Etaamb.openjustice.be
Wet van 28 februari 2014
gepubliceerd op 22 mei 2014

Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro, opgemaakt te Brussel op 9 juni 2010 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2014015082
pub.
22/05/2014
prom.
28/02/2014
ELI
eli/wet/2014/02/28/2014015082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2014. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro, opgemaakt te Brussel op 9 juni 2010 (1) (2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro, opgemaakt te Brussel op 9 juni 2010, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van de Overeenkomst, voorzien in artikel 11 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Land zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 28 februari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, A. DE CROO De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Senaat (www.senate.be) : Stukken: 5-2246.

Handelingen van de Senaat : 7 november 2013.

Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken: 53-3117.

Integraal verslag: 19 december 2013. (2) Inwerkingtreding : 1 juni 2014. OVEREENKOMST betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro Het Koninkrijk België en Montenegro, bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen de beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen.

TITEL I Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : (a) Verstaat men onder de term "Montenegro" : de Staat Montenegro; Verstaat men onder de term "België" : het Koninkrijk België. (b) Verstaat men onder de term "onderdaan" : Voor Montenegro : een persoon van Montenegrijnse nationaliteit; Voor België : een persoon van Belgische nationaliteit. (c) Verstaat men onder de term "wetgeving" : de wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.(d) Verstaat men onder de term "bevoegde autoriteit" : Voor Montenegro : de Ministeries die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst; Voor België : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst. (e) Verstaat men onder de term "orgaan" : de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.(f) Verstaat men onder de term "verzekeringstijdvak" : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend.(g) Verstaat men onder de term "prestatie" : gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.(h) Verstaat men onder de term "gezinsbijslag" : Voor Montenegro : de periodieke uitkeringen toegekend ingevolge de wetgeving van Montenegro; Voor België : de periodieke uitkeringen toegekend op grond van het aantal kinderen en hun leeftijd, met uitsluiting van alle andere aanvullingen of verhogingen. (i) Verstaat men onder de term "gezinslid" : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend, of, in het geval bedoeld in artikel 14 van deze Overeenkomst, ingevolge de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.(j) Verstaat men onder de term "nagelaten betrekking" : iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.(k) Verstaat men onder de term "woonplaats" : de normale verblijfplaats.(l) Verstaat men onder de term "verblijfplaats" : de tijdelijke verblijfplaats.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing : - Voor Montenegro, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekteverzekering;b) de pensioenverzekering;c) de verzekering voor arbeidsongevallen en beroepsziekten;d) de werkloosheidsvergoeding;e) de kinder- en moederschapsbescherming. - Voor België, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekte- en moederschapsverzekering van werknemers en zelfstandigen;b) de arbeidsongevallen en beroepsziekten;c) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;d) de invaliditeitsverzekering van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;e) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen;f) de werkloosheidsverzekering.2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.3. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden. 4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen. Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen.

Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, hebben de in artikel 3 van deze Overeenkomst bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.

Artikel 5 Ontheffing van de bepaling inzake de woonplaats 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, mogen de uitkeringen wegens ziekte, de prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongevallen en beroepsziekten, evenals die inzake rust- en overleving, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde woont of verblijft op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De uitvoer van de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde prestaties die verschuldigd zijn krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, is voor de personen bedoeld in artikel 3 van deze Overeenkomst enkel mogelijk wanneer ze wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.3. De prestaties inzake rust en overleving, arbeidsongevallen beroepsziekten die krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van de eerste overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.4. Wat Montenegro betreft, zijn de bepalingen van paragraaf 1 en 2 van dit artikel niet van toepassing op het minimumpensioen. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules De verminderings- of schorsingsclausules waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voorziet ingeval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten of door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere Staat zijn verkregen of om inkomsten verworven of om beroepsarbeid uitgeoefend op het grondgebied van de andere Staat.

Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op prestaties inzake invaliditeit, ouderdom en overlijden die zijn vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikelen 27, 29 en 34 van deze Overeenkomst.

