Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 april 2007
gepubliceerd op 02 december 2008

Wet houdende instemming met de Algemene Ontwikkelingssamenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda, ondertekend te Kigali op 18 mei 2004 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2007015068
pub.
02/12/2008
prom.
21/04/2007
ELI
eli/wet/2007/04/21/2007015068/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 APRIL 2007. - Wet houdende instemming met de Algemene Ontwikkelingssamenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda, ondertekend te Kigali op 18 mei 2004 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Algemene Ontwikkelingssamenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda, ondertekend te Kigali op 18 mei 2004, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De bijzondere overeenkomsten gesloten op basis van artikel 7 van deze Overeenkomst zullen de uitvoeringsmodaliteiten bepalen van de interventies voorzien door haar artikel 3.

Deze bijzondere overeenkomsten zullen gesloten worden door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking of door een andere persoon die te dien einde werd gemachtigd; zij zullen medegedeeld worden aan het Parlement meteen na hun ondertekening en zij zullen volkomen gevolg hebben op de datum die zij zullen bepalen.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE DECKER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007. Senaat : Parlementaire documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 17 november 2006, nr. 3-1928/1. - Verslag, nr. 3-1928/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 08/02/2007.

Stemming, vergadering van 08/02/2007.

Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 51-2912/1. - Verslag namens de commissie. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2912/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 01/03/2007.

Stemming, vergadering van 01/03/2007. (2) Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 november 2008. Algemene ontwikkelingssamenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda Het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda hierna te noemen « de Partijen », Vastbesloten uitbreiding te geven aan de partnerschaps- en samenwerkingsbetrekkingen die ze wensen te ontwikkelen op basis van wederzijds respect, soevereiniteit van en gelijkheid tussen de Partijen, het streven naar een duurzame en harmonieuze ontwikkeling die alle bevolkingslagen, en in het bijzonder de armsten, ten goede komt, Herbevestigend hun gehechtheid aan : - de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, de democratische waarden en de mensenrechten zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en op de Wereldconferentie van de Verenigde Naties over de mensenrechten die in juni 1993 in Wenen werd georganiseerd; - het 20/20-concept dat werd goedgekeurd op de Wereldtop in Kopenhagen over Sociale Ontwikkeling in maart 1995; - de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie over de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk, die werd goedgekeurd op de Internationale Arbeidsconferentie in juni 1998 in Genève; - de waardigheid en waarde van de mens, mannen en vrouwen, ontwikkelingsactoren en begunstigden van de ontwikkelingssamenwerking, die gelijke rechten hebben overeenkomstig de aanbevelingen van de vierde Wereldconferentie voor Vrouwen die in september 1995 in Beijing plaatshad; - de bescherming en het behoud van het milieu alsmede aan de tenuitvoerlegging van Agenda 21 zoals goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling die in juni 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond; - de op 23 juni 2000 in Cotonou ondertekende ACS-EU Partnerschapsovereenkomst.

Ervan overtuigd dat deze beginselen de wezenlijke basis vormen van de samenwerkingsbetrekkingen tussen beide Partijen, Van oordeel zijnde dat het belangrijk is een politiek en juridisch kader vast te leggen voor de door dialoog en gedeelde verantwoordelijkheid geschraagde samenwerking tussen beide Partijen;

Zijn het volgende overeengekomen : Doel Artikel 1 Deze Overeenkomst heeft ten doel het politieke, institutionele en juridische kader vast te leggen voor de directe bilaterale samenwerking die door de Partijen wordt overeengekomen.

Doelstellingen van de directe bilaterale samenwerking Artikel 2 Het bevorderen van een duurzame menselijke ontwikkeling is het prioritaire aandachtspunt van deze samenwerking.

Te dien einde wordt : de strijd aangebonden tegen armoede, het partnerschap tussen de bevolkingen van de Partijen gestimuleerd; worden de democratie, de rechtsstaat, de rol van de civiele samenleving en goed bestuur aangemoedigd, het respect voor de menselijke waardigheid en de eerbiediging van de vrijheden en mensenrechten bevorderd en worden alle vormen van discriminatie op grond van sociale, ethnische, religieuze, filosofische of geslachtsgebonden overwegingen.

Prioritaire sectoren en thema's Artikel 3 De directe bilaterale samenwerking tussen de Partijen wordt toegespitst op één of meerdere sectoren, met name : 1. basisgezondheidszorg, met inbegrip van reproductieve gezondheid;2. onderwijs en opleiding;3. landbouw en voedselzekerheid;4. basisinfrastructuur;5. conflictpreventie en versteviging van de maatschappij; en op de volgende transsectorale thema's : 1. herijking van de rechten en kansen van mannen en vrouwen;2. respect voor het milieu;3. sociale economie. Indicatieve samenwerkingsprogramma's Artikel 4 Aan deze samenwerking wordt vorm gegeven middels indicatieve samenwerkingsprogramma's die in onderling overleg door de in artikel 5 bedoelde Gemengde Commissie werden vastgelegd of gevalideerd.

