Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 december 2008
gepubliceerd op 11 februari 2009

Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2009007012
pub.
11/02/2009
prom.
30/12/2008
ELI
eli/wet/2008/12/30/2009007012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2008. - Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 14 januari 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/1975 pub. 07/02/2014 numac 2014000071 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht

Art. 2.In artikel 1, § 1, 1°, van de wet van 14 januari 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/1975 pub. 07/02/2014 numac 2014000071 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt : « c) op de militairen van het reservekader in dienst en op de militairen van het reservekader in onbepaald verlof wanneer een verband met de hoedanigheid van militair van het reservekader kan vastgesteld worden; ». HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn

Art. 3.Artikel 23 van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn, vervangen bij de wet van 16 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2001 pub. 29/06/2001 numac 2001007141 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 23.De met onbepaald verlof gezonden militair korte termijn verwerft van rechtswege voor een periode van tien jaar de hoedanigheid van reservemilitair overeenkomstig de wet van 16 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2001 pub. 29/06/2001 numac 2001007141 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht sluiten houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht. ». HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 16 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2001 pub. 29/06/2001 numac 2001007141 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht sluiten houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht

Art. 4.In artikel 2, § 3, van de wet van 16 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2001 pub. 29/06/2001 numac 2001007141 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht sluiten houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° de kandidaat-reservevrijwilligers. ».

Art. 5.In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1°, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 2003 en 16 juli 2005, wordt vervangen als volgt : « 1° de kandidaat-reservevrijwilliger : de persoon die een dienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen ten einde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reservevrijwilligers;»; 2° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : « 2° de kandidaat-reserveonderofficier : de persoon, reservevrijwilliger of niet, die een dienstneming of wederdienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen ten einde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reserveonderofficieren; »; 3° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° de kandidaat-reserveofficier : de persoon, reservevrijwilliger of niet, reserveonderofficier of niet, die een dienstneming of een wederdienstneming heeft aangegaan om een vorming te volgen ten einde te kunnen worden toegelaten tot de personeelscategorie van de reserveofficieren;»; 4° de bepaling onder 4°, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en van wederdienstnemingen » worden ingevoegd tussen de woorden « van dienstnemingen » en de woorden « , de reservemilitair »;2° het woord « uitsluitend » wordt ingevoegd tussen de woorden « de reservemilitair dient » en de woorden « onder een stelsel ».

Art. 7.In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « waarvan de vorming beëindigd is » en de woorden « , en op de kandidaat-reservemilitairen, naar gelang van de personeelscategorie waarvoor zij gevormd worden » worden opgeheven;2° het wordt aangevuld met een lid, luidende : « Voor zover deze bepalingen niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van deze wet zijn alle wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-militair van het actief kader toepasselijk op de kandidaat-reservemilitairen.».

Art. 8.In artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten, wordt het woord « reservemilitairen » vervangen door de woorden « militairen van het reservekader ».

Art. 9.In artikel 10 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 1°, worden de woorden « voor een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid » ingevoegd tussen het woord « die » en het woord « gepensioneerd »;2° in de bepaling onder 2°, b), worden de woorden « van de luchtmacht » opgeheven.

Art. 10.In artikel 11, 1°, van dezelfde wet worden de woorden « voor een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid » ingevoegd tussen het woord « die » en het woord « gepensioneerd ».

Art. 11.In artikel 12, 1°, van dezelfde wet worden de woorden « voor een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid » ingevoegd tussen het woord « die » en het woord « gepensioneerd ».

Art. 12.Artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 2003 en 16 juli 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.De dienstneming als kandidaat-reservemilitair wordt aangegaan voor een duur van vijf jaar. »

Art. 13.Artikel 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 15.Voor het einde van de dienstneming en binnen de drie maanden die volgen op het slagen van de vorming kan de kandidaat-reserveofficier, -reserveonderofficier of -reservevrijwilliger een wederdienstneming in de hoedanigheid van respectievelijk reserveofficier, reserveonderofficier of reservevrijwilliger aangaan als hij, in voorkomend geval, voldoet aan de studievoorwaarden bepaald door de Koning om de hoedanigheid van reservemilitair te verwerven of aan de taalkennisvoorwaarden bedoeld in artikel 30, eerste lid, 4°. De voormelde studievoorwaarden dienen in overeenstemming te zijn met de academische en algemene vorming die noodzakelijk is voor de betrokken personeelscategorie en desgevallend voor het uitoefenen van de functie die aan de reservemilitair toevertrouwd zal worden.

De kandidaat-reservemilitair die, in voorkomend geval, voor het einde van de dienstneming en binnen de drie maanden die volgen op het slagen van de vorming, nog niet aan de voormelde studievoorwaarden om de hoedanigheid van reservemilitair te verwerven of aan de taalkennisvoorwaarden voldoet, kan enkel een wederdienstneming in de hoedanigheid van reservemilitair aangaan op het ogenblik dat hij aan deze voorwaarden voldoet. Wanneer hij, op het einde van de dienstneming of de wederdienstneming in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair, nog altijd niet voldoet aan de voormelde studievoorwaarden en met een attest van regelmatige lesbijwoning bewijst dat hij zijn studies voortzet, kan hij opeenvolgende wederdienstnemingen van een jaar in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair aangaan zonder dat de duur van de dienstnemingen en wederdienstnemingen in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair op het ogenblik van het slagen in de vorming als kandidaat-reservemilitair evenwel de normale duur van de door betrokkene gevolgde burgervorming met meer dan twee jaar overschrijdt.

