Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 februari 2010
gepubliceerd op 21 september 2010

Wet houdende instemming met de Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring, gedaan te Ottawa op 28 mei 1988

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2010015044
pub.
21/09/2010
prom.
21/02/2010
ELI
eli/wet/2010/02/21/2010015044/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2010. - Wet houdende instemming met de Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring, gedaan te Ottawa op 28 mei 1988 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring, gedaan te Ottawa op 28 mei 1988, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) SENAAT Documenten 2008-2009 Ontwerp van wet ingediend op 29/04/2009, nr.4-1158/1 Verslag, nr. 4-1158/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 9 juli 2009 Stemming, vergadering van 9 juli 2009 KAMER Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-2105/1 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-2105/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 3 december 2009 Stemming, vergadering van 3 december 2009.

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring DE STATEN, DIE PARTIJ ZIJN BIJ DIT VERDRAG, ZICH ERVAN BEWUST ZIJNDE dat de internationale factoring een belangrijke taak te vervullen heeft in het kader van de ontwikkeling van de internationale handel, ERKENNENDE DAT HET BIJGEVOLG NUTTIG IS hun goedkeuring te hechten aan eenvormige regels die een juridisch kader vormen ter vereenvoudiging van de internationale factoring en te waken over het evenwicht tussen de verschillende partijen die bij de factoring betrokken zijn, ZIJN OVEREENGEKOMEN als volgt : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen Artikel 1 1. Dit Verdrag regelt de factoringovereenkomsten en de in dit Hoofdstuk omschreven overdrachten van schuldvorderingen.2. In de zin van dit Verdrag wordt verstaan onder « factoringovereenkomst » een overeenkomst afgesloten tussen een partij (de leverancier) en een andere partij (de factoringsonderneming, hierna de overnemer genoemd) naar luid waarvan : a) de leverancier schuldvorderingen voortvloeiende uit verkoopovereenkomsten voor goederen afgesloten tussen de leverancier en zijn klanten (schuldenaars) aan de overnemer kan of moet overdragen, met uitzondering evenwel van de verkoopovereenkomsten die betrekking hebben op goederen aangekocht in eigen naam voor persoonlijk, familiaal of huishoudelijk gebruik : b) de overnemer ten minste twee van de volgende factoren moet overnemen : - de financiering van de leverancier, inzonderheid de lening of de voorafbetaling; - het bijhouden van de rekeningen in verband met de schuldvorderingen; - het incasseren van de schuldvorderingen; - de bescherming tegen de schuldenaars die in gebreke blijven. c) de overdracht aan de schuldenaars moet worden betekend.3. Ter zake van dit Verdrag zijn de bepalingen die gelden voor goederen en de verkoop ervan ook van toepassing op diensten en op de levering van die diensten.4. Voor de toepassing van dit Verdrag : a) moet een schriftelijke betekening niet worden ondertekend, maar vermelden door wie of namens wie zij werd gedaan;b) heeft het begrip « schriftelijke betekening » ook betrekking op telegrammen, telexen alsmede op alle andere middelen van telecommunicatie die van aard zijn een materieel spoor na te laten;c) is een schriftelijke betekening gedaan zodra de geadresseerde ze heeft ontvangen. Artikel 2 1. Dit Verdrag is van toepassing als de op grond van een factoringovereenkomst overgedragen schuldvorderingen voortvloeien uit een verkoopovereenkomst voor goederen tussen een leverancier en een schuldenaar die in verschillende Staten zijn gevestigd en als : a) deze Staten, alsook de Staat waarin de overnemer is gevestigd Verdragsluitende Staten zijn;of b) de wetgeving van de Verdragsluitende Staat van toepassing is op de verkoopovereenkomst voor goederen en op de factoringovereenkomst.2. Indien een van de partijen meer dan een vestiging heeft, is de vestiging aan welke in dit Verdrag wordt gerefereerd diegene die het nauwst betrokken was bij bedoelde overeenkomst en bij de uitvoering ervan, gelet op de omstandigheden die door de partijen gekend waren of overwogen werden op een willekeurig tijdstip voor of tijdens het afsluiten van de overeenkomst. Artikel 3 1. De toepassing van dit Verdrag kan ter zijde worden gesteld : a) door de partijen bij de factoringovereenkomst;of b) door de partijen bij de verkoopovereenkomst voor goederen ten aanzien van de schuldvorderingen ontstaan op het tijdstip van of na de schriftelijke betekening van bedoelde weigering aan de overnemer.2. Als, conform het bepaalde in de vorige paragraaf, de toepassing van dit Verdrag ter zijde wordt gesteld, geldt zulks uitsluitend voor het volledige Verdrag. Artikel 4 1. Ter zake van de uitlegging van dit Verdrag zal rekening worden gehouden met het voorwerp ervan, met de in de Preambule omschreven doelstellingen, met het internationale karakter van het Verdrag, met de noodzaak een eenvormige werking ervan te bevorderen en de eerbiediging van de goede trouw in de internationale handel te vrijwaren.2. De vraagstukken inzake de onderwerpen die door dit Verdrag worden beheerst en welke er niet uitdrukkelijk worden door opgelost, worden geregeld met inachtneming van de algemene beginselen die aan het Verdrag ten grondslag liggen, of bij ontstentenis van die beginselen, overeenkomstig de wetgeving die van toepassing is krachtens de regels van het internationaal privaat recht. HOOFDSTUK II. - Rechten en verplichtingen van de partijen Artikel 5 In het kader van de betrekkingen tussen de partijen bij de factoringovereenkomst : a) is een bepaling van de factoringovereenkomst die voorziet in de overdracht van bestaande of toekomstige schuldvorderingen geldig, zelfs wanneer zij niet afzonderlijk werden aangeduid, op voorwaarde dat die schuldvorderingen op het tijdstip van het afsluiten van de overeenkomst of op het tijdstip van hun ontstaan bepaalbaar zijn, zelfs wanneer zij niet afzonderlijk werden aangeduid;b) regelt een bepaling van de factoringovereenkomst op grond waarvan toekomstige schuldvorderingen worden overgedragen, de overdracht aan de overnemer zodra de vorderingen ontstaan, zonder dat een nieuwe overdrachtsakte moet worden opgemaakt. Artikel 6 1. De leverancier kan de schuldvordering aan de overnemer overdragen ongeacht het bestaan tussen de leverancier en de schuldenaar van overeenkomsten waarbij een dergelijk overdracht wordt verboden.2. Voornoemde overdracht heeft evenwel geen gevolgen ten aanzien van de schuldenaar die, op het tijdstip van het afsluiten van de verkoopovereenkomst voor goederen, is gevestigd in een Verdragsluitende Staat die de verklaring bedoeld in artikel 18 van dit Verdrag heeft afgelegd.3. Het bepaalde in paragraaf 1 doet geen afbreuk aan de verplichting van de leverancier ten aanzien van de schuldenaar zijn goede wil te tonen, noch aan zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de schuldenaar, uit hoofde van een overdracht die geschiedde in overtreding met het bepaalde in de verkoopovereenkomst voor goederen. Artikel 7 In de betrekkingen tussen de partijen bij de factoringovereenkomst, kan die overeenkomst geldig voorzien in de overdracht, rechtstreeks of aan de hand van een nieuwe akte, van alle of van een deel van de rechten van de leverancier voortvloeiende uit de verkoop van goederen, met inbegrip van het voordeel van het bepaalde in de verkoopovereenkomst voor goederen waarbij de eigendom van de goederen de leverancier wordt voorbehouden of hem andere waarborgen worden toegekend.

