter van elk kantonhoofdbureau. Op de vooravond van de verkiezing laat deze voorzitter, aan de voorzitter van elk stembureau, het aantal stembiljetten nodig voor zijn/haar bureau, bezorgen tegen ontvangstbewijs. Het adres en het aantal stembiljetten dat in de omslag zit, worden op de omslag vermeld. Deze omslag mag slechts ontzegeld en geopend worden in aanwezigheid van het regelmatig samengestelde bureau. Het aantal biljetten wordt onmiddellijk gecontroleerd en het resultaat van die controle wordt opgetekend in het proces-verbaal."

Art. 35.In artikel 130, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juli 1991, wordt de bepaling onder 1bis° ingevoegd, luidende : "1bis° de mededeling van informatie aan de burgers;".

Art. 36.In artikel 143 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden het vierde lid en het vijfde lid vervangen door de volgende leden : "De kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn/haar stem uit te brengen, kan zich met toestemming van de voorzitter door iemand laten begeleiden of bijstaan. Beide namen worden in het proces-verbaal vermeld.

Als een bijzitter of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap betwist, beslist het stembureau en wordt de met redenen omklede beslissing in het proces-verbaal opgenomen.".

Art. 37.In artikel 151, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 5 juli 1976, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending";2° in het tweede lid worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "bij aangetekende zendingen".

Art. 38.In artikel 165 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 6 januari 2014, wordt het vierde lid vervangen als volgt : "Voor de stemmentelling mogen de stemopnemingsbureaus enkel gebruik maken van de software die bij elke verkiezing door de minister van Binnenlandse Zaken geleverd en erkend wordt, na advies van het orgaan dat daartoe erkend is door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 39.In artikel 178, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, worden de woorden "stembiljetten waarop uitsluitend naast zijn naam een stem is uitgebracht of bovenaan op de lijst en tegelijk naast zijn naam om het stemcijfer van de lijst te bepalen waarop hij zich kandidaat gesteld had" vervangen door de woorden "naamstemmen dat hij behaald heeft, om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had als het aantal stemmen die zijn uitgebracht ten gunste van de volgorde van voordracht in het in artikelen 172 en 173 bedoelde geval".

Art. 40.In titel IV, hoofdstuk VIII, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 179/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 179/1.De minister of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het stemopnemingsproces of het proces voor doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van dit Wetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.

Op vraag van de minister of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister of zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kieshoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoring en het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.".

Art. 41.In artikel 180bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 5bis wordt hersteld als volgt : " § 5bis.Wanneer de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers op dezelfde datum plaatsvinden als de verkiezingen voor de vernieuwing van het Europees Parlement, dient de consulaire kiezerslijst, opgesteld voor de verkiezing van het Europees Parlement, niet als consulaire kiezerslijst voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers."; 2° in § 8, eerste lid, worden de woorden "ten laatste de drieëndertigste dag voor de verkiezingsdag" vervangen door de woorden "ten laatste de 25ste van de derde maand voorafgaand aan de verkiezingsmaand, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of ten laatste de drieëndertigste dag vóór de verkiezingsdag, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 42.In artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de woorden "Ten laatste op de twaalfde dag vóór die van de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór die van de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of ten laatste op de twaalfde dag vóór die van de verkiezing, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 43.In artikel 180septies, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 17 november 2016, worden de woorden "Ten laatste op de twaalfde dag vóór de dag van de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór de dag van de verkiezing, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of ten laatste op de twaalfde dag vóór de dag van de verkiezing, in de in artikel 106 bedoelde gevallen".

Art. 44.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 240bis ingevoegd, luidende : "

Art. 240bis.De gegevens betreffende de kandidaten, bedoeld in artikel 116, § 4, eerste lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, mogen door de minister van Binnenlandse Zaken bezorgd worden aan de personen die daartoe een behoorlijk met redenen omklede schriftelijke aanvraag indienen. Deze gegevens worden enkel meegedeeld met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en statistische studies over de verkiezingskandidaten.".