De doelstellingen van deze programma's liggen in het verlengde van die van de ontwikkelingsplannen van de Republiek Rwanda en van de in artikel 2 vermelde doelstellingen.

De indicatieve samenwerkingsprogramma's behelzen met name de in artikel 3 vernoemde sectoren en thema's en beogen : - het versterken van de institutionele en beheerscapaciteit, waarbij een grotere rol wordt toebedeeld aan het beheer en de uitvoering ter plaatse; - het verzekeren van de technische en financiële levensvatbaarheid, na het stopzetten van de Belgische steun; - het hanteren van een efficiënte uitvoeringswijze, waarbij de besluitvormers zo dicht mogelijk bij de doelgroepen staan.

Gemengde Commissie Artikel 5 Een uit vertegenwoordigers van beide Partijen samengestelde Gemengde Commissie definieert en valideert de in artikel 4 bedoelde indicatieve samenwerkingsprogramma's. Daarnaast behelst haar taak de tenuitvoerlegging van het programma op te volgen en te evalueren om een en ander, zo nodig, bij te sturen.

De Gemengde Commissie komt om de drie jaar op ministerieel niveau bijeen.

Op gezette tijden wordt op een passend vertegenwoordigingsniveau overleg gevoerd om een evaluatie te maken van de voortgang van de programma's en ze, in voorkomend geval, bij te sturen.

Deze bijeenkomsten worden beurtelings in België en Rwanda georganiseerd.

Complementariteit Artikel 6 De Partijen komen overeen dat de gerealiseerde samenwerking alleen volledig zal beantwoorden aan de doelstellingen wanneer de samenwerkingsacties elkaar aanvullen, ongeacht of het een initiatief van de overheid dan wel van de civiele samenleving betreft, met dien verstande dat elkeen zijn eigen rol vervult.

Samenwerkingsprestaties Artikel 7 § 1. Aan de indicatieve samenwerkingsprogramma's wordt gestalte gegeven middels specifieke samenwerkingsprestaties. Voor elke samenwerkingsprestatie kan de bijdrage van het Koninkrijk België bestaan uit : technische samenwerking, opleidings- of studieactiviteiten, schenkingen in natura of financiële bijdragen zoals budgettaire hulp, leningen, deelnemingen, schuldverlichting of een combinatie daarvan. § 2. Elke samenwerkingsprestatie wordt voorbereid, gepland en uitgevoerd volgens een geïntegreerde beheerscyclus die is afgestemd op de doelstellingen en die uit vier fasen bestaat : identificatie, formulering, uitvoering en evaluatie. § 3. De identificatie van een samenwerkingsprestatie is het resultaat van overleg tussen de Partijen. De eindverantwoordelijkheid voor de identificatie berust bij de Republiek Rwanda. § 4. Om zeker te stellen dat de samenwerkingsprestatie volledig strookt met de capaciteiten en de noden van de begunstigden, wordt strikt vastgehouden aan een participatieve benadering. Te dien einde, worden gemengde structuren voor lokaal overleg opgezet. § 5. Vooraleer de fase van uitvoering van de samenwerkingsprestatie wordt opgestart, wordt de prestatie in kwestie neergelegd in een door de Partijen ondertekende bijzondere overeenkomst.

Afhankelijk van de in aanmerking genomen wijze van samenwerking, vermeldt bedoelde overeenkomst : - de doelstellingen; - de mechanismen en uitvoertermijnen; - in voorkomend geval, regels inzake het gebruik en de overdracht van middelen; - in voorkomend geval, regels inzake de aankoop en de overdracht van uitrusting; - de rechten, verantwoordelijkheden en plichten van alle interveniërende partijen; - de modaliteiten met betrekking tot het opstellen van rapporten, de follow up en de controle; - de eigenschappen en de beschrijving van de lokale gemengde overlegstructuur voor die bepaalde samenwerkingsprestatie.

Uitvoeringsorganen Artikel 8 § 1. Met het oog op de uitvoering van deze Overeenkomst, stelt de Rwandese Partij de verschillende ministeries van haar regering aan, rekening houdend met de respectieve bevoegdheden. § 2. Met het oog op de algehele uitvoering van deze Overeenkomst wordt de Belgische Partij vertegenwoordigd door de Belgische ambassade in Kigali. Bij voornoemde ambassade behoren vraagstukken in verband met ontwikkelingssamenwerking tot de bevoegdheid van de Attaché Internationale Samenwerking. § 3. De Belgische Partij vertrouwt de tenuitvoerlegging van haar verbintenissen in de in artikel 7, § 2, bedoelde fasen van de formulering en de uitvoering in principe uitsluitend toe aan de « Belgische Technische Samenwerking » (BTC), een naamloze vennootschap naar Belgisch publiekrecht met sociaal oogmerk.

De Belgische Partij sluit met de BTC overeenkomsten uit hoofde waarvan de BTC de verbintenis aangaat de in artikel 7, § 5, bedoelde bijzondere overeenkomsten in acht te nemen.

