Etaamb.openjustice.be
Wet van 28 juni 2009
gepubliceerd op 21 augustus 2009

Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek der successierechten wat betreft de bevrijdende betaling bij een erfenis en de terbeschikkingstelling van een bepaald bedrag aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2009009546
pub.
21/08/2009
prom.
28/06/2009
ELI
eli/wet/2009/06/28/2009009546/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

28 JUNI 2009. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek der successierechten wat betreft de bevrijdende betaling bij een erfenis en de terbeschikkingstelling van een bepaald bedrag aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek

Art. 2.In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 1240ter ingevoegd, luidende : «

Art. 1240ter.§ 1. De betaling van tegoeden die gedeponeerd zijn op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, is bevrijdend indien de schuldenaar, na het overlijden en zonder dat een van de attesten of een akte als bedoeld in artikel 1240bis, vereist is, aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende, op diens verzoek, een bedrag ter beschikking stelt dat de helft van de beschikbare creditsaldi noch 5 000 euro overschrijdt, ongeacht het bestaan van enig recht van de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende op het saldo van de rekening. § 2. De ter beschikking gestelde bedragen worden bij de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen, van de onverdeeldheid of van de nalatenschap in rekening gebracht.

De erfgerechtigden behouden echter jegens de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende een vorderingsrecht, ten belope van het bedrag dat het gedeelte overschrijdt dat deze laatste toekomt bij de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen, van de onverdeeldheid of van de nalatenschap. § 3. De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende mag met toepassing van § 1 slechts een bedrag van ten hoogste 5 000 euro opvragen.

De schuldenaar van tegoeden gedeponeerd op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, wijst de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende op deze beperking, alsook op de in het derde lid bepaalde sanctie bij niet-naleving ervan.

De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende die met toepassing van § 1 een bedrag heeft afgehaald dat hoger is dan de helft van de beschikbare credietsaldi of 5 000 euro, verliest ter waarde van de som die boven dat bedrag is afgehaald enig aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nalatenschap.

De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende die met toepassing van deze paragraaf enig aandeel verliest, verliest daarenboven de bevoegdheid om de nalatenschap te verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Al verwerpt hij de nalatenschap, toch blijft hij zuiver erfgenaam. » HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek der successierechten

Art. 3.Artikel 95 van het Wetboek der successierechten, vervangen bij de besluitwet van 4 mei 1940, wordt aangevuld met twee leden, luidende : « In afwijking van het eerste lid en alvorens de door artikel 94 voorgeschreven waarborg is gesteld, mag de schuldenaar van deposito's op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, overeenkomstig de bij artikel 1240ter van het Burgerlijk Wetboek bepaalde nadere regels een bedrag ter beschikking stellen dat de helft van de beschikbare creditsaldi noch 5.000 euro overschrijdt.

Het in het derde lid bedoelde bedrag wordt uitbetaald onverminderd de betaling van de in de artikelen 19 en 20 van de hypotheekwet van 16 december 1851 vermelde bevoorrechte kosten. »

Art. 4.Artikel 97 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002, wordt aangevuld met twee leden, luidende : « In afwijking van het eerste lid en alvorens de hierin bedoelde lijst wordt afgegeven mag de schuldenaar van deposito's op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, overeenkomstig de bij artikel 1240ter van het Burgerlijk Wetboek bepaalde nadere regels een bedrag ter beschikking stellen dat de helft van de beschikbare creditsaldi noch 5.000 euro overschrijdt.

Het in het vierde lid bedoelde bedrag wordt uitbetaald onverminderd de betaling van de in de artikelen 19 en 20 van de hypotheekwet van 16 december 1851 vermelde bevoorrechte kosten. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven Brussel, 28 juni 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de Minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de Minister van Justitie, M. WATHELET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-1633 - 2008/2009 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Verherstraeten c.s.

Nrs. 2 tot 6 : Amendementen.

Nr. 7 : Verslag.

Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 28 mei 2009.

Stukken van de Senaat : 4-1342 - 2008/2009 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^