TITEL II Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 11 van deze Overeenkomst, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) op de persoon die beroepsarbeid verricht op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing, zelfs indien de werkgever of de onderneming die deze persoon tewerkstelt, woont of gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat;b) op de persoon die als zelfstandige een beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;c) op de persoon die deel uitmaakt van het reizend of varend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, over de weg, via de lucht of per binnenscheepvaart verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing. Artikel 8 Bijzondere regels 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met zijn hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.2. Wanneer de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde detachering langer duurt dan 24 maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer.Dit akkoord mag evenwel slechts worden toegekend voor een bijkomende periode van ten hoogste zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 3. Paragraaf 1 van dit artikel is van toepassing wanneer een persoon, nadat hij door zijn werkgever van het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat naar het grondgebied van een derde land is gestuurd, door deze werkgever van het grondgebied van het derde land naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt gestuurd.4. Wanneer een persoon op wie de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing is en die gewoonlijk een zelfstandige activiteit uitoefent op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, deze activiteit stopzet en tijdelijk deze activiteit of een gelijkaardige zelfstandige activiteit uitoefent op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, blijft op deze persoon enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing, alsof deze persoon werkzaam bleef op het grondgebied van de eerste overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de te verwachten duur van de zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geen vierentwintig maanden overschrijdt.5. Wanneer de in paragraaf 4 van dit artikel bedoelde zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat langer duurt dan de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de zelfstandige.Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 6. De werknemer van een vervoeronderneming met zetel op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten, die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat gedetacheerd wordt of er in tijdelijk dan wel ambulant verband werkzaam is, valt, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de onderneming haar zetel heeft. Heeft echter de onderneming op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat een filiaal of een permanente vertegenwoordiging, dan valt de aldaar tewerkgestelde werknemer onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar het filiaal of de vertegenwoordiging zich bevindt, met uitzondering van degene die daarheen niet blijvend wordt gezonden.

Artikel 9 Ambtenaren Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, alsook op hun gezinsleden, is de wetgeving van eerstgenoemde Staat van toepassing.

Artikel 10 Leden van diplomatieke missies en consulaire posten 1. De onderdanen van de zendstaat die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door deze Staat worden gezonden naar het grondgebeid van de ontvangende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde Staat.2. De personen die ter plaatse als leden van het administratief of technisch personeel, als consulaire bedienden of als leden van het dienstpersoneel in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van de zendstaat en die op het grondgebied van de ontvangende Staat wonen zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde Staat.3. Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van de zendstaat personen tewerkstelt die overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel onderworpen zijn aan de wetgeving van de ontvangende Staat, houdt de missie of de post rekening met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde Staat de werkgevers oplegt.4. De bepalingen van paragrafen 2 en 3 van dit artikel zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel.5. De bepalingen van paragrafen 1 tot 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.6. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in paragrafen 1 tot 4 van dit artikel, die bij hen inwonen, tenzij ze zelf een beroepsbezigheid uitoefenen. Artikel 11 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen de bevoegde autoriteiten, na gemeen overleg, voorzien in afwijkingen op de bepalingen van artikelen 7 tot 10 van deze Overeenkomst.

TITEL III Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties Hoofdstuk 1 Ziekte en moederschap Artikel 12 Samentelling Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties en voor de duur van de toekenning ervan worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de Staten samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.

