Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 mei 2019
gepubliceerd op 17 juni 2019

Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2019013041
pub.
17/06/2019
prom.
20/05/2019
ELI
eli/wet/2019/05/20/2019013041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

20 MEI 2019. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht

Art. 2.Artikel 53bis van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht, ingevoegd bij de wet van 28 december 1990, vervangen bij de wet van 22 maart 2001 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 april 2018, wordt vervangen als volgt : "

Art. 53bis.§ 1. Aan de officier, de onderofficier of de vrijwilliger van het actief kader wordt, bij de geboorte of de adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg, een ouderschapsverlof toegestaan dat kan genomen worden : - hetzij gedurende een periode van drie maanden als voltijds verlof; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in maanden; - hetzij gedurende een periode van zes maanden in het kader van een vermindering van de prestaties met de helft wanneer hij voltijds tewerkgesteld is; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan; - hetzij gedurende een periode van vijftien maanden in het kader van een vermindering van de prestaties met één vijfde wanneer hij voltijds tewerkgesteld is; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan; - hetzij gedurende een periode van dertig maanden in het kader van een vermindering van de prestaties met één tiende wanneer hij voltijds tewerkgesteld is; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan.

De militair heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten bedoeld in het eerste lid. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening worden gehouden met het principe dat één maand voltijds verlof gelijk is aan twee maanden verminderde prestaties met de helft en gelijk is aan vijf maanden verminderde prestaties met één vijfde.

De militair heeft recht op het ouderschapsverlof : - naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt; - in het kader van de adoptie van een kind gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de ambtenaar zijn verblijfplaats heeft, tot het kind twaalf jaar wordt; - in het kader van een plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg vanaf het ogenblik van de plaatsing van het kind in het gezin tot het einde van de plaatsing en uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.

Wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft, die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag, of dat ten minste 9 punten toegekend worden in de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag, wordt de leeftijdsgrens vastgesteld op 21 jaar.

Aan de voorwaarde van de twaalfde verjaardag moet voldaan zijn uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof. § 2. Het in dit artikel bedoeld ouderschapsverlof wordt niet bezoldigd. Het wordt gelijkgesteld met een periode van werkelijke dienst.".

Art. 3.In artikel 53ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 december 1990 en laatstelijk vervangen bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "na de adoptie van het kind" vervangen door de woorden "na de opname van het kind in het gezin van de militair", en worden de woorden "geadopteerd" vervangen door de woorden "in het gezin opgenomen";2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid aangevuld met de vier volgende zinnen : "Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt verlengd.In geval van twee adoptieouders worden deze bijkomende weken onderling tussen hen verdeeld. De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per adoptieouder verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen. Dit verlengde adoptieverlof wordt als volgt toegekend voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen : - 1° één week vanaf de inwerkingtreding van de wet van 20 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen; - 2° twee weken vanaf uiterlijk 1 januari 2021; - 3° drie weken vanaf uiterlijk 1 januari 2023; - 4° vier weken vanaf uiterlijk 1 januari 2025; - 5° vijf weken vanaf uiterlijk 1 januari 2027.". 3° in § 1, vierde lid, wordt in de bepaling onder 1° het woord "geadopteerd" vervangen door de woorden "in het gezin opgenomen";4° in § 1, vijfde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten toegekend worden in drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal" tussen de woorden "medisch-sociale schaal," en de woorden "overeenkomstig"; 5° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : "De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met het aantal weken opvangverlof in toepassing van artikel 53ter, § 2, dat de militair reeds heeft bekomen voor hetzelfde kind."; 6° in § 2, vijfde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten toegekend worden in de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal" ingevoegd tussen de woorden "medisch-sociale schaal," en de woorden "overeenkomstig" : 7° § 2 wordt aangevuld met een zesde lid, luidende : "Het opvangverlof wordt verminderd met het aantal werkdagen pleegzorgverlof dat reeds werd opgenomen in hetzelfde jaar voor hetzelfde kind in toepassing van artikel 53sexies.".

Art. 4.In artikel 53quinquies, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/06/2012 pub. 29/06/2012 numac 2012203553 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van een eenling of meerling," worden opgeheven; 2° de woorden "Dit verlof kan, op aanvraag van de militair, per maand opgenomen worden." worden vervangen door wat volgt : "Dit verlof kan worden opgenomen : - hetzij gedurende een periode van vier maanden; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in maanden; - hetzij gedurende een periode van acht maanden; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan; - hetzij gedurende een periode van twintig maanden; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan; - hetzij gedurende een periode van veertig maanden; op vraag van de militair kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan.

De militair heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn verlof voor ouderschapsbescherming gebruik te maken van de verschillende nadere regels bepaald bij het eerste lid. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening worden gehouden met het principe dat één maand voltijds verlof gelijk is aan twee maanden verminderde prestaties met de helft en gelijk is aan vijf maanden verminderde prestaties met één vijfde."; 3° in het vijfde lid worden de woorden "of dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag," ingevoegd tussen de woorden "betreffende de kinderbijslag" en de woorden "kan het verlof"."