Artikel 8 1. De schuldenaar dient de overnemer te betalen, wanneer hij geen kennis had van een voorkeurrecht en wanneer de schriftelijke betekening van de overdracht : a) aan de schuldenaar werd gegeven door de leverancier of door de overnemer, op grond van een door de leverancier gegeven volmacht;b) de overgedragen schuldvorderingen en de overnemer aan wie of voor rekening van wie de schuldenaar dient te betalen voldoende duidelijk omschrijft;c) betrekking heeft op de schuldvorderingen die voortvloeien uit een verkoopovereenkomst voor goederen die werd afgesloten het zij voor, dan wel op het tijdstip waarop de kennisgeving wordt gedaan;2. De betaling van de overnemer door de schuldenaar is bevrijdend als zij wordt gedaan conform het bepaalde in de vorige paragraaf, onverminderd iedere andere vorm van betaling die eveneens bevrijdend is. Artikel 9 1. Ingeval de overnemer de schuldenaar vraagt een schuldvordering voortvloeiende uit een verkoopovereenkomst voor goederen te betalen, kan de schuldenaar tegen de overnemer alle verweermiddelen aanwenden die voortvloeien uit de overeenkomst die hij had kunnen tegenwerpen indien het verzoek door de leverancier zou zijn geformuleerd.2. De schuldenaar kan tegen de overnemer eveneens ieder recht op schuldvergelijking uitoefenen op het stuk van de bestaande rechten of vorderingen ten aan zien van de leverancier ten gunste van wie de schuldvordering is ontstaan, recht waarop hij een beroep kan doen op het tijdstip van de schriftelijke betekening van de overdracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, eerste paragraaf. Artikel 10 1. Onverminderd de rechten die de schuldenaar naar luid van artikel 9 worden toegekend, biedt de niet-uitvoering, dan wel de gebrekkige of de laattijdige uitvoering van de verkoopovereenkomst de schuldenaar niet de mogelijkheid om, als hij over een recht op terugvordering van de aan de leverancier betaalde betalingen beschikt, de betaling die hij aan de overnemer heeft gedaan terug te vorderen.2. De schuldenaar die ten aanzien van de leverancier over een dergelijk recht beschikt, kan de betaling die hij aan de overnemer heeft gedaan evenwel terugvorderen voor zover : a) de overnemer zijn verplichting om de overgedragen schuldvorderingen aan de leverancier te betalen niet is nagekomen;of b) de overnemer betaald heeft op een tijdstip waarop hij kennis had van de niet-uitvoering, dan wel de gebrekkige of laattijdige uitvoering door de leverancier van de verkoopovereenkomst voor goederen waarvoor de schuldenaar hem heeft betaald. HOOFDSTUK III. - Opeenvolgende overdrachten Artikel 11 1. Wanneer, op grond van een door dit Verdrag beheerste factoringovereenkomst, door een leverancier een schuldvordering aan een overnemer wordt overgedragen : a) zijn, onder voorbehoud van het bepaalde in lid b) van deze paragraaf, de regels uiteengezet in de artikelen 5 tot 10 van toepassing op alle opeenvolgende overdrachten van een schuldvordering door de overnemer of door een opeenvolgende overnemer;b) is het bepaalde in de artikelen 8 tot 10 van toepassing alsof de opeenvolgende overnemer de factoringonderneming was.2. Voor de toepassing van dit Verdrag geldt de betekening van de opeenvolgende overdracht aan de schuldenaar ook als betekening van de overdracht aan de factoringonderneming. Artikel 12 Dit Verdrag is niet van toepassing op een opeenvolgende overdracht die krachtens de factoringovereenkomst verboden is. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Artikel 13 1. Dit Verdrag staat voor ondertekening open op de slotzitting van de Diplomatieke Conferentie voor de goedkeuring van de Unidroit Verdragen inzake de internationale factoring en de internationale leasing en blijft te Ottawa voor ondertekening door iedere Staat openstaan tot 31 december 1990.2. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door de Staten die het hebben ondertekend.3. Dit Verdrag staat, met ingang van de datum waarop het voor ondertekening is opengesteld, open voor de toetreding door iedere Staat die het Verdrag nog niet heeft ondertekend.4. De bekrachtiging, de aanvaarding, de goedkeuring of de toetreding geschieden door nederlegging bij de depositaris van een ter zake in de behoorlijke vorm gestelde akte. Artikel 14 1. Dit Verdrag treedt in werking de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgend op de datum waarop de derde akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding is neergelegd.2. Voor iedere Staat die dit Verdrag bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt of tot dit Verdrag toetreedt nadat de derde akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding is neergelegd, treedt het Verdrag in werking de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgende op de datum van de nederlegging van de akte van bekrachtiging, van aanvaarding, van goedkeuring of van toetreding. Artikel 15 Dit Verdrag heeft geen voorrang op een Verdrag dat reeds is afgesloten of nog moet worden afgesloten.