Zo de aard van de samenwerkingsprestaties zulks vereist, kan de uitvoering ervan door de minister onder wie ontwikkelingssamenwerking ressorteert dan wel door de BTC aan gespecialiseerde instanties worden toevertrouwd.

Voorrechten en immuniteiten Artikel 9 § 1. Met het oog op de uitvoering van deze Overeenkomst, genieten de BTC-vertegenwoordiger ter plaatse en zijn in België in dienst genomen medewerkers, voor zover ze geen onderdaan zijn van de Republiek Rwanda, de voorrechten en immuniteiten die van toepassing zijn op het administratief en technisch personeel van de diplomatieke en consulaire posten. § 2. Met het oog op de uitvoering van deze Overeenkomst, geniet elke expert die geen onderdaan is van de Republiek Rwanda, dezelfde voorrechten en immuniteiten als die welke de VN-deskundigen genieten.

Elke expert heeft het recht een voertuig, meubels en artikelen voor persoonlijk gebruik alsmede ten behoeve van bij hem inwonende gezinsleden, vrij van rechten in te voeren of aan te kopen.

Zijn loon en emolumenten worden op het grondgebied van de Republiek Rwanda vrijgesteld van belasting.

Wanneer zulks is vereist, is hij evenwel onderworpen aan de sociale zekerheid overeenkomstig de Belgische of Rwandese wetgeving. § 3. De roerende en onroerende goederen van de BTC-vertegenwoordiging alsmede het materiaal of de diensten die werden ingevoerd of ter plaatse aangekocht en de overdracht van middelen in het kader van deze Algemene Overeenkomst of van een hieruit voortvloeiende bijzondere overeenkomst, zijn vrijgesteld van belastingen of heffingen.

Controle en evaluatie Artikel 10 De Partijen nemen alle nodige administratieve en budgettaire maatregelen om tegemoet te komen aan de doelstellingen van de uit deze Algemene Overeenkomst voortvloeiende bijzondere overeenkomsten.

Te dien einde verrichten de Partijen tezamen dan wel apart de interne en externe controles en evaluaties die ze nuttig achten. Elke Partij stelt de andere Partij evenwel in kennis van de controles en evaluatie die ze voornemens is apart te verrichten.

Geschillen Artikel 11 Geschillen die ontstaan naar aanleiding van de toepassing of uitlegging van deze Algemene Overeenkomst en de maatregelen ter uitvoering ervan, worden via bilaterale onderhandelingen geregeld.

Geschillen die op deze manier niet kunnen worden beslecht, vallen onder de procedures waarin het Handvest van de Verenigde Naties voorziet.

Looptijd en opzegging Artikel 12 Deze Algemene Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Elke Partij kan ze op eender welk tijdstip opzeggen mits kennisgeving daarvan aan de andere Partij. De opzegging gaat zes maanden later in.

Ze heeft niet de opzegging tot gevolg van de bijzondere overeenkomsten of van andere bilaterale overeenkomsten waarop deze Algemene Overeenkomst van toepassing is. Voor deze overeenkomsten geldt een specifieke opzeggingsregeling.

Wijziging Artikel 13 Deze Algemene Overeenkomst kan in onderling overleg tussen de Partijen worden gewijzigd.

Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen Artikel 14 Deze Algemene Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de laatste Partij de andere Partij ervan in kennis heeft gesteld dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste interne procedures is voldaan.

Op dat tijdstip komt deze Algemene Overeenkomst in de plaats van de op 13 oktober 1962 in Brussel ondertekende Algemene Overeenkomst inzake Samenwerking en Technische Bijstand tussen België en Rwanda, de op 13 oktober 1962 ondertekende Overeenkomst inzake Personele bijstand tussen België en Rwanda, de op 18 oktober 1963 in Brussel ondertekende Overeenkomst inzake het toekennen van studiebeurzen en stages en de Bijzondere Overeenkomst tot vaststelling van de procedures die van toepassing zijn op de financieringsinterventies van de directe bilaterale samenwerking tussen België en Rwanda, die op 22 november 1989 in Brussel ondertekend werd.

De samenwerkingprestaties die op de datum van inwerkingtreding van deze Algemene Overeenkomst nog lopen, worden evenwel voortgezet overeenkomstig de bepalingen van de desbetreffende overeenkomsten.

Kennisgevingen Artikel 15 Elke kennisgeving inzake de tenuitvoerlegging van deze Algemene Overeenkomst en de hieruit voortvloeiende bijzondere overeenkomsten wordt, behoudens specifieke bepaling, naar onderstaande adressen gestuurd. Elke wijziging met betrekking tot voornoemde overeenkomsten wordt langs diplomatieke weg medegedeeld : Voor de Republiek Rwanda : Ministère des Affaires étrangères et de la Coopération régionale Kigali.

Voor het Koninkrijk België : Ambassade van het Koninkrijk België Bureau Ontwikkelingssamenwerking in Kigali.

Ten blijke waarvan beide Partijen deze Algemene Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Kigali op 18 mei 2004 in twee in het Frans gestelde originelen, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

^