Artikel 13 Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die, gelet op zijn toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig heeft tijdens een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld wordt bij de wetgeving van de bevoegde Staat.3. Paragraaf 1 is niet van toepassing : a) wanneer een persoon zich zonder de toelating van het bevoegde orgaan begeeft naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een medische behandeling te krijgen;b) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt.4. Het orgaan van de verblijfplaats moet de onmiddellijke noodzaak aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 en de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 3 van dit artikel vaststellen. Artikel 14 Verstrekkingen voor de rechthebbenden en de gezinsleden die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geniet, evenals zijn gezinsleden die er ook wonen, de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De gezinsleden van een persoon die onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.3. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen die het toepast.4. Paragrafen 1, 2 en 3 van dit artikel zijn niet toepasselijk op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen. Artikel 15 Verstrekkingen voor gedetacheerde werknemers 1. De persoon die krachtens artikelen 8 tot 11 onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat alsook de hem vergezellende gezinsleden genieten verstrekkingen tijdens de hele duur dat ze wonen of verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woon- of verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast. Artikel 16 Verstrekkingen voor de gerechtigden op invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingsuitkeringen en hun gezinsleden 1. De gerechtigde op invaliditeitsuitkeringen, ouderdoms- of overlevingspensioenen of renten verschuldigd ingevolge de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten geniet voor zichzelf en voor zijn gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan hij woont en ten laste van het bevoegde orgaan van deze Staat.2. De gerechtigde op een invaliditeitsuitkering, een ouderdoms- of overlevingsuitkering of een rente uitsluitend verschuldigd ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen voor zichzelf en voor zijn gezinsleden.De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen die het toepast.

Artikel 17 Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de bevoegde Staat De personen bedoeld in paragraaf 2 van artikel 14 en in paragraaf 2 van artikel 16 van deze Overeenkomst, die verblijven op het grondgebied van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze Staat, ten laste van deze Staat en volgens de bepalingen die het orgaan van de verblijfplaats toepast.

Artikel 18 Terugbetaling van de verstrekkingen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 13, 14, 15 en 16, paragraaf 2, van deze Overeenkomst verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken. Artikel 19 Tenlasteneming van verstrekkingen 1. Wanneer een persoon of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op verstrekkingen krachtens de beide betrokken wetgevingen, zijn de volgende regels van toepassing : a) deze verstrekkingen zijn uitsluitend ten laste van het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan ze verleend zijn;b) wanneer de verstrekkingen verleend worden op het grondgebied van een andere Staat dan de beide overeenkomstsluitende Staten, zijn ze uitsluitend ten laste van het orgaan van de Staat op het grondgebied waarvan de persoon of het lid van zijn gezin woont.2. Wanneer een persoon of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op verstrekkingen krachtens de wetgeving van één enkele overeenkomstsluitende Staat, zijn deze verstrekkingen uitsluitend ten laste van het orgaan van deze overeenkomstsluitende Staat. Artikel 20 Uitkeringen in geval van ziekte 1. Een persoon die voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van de bevoegde Staat gesteld zijn om recht te hebben op uitkeringen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 12 van deze Overeenkomst, heeft recht op deze uitkeringen ook al bevindt hij zich op het grondgebied van de andere Staat.De uitkeringen worden rechtstreeks verstrekt door het bevoegde orgaan waaronder de rechthebbende ressorteert. De rechthebbende op uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering mag verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat mits het bevoegde orgaan zijn voorafgaande toestemming heeft gegeven. 2. De rechthebbende op uitkeringen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat kan verder genieten van deze uitkeringen wanneer hij zijn woonplaats overbrengt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.De Staat die de uitkeringen verschuldigd is kan eisen dat een voorafgaande toelating door het bevoegde orgaan nodig is voor de verandering van woonplaats. Deze toelating kan evenwel enkel geweigerd worden indien de verplaatsing af te raden is op grond van behoorlijk vastgestelde medische redenen.

Hoofdstuk 2 Arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 21 Verstrekkingen verleend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat geniet verstrekkingen, indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving van de bevoegde Staat. Artikel 22 Terugbetaling van de verstrekkingen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 21 van deze Overeenkomst verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 van dit artikel voorziene terugbetaling of een andere wijze van betaling onderling afspreken. Artikel 23 In aanmerking nemen van vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat expliciet of impliciet bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking worden genomen om de graad van ongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde Staat.