Artikel 16 1. Iedere Verdragsluitende Staat die uit twee of meer territoriale eenheden bestaat waarin, ter zake van de door dit Verdrag beheerste onderwerpen verschillende rechtsstelsels worden toegepast, kan ten tijde van de ondertekening, van de bekrachtiging, van de aanvaarding, van de goedkeuring of van de toetreding, verklaren dat dit Verdrag op alle, dan wel op een of meer territoriale eenheden van toepassing is, als ook deze verklaring te allen tijde wijzigen door middel van een nieuwe verklaring.2. Van de verklaringen die de territoriale eenheden waarop het Verdrag van toepassing is uitdrukkelijk aanwijzen, dient kennis te worden gegeven aan de depositaris.3. Indien dit Verdrag, krachtens een conform dit artikel gedane verklaring, van toepassing is op een of meer, maar niet op alle territoriale eenheden van een Verdragsluitende Staat en een partij in deze Staat gevestigd is, wordt die vestiging voor de toepassing van dit Verdrag niet beschouwd als zich bevindende in een Verdragsluitende Staat, tenzij die vestiging zich bevindt in een territoriale eenheid waarop het Verdrag van toepassing is.4. Indien een Verdragsluitende Staat geen verklaring aflegt krachtens paragraaf 1, is het Verdrag van toepassing op het volledige grondgebied van die Staat. Artikel 17 1. Twee of meer Verdragsluitende Staten die, ter zake van de door dit Verdrag beheerste onderwerpen, volkomen gelijke of verwante rechtsregels toepassen, kunnen te allen tijde verklaren dat dit Verdrag niet van toepassing is indien de leverancier, de overnemer en de schuldenaar in die Staten gevestigd zijn.Dergelijke verklaringen kunnen gezamenlijk, dan wel eenzijdig onder wederkerige titel worden afgelegd. 2. Iedere Verdragsluitende Staat die, ter zake van de door dit Verdrag beheerste onderwerpen, rechtsregels toepast die volkomen gelijk of verwant zijn met de regels die worden toegepast door een of meer Staten die geen Verdragsluitende Staten zijn, kan te allen tijde verklaren dat het Verdrag niet van toepassing is als de leverancier, de overnemer en de schuldenaar in deze Staten gevestigd zijn.3. Als een Staat ten aanzien waarvan, krachtens voorgaande paragraaf, een verklaring werd gedaan, een Verdragsluitende Staat wordt, zal bedoelde verklaring, met ingang van de datum waarop dit Verdrag ten aanzien van de nieuwe Verdragsluitende Staat in werking treedt, de uitwerking hebben van een overeenkomstig paragraaf 1 afgelegde verklaring, op voorwaarde dat de nieuwe Verdragsluitende Staat zich daarbij aansluit, dan wel een eenzijdige verklaring onder wederkerige titel aflegt. Artikel 18 Een Verdragsluitende Staat kan te allen tijde verklaren dat, conform het bepaalde in artikel 6, paragraaf 2, een overdracht gedaan overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1, geen gevolgen heeft voor de schuldenaar die in die Staat gevestigd was op het tijdstip van het afsluiten van de verkoopovereenkomst voor goederen.

