Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 december 2012
gepubliceerd op 19 februari 2013

Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 17 oktober 2011 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (1)

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2013200861
pub.
19/02/2013
prom.
21/12/2012
ELI
eli/wet/2012/12/21/2013200861/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2012. - Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 17 oktober 2011 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt verleend aan het als bijlage bij deze wet gevoegde Samenwerkingsakkoord van 17 oktober 2011 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH).

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, S. VANACKERE De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, M. WATHELET Met 's Lands zegel gezegeld : Voor de Minister van Justitie, afwezig : De Minister van Pensioenen, A. DE CROO ______ Nota Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 53-2259 - 2012/2013 : 001 : Wetsontwerp. 002 : Verslag. 003 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 18 oktober 2012.

Stukken van de Senaat : 5-1812 - 2012/2013 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Nr. 2 : Verslag.

Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Handelingen van de Senaat : 29 november 2012. 17 OKTOBER 2011. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 92bis, §§ 1, 5 en 6, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, artikelen 4 en 42;

Gelet op de Algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie van 16 april 2008 betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH);

Gelet op de Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Commissie van 30 mei 2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH);

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;

Gelet op de beslissing van de Interministeriële Conferentie voor Leefmilieu, uitgebreid voor REACH, van 22 oktober 2008, om een Samenwerkingsakkoord voor REACH op te stellen;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de voornoemde Verordening (EG) nr. 1907/2006 deels tot de federale bevoegdheid, deels tot de gewestelijke bevoegdheid en deels tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen behoort;

Overwegende dat sommige bepalingen van die Verordening dan weer uitsluitend onder de federale of de gewestelijke bevoegdheid of onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen vallen;

Overwegende dat de partijen bij dit akkoord zich ertoe verbinden om, samen met de Gemeenschappen, de uitvoering van artikel 123 van de Verordening (EG) nr. 1907/2006 te verzekeren in het kader van het samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de samenwerking tussen de beleidsdomeinen van milieu en gezondheid;

Overwegende de eigenheid en complexiteit van de werkzaamheden in de tenuitvoerlegging en handhaving van de bepalingen van de Verordening (EG) nr. 1907/2006, en de wisselwerkingen en verbanden tussen de werkzaamheden van de verschillende bevoegde instanties;

Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is om het gezamenlijk uitoefenen van de eigen bevoegdheden van de federale en de gewestelijke overheden en van de overheden van de Gemeenschappen in een samenwerkingsakkoord te regelen teneinde de gecoördineerde en doeltreffende tenuitvoerlegging van de bepalingen van de Verordening (EG) nr. 1907/2006 te bewerkstellingen, overeenkomstig artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 op de hervorming van de instellingen;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 verband houdt met Verordening (EG) nr. 1907/2006;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Werk, de Minister van Klimaat en Energie, en de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen;

Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar minister-president en van de Minister van Leefmilieu;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van haar Minister-President en van de Minister van Leefmilieu;

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in de persoon van haar Minister-President en de Minister van Leefmilieu;

Hun eigen bevoegdheden gezamenlijk uitoefenend, zijn overeengekomen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord, wordt verstaan onder : 1° REACH-Verordening : de Verordening (EG) nr.1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie; 2° CLP-Verordening : de Verordening (EG) nr.1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006; 3° het Agentschap : het Europees Agentschap voor chemische stoffen opgericht bij artikel 75 van de REACH-Verordening, met inbegrip van al zijn organen zoals bedoeld in artikel 76 van de REACH-Verordening;4° Bevoegde Instantie : de instantie bedoeld in artikel 121 van de REACH-Verordening, en aangeduid door artikel 5, en waarvan de taken vastgelegd zijn in de artikelen 5 en 6;5° Comité REACH : het samenwerkingsorgaan tussen de partijen bij dit akkoord, met betrekking tot de uitvoering van de REACH-Verordening, opgericht bij artikel 3, § 3, en waarvan de taken vastgelegd zijn in artikel 9;6° Wetenschappelijk Comité REACH : het wetenschappelijk adviescomité opgericht bij artikel 3, § 3, en waarvan de taken vastgelegd zijn in artikel 12;7° Forum Nationaal REACH : het Forum opgericht bij artikel 3, § 3, en waarvan de taken vastgelegd zijn in artikel 17;8° ICL REACH : de Interministeriële Conferentie Leefmilieu opgericht bij beslissing van het Overlegcomité, verruimd tot de federale minister bevoegd voor Volksgezondheid, de federale minister bevoegd voor Werk en de federale minister bevoegd voor Economie.De ICL REACH wordt voorgezeten door de federale minister bevoegd voor Leefmilieu; 9° Nationale Helpdesk : de dienst voor technische bijstand, zoals bedoeld in artikel 124, tweede lid van de REACH-Verordening. HOOFDSTUK 2. - De gecoördineerde tenuitvoerlegging van de REACH-Verordening Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 2.Dit samenwerkingsakkoord regelt de gecoördineerde uitvoering van de REACH-Verordening door de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest.