Artikel 24 Vaststelling van de beroepsziekte 1. Wanneer de persoon getroffen door een beroepsziekte een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen aanspraak kunnen maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel.2. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op zijn grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 25 Verergering van de beroepsziekte Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de persoon die schadeloosstelling voor een beroepsziekte geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn de volgende regels van toepassing : a) Indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon veroorzaakt worden of verergeren, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;b) Indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegde orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;het bevoegde orgaan van de tweede Staat kent de persoon een supplement toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Staat en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering verschuldigd zou zijn geweest.

Hoofdstuk 3 Ouderdom, overlijden en invaliditeit Afdeling I

Bijzondere bepalingen betreffende de Belgische prestaties A - Verzekering ouderdom en nagelaten betrekkingen Artikel 26 Samentelling 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de Montenegrijnse wetgeving betreffende de pensioensverzekering in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in Montenegro werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien bij de algemene regeling voor werknemers.4. Wanneer, ondanks de toepassing van paragraaf 1, de persoon de voorwaarden om het recht op prestaties te doen ontstaan niet vervult, worden de verzekeringstijdvakken samengeteld die vervuld zijn onder de wetgeving van een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten elk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben gesloten, die in de samentelling van verzekeringstijdvakken voorziet. Indien enkel België een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid heeft gesloten met een derde Staat die op deze persoon van toepassing is, worden de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van deze derde Staat samengeteld.

Artikel 27 Berekening van de rust- en overlevingsprestaties 1. Wanneer de persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het Belgische orgaan het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving.Dit orgaan berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regels voorzien in paragraaf 2, a) en b), van dit artikel. Enkel het hoogste bedrag wordt in aanmerking genomen. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 26 van deze Overeenkomst, zijn de volgende regels van toepassing : a) Het Belgische orgaan berekent het theoretische bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) het Belgische orgaan berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens a). B - Invaliditeitsverzekering Artikel 28 Samentelling Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 26 van deze Overeenkomst naar analogie van toepassing.

Artikel 29 Berekening van de invaliditeitsprestaties 1. Indien het recht op Belgische invaliditeitsprestaties enkel ontstaat door samentelling van de Montenegrijnse en de Belgische verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 28 van deze Overeenkomst, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 27, paragraaf 2, van deze Overeenkomst.2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 28 van deze Overeenkomst, en het bedrag voortkomend uit de samentelling van de Montenegrijnse prestatie met de Belgische prestatie berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent het Belgische orgaan een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde prestaties en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving. Artikel 30 Invaliditeitsprestaties tijdens een verblijf De rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving blijft deze prestatie verder genieten tijdens een verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door het Belgisch bevoegd orgaan. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke het Belgisch bevoegd orgaan krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.

C - Gemeenschappelijke bepalingen voor de Belgische prestaties inzake ouderdom, overleving en invaliditeit Artikel 31 Eventuele nieuwe berekening van de prestaties 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, van de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de Montenegrijnse ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet België niet overgaan tot een nieuwe berekening van de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties.2. In geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregels van de Montenegrijnse ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de Belgische prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 27 of 29 van deze Overeenkomst. Afdeling II

Bijzondere bepalingen betreffende de Montenegrijnse ouderdoms-, invaliditeits- en overlevingsprestaties Artikel 32 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Wanneer een persoon krachtens de Montenegrijnse wetgeving de voorwaarden om een recht op de pensioen- en invaliditeitsverzekeringsprestaties te doen ontstaan niet vervult, wordt rekening gehouden met de ingevolge de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken, voor zover ze elkaar niet overlappen.2. Wanneer, ook na toepassing van paragraaf 1 van dit artikel, de persoon de voorwaarden om het recht op prestaties te doen ontstaan niet vervult, houdt het Montenegrijnse orgaan rekening met de verzekeringstijdvakken vervuld in een derde Staat waarmee Montenegro een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid heeft afgesloten. Artikel 33 Berekening van de prestatie zonder samentelling van de verzekeringstijdvakken Wanneer de persoon de voorwaarden vervult waarin de Montenegrijnse wetgeving voorziet om het recht op prestaties te doen ontstaan, bepaalt het Montenegrijnse bevoegde orgaan het bedrag van de prestaties, uitsluitend op basis van de verzekeringstijdvakken waarin de door dit laatste orgaan toegepaste wetgeving voorziet.