Artikel 19 1. De verklaringen die op het tijdstip van de ondertekening krachtens dit Verdrag worden gedaan, moeten worden bevestigd naar aanleiding van de bekrachtiging, de aanvaarding of de goedkeuring ervan.2. De verklaringen en de bevestiging van de verklaringen geschieden schriftelijk en de depositaris wordt er formeel van in kennis gesteld.3. De verklaringen gaan in de dag waarop het Verdrag in werking treedt ten aanzien van de Staat die de verklaring aflegt.De verklaringen van welke aan de depositaris formeel kennis werd gegeven na die datum, worden evenwel van kracht de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgende op de datum waarop de depositaris de verklaringen ontvangen heeft. De eenzijdige verklaringen onder wederkerige titel die overeenkomstig artikel 17 zijn gedaan, krijgen effect de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgende op de datum waarop de depositaris de laatste verklaring heeft ontvangen. 4. Iedere Staat die krachtens dit Verdrag een verklaring heeft gedaan, kan die verklaring te allen tijde intrekken door middel van een formele kennisgeving die schriftelijk tot de depositaris wordt gericht.Het intrekken van de verklaring wordt van kracht de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgende op de dag waarop de depositaris de kennisgeving heeft ontvangen. 5. Het intrekken van een krachtens artikel 17 gedane verklaring heeft voor gevolg dat, met ingang van de dag waarop zij van kracht wordt, iedere gezamenlijke of eenzijdige en wederkerige verklaring die door een andere Staat krachtens dit artikel is gedaan, ten aanzien van voornoemde Staat vervalt. Artikel 20 Een ander dan uitdrukkelijk door dit Verdrag toegestaan voorbehoud is niet toegestaan.

Artikel 21 Dit Verdrag is van toepassing indien schuldvorderingen, overgedragen op grond van een factoringovereenkomst, voortvloeien uit een verkoopovereenkomst voor goederen afgesloten na de inwerkingtreding van het Verdrag in de Verdragsluitende Staten bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, lid a), dan wel in de Verdragsluitende Staat of Staten bedoeld in paragraaf 1, lid b) van voornoemd artikel, op voorwaarde dat : a) de factoringovereenkomst na die datum werd afgesloten;of dat b) de partijen bij de factoringovereenkomst overeengekomen zijn dat het Verdrag van toepassing is. Artikel 22 1. Dit Verdrag kan door iedere Verdragsluitende Staat te allen tijde worden opgezegd, vanaf de datum waarop het ten aanzien van bedoelde Staat in werking is getreden.2. De opzegging geschiedt door middel van de nederlegging van een ter zake doende akte bij de depositaris.3. De opzegging wordt van kracht in de eerste dag van de maand na afloop van een periode van zes maanden volgende op de dag waarop de akte van opzegging bij de depositaris werd neergelegd.Indien in de akte van opzegging wat de inwerkingtreding van de opzegging betreft een langere periode is bepaald, gaat zij in nadat de bedoelde termijn, na de nederlegging van de akte van opzegging bij de depositaris, is afgelopen.