Art. 3.§ 1. De gecoördineerde uitvoering van de REACH-Verordening heeft betrekking op : 1° de rechten en verplichtingen van België in het kader van de door de REACH-Verordening tot stand gebrachte procedures inzake : a.de vrijstelling van de algemene registratieplicht voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés, bedoeld in artikel 9, achtste lid, van de REACH-Verordening; b. de informatie in de toeleveringsketen, bedoeld in de artikelen 31 en 36, eerste lid, van de REACH-Verordening;c. de beoordeling van dossiers en van stoffen, bedoeld in de artikelen 42, tweede lid, 44, eerste lid, 45, tweede en vierde lid, 46, 48, 49, 50, 51, tweede lid, en 52, eerste lid, van de REACH-Verordening;d. de autorisaties, bedoeld in de artikelen 59, derde en vijfde lid, en 66, tweede lid, van de REACH-Verordening;e. de beperkingen op de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen, mengsels en voorwerpen, bedoeld in de artikelen 67, derde lid, 69, vierde lid, en 72, derde lid, van de REACH-Verordening;f. de vergoedingen, bedoeld in artikel 74, vierde lid, van de REACH-Verordening;g. de handhaving, bedoeld in de artikelen 125 en 126 van de REACH-Verordening;h. het opstellen van het verslag, zoals bedoeld in artikel 117, eerste lid, van de REACH-Verordening;2° het aanwijzen van de bevoegde instantie in uitvoering van de artikelen 121 en 122 van de REACH-Verordening, en het toekennen van haar taken;3° voor wat betreft de samenstelling van de organen van het Agentschap : a.de voordracht van een lid voor de Raad van Bestuur, overeenkomstig artikel 79, eerste lid, van de REACH-Verordening; b. de benoeming van een lid in het Comité Lidstaten overeenkomstig artikel 85, derde lid, van de REACH-Verordening, en de voordracht van kandidaat-leden voor het Comité risicobeoordeling en het Comité sociaal-economische analyse, overeenkomstig artikel 85, eerste en tweede lid, van de REACH-Verordening;c. de benoeming van een lid van het Forum, overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de REACH-Verordening;4° de voordracht van deskundigen, overeenkomstig artikel 87, tweede lid, van de REACH-Verordening;5° de informatie-uitwisseling tussen de partijen bij dit akkoord;6° de coördinatie en ondersteuning van de activiteiten van de Belgische leden van de comités van het Agentschap alsook van het Belgische lid van het Forum in het Agentschap, zoals bedoeld in artikel 85, vijfde en zesde lid, en artikel 86, tweede en derde lid, van de REACH-Verordening;7° elke andere zaak die een gecoördineerde aanpak vereist. § 2. De partijen bij dit akkoord coördineren de uitwerking van een geïntegreerd controlebeleid van chemische stoffen over hun hele levenscyclus, vanaf hun vervaardiging of hun binnenbrengen in België, tot en met het stadium van hun gebruik, en wisselen daartoe informatie uit in uitvoering van artikel 125 van de REACH-Verordening. § 3. Met als doel de gecoördineerde uitvoering van de REACH-Verordening, worden het Comité REACH, het Wetenschappelijk Comité REACH en het Forum Nationaal REACH opgericht.

Art. 4.§ 1. De door de federale en gewestelijke overheden aangeduide personen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de REACH-Verordening en de leden van het Wetenschappelijk Comité REACH, zijn ten aanzien van derden gebonden door de geheimhoudingsplicht onder meer inzake de gegevens die vertrouwelijk zijn op grond van de toepasselijke wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur en toegang van het publiek tot milieu-informatie. Het Comité REACH stelt de nodige procedures en maatregelen vast voor een veilige uitwisseling van gegevens. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde personen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de REACH-Verordening, wisselen met het oog op de uitvoering van dit akkoord onderling informatie uit. Binnen het Comité REACH wordt bepaald en verder afgesproken welke informatie dit omvat en hoe de uitwisseling ervan plaats vindt.

Deze informatie omvat tenminste : - alle relevante niet-publieke informatie vereist voor gewestelijke diensten die het correcte gebruik van chemische stoffen, onder andere in het kader van de milieuvergunningen, moeten kunnen beoordelen, alsook de relevante gegevens over productie, gebruik, emissie en immissie die vereist zijn in het kader van de REACH-Verordening, waarover de Gewesten beschikken; - de anoniem gemaakte blootstellingsgegevens van werknemers waarover de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg beschikt; - de gegevens waarover de Administratie der Douane en Accijnzen, in het kader van de toepassing van artikel 19, § 4, beschikt. § 3. De vertrouwelijke informatie in de zin van de REACH-Verordening, bekomen naar aanleiding van inspecties, wordt gedurende het onderzoek enkel uitgewisseld onder inspectiediensten in de zin van artikel 15, § 4, voor zover deze de noodzaak hiervan kunnen aantonen en dat dit het opleggen van sancties niet in het gedrang kan brengen. § 4. De wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur en toegang van het publiek tot milieu-informatie van de Federale Staat en de Gewesten is, al naargelang het geval, van toepassing op de documenten waarover het Comité REACH, het Wetenschappelijk Comité REACH en het Forum Nationaal REACH beschikken. Afdeling 2. - De Bevoegde Instantie, het Comité REACH, het

Wetenschappelijk Comité REACH, het Forum Nationaal REACH, en de Nationale Helpdesk Onderafdeling 1. - De Bevoegde Instantie

Art. 5.Binnen het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, wordt de Bevoegde Instantie aangeduid door de hiervoor bevoegde contracterende partij. De Bevoegde Instantie is die verantwoordelijk voor de coördinatie van de krachtens de REACH-Verordening aan de bevoegde instanties en de lidstaten toegekende taken, en voor de samenwerking met de Europese Commissie, het Agentschap en de bevoegde instanties van de andere lidstaten van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 121 van de REACH-Verordening.