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 53sexies ingevoegd, luidende : " § 1. Een pleegzorgverlof wordt toegestaan aan de militair die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door een Gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van "l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of door de "Jugendhilfedienst" voor de vervulling van de verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing in zijn gezin van één of meerdere personen die in het kader van die pleegzorg aan hem zijn toevertrouwd.

De duur van het verlof mag zes werkdagen per jaar niet overschrijden.

Bij langdurige pleegzorg heeft de werknemer die in het kader van langdurige pleegzorg een kind onthaalt in zijn gezin, om voor dit kind te zorgen, recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken. Het pleegzorgverlof van zes weken per ouder wordt als volgt opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen : - 1° met één week vanaf de inwerkingtreding van deze wet; - 2° met twee weken vanaf uiterlijk 1 januari 2021; - 3° met drie weken vanaf uiterlijk 1 januari 2023; - 4° met vier weken vanaf uiterlijk 1 januari 2025; - 5° met vijf weken vanaf uiterlijk 1 januari 2027.

Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij pleegouders zal verblijven. § 2. Onder pleegouder moet worden verstaan de persoon die is aangesteld en vernoemd in een formele aanstellingsbeslissing uitgaande van één van de instellingen, bedoeld in § 1, eerste lid.

Onder pleeggezin moet worden verstaan, het gezin van de persoon of van de personen die als pleegouder werd(en) aangesteld in de zin van het eerste lid.

De plaatsing omvat alle vormen van plaatsing in het gezin waartoe kan worden besloten in het kader van een pleegzorgmaatregel, zowel de plaatsing van minderjarige personen, als de plaatsing van personen met een handicap. § 3. De soorten verplichtingen, opdrachten en situaties waarvoor het verlof met het oog op het verstrekken van pleegzorgen geldt, hebben betrekking op de volgende gebeurtenissen die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie en waarbij de tussenkomst van de militair vereist is, en dit voor zover dit niet kan plaatsvinden buiten de normale uren : a) alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;b) contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of met derden die belangrijk zijn voor het pleegkind en de pleeggast;c) contacten met de dienst voor pleegzorg. In andere dan de hiervoor vermelde situaties geldt het recht op verlof voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk verlof noodzakelijk is. § 4. De militair die gebruik maakt van het verlof met het oog op het verstrekken van pleegzorgen, is ertoe gehouden de overheid waaronder hij ressorteert hiervan ten minste twee weken op voorhand te verwittigen. Indien dit niet mogelijk is, moet hij de overheid waaronder hij ressorteert zo spoedig mogelijk verwittigen.

Om het verlof te kunnen genieten, moet de militair het bewijs leveren dat hij pleegouder is aan de hand van de formele aanstellingsbeslissing uitgaande van één van de in § 1, eerste lid, bedoelde instellingen.

Op verzoek van de overheid waaronder hij ressorteert, levert de militair aan de hand van de gepaste documenten of bij gebreke hieraan, door ieder ander bewijsmiddel, het bewijs van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen. § 5. Het pleegzorgverlof wordt verminderd met het aantal werkdagen opvangverlof dat reeds werd opgenomen in hetzelfde jaar. § 6. Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van werkelijke dienst."

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 53septies ingevoegd, luidende : "De militair kan een aangepast werkrooster aanvragen voor de periode van zes maanden die volgt op het einde van het ouderschapsverlof.

De aanpassing dient rekening te houden met de behoeften van de dienst en die van de militair om een betere combinatie tussen werk- en gezinsleven mogelijk te maken.

De militair bezorgt hiertoe ten laatste drie weken voor het einde van de lopende periode van ouderschapsverlof een schriftelijke aanvraag aan de overheid waaronder het ressorteert.

De overheid beoordeelt deze aanvraag en geeft er een schriftelijk gevolg aan ten laatste één week voor het einde van het lopende ouderschapsverlof.". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers

Art. 7.In artikel 4 van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, worden in het punt 7bis, ingevoegd bij de wet van 18 mei 1998 en gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1999, 10 april 2003 en 13 februari 2004, de volgende wijzigingen aangebracht : 1. tussen het woord "deelstanden" en de woorden "in hulpverlening" worden de woorden "in militaire bijstand" ingevoegd;2. de woorden "buiten het nationale grondgebied" worden vervangen door de woorden "in België of in het buitenland". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het personeel van Defensie

Art. 8.In artikel 99ter, § 1, van de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het personeel van Defensie, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 15/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014007249 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen in het kader van de invoering van de deelstand "in militaire bijstand" type wet prom. 15/05/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014007208 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten wat de vrijwillige militaire inzet betreft sluiten, wordt het woord "buitenlandse" opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 16 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/1998 pub. 07/07/1998 numac 1998007133 bron ministerie van landsverdediging Wet waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden sluiten waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden

Art. 9.In het opschrift van de wet van 16 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/1998 pub. 07/07/1998 numac 1998007133 bron ministerie van landsverdediging Wet waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden sluiten waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden, worden de woorden "tijdens een actie buiten het nationale grondgebied" vervangen door de woorden "in bijzondere omstandigheden".