Art. 45.In de tabel bedoeld in artikel 87 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2002 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 oktober 2017, wordt het gedeelte dat betrekking heeft op de "kieskringen van Antwerpen, van Limburg en van Oost-Vlaanderen" vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij deze wet. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement

Art. 46.In artikel 1, § 3, zevende lid, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, worden de woorden "ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 47.In artikel 2, tweede lid, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 25 april 2004 en 14 april 2009, worden de woorden "aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 48.In artikel 3bis, vierde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 april 1994, worden de woorden "bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "via aangetekende zending".

Art. 49.In artikel 12, § 5, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 18 december 1998, wordt 1° vervangen als volgt : "1° § 3 gelezen worden als volgt : "De voorzitter van het kantonhoofdbureau, aangewezen minstens 33 dagen vóór die van de verkiezing door de voorzitter van het provinciehoofdbureau waarvan het kanton afhangt, na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement, is voornamelijk belast met het toezicht op de kiesverrichtingen in het ganse kieskanton. Hij/zij verwittigt de voorzitter van het collegehoofdbureau onmiddellijk van elke omstandigheid die zijn/haar controle vereist. Hij/zij centraliseert op het niveau van het kanton de resultaten van de stemopneming per gemeente die deel uitmaakt van het kanton."".

Art. 50.In artikel 21 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "in het Parlement" vervangen door de woorden "in de Kamer van volksvertegenwoordigers of in de Senaat";2° paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen : "De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de akten van bewilliging aan de voorzitter van het collegehoofdbureau te bezorgen.Hetzelfde geldt voor de ontvangstmelding afgegeven door de voorzitter van het collegehoofdbureau."; 3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "en de hoofdverblijfplaats" vervangen door de woorden ", de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen"; 4° in paragraaf 2, vierde lid, wordt tussen de eerste en de tweede zin een nieuwe zin ingevoegd luidende : "Dat verzoek wordt bij deze laatste ingediend minstens zevenentachtig dagen vóór de verkiezing."; 5° in paragraaf 2, zesde lid, wordt de eerste zin aangevuld met de woorden ", behalve wanneer gebruik gemaakt wordt van elektronische middelen zoals gedefinieerd in het eerste lid."; 6° paragraaf 3 wordt aangevuld met de volgende zin : "Elk kieshoofdbureau zorgt ervoor om voor deze verrichtingen, evenals bij verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 36/1 bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen de aangewezen getuigen zo snel mogelijk op te roepen via de meest gepaste middelen."

Art. 51.In artikel 21bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 maart 2003, wordt tussen de eerste en de tweede zin de volgende zin ingevoegd : "Bovendien mag het verschil tussen alle kandidaten van elk geslacht binnen éénzelfde lijst niet groter zijn dan één.".

Art. 52.In artikel 22, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : "3° moet artikel 119, derde lid, als volgt gelezen worden : "Het kan ook nog uitgeoefend worden de vijfenvijftigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur.";"; 2° de bepaling onder 5° a) wordt vervangen als volgt : "5° a) moet artikel 121, eerste lid, als volgt gelezen worden : "Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, één van de erop voorkomende kandidaten kunnen de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het collegehoofdbureau tegen ontvangstbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.";"; 3° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : "6° moet artikel 123, eerste lid, als volgt gelezen worden : "Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, één van de erop voorkomende kandidaten kunnen de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het collegehoofdbureau tegen ontvangstbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na de afsluiting ingeroepen zijn.Indien de desbetreffende onregelmatigheid de onverkiesbaarheid van een kandidaat betreft, kan een memorie worden ingediend onder dezelfde voorwaarden.";"; 4° in de bepaling onder 7°, eerste streepje, worden de woorden "in plaats van het woord "vierentwintigste" het woord "tweeënvijftigste"" vervangen door de woorden "in plaats van de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming""; 5° de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt : "10° moet artikel 125ter, eerste lid, als volgt gelezen worden : "De voorzitter van het Hof van beroep brengt de zaak op de rol van een terechtzitting van de eerste kamer van dit Hof, die moet plaatshebben op de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, zelfs als die dag een feestdag is.";".