Artikel 34 Berekening van de prestaties met samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Wanneer een persoon enkel op basis van artikel 33 van deze Overeenkomst aanspraak kan maken op een prestatie, bepaalt het Montenegrijnse bevoegde orgaan het bedrag van de prestaties op de volgende manier : a) het Montenegrijnse orgaan berekent het theoretische bedrag van de prestatie dat verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken enkel overeenkomstig de Montenegrijnse wetgeving vervuld zouden zijn geweest;b) het Montenegrijnse orgaan berekent het verschuldigde bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in punt a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig de Montenegrijnse wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken;c) wanneer het volledige verzekeringstijdvak, krachtens de bepalingen van artikel 33 van deze overeenkomst, langer is dan de duur van het langste tijdvak waarin is voorzien bij de Montenegrijnse wetgeving, berekent het orgaan het bedrag van de prestaties naar verhouding tot het ingevolge deze wetgeving vervulde verzekeringstijdvak en volgens het langste verzekeringstijdvak dat de basis is voor de berekening van het bedrag van de prestaties.2. Voor de berekening van het bedrag van de prestaties voorzien in paragraaf 1 van dit artikel, houdt het Montenegrijnse bevoegde orgaan enkel rekening met de Montenegrijnse inkomsten die hebben gediend als basis voor de berekening van de bijdrage voor enkel de overeenkomstig de Montenegrijnse wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken. Afdeling III

Gemeenschappelijke bepalingen voor de Belgische en de Montenegrijnse prestaties Artikel 35 Verzekeringstijdvakken van minder dan een jaar Niettegenstaande de bepalingen van artikelen 26, 28 en 32, is er in de gevallen bedoeld in artikel 27, paragraaf 2, artikel 29, paragraaf 1 en artikel 34, geen enkele invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingsprestatie verschuldigd door het bevoegde orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld onder zijn wetgeving vóór de realisatie van het risico in hun geheel geen jaar bereiken. In dat geval neemt het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat de prestaties waarop de verzekerde recht heeft overeenkomstig de wetgeving die het toepast en rekening houdende met de totaliteit van de verzekeringstijdvakken, volledig te zijnen laste.

Hoofdstuk 4 Gezinsbijslag Artikel 36 Bepaling van het recht 1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen van het recht op gezinsbijslag afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast te dien einde rekening, in de nodige mate voor de samentelling, met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.2. Personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is, hebben, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.3. De rechthebbende op een prestatie of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.4. De rechthebbende op een prestatie of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze rechthebbende woont, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar de rechthebbende op pensioenen of renten woont.5. De wees van een overleden werknemer of zelfstandige die onderworpen was aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat heeft recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat aan de wetgeving waarvan de overledene laatstelijk onderworpen was en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden.6. De werkloze werknemer die werkloosheidsprestaties geniet krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.7. Niettegenstaande paragrafen 2 en 6 van dit artikel, wordt, wanneer een recht op gezinsbijslag bestaat in beide overeenkomstsluitende Staten, de Staat waar het kind woont beschouwd als de bevoegde Staat die de gezinsbijslag verleend krachtens zijn wetgeving ten laste heeft. Hoofdstuk 5 Werkloosheid Artikel 37 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken, houdt het met de toepassing van deze wetgeving belast orgaan te dien einde, in de nodige mate, met het oog op de samentelling, rekening met de verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die in de hoedanigheid van werknemer werden vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat als gold het verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die onder de door hem toegepaste wetgeving werden vervuld.2. Het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekeringstijdvakken moet met de in de andere overeenkomstsluitende Staat vervulde tewerkstellingstijdvakken slechts rekening houden op voorwaarde dat deze tijdvakken, indien vervuld onder de wetgeving die het toepast, als verzekeringstijdvakken beschouwd zouden worden.3. De toepassing van de bepalingen van paragrafen 1 en 2 van dit artikel wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk tewerkstellingstijdvakken of, in het geval van paragraaf 2, verzekeringstijdvakken heeft vervuld onder de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op grond van dewelke de prestaties werden aangevraagd en dat hij onder deze wetgeving een beroepsbezigheid als werknemer heeft uitgeoefend gedurende ten minste zesentwintig weken tijdens de twaalf laatste maanden vóór zijn aanvraag.Paragraaf 1 is niettemin toepasselijk indien de tewerkstelling, zonder fout vanwege de werknemer, ophoudt vóór de zesentwintig weken verstreken zijn, wanneer deze tewerkstelling voorbestemd was om langer te duren.