Om de haar in de REACH-Verordening toegewezen taken naar behoren te kunnen uitoefenen, coördineert de Bevoegde Instantie de uitoefening van deze taken door de bevoegde federale en gewestelijke overheden, met uitzondering van hetgeen kadert binnen de bevoegdheden van het Comité REACH en van het Forum Nationaal REACH.

Art. 6.De Bevoegde Instantie oefent de volgende taken uit : 1° het coördineren van de werkzaamheden van het Comité REACH en van het Wetenschappelijk Comité REACH;2° het waarnemen van het secretariaat van het Comité REACH, het Wetenschappelijk Comité REACH en van de open vergaderingen van het Forum Nationaal REACH;3° het onderhouden van de communicatie met de Europese Commissie en het Agentschap, in de zin van de specifieke bepalingen van de REACH-Verordening, alsook wat betreft de Europese vergaderingen waaraan de Bevoegde Instantie deelneemt;4° het verlenen van toegang tot informatie die betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van de REACH-Verordening en in het bijzonder het verlenen van de toegang tot de informatie die raadpleegbaar is in de informatiedatabanken bedoeld in artikel 77, tweede lid, e), van de REACH-Verordening, op een wijze overeen te komen binnen het Comité REACH, en rekening houdend met vereisten en omstandigheden waarop de Bevoegde Instantie geen vat heeft;5° het beheren van een gemeenschappelijke website gewijd aan de REACH-Verordening;6° het uitvoeren van andere taken die haar door het Comité REACH worden toevertrouwd volgens de modaliteiten die het Comité REACH vaststelt. Onderafdeling 2. - Het Comité REACH

Art. 7.§ 1. Het Comité REACH is als volgt samengesteld : 1° de voorzitter;2° de aangewezen persoon van de Dienst Risicobeheersing, die de federale bevoegdheid voor Leefmilieu vertegenwoordigt;3° de aangewezen persoon van de Dienst Risicobeheersing, die de federale bevoegdheid voor Volksgezondheid vertegenwoordigt;4° de aangewezen persoon van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; 5° de aangewezen persoon van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 6° de aangewezen persoon van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid van het Vlaamse Gewest;7° de aangewezen persoon van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;8° de aangewezen persoon van de "Direction générale Agriculture, Ressources naturelles et Environnement" van het Waalse Gewest. § 2. De leden van het Comité REACH worden aangewezen door de respectievelijke federale en gewestelijke uitvoerende machten.

Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervanger benoemd door de respectievelijke federale en gewestelijke uitvoerende machten.

De duur van het mandaat van de effectieve en plaatsvervangende leden is vijf jaar.

Elk lid dat zijn mandaat niet voleindigt, wordt zo snel mogelijk vervangen.

De effectieve en plaatsvervangende leden kunnen samen de vergaderingen van het Comité REACH bijwonen. Een effectief lid en zijn plaatsvervanger kunnen samen maar één standpunt vertegenwoordigen bij de beslissingen bedoeld in paragraaf 4. § 3. Het Comité REACH kan werkgroepen oprichten waaraan zij opdrachten kan toevertrouwen en die aan haar rapporteren, met name om artikel 3, § 2, uit te voeren. Eventuele voorstellen van beslissing van de werkgroepen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Comité REACH. § 4. Het Comité REACH neemt beslissingen bij consensus van de aanwezige leden. § 5. Het Comité REACH houdt, daar waar relevant, bij het nemen van zijn beslissingen rekening met de doelstelling dat de risico's van zeer zorgwekkende stoffen naar behoren worden beheerst en dat deze stoffen stelselmatig worden vervangen door geschikte alternatieve stoffen of technieken, mits die economisch haalbaar en technisch uitvoerbaar zijn. § 6. Het voorzitterschap van het Comité REACH wordt waargenomen door het diensthoofd van de Bevoegde Instantie of zijn afgevaardigde. § 7. Voor zover ze op basis van paragrafen 1 en 2 nog geen deel uitmaken van het Comité REACH, kunnen in de hoedanigheid van waarnemer aanwezig zijn : 1° het Belgische lid van het Comité Lidstaten van het Agentschap, 2° de Belgische leden van het Comité Risicobeoordeling van het Agentschap, 3° de Belgische leden van het Comité Sociaal-economische analyse van het Agentschap, 4° het Belgische lid van de Raad van Bestuur van het Agentschap, 5° de Belgische vertegenwoordiger in het Forum van het Agentschap, 6° een personeelslid van de Administratie der Douane en Accijnzen, 7° andere deskundigen op vraag van een lid met goedkeuring van het Comité REACH, 8° een vertegenwoordiger van de Nationale Helpdesk, bedoeld in artikel 17. § 8. Het secretariaat van het Comité REACH wordt waargenomen door de Bevoegde Instantie.

De secretaris maakt geen deel uit van de leden bedoeld in paragrafen 1 en 2.