Art. 53.In artikel 23, vierde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de woorden ", alsmede hun beroep en hun woonplaats" opgeheven.

Art. 54.In artikel 24, § 2, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 2° wordt de voorlaatste zin vervangen als volgt : "Bovendien bezorgen de voorzitters van elk van de drie collegehoofdbureaus de uitslag van de aanvullende loting, waartoe zij zijn overgegaan krachtens de voorgaande bepalingen, onmiddellijk aan de minister van Binnenlandse Zaken." 2° er wordt een bepaling onder 3° ingevoegd, luidende : "3° moeten de woorden "De voorzitter van het kieskringhoofdbureau" in § 6 vervangen worden door de woorden "De voorzitter van het collegehoofdbureau".".

Art. 55.In artikel 27, vierde lid, van dezelfde wet worden de woorden "de bijzondere wet van ... tot" vervangen door de woorden "de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot".

Art. 56.In artikel 31/2, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 november 2016, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : "1° moet artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, als volgt gelezen worden : "Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór die van de verkiezing stuurt de voorzitter van het provinciehoofdbureau de nodige stembiljetten naar de minister van Buitenlandse Zaken.";".

Art. 57.In artikel 31/4, § 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 november 2016, worden de woorden "ten laatste de twaalfde dag die voorafgaat aan die van de stemming," opgeheven.

Art. 58.In artikel 36 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden ",166" opgeheven;2° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 2° /1 ingevoegd, luidende : "2° /1 moeten in artikel 165, eerste lid, de woorden "van de kieskring" vervangen worden door de woorden "van het college"";3° in het tweede lid, 5°, worden de woorden "stembiljetten waarop uitsluitend naast zijn naam een stem is uitgebracht of bovenaan op de lijst en tegelijk naast zijn naam om het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had" vervangen door de woorden "naamstemmen die naast zijn naam uitgebracht werden om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had, als het aantal stemmen ten gunste van de volgorde van voordracht in het geval bedoeld in de artikelen 172 en 173".

Art. 59.In dezelfde wet wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 36/1.De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het stemopnemingsproces of het proces voor het doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van het Kieswetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kieshoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoring en het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.".

Art. 60.In artikel 37 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De voorzitter van het collegehoofdbureau stuurt het proces-verbaal van zijn/haar bureau onverwijld en op digitale wijze door naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers en naar de minister van Binnenlandse Zaken, door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart. Een papieren versie van dit proces-verbaal, staande de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het collegehoofdbureau en de getuigen, wordt eveneens binnen de vijf dagen naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers verstuurd.".

Art. 61.In dezelfde wet wordt een artikel 43quater ingevoegd, luidende : "

Art. 43quater.De gegevens betreffende de kandidaten bedoeld in artikel 21, § 2, tweede lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, mogen door de minister van Binnenlandse Zaken bezorgd worden aan de personen die daartoe een behoorlijk met redenen omklede schriftelijke aanvraag indienen. Deze gegevens worden enkel meegedeeld met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en statistische studies over de verkiezingskandidaten.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk

Art. 62.Artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, wordt aangevuld met de woorden "en een automatisch afsluitingssysteem van de gleuf van de stembus".

Art. 63.In dezelfde wet, wordt een artikel 8/1 toegevoegd, luidende : "

Art. 8/1.- In afwijking van de artikelen 4, 8 en 9, § 6 en om de stemming van de slechtziende of blinde kiezers te vergemakkelijken, wordt één van de stemcomputers in het stembureau voorzien van een actieve elektronische component die het mogelijk maakt voor een slechtziende of blinde kiezer om autonoom zijn stem uit te brengen zonder gebruik te maken van het aanraakbeeldscherm.