Artikel 38 In aanmerking nemen van een verzekeringstijdvak in de andere Staat 1. In geval van toepassing van artikel 37, vermindert het Montenegrijnse bevoegde orgaan de duur van de prestatie met het tijdvak gedurende hetwelk het Belgische bevoegde orgaan prestaties heeft uitbetaald in de loop van de twaalf laatste maanden voorafgaand aan de aanvraag van de prestatie.2. In geval van toepassing van artikel 37 houdt het Belgische bevoegde orgaan, voor de vaststelling van de duur van toekenning en van het bedrag van de prestaties, in de nodige mate rekening met het tijdvak gedurende hetwelk prestaties werden uitgekeerd door het Montenegrijnse bevoegde orgaan, tot een maximumduur van twaalf maanden en binnen de grenzen van de wetgeving die het toepast. TITEL IV Diverse bepalingen Artikel 39 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen bij administratieve schikking alle nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen, de bevoegde organen en de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 40 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. De medische onderzoeken van personen die op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende staat wonen of verblijven, worden uitgevoerd door de instelling van de verblijf- of woonplaats, op verzoek en ten laste van de bevoegde instelling.De kosten van deze medische onderzoeken worden niet vergoed indien de onderzoeken werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende staten. 3. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten, de bevoegde organen en de verbindingsorganen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats is.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 41 Uitwisseling van persoonlijke gegevens 1. De organen van de beide overeenkomstsluitende Staten zijn gemachtigd om voor de toepassing van deze overeenkomst persoonlijke gegevens uit te wisselen, met inbegrip van gegevens met betrekking tot het inkomen van de personen die het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat nodig heeft voor de toepassing van een socialezekerheidswetgeving.2. Bij het meedelen van persoonlijke gegevens door het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat, dient de wetgeving inzake bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat te worden nageleefd.3. Op de bewaring, de verwerking of de verspreiding van persoonlijke gegevens door het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waaraan ze worden meegedeeld, is de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat van toepassing.4. De gegevens bedoeld in dit artikel mogen voor geen andere doelen worden gebruikt dan voor de uitvoering van de socialezekerheidswetgevingen. Artikel 42 Taksen en vrijstelling van geldigverklaring 1. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat over te leggen stukken en documenten.2. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden. Artikel 43 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen 1. Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat.In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege. 2. De aanvraag van prestaties ingediend bij het bevoegde orgaan van een overeenkomstsluitende Staat is, voor overeenstemmende prestaties, ook ontvankelijk voor het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat.3. Een aanvraag of een document mag niet van de hand gewezen worden omdat het opgesteld is in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 44 Uitbetaling van de prestaties 1. De uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.2. Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.3. De bepalingen van de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 45 Bijleggen van geschillen Geschillen tussen de organen over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst, zullen geregeld worden door onderhandeling tussen de bevoegde autoriteiten.

