Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 januari 2002
gepubliceerd op 26 februari 2002

Wet tot wijziging van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen en de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000121
pub.
26/02/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/wet/2002/01/22/2002000121/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Wet tot wijziging van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen en de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen

Art. 2.Het opschrift van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen, wordt vervangen door het volgende opschrift : « Wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden. »

Art. 3.Artikel 1 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid : « Onder de woorden « de Raad » bedoeld in het eerste lid, 2°, dient echter de Vlaamse Raad verstaan te worden, wat de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden in die Raad betreft. »

Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 10bis.Voor de toepassing van artikel 60bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen, wordt de overeenstemming tussen de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de Vlaamse Raad vastgesteld door een wederkerige verklaring, ondertekend door minstens twee van de eerste drie kandidaten van de betrokken lijsten, en ingediend samen met de lijsten. »

Art. 5.In artikel 11bis, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 mei 1994, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 6.In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 mei 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in de inleidende zin van § 2, worden de woorden « en van artikel 24bis, § 1, eerste lid, 4°, a), tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen » ingevoegd tussen de woorden « van de bijzondere wet » en de woorden « , moet het gewestbureau »;

B) in § 2, 1°, worden de woorden « in de voornoemde bepaling » vervangen door de woorden « , naar gelang van het geval, in de voornoemde bepalingen; ».

Art. 7.In artikel 14, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, wordt tussen het vijfde en het zesde lid het volgende lid ingevoegd : « Bovendien staan, onder de lijsten van het Nederlandse taalstelsel, de lijsten voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. »

Art. 8.In artikel 16 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 5 april 1995, wordt een § 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. De kiezer die geen stem uitgebracht heeft voor een lijst van kandidaten die behoren tot de Franse taalgroep, kan een stem uitbrengen voor een lijst die voorgedragen wordt voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, volgens dezelfde regels als bepaald in § 1. »

Art. 9.In artikel 17 van dezelfde wet, wordt § 3, opgeheven bij de wet van 5 april 1995, hersteld in de volgende lezing : « § 3. Het bureau gaat over tot dezelfde verrichtingen als die welke beschreven worden in § 2 voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. »

Art. 10.Artikel 18, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, wordt aangevuld als volgt : « 6° de stembiljetten waarop een kiezer een stem uitgebracht heeft voor een lijst van kandidaten van de Franse taalgroep en tegelijk voor een kandidatenlijst die voorgedragen wordt voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. »

Art. 11.In artikel 19 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 5 april 1995, wordt een § 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. De verrichtingen beschreven in § 1 worden eveneens uitgevoerd, maar op afzonderlijke manier, voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad.

Het in § 1, vijfde lid, bedoelde document draagt in dat geval echter als opschrift « Rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. »

Art. 12.In artikel 20 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in § 1, tweede lid, worden de woorden « aan de voorzitter van de Regering en aan de minister van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « aan de voorzitter van de Brusselse Regering voor de leden van de Brusselse Raad en aan de voorzitter van de Vlaamse Regering voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, evenals aan de federale Minister van Binnenlandse Zaken. »;

B) in § 2, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Een kopie van het proces-verbaal van de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad wordt opgestuurd naar de griffier van de Vlaamse Raad. »

Art. 13.In het opschrift van titel III van dezelfde wet, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 14.In artikel 26 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in § 1, eerste en vierde lid, worden de woorden « beide verkiezingen » vervangen door de woorden « alle verkiezingen »;

B) in § 2, eerste lid, worden de woorden « de twee verkiezingen » vervangen door de woorden « alle verkiezingen ».

Art. 15.In het opschrift van titel IIIbis van dezelfde wet, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 16.In artikel 29 van dezelfde wet, vervangen door de wet van 16 juli 1993, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 17.In het opschrift van titel IIIter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 1998, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 18.In artikel 41, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 1998, vervallen de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke ».

Art. 19.De onderrichtingen model I voor de kiezer, die bij dezelfde wet gevoegd zijn, worden vervangen door de onderrichtingen die opgenomen zijn als bijlage 1 bij deze wet.