De kiezer bedoeld in het eerste lid, kan aan de voorzitter van het stembureau vragen om deze elektronische component te gebruiken. Als de voorzitter of een ander bureaulid deze vraag betwist, beslist het bureau en wordt de met redenen omklede beslissing opgenomen in het proces-verbaal.

De Koning bepaalt de voorwaarden voor activatie van de elektronische component en de gebruiksprocedure hiervan, evenals de kieskringen, kieskantons, gemeenten of diplomatieke posten die de elektronische component gebruiken.".

Art. 64.In artikel 10, § 1, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden "de stembus" vervangen door de woorden "de gleuf van de stembus, na opening van het automatische afsluitingssysteem hiervan".

Art. 65.Artikel 17, § 2, van dezelfde wet, wordt aangevuld met de volgende zin : "Deze publicatie, die geen veiligheidselementen bevat, blijft beschikbaar gedurende de 6 maanden na de verkiezing.".

Art. 66.Artikel 19, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin : "De registratie van de gegevensdragers en de stemmentelling worden uitgevoerd met behulp van de software bedoeld in artikel 165, tweede lid, van het Kieswetboek.".

Art. 67.In artikel 24, § 2, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin : "Deze aanwijzingen worden ten laatste drie maanden vóór de dag van de verkiezing van het Europees Parlement uitgevoerd.". 2° Tussen het eerste lid en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "Bij gebrek aan een nieuwe aanwijzing van een effectieve of plaatsvervangende deskundige door een parlementaire assemblee overeenkomstig het eerste lid, blijft de huidige effectieve of plaatsvervangende deskundige, die betrokken is door het gebrek aan een nieuwe aanwijzing, zijn functies uitoefenen zolang er geen nieuwe aanwijzing plaatsvindt.De vervolgens aangewezen effectieve of plaatsvervangende deskundige zal zijn functies slechts uitoefenen voor de resterende duur van de termijn van vijf jaar bedoeld in het eerste lid.".

Art. 68.In artikel 25 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "alsook alle software die gebruikt wordt in het kader van de verkiezingen, zelfs wanneer de stemming volgens andere modaliteiten verloopt dan die welke door deze wet voorzien zijn";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : " § 4.De Kamer van volksvertegenwoordigers zorgt ervoor dat de nodige middelen voor de uitvoering van de in dit artikel bedoelde taken ter beschikking gesteld worden van het College van Deskundigen.".

Art. 69.In artikel 26, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "en alle software die gebruikt wordt in het kader van de verkiezingen, zelfs wanneer de stemming volgens andere modaliteiten verloopt dan die welke door deze wet voorzien zijn" ingevoegd tussen de woorden "wat de hardware, software en procedures van digitale verspreiding van de resultaten betreft" en de woorden "; dit om de betrouwbaarheid en integriteit van deze verschillende systemen, software en hardware te verzekeren".

Art. 70.In dezelfde wet wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 26/1.Buiten de in artikel 25 bedoelde verkiezingsperiodes kan de Kamer van volksvertegenwoordigers of een Gemeenschaps- of Gewestparlement aan het College van Deskundigen, in zijn permanente samenstelling, specifieke controle- en studieopdrachten toevertrouwen inzake de beveiliging en de betrouwbaarheid van de verschillende bij de verkiezingen gebruikte systemen, software en hardware.

De parlementaire assemblee die een in het eerste lid bedoelde specifieke opdracht toevertrouwt aan het College van Deskundigen, in zijn permanente samenstelling, zorgt ervoor dat de nodige middelen voor de uitvoering van die opdracht ter beschikking gesteld worden van dat College.".