Artikel 46 Uitvoeringsprocedures 1. De uitvoerbare vonnissen van een rechtbank van een van de overeenkomstsluitende Staten, evenals de uitvoerbare akten van een autoriteit of een orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten, met betrekking tot socialezekerheidsbijdragen en andere vorderingen, inzonderheid met betrekking tot de terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde prestaties, worden erkend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De erkenning kan slechts worden geweigerd wanneer ze ingaat tegen de wettelijke principes of de openbare orde van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan het vonnis of de handeling dient te worden uitgevoerd.3. De procedure voor de uitvoering van vonnissen en akten waartegen niet meer in beroep kan worden gegaan, moet in overeenstemming zijn met de wetgeving die de uitvoering van dergelijke vonnissen en handelingen regelt van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan het vonnis of de akte moet worden uitgevoerd.4. De verschuldigde bijdragen hebben in het kader van een procedure inzake uitvoering, faillissement of gedwongen vereffening op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, dezelfde voorrang als vorderingen van dezelfde aard op het grondgebied van die overeenkomstsluitende Staat.5. De vorderingen die het voorwerp moeten zijn van een terugvordering of een gedwongen terugvordering worden op dezelfde manier behandeld als vorderingen van dezelfde aard van een orgaan dat zich bevindt op het grondgebied van de overeenkomstsluitende Staat waarop de terugvordering of de gedwongen terugvordering wordt uitgevoerd. Artikel 47 Niet-verschuldigde bedragen 1. Indien bij de uitbetaling of de herziening van prestaties bij toepassing van de Overeenkomst het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat de prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd die hoger is dan de som die hem verschuldigd is, kan dit orgaan het orgaan van de andere Staat, dat een overeenstemmende prestatie ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, vragen het te veel betaalde in te houden op de nabetaling van achterstallen die deze gerechtigde verschuldigd zijn. De modaliteiten voor de toepassing van deze bepalingen zullen vastgelegd worden na gemeen overleg tussen de bevoegde Belgische en Montenegrijnse autoriteiten.

Indien het te veel betaalde niet kan worden ingehouden op de nabetaling van achterstallen, zullen de bepalingen van paragraaf 2 van toepassing zijn. 2. Wanneer het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd waarop hij geen recht heeft, kan dit orgaan, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de door hem toegepaste wetgeving, het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat dat de prestaties ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken deze som in te houden op de bedragen die het deze gerechtigde stort.Dat laatste orgaan verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke schuldvergelijking toegelaten is bij de wetgeving die het toepast, als gold het sommen die het zelf had uitgekeerd, en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft.

Artikel 48 Samenwerking inzake fraudebestrijding Naast de toepassing van de algemene principes inzake administratieve samenwerking, zullen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten in een administratieve schikking regels overeenkomen volgens dewelke ze hun medewerking verlenen aan de bestrijding van grensoverschrijdende fraude inzake socialezekerheidsbijdragen en -prestaties, in het bijzonder wat de werkelijke woonplaats van de personen, de raming van het inkomen, de berekening van de bijdragen en het cumuleren van prestaties betreft.

TITEL V Overgangs- en slotbepalingen Artikel 49 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een prestatie overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 50 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar het uitbetalingsorgaan zich bevindt, wordt, op verzoek van belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een rente hebben verkregen, worden op hun verzoek herzien, rekening houdend met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen de belanghebbenden mogen worden ingeroepen.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 51 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.

Artikel 52 Vrijwaring van verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gevrijwaard. De overeenkomstsluitende Staten nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.

Artikel 53 Inwerkingtreding 1. Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Staten de andere overeenkomstsluitende Staat zal meegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervuld zijn. 2. Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal, wat betreft de betrekkingen tussen de beide overeenkomstsluitende Staten, het Verdrag betreffende de sociale zekerheid, op 1 november 1954 ondertekend tussen de F.V.R. Joegoslavië en het Koninkrijk België, ophouden te bestaan en vervangen worden door onderhavige Overeenkomst.

Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Opgemaakt te Brussel, op 9 juni 2010, in tweevoud, in de Franse, Nederlandse en Montenegrijnse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

^