Art. 8.Het Comité REACH stelt zijn huishoudelijk reglement op binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit akkoord.

Het huishoudelijk reglement houdt minstens de volgende elementen in : 1° de procedure van beraadslaging en beslissing waarbij de mogelijkheid van een schriftelijke beslissingsprocedure wordt voorzien;2° de samenwerking met de Bevoegde Instantie, het Wetenschappelijk Comité REACH en het Forum Nationaal REACH;3° de procedures voor de vertegenwoordiging van België op de vergaderingen van het Comité bedoeld in artikel 133 van de REACH-Verordening;4° de procedures voor de deelname van belanghebbende partijen aan de bespreking van bepaalde punten van de agenda, en van andere betrokken partijen, en dit op initiatief van de voorzitter.

Art. 9.§ 1. Het Comité REACH heeft de volgende taken : 1° een voorstel van voordracht, aanwijzing of benoeming van de Belgische leden in de organen van het Agentschap formuleren, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 3°. Het Comité REACH legt deze voorstellen ter voordracht, aanwijzing of benoeming van de Belgische leden van organen van het Agentschap, ter bekrachtiging aan de ICL REACH voor.

Indien het Comité REACH er niet in slaagt een gezamenlijk voorstel te formuleren, legt het de verschillende voorstellen voor aan de ICL REACH; 2° de kennisneming van, de becommentariëring van en de standpuntbepaling aangaande de ontwerpbesluiten van het Agentschap betreffende de vrijstelling van de algemene registratieplicht voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés, in toepassing van artikel 9, achtste lid, van de REACH-Verordening;3° de kennisneming van de informatie die de fabrikant, importeur, downstream gebruiker of distributeur verzameld heeft om zijn verplichtingen krachtens de REACH-Verordening te vervullen en die hij gedurende ten minste tien jaar beschikbaar houdt nadat hij de stof of het mengsel voor het laatst heeft vervaardigd, ingevoerd, geleverd of gebruikt, met toepassing van artikel 36, eerste lid, van de REACH-Verordening;4° de standpuntbepaling aangaande stoffenevaluatie, met toepassing van artikel 44, eerste lid, artikel 46, eerste en derde lid, artikel 48, artikel 49, artikel 50, eerste en vierde lid, artikel 51, tweede lid, en artikel 52 van de REACH-Verordening, en het geven van een akkoord aan een van de partijen bij dit akkoord wanneer deze zich overeenkomstig artikel 45, tweede en vierde lid, van de REACH-Verordening, kandidaat wenst te stellen om een stof te kiezen uit het ontwerp-communautaire voortschrijdende actieplan;5° de standpuntbepaling aangaande dossiers inzake het identificeren van zeer zorgwekkende stoffen, in toepassing van artikel 59, vijfde lid, van de REACH-Verordening, en het geven van een akkoord aan een van de partijen bij dit akkoord wanneer deze een dossier overeenkomstig bijlage XV van de REACH-Verordening wenst op te stellen, in toepassing van artikel 59, derde lid, van de REACH-Verordening;6° standpuntbepaling aangaande de dossiers inzake de beperkingen op de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen, mengsels en voorwerpen, in toepassing van artikel 67, derde lid, van de REACH-Verordening, en het geven van een akkoord aan een van de partijen bij dit akkoord wanneer deze een dossier overeenkomstig bijlage XV van de Verordening wenst op te stellen, in toepassing van artikel 69, vierde lid, van de REACH-Verordening;7° het aanduiden van een Belgische officiële vertegenwoordiger voor elke vergadering van het Comité in de zin van artikel 133 van de REACH-Verordening. De Belgische officiële vertegenwoordiger bereidt het Belgische standpunt voor en bepaalt dit via coördinatie binnen het Comité REACH; 8° het overleggen met het Forum Nationaal REACH inzake aspecten die als van gemeenschappelijk belang worden beschouwd, en het formuleren van een advies ter attentie van het Forum, met betrekking tot het Jaarlijks Nationaal Controleplan;9° het voorstellen van de leden van het Wetenschappelijk Comité REACH, teneinde er een zo groot mogelijk aantal expertisedomeinen, bedoeld in artikel 10, § 1, in te dekken;10° het opstellen van de lijst van deskundigen die beschikbaar zijn om zitting te nemen in werkgroepen van de comités, in uitvoering van artikel 87, § 2, van de REACH-Verordening;11° het bepalen van de afspraken inzake informatie-uitwisseling bedoeld in artikel 4, § 2;12° wijzigingen van dit akkoord voorstellen;13° het voorzien in een uitwisseling van informatie tussen de betrokken partijen, betreffende het beleid ten aanzien van chemische stoffen in milieuvergunning plichtige inrichtingen. § 2. Het Comité REACH zal op de hoogte worden gesteld van voorstellen voor de geharmoniseerde indeling en etikettering, in toepassing van inzonderheid artikelen 36 tot 38 van de CLP-Verordening. § 3. De Bevoegde Instantie informeert op geregelde tijdstippen het Comité REACH inzake haar activiteiten in de dossierevaluatieprocedures, zoals bedoeld in artikelen 40 tot 43 van de REACH-Verordening. § 4. Het lid van de Raad van Bestuur van het Agentschap, de leden van het Comité Risicobeoordeling en het Comité Sociaal-economische analyse van het Agentschap, het lid van het Comité Lidstaten van het Agentschap, en het lid van het Forum van het Agentschap, informeren het Comité REACH, zonder daarbij de regels inzake confidentialiteit te schenden, en kunnen het ondersteuning vragen in de uitoefening van hun taken.