Artikel 23 1. Dit Verdrag wordt nedergelegd bij de regering van Canada.2. De regering van Canada : a) geeft alle Staten die tot dit Verdrag zijn toegetreden of het ondertekend hebben, alsook de voorzitter van het Internationaal Instituut voor de eenmaking van het privaatrecht (UNIDROIT) kennis van : i) iedere nieuwe ondertekening of iedere nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, alsmede van de data waarop voornoemde ondertekening of nederlegging zich hebben voorgedaan; ii) iedere gedane verklaring krachtens de artikelen 16, 17 en 18; iii) het intrekken van een verklaring op grond van artikel 19, paragraaf 4; iv) de datum van de inwerkingtreding van dit Verdrag; v) de nederlegging van alle akte houdende de opzegging van dit Verdrag, alsmede van de datum van de nederlegging en de datum waarop de opzegging van kracht wordt;b) richt voor eensluidend verklaarde afschriften van dit Verdrag aan alle ondertekenende Staten en aan alle Staten die tot het Verdrag zijn toegetreden, alsook aan de voorzitter van de Internationaal Instituut voor de eenmaking van het privaatrecht (UNIDROIT). TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekende Gevolmachtigden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Ottawa, op achtentwintig mei negentienhonderd achtentachtig, in een enkel exemplaar, de Engelse en de Franse tekst zijnde gelijkelijk authentiek.

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring, gedaan te Ottawa op 28 mei 1988

Staten

Datum Authentificatie

Type instemming

Datum instemming

Datum interne inwerkingtreding

BELGI"

21/12/1990

Bekrachtiging

18/03/2010

01/10/2010

DUITSLAND

21/12/1990

Bekrachtiging

20/05/1998

01/12/1998

FILIPPIJNEN

28/05/1988

Onbepaald


FINLAND

30/11/1990

Onbepaald


FRANKRIJK

07/11/1989

Goedkeuring

23/09/1991

01/05/1995

GHANA

28/05/1988

Onbepaald


GUINEA

28/05/1988

Onbepaald


HONGARIJE

Toetreding

07/05/1996

01/12/1996

ITALIE

13/12/1990

Bekrachtiging

29/11/1993

01/05/1995

LETLAND

Toetreding

06/08/1997

01/03/1998

MAROKKO

04/07/1988

Onbepaald


NIGERIA

28/05/1988

Bekrachtiging

25/10/1994

01/05/1995

OEKRAINE

Toetreding

05/12/2006

01/07/2007

SLOVAKIJE

16/05/1990

Onbepaald


TANZANIA

28/05/1988

Onbepaald


TSJECHISCHE REP.

16/05/1990

Onbepaald


VERENIGD KONINKRIJK

31/12/1990

Onbepaald


VERENIGDE STATEN

28/12/1990

Onbepaald


VERKLARING VAN BELGIE Verwijzend naar artikel 18 van de Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring, gedaan te Ottawa op 28 mei 1988, verklaart de Belgische regering dat, conform de bepalingen van artikel 6, paragraaf 2, een overdracht gedaan overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1, geen gevolgen heeft voor de schuldenaar die in België gevestigd was op het tijdstip van het afsluiten van de verkoopovereenkomst voor goederen.

VERKLARING VAN FRANKRIJK Conform artikel 18 van de Overeenkomst, verklaart de Franse regering dat een overdracht overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1, geen gevolgen heeft voor de schuldenaar die op het grondgebied van de Franse Republiek gevestigd was op het tijdstip van het afsluiten van de verkoopovereenkomst voor goederen.

VERKLARING VAN LETLAND Conform artikel 18 van de UNIDROIT-Overeenkomst inzake de internationale factoring, verklaart de Republiek Letland dat een overdracht gedaan overeenkomstig artikel 6.1, geen gevolgen heeft voor de schuldenaar die op het grondgebied van de Republiek Letland gevestigd was tijdens het afsluiten van de verkoopovereenkomst voor goederen.

^