Art. 10.In artikel 2 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2013 pub. 20/09/2013 numac 2013007185 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel sluiten, worden de woorden "buiten het nationale grondgebied en" vervangen door de woorden "in België of in het buitenland";2. paragraaf 2, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2013 pub. 20/09/2013 numac 2013007185 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel sluiten, wordt vervangen door wat volgt : " § 2.Deze wet is eveneens toepasselijk op de militaire bezoekers die, zonder dat zij zich in de deelstanden "in militaire bijstand", "in hulpverlening" of "in operationele inzet" hoeven te bevinden, door de militaire overheden aangewezen zijn als tijdelijk lid van een Belgisch detachement dat deelneemt aan een actie als bedoeld in § 1, met de bedoeling er een opdracht van korte duur uit te voeren.".

Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 6/1.De pensioenrechten, die toegekend werden of hadden kunnen worden toegekend op basis van artikel 53bis, § 2, tweede lid, van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht, in de vigerende redactie die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet, blijven behouden. Deze bepaling is echter enkel van toepassing op de schadelijke feiten voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van hetzelfde artikel 2.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en van de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 31/08/2017 numac 2017031011 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de professionele evaluatie van de militairen sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de professionele evaluatie van de militairen

Art. 12.In artikel 10, § 1, van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, gewijzigd bij de wetten van 31 juli 2013 en 6 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende : "4° desgevallend, praktische proeven."; b) de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende : "De door de Koning bepaalde overheid kan het aantal sollicitanten die aan praktische proeven mogen deelnemen, beperken op basis van de behoeften van de Krijgsmacht en van haar capaciteit om deze proeven te organiseren.".

Art. 13.In artikel 13 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2013 pub. 20/09/2013 numac 2013007185 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een lid wordt ingevoegd tussen het derde en vierde lid, luidende : "Echter, in het geval bedoeld in artikel 10, § 1, derde lid, houdt de classificatie van de sollicitanten, voor het geheel van de proeven bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° tot 4°, enkel rekening met de mate van geschiktheid van de sollicitanten voor de vacature."; 2° in het vroegere vijfde lid dat het zesde lid wordt, worden de woorden "vierde lid" vervangen door de woorden "vijfde lid".

Art. 14.In artikel 14 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2013 pub. 20/09/2013 numac 2013007185 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende : "5° desgevallend, de selectie van de sollicitanten, wanneer het aantal sollicitanten die aan de praktische proeven mogen deelnemen, wordt beperkt, overeenkomstig artikel 10, § 1, derde lid, op basis van de resultaten van de selectieproeven bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° tot 3°."; b) het vierde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende : "4° desgevallend, de selectie van de sollicitanten, wanneer het aantal sollicitanten die aan praktische proeven mogen deelnemen, wordt beperkt, overeenkomstig artikel 10, § 1, derde lid, op basis van de resultaten van de selectieproeven bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° tot 3°.".

Art. 15.In artikel 18 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende : "5° die, niet geselecteerd wordt, naargelang het geval, overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 5°, of vierde lid, 4°."; b) in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2013 pub. 20/09/2013 numac 2013007185 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel sluiten, worden de woorden "2° tot 4° " vervangen door de woorden "2° tot 5° ".

Art. 16.In artikel 16 van de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 31/08/2017 numac 2017031011 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de professionele evaluatie van de militairen sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de professionele evaluatie van de militairen worden de woorden "31 december 2018" vervangen door de woorden "31 december 2019". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 20 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/06/2012 pub. 29/06/2012 numac 2012203553 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen

Art. 17.In het opschrift van hoofdstuk 2 van de wet van 20 juni tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 15/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014007249 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen in het kader van de invoering van de deelstand "in militaire bijstand" type wet prom. 15/05/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014007208 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten wat de vrijwillige militaire inzet betreft sluiten, worden de woorden "in het buitenland" opgeheven.

Art. 18.In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 2014 en 21 november 2016, worden de woorden "in het buitenland" opgeheven. HOOFDSTUK 8. - Tijdelijke wijziging van het statuut van de militairen in het kader van de Brexit

Art. 19.In afwijking van artikel 22, 1°, van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, blijft de beroepsmilitair die op het moment van de Brexit de hoedanigheid van beroepsmilitair heeft en op die datum burger is van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zonder onderdaan te zijn van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat, de hoedanigheid van beroepsmilitair ten tijdelijke titel behouden, tot de datum waarop de Europese Unie eensdeels en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderdeels een juridisch akkoord sluiten. HOOFDSTUK 9. - Overgangsbepaling

Art. 20.Het uitgebreide ouderschapsverlof en verlof voor ouderschapsbescherming zijn van toepassing op aanvragen tot ouderschapsverlof en verlof voor ouderschapsbescherming ingediend vanaf de inwerkingtreding van deze wet. HOOFDSTUK 1 0. - Inwerkingstreding

Art. 21.De artikelen 12 tot 15 treden in werking op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 31 december 2019.

Artikel 16 treedt in werking op 30 december 2018.

Artikel 19 treedt in werking op 12 april 2019.

De artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 17 en 18 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-3608 Integraal verslag : 4 april 2019

^