Onderafdeling 3. - Het Wetenschappelijk Comité REACH

Art. 10.§ 1. Het Wetenschappelijk Comité REACH is samengesteld uit ten hoogste twintig deskundigen die minstens in één van de volgende domeinen een expertise kunnen aantonen : - risicobeoordeling van chemische stoffen; - classificatie en etikettering; - humane toxicologie; - ecotoxicologie; - testmethoden; - alternatieve testmethoden (in vitro, QSAR,...); - humane blootstelling; - blootstelling van het leefmilieu; - beperkingen op vervaardiging en in de handel brengen; - socio-economische analyse; - industriële productieprocessen, productveiligheid en technieken ter voorkoming van emissies en (gevaarlijke) afvalstoffen; - expertise specifiek aan bepaalde categorieën van stoffen (bijvoorbeeld polymeren, nanomaterialen, metalen en organische verbindingen); - analysemethoden; - andere disciplines die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de taken van het Wetenschappelijk Comité REACH. § 2. Deze deskundigen maken deel uit van een universitaire of wetenschappelijke instelling in België of in het buitenland.

Zij werken op onpartijdige en onafhankelijke wijze. Zij maken geen deel uit van de Raad van bestuur, de directie of het personeel van een bedrijf dat een fabrikant, importeur, vertegenwoordiger, downstream gebruiker of distributeur is. Zij hebben ook geen belangrijke financiële belangen in dergelijke bedrijven.

Zij dienen een verklaring in waarbij zij zich verbinden onafhankelijk van alle externe invloed te handelen en waarin zij desgevallend de belangen vermelden die hun onafhankelijkheid in het gedrang zouden kunnen brengen. § 3. De federale minister bevoegd voor Volksgezondheid en de federale minister bevoegd voor Leefmilieu benoemen de leden van het Wetenschappelijk Comité REACH op basis van de voorstellen geformuleerd overeenkomstig artikel 9, § 1, 9°. § 4. De duur van het mandaat van de leden is vijf jaar.

Elk lid dat zijn mandaat niet voleindigt, wordt zo snel mogelijk vervangen, en dit overeenkomstig paragraaf 3. § 5. Het voorzitterschap van het Wetenschappelijk Comité REACH wordt waargenomen door een lid. § 6. Op de vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité REACH kunnen in de hoedanigheid van waarnemer aanwezig zijn : 1° het Belgische lid van het Comité Lidstaten;2° de Belgische leden van het Comité Risicobeoordeling;3° de Belgische leden van het Comité Sociaal-economische analyse;4° het Belgische lid van het Forum van het Agentschap of zijn afgevaardigde die lid is van het Forum Nationaal REACH;5° andere waarnemers op vraag van een lid met goedkeuring van het Wetenschappelijk Comité REACH. Vertegenwoordigers van federale en gewestelijke administraties kunnen als waarnemer aanwezig zijn.

De waarnemers hebben geen stemrecht. § 7. Het secretariaat van het Wetenschappelijk Comité REACH wordt waargenomen door de Bevoegde Instantie.

Art. 11.§ 1. Het Wetenschappelijk Comité REACH stelt zijn huishoudelijk reglement op.

Het huishoudelijk reglement houdt minstens de volgende elementen in : 1° minstens de helft van de overeenkomstig artikel 10, § 3, benoemde leden moet aanwezig zijn om een rechtsgeldig advies te kunnen uitbrengen;2° de procedure van beraadslaging en adviesverlening waarbij wordt voorzien dat zowel plenaire zittingen als werkgroepen kunnen worden georganiseerd;3° de procedure tot benoeming van de voorzitter;4° de procedure om de onpartijdigheid van de leden te waarborgen;5° de samenwerking met de Bevoegde Instantie, het Comité REACH en het Forum Nationaal REACH.6° de procedure die moet gevolgd worden in geval er redenen lijken te bestaan om een lid te ontslaan, waarbij een ontslag slechts mogelijk is na de betrokkene te hebben gehoord inzake de in dit verband aangebrachte redenen. § 2. Het huishoudelijk reglement van het Wetenschappelijk Comité REACH wordt door het Comité REACH goedgekeurd.