Art. 20.Het model II van stembiljet voor de verkiezing van de Raad, dat als bijlage 2 van dezelfde wet opgenomen is, wordt vervangen door het model dat opgenomen is als bijlage 2 bij deze wet. HOOFDSTUK III. - Wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur

Art. 21.In de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende : «

Art. 13bis.Voor de toepassing van artikel 60bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, wordt de overeenstemming tussen de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de Vlaamse Raad vastgesteld door een wederkerige verklaring, ondertekend door minstens twee van de eerste drie kandidaten van de betrokken lijsten, en ingediend samen met de lijsten. » HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 22.Deze wet treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van de artikelen 12, 13, 14, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 33, 34, 35, 36, 37 en 38 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van verschillende bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Eerste Minister, afwezig, De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Vice-Premier en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 1247/1. - Advies van de Raad van State, nr. 1247/2. - Amendementen, nr. 1247/3. - Verslag, nr. 1247/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1247/5.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 30 en 31 mei 2001.

Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 771/1. - Amendementen, nr. 771/2. - Verslag, nr. 771/3. - Amendementen ingediend na de goedkeuring van het verslag, nr. 771/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 771/5.

Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 10 en 12 juli 2001.

Bijlage 1 : Model I Onderrichtingen voor de kiezer (Bedoeld in de artikelen 8, vierde lid, 13, § 2, tweede lid, en 15, § 2, eerste lid, van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen.) 1. De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 13 uur. Kiezers die zich vóór 13 uur in het lokaal bevinden worden nog tot de stemming toegelaten. 2. De kiezer kan, zowel voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad als voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, een stem uitbrengen voor één of meer kandidaten van eenzelfde lijst. Alleen de kiezers die geen stem uitbrengen voor een kandidatenlijst die behoort tot de Franse taalgroep van de Raad kunnen echter een stem uitbrengen voor een kandidatenlijst die voorgedragen wordt voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. 3. De kandidaten zijn, per lijst, in eenzelfde kolom van het stembiljet ondergebracht. De naam en voornaam van de kandidaten van elke lijst komen op het stembiljet in de volgorde waarin ze op de voordrachtsakten staan.

De lijsten worden op het stembiljet gerangschikt in stijgende volgorde van het nummer dat door loting aan elke lijst is toegekend.

Onvolledige lijsten kunnen echter onder mekaar worden geplaatst. 4. Kan de kiezer zich verenigen met de volgorde waarin de kandidaten van de door hem gesteunde lijst voorgedragen worden, dan vult hij, in het stemvak bovenaan op die lijst, het helle stipje in met het te zijner beschikking gestelde potlood. Als hij die volgorde wil wijzigen, geeft hij een naamstem door in het stemvak naast de kandida(a)t(en) van zijn keuze het helle stipje in te vullen met het te zijner beschikking gestelde potlood.

Het stemcijfer van een lijst wordt bepaald door de optelling van het aantal stembiljetten met een lijststem en het aantal stembiljetten met een naamstem voor één of meerdere kandidaten. 5. Nadat de bureauvoorzitter de identiteitskaart en de oproepingsbrief van de kiezer heeft gecontroleerd, overhandigt hij hem een stembiljet in ruil voor de oproepingsbrief. Nadat de kiezer zijn stem heeft uitgebracht, toont hij aan de voorzitter zijn rechthoekig in vieren gevouwen stembiljet voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, met de stempel aan de buitenzijde, en steekt het in de stembus; hij laat zijn oproepingsbrief afstempelen door de voorzitter of de daartoe gemachtigde bijzitter en verlaat de zaal. 6. De kiezer mag zich niet langer in het stemhokje ophouden dan nodig is om zijn stem uit te brengen.7. Ongeldig zijn : 1° alle andere stembiljetten dan die welke op het ogenblik van de stemming door de voorzitter zijn overhandigd;2° zelfs de laatstbedoelde biljetten : a) als daarop geen stem is uitgebracht;b) als er meer dan één lijststem of naamstemmen op verschillende lijsten uitgebracht zijn;c) als een stem bovenaan een lijst en tegelijk een stem voor één of meerdere kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;d) als een stem is uitgebracht tegelijk ten gunste van een kandidatenlijst van de Franse taalgroep van de Raad en van een kandidatenlijst die voorgedragen wordt voor de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad;e) als hun vorm en afmetingen veranderd zijn of als zij binnenin een papier of enig voorwerp bevatten;f) als er een doorhaling, een teken of een bij de wet niet geoorloofd merk op aangebracht is waardoor de kiezer herkend kan worden.8. Hij die stemt zonder daartoe het recht te hebben of zonder geldige volmacht in plaats van een ander stemt, is strafbaar. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^