Art. 71.Artikel 30 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 30.§ 1. In de kieskantons waar een elektronisch stemsysteem met afdruk van een papieren stembiljet is opgesteld, zijn niet van toepassing : 1° de artikelen 129, 143, eerste tot derde lid, 144, 145, 147, 149 tot 152, 154 tot 160, 161, eerste tot tiende lid en twaalfde lid, en 162 van het Kieswetboek, alsook de artikelen 95 en 131 van hetzelfde Wetboek, voor zover zij betrekking hebben op de stemopnemingsbureaus;2° de bepalingen van Boek I van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen en de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden verkozen, voor zover zij verwijzen naar de in 1° bedoelde artikelen van het Kieswetboek of voor zover zij betrekking hebben op de stembiljetten en de stemopnemingsbureaus. § 2. De artikelen 32, 39 en 41sexies van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, zijn van toepassing op de kieskantons waarin een elektronisch stemsysteem met afdruk van een papieren stembiljet ingesteld wordt. Voor deze toepassing : 1° moet artikel 32 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor beide verkiezingen, onverminderd de toepassing van artikel 11 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement wat artikel 89bis van het Kieswetboek betreft.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in twee exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Vlaams en het Waals Parlement en het andere exemplaar naar het collegehoofdbureau voor de verkiezing van het Europees Parlement."; 2° moet artikel 39 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de verkiezingen van het Parlement en de Kamer van volksvertegenwoordigers, onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het Kieswetboek.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in twee exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement en het andere exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers." 3° moet artikel 41sexies gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de verkiezingen van het Waals en het Vlaams Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Europees Parlement, onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het Kieswetboek wat de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Europees Parlement betreft.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in twee exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement en het andere exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.". § 3. De artikelen 54, 60 en 66 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, zijn van toepassing op de kieskantons waarin een elektronisch stemsysteem met afdruk van een papieren stembiljet ingesteld wordt. Voor deze toepassing : 1° moet artikel 54 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de drie verkiezingen.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het tweede exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Waals Parlement en het derde exemplaar naar het collegehoofdbureau voor de verkiezing van het Europees Parlement."; 2° moet artikel 60 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de verkiezingen van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Parlement en de Kamer van volksvertegenwoordigers.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het tweede exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Waals Parlement en het derde exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers."; 3° moet artikel 66 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de vier verkiezingen.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat één exemplaar zal doorsturen naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het tweede exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Waals Parlement en het derde exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.". § 4. De artikelen 26, 32 en 39 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden verkozen, zijn van toepassing op de kieskantons waarin een elektronisch stemsysteem met afdruk van een papieren stembiljet ingesteld wordt. Voor deze toepassing : 1° moet artikel 26 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor alle verkiezingen. Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat twee exemplaren zal doorsturen naar het gewestbureau en één exemplaar naar het collegehoofdbureau voor de verkiezing van het Europees Parlement."; 2° moet artikel 32 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de verkiezingen van het Parlement en de Kamer van volksvertegenwoordigers.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat twee exemplaren zal doorsturen naar het gewestbureau en één exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers."; 3° moet artikel 39 gelezen worden als volgt : "De stemverrichtingen zijn gemeenschappelijk voor de verkiezingen van het Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Europees Parlement.Het proces-verbaal van de stemverrichtingen wordt opgemaakt in drie exemplaren en verzonden naar het kantonhoofdbureau, dat twee exemplaren zal doorsturen naar het gewestbureau en één exemplaar naar het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers."."

Art. 72.Artikel 31 van dezelfde wet wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5 . - Opheffingsbepalingen

Art. 73.De wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming wordt opgeheven voor de verkiezingen van het Europees Parlement, van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen. HOOFDSTUK 6. - Overgangsbepaling

Art. 74.De bepalingen van artikel 67 zijn van toepassing op de deskundigen van het permanent College aangewezen door de betrokken Parlementen in 2014. HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtreding

Art. 75.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 38.

Art. 76.Artikel 45 treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 77.Artikelen 62 en 64 treden in werking op 31 december 2019.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Art. 78.Artikel 63 treedt in werking op 31 december 2019.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54-2958 Integraal verslag : 29 maart 2018

Bijlage 1 In artikel 45 bedoelde tabel

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij de wet van 19 april 2018 houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^