Art. 12.§ 1. Het Wetenschappelijk Comité REACH heeft de volgende taken : 1° het geven van gemotiveerde adviezen over autorisaties en beperkingen, met inbegrip van de sociaaleconomische impact;2° het verrichten van de collegiale toetsing ("peer review") van dossiers die door België werden opgesteld, inzonderheid dossiers overeenkomstig bijlage XV van de REACH-Verordening, en stoffenevaluaties overeenkomstig artikel 45, tweede en vierde lid, van de REACH-Verordening;3° het geven van gemotiveerde adviezen over gevaren en risico's van chemische stoffen voor volksgezondheid en leefmilieu;4° het geven van gemotiveerde adviezen over classificatie, etikettering en verpakking;5° het geven van gemotiveerde adviezen inzake de vaststelling van testmethoden volgens artikel 13, derde lid, van de REACH-Verordening. § 2. De taken bedoeld in paragraaf 1 worden uitgevoerd in opdracht van het Comité REACH, en, overeenkomstig de door het Comité REACH bepaalde voorwaarden, in opdracht van : - de Bevoegde Instantie; - de Belgische leden van het Comité Risicobeoordeling van het Agentschap; - de Belgische leden van het Comité Sociaal-economische analyse van het Agentschap; - het Belgische lid van het Comité lidstaten van het Agentschap; - het Belgische lid van het Forum van het Agentschap; - het Forum Nationaal REACH. § 3. Het Wetenschappelijk Comité REACH kan ook op eigen initiatief adviezen formuleren aan het Comité REACH, of overeenkomstig de door het Comité REACH bepaalde voorwaarden, aan : - de Bevoegde Instantie, - de Belgische leden van het Comité Risicobeoordeling van het Agentschap, - de Belgische leden van het Comité Sociaal-economische analyse van het Agentschap, - het Belgische lid van het Comité lidstaten van het Agentschap, - het Belgische lid van het Forum van het Agentschap, - het Forum Nationaal REACH. § 4. Het Wetenschappelijk Comité REACH neemt beslissingen bij consensus van de aanwezige leden.

Ook adviezen worden bij voorkeur bij consensus verleend. Wanneer de adviezen niet bij consensus kunnen worden verleend, vermelden zij het gemotiveerde standpunt van de gewone meerderheid van de leden alsook de gemotiveerde adviezen van de leden die het advies niet onderschrijven.

Art. 13.Niet confidentiële adviezen, collegiale toetsingen en evaluaties die niet confidentieel zijn, worden door het Secretariaat publiek gemaakt, minimaal via een daartoe bestemde website.

Art. 14.Het Wetenschappelijk Comité REACH stelt jaarlijks een activiteitenverslag op ter attentie van het Comité REACH en zijn secretariaat maakt dit minimaal publiek via de in artikel 13 vermelde website.

Onderafdeling 4. - Het Forum Nationaal REACH

Art. 15.§ 1. Het Forum Nationaal REACH is als volgt samengesteld : 1° het Belgische lid van het Forum van het Agentschap;2° de daartoe aangeduide persoon van de Inspectiedienst van het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° de daartoe aangeduide persoon van de Inspectiedienst van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;4° de daartoe aangeduide persoon van de inspectiediensten van het Vlaams Gewest belast met het toezicht op de naleving van de REACH-Verordening;5° de daartoe aangeduide persoon van de inspectiediensten van het Waals Gewest belast met het toezicht op de naleving van de REACH-Verordening;6° de daartoe aangeduide persoon van de inspectiediensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met het toezicht op de naleving van de REACH-Verordening;7° de daartoe aangeduide persoon van de Administratie der Douane en Accijnzen. § 2. De effectieve leden, zoals bedoeld in paragraaf 1, worden benoemd door de respectievelijke federale en gewestelijke uitvoerende machten.

Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervanger benoemd door de respectievelijke federale en gewestelijke uitvoerende machten.

De duur van het mandaat van de effectieve en plaatsvervangende leden is vijf jaar.

Elk lid dat zijn mandaat niet voleindigt, wordt zo snel mogelijk vervangen.

De effectieve en plaatsvervangende leden kunnen samen de vergaderingen van het Forum Nationaal REACH bijwonen. De plaatsvervangende leden hebben in dat geval het statuut van waarnemer. § 3. Het voorzitterschap van het Forum Nationaal REACH wordt waargenomen door het Belgische lid van het Forum van het Agentschap. § 4. Het Forum Nationaal REACH organiseert « open » en « gesloten » vergaderingen.

De "gesloten" vergaderingen zijn bestemd voor vragen die specifiek behoren tot de controle die uitgeoefend wordt door de inspectiediensten. Enkel de leden van het Forum, aangeduid in de paragrafen 1 en 2, en deel uitmakend van de inspectiediensten, kunnen eraan deelnemen.

De "open" vergaderingen zijn bestemd voor vragen betreffende de andere taken van het Forum, met name het controlebeleid en de thema's die door het Agentschap werden aangesneden in een "open" vergadering. De leden van het Forum en de personen aangeduid in § 5 nemen eraan deel.

De vergaderingen worden beschouwd als "open" na voorafgaandelijke beslissing van de leden van het Forum. § 5. Op de open vergaderingen van het Forum Nationaal REACH kunnen in de hoedanigheid van waarnemer aanwezig zijn : 1° een vertegenwoordiger van de Bevoegde Instantie;2° de secretaris of de voorzitter van het Comité REACH;3° andere deskundigen, op vraag van een lid, met goedkeuring van het Forum Nationaal REACH;4° vertegenwoordigers van andere overheidsdiensten die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van de REACH-Verordening. Het Forum Nationaal REACH neemt beslissingen bij consensus van de aanwezige leden.

De waarnemers hebben geen stemrecht. § 6. Het secretariaat van de open vergaderingen van het Forum Nationaal REACH wordt waargenomen door de Bevoegde Instantie. Het secretariaat van de gesloten vergaderingen wordt waargenomen door de overheid waarvan ook de voorzitter deel uitmaakt.

Art. 16.Het Forum Nationaal REACH stelt zijn huishoudelijk reglement op.

Het huishoudelijk reglement houdt minstens de volgende elementen in : 1° de procedure van beraadslaging en beslissing, 2° de samenwerking met de Bevoegde Instantie.

Art. 17.Het Forum Nationaal REACH heeft de volgende taken : 1° het organiseren van overleg voor de coördinatie van de controlepraktijken in België.Hiertoe wordt een ontwerp van Jaarlijks Nationaal Controlebeleidsplan opgesteld ter coördinatie van het controlebeleid in België. Het ontwerp van Jaarlijks Nationaal Controlebeleidsplan is gebaseerd op de aanbevelingen van het Forum van het Agentschap en het inspectiebeleid van de betrokken inspectiediensten zoals bedoeld in artikel 18, § 1, en de werkzaamheden van het Comité REACH en diens werkgroepen overeenkomstig artikel 7, § 3.

Het voorontwerp van het Jaarlijks Nationaal Controlebeleidsplan wordt ter advies voorgelegd aan het Comité REACH. Het Forum Nationaal REACH past het voorontwerp aan rekening houdend met dit advies. Het Forum Nationaal REACH stuurt het uiteindelijke ontwerp aan de bevoegde overheden ter goedkeuring.

De partijen bij dit akkoord stemmen de timing voor het opstellen van hun individuele controleplannen op elkaar af, met het oog op een efficiënte coördinatie ter voorbereiding van het jaarlijks nationaal controleplan; 2° zich associëren bij geharmoniseerde handhavingsprojecten en gezamenlijke controles tussen de lidstaten zoals bedoeld in artikel 77, vierde lid, van de REACH-Verordening;3° het coördineren van de eventuele deelname aan uitwisselingsprojecten van inspecteurs tussen de lidstaten;4° het ondersteunen van het Belgische lid van het Forum in zijn taken;5° het opstellen van het luik handhaving van het jaarlijks rapport in uitvoering van artikel 127 van de REACH-Verordening;6° het geven van adviezen aan het Comité REACH over de afdwingbaarheid van onder meer voorstellen voor beperkingen;7° elke andere taak haar toebedeeld na overleg met het Comité REACH. Onderafdeling 5. - De Nationale Helpdesk

Art. 18.De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie is verantwoordelijk voor de uitvoering van artikel 124, § 2, van de REACH-Verordening.

Hij beheert te dien einde de Nationale Helpdesk.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zet de nodige middelen in om de goede werking van de Nationale Helpdesk te garanderen.

De Nationale Helpdesk kan zich richten tot de andere betrokken overheden in het licht van de specifieke gewestelijke en federale expertise waarover zij zelf niet beschikt, en informeert het Comité REACH, onder meer over de aard van de vragen die werden ontvangen, en de antwoorden die werden gegeven.

De Nationale Helpdesk moet beroep doen op de andere betrokken overheden indien het formuleren van een antwoord vereist dat men kennis heeft van een niet gekend standpunt kaderend in de specifieke gewestelijke en federale bevoegdheden van deze overheden. In dat geval wordt duidelijk gemaakt in het antwoord door welke overheid het advies werd geformuleerd.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie richt een jaarlijks rapport over de werking van de Nationale Helpdesk aan het Comité REACH. HOOFDSTUK 3. - Inspectie en sancties Afdeling 1. - Inspectie

Art. 19.§ 1. Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord zijn de volgende inspectiediensten betrokken : 1° de inspectiediensten aangeduid door de federale regering;2° de door de Vlaamse Regering aangewezen diensten;3° de door de Waalse Regering aangewezen diensten;4° de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangewezen diensten. § 2. De met het toezicht belaste ambtenaren worden aangewezen overeenkomstig de desbetreffende federale en gewestelijke wetgevingen die de tenuitvoerlegging regelen van de REACH-Verordening. § 3. Moeilijkheden die zouden rijzen tussen de bevoegde diensten bedoeld in paragraaf 1 worden, op vraag van één of meer bij dit akkoord betrokken partijen, aan het Forum Nationaal REACH voorgelegd. § 4. De Administratie der Douane en Accijnzen oefent controle uit binnen haar bevoegdheden zoals bepaald in de Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, en in de algemene wet inzake douane en accijnzen. Haar rol wordt omschreven en de samenwerkings-modaliteiten worden vastgelegd in het protocol waarvan sprake in artikel 20, § 2.

Art. 20.§ 1. De federale en de gewestelijke inspectiediensten aangeduid in de zin van artikel 19, § 1, definiëren en verdelen de inspectietaken. § 2. Het Comité REACH werkt daartoe een protocol uit waarin de rol van elk van de controlediensten wordt omschreven en waarin samenwerkingsmodaliteiten worden vastgelegd. Dit protocol dient te worden bekrachtigd door de ICL REACH. Afdeling 2. - Sancties

Art. 21.§ 1. De partijen bij dit akkoord verbinden zich ertoe in hun respectieve reglementeringen sancties te voorzien ter handhaving van de inbreuken op de bepalingen van de REACH-verordening. § 2. De partijen bij dit akkoord, voor wat betreft de inbreuken op de REACH-Verordening, evalueren de coherentie van de procedures inzake sancties tussen de verschillende overheden en de coherentie tussen de sancties in hun respectieve wetgeving. Wanneer het resultaat van de evaluatie significante incoherenties aantoont, overleggen de partijen bij dit akkoord over de eventuele maatregelen. Elke partij houdt rekening met de uitkomst van de evaluatie en van het overleg, en past desgevallend de sancties in zijn wetgeving of zijn sanctiebeleid aan. HOOFDSTUK 4. - Budgettaire bepalingen

Art. 22.§ 1. De gemeenschappelijke kosten die de uitvoering van dit akkoord met zich meebrengt zullen worden gedragen door de betrokken partijen. Het betreft in het bijzonder de kosten die gepaard gaan met de oprichting en de werking van het Comité REACH, het Wetenschappelijk Comité REACH en het Forum Nationaal REACH. Hieronder worden ook verstaan de personeelskosten voor het leveren van het secretariaat van voornoemde organen. § 2. De kosten voor taken van het Wetenschappelijk Comité REACH zoals voorzien in artikel 12, § 1, 2°, die betrekking hebben op een dossier "Bijlage XV" voor de geharmoniseerde indelingen en etiketteringen, alsook voor de taken van dit comité zoals omschreven in artikel 12, § 1, 4° en 5°, zullen volledig door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden gedragen, en zullen zich voor deze partij toevoegen aan het verschuldigde bedrag in paragraaf 7. § 3. Het Comité REACH kan beslissen gemeenschappelijke projecten of studies te financieren. § 4. Voor de gemeenschappelijke kosten uit paragrafen 1 en 3 wordt een horizontale verdeelsleutel vastgelegd tussen de federale Staat en de Gewesten, neerkomend op 70 % voor de federale overheid en 30 % voor de Gewesten. § 5. De verdeling onder de betrokken federale partijen van de 70 % ten laste van de Federale Staat gebeurt als volgt : - 65 % voor de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; - 30 % voor de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; en - 5 % voor de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. § 6. De verdeling van de 30 % ten laste van de Gewesten gebeurt als volgt : - 58 % voor het Vlaamse Gewest; - 33 % voor het Waalse Gewest; en - 9 % voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 7. Het secretariaat van het Comité REACH stelt de jaarlijkse begroting van de gemeenschappelijke kosten op en legt deze ter goedkeuring aan deze laatste voor. De partijen bij dit akkoord storten elk het verschuldigde bedrag op een rekening, beheerd door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Alle gemeenschappelijke kosten worden met deze rekening gefinancierd. § 8. Het Comité REACH stelt een jaarlijks verslag van de gemeenschappelijke kosten op, dat zij aan de ICL REACH ter goedkeuring voorlegt.

Art. 23.Betaling van vergoedingen door het Agentschap.

De bedragen die de Lidstaten als vergoeding voor de werkzaamheden van de rapporteurs van de comités van het Agentschap en, in voorkomend geval, voor andere in de REACH-Verordening vastgestelde werkzaamheden ontvangen in uitvoering van artikelen 14 en 15 van de Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens de REACH-Verordening, worden door het Agentschap gestort op de respectieve rekeningen die hiervoor worden aangemeld door de partijen bij dit akkoord, in overeenstemming met de corresponderende werkzaamheden die door hen werden uitgevoerd. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 24.Het eerste trimester van elk jaar maakt het Secretariaat van het Comité REACH, na goedkeuring door het Comité REACH, een evaluatieverslag van de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord aan de ICL REACH over, in toepassing van artikel 127 van de REACH-Verordening.

Art. 25.§ 1. Dit samenwerkingsakkoord wordt afgesloten voor onbepaalde duur. § 2. Bij een eenzijdige opzegging van dit samenwerkingsakkoord komen de partijen overeen dat zij een onderhandelingstermijn van zes maanden in acht nemen vanaf het ogenblik dat de opzeggende partij haar voornemen daartoe heeft bekendgemaakt aan de andere contracterende partijen.

Art. 26.§ 1. De geschillen tussen de partijen met betrekking tot de uitlegging en de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord die geen oplossing vinden in de structuren die werden opgericht door dit akkoord, worden beslecht in het kader van de ICL REACH. § 2. Indien de ICL REACH niet tot een vergelijk komt, wordt het geschil voorgelegd aan een rechtscollege zoals bedoeld in artikel 92bis, §§ 5 en 6, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

De werkingskosten van dit rechtscollege worden ten laste genomen door elke gewestregering overeenkomstig de verdeelsleutel gebruikt in artikel 16bis, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.

De procedure van dit rechtscollege wordt gevoerd overeenkomstig de bepalingen terzake van de wet van 23 januari 1989 op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, §§ 5 en 6, en artikel 94, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

Art. 27.§ 1. Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking na de gelijktijdige publicatie in het Belgisch Staatsblad van de instemmingswet, de instemmingsdecreten en de instemmingsordonnantie. § 2. Dit samenwerkingsakkoord wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad door de diensten van de Eerste Minister, op aanvraag van deze partij waarvan de wetgever als laatste zijn instemming met het akkoord heeft gegeven.

Gedaan te Brussel, op 17 oktober 2011.

Voor de federale Staat : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Voor het Vlaamse Gewest : De Minister-President van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Mevr. J. SCHAUVLIEGHE Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTTEBROECK

^