Degene die niet één van de in het eerste en tweede lid bedoelde wederdienstnemingen aangaat, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair en wordt met definitief verlof gezonden voor zover zijn wederdienstneming als reserveonderofficier of reservevrijwilliger niet geschorst is. ».

Art. 15.Artikel 16 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.Voor zover hij voldoet aan de aanvaardingsvoorwaarden bepaald in artikel 7, kan de reservevrijwilliger hetzij een dienstneming in de hoedanigheid van kandidaat-reserveonderofficier, hetzij in de hoedanigheid van kandidaat-reserveofficier aangaan. Hij behoudt de laatste graad in dewelke hij benoemd geweest is, tot hij in een hogere graad aangesteld wordt.

Voor zover hij voldoet aan de aanvaardingsvoorwaarden bepaald in artikel 7, kan de reserveonderofficier een dienstneming in de hoedanigheid van kandidaat-reserveofficier aangaan.

De duur van de dienstneming als kandidaat-reserveofficier of als kandidaat-reserveonderofficier bedraagt vijf jaar. De dienstneming gaat in door de ondertekening van de dienstnemingsakte de dag waarop de kandidaat zijn vorming begint en schorst elke lopende wederdienstneming. De op deze wijze geschorste wederdienstneming wordt terug van kracht in het geval van verlies van de hoedanigheid van kandidaat-reserveofficier of van kandidaat-reserveonderofficier. De duur van deze wederdienstneming wordt van rechtswege verlengd met de duur van de schorsing. ».

Art. 16.Artikel 17 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 18 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of wederdienstneming » ingevoegd tussen de woorden « een dienstneming » en de woorden « als kandidaat-reservemilitair »;2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Behalve in het geval van de schorsing bedoeld in artikel 16, derde lid, doet elke nieuwe dienstneming of wederdienstneming elke vroegere dienstneming of wederdienstneming van rechtswege en op zijn datum eindigen.».

Art. 18.In artikel 19, § 1, tweede lid, 2°, van dezelfde wet worden de woorden « van artikel 32 » vervangen door de woorden « van de artikelen 32 en 32bis ».

Art. 19.Artikel 20 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 20.De vormingscyclus bestaat uit de volgende vormingsperiodes, die op hun beurt onderverdeeld kunnen worden in deelperiodes, fases en modules : 1° een periode van opleiding, onderverdeeld in : a) een deelperiode militaire basisvorming, die uit een militaire initiatiefase bestaat;b) een deelperiode gespecialiseerde professionele vorming, die bestaat uit een fase gespecialiseerde militaire opleiding gevolgd door ofwel een fase gespecialiseerde professionele opleiding, ofwel een fase opleiding on the job;2° een evaluatieperiode. Tijdens de evaluatieperiode oefent de kandidaat een functie uit waarvoor hij een vorming gekregen heeft. ».

Art. 20.Artikel 21 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 21.De bepalingen die gelden bij de beoordeling van de professionele hoedanigheden, de karakteriële hoedanigheden, de fysieke hoedanigheden op het vlak van de fysieke conditie en op medisch gebied en de morele hoedanigheden van de kandidaat-reservemilitair zijn dezelfde als deze die toepasselijk zijn op de kandidaat-militair van het actief kader.

De beoordelingsmomenten zijn evenwel de volgende : 1° voor de professionele hoedanigheden, op het einde van de militaire initiatiefase, op het einde van de periode van opleiding en op het einde van de evaluatieperiode;2° voor de fysieke hoedanigheden, op het einde van de periode van opleiding, in voorkomend geval, rekening houdende met een periode van minimum drie weken tussen de twee pogingen;3° voor de karakteriële hoedanigheden, op het einde van de periode van opleiding en op het einde van de evaluatieperiode.»

Art. 21.Artikel 22 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 22.De deelperiode militaire basisvorming moet, in voorkomend geval, voltooid zijn binnen de twaalf maanden die volgen op de ondertekening van de dienstnemingsakte in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair.

De deelperiode gespecialiseerde professionele vorming moet voltooid zijn binnen de achtenveertig maanden die volgen op de ondertekening van de dienstnemingsakte in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair.

De evaluatieperiode moet voltooid zijn binnen de zestig maanden die volgen op de ondertekening van de dienstnemingsakte in de hoedanigheid van kandidaat-reservemilitair. »

Art. 22.Artikel 23 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 23.De Koning bepaalt per personeelscategorie en per soort werving : 1° de samenstelling en de duur van de deelperiodes en de fasen;2° de minimale duur van de evaluatieperiode;3° de vrijstellingen van vorming en de voorwaarden waaronder zij kunnen toegestaan worden.»

Art. 23.Artikel 25 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 25.§ 1. De kandidaat-reservemilitair wordt aangesteld in de graad van soldaat, zodra zijn dienstneming een aanvang neemt. § 2. Aangesteld kan worden gedurende de vorming : 1° de kandidaat-reserveofficier van de normale werving of basis bijzondere werving : in de graad van sergeant en onderluitenant;2° de kandidaat-reserveofficier van de laterale bijzondere werving : in de graad van sergeant en kapitein;3° de kandidaat-reserveonderofficier : in de graad van korporaal en sergeant;4° de kandidaat-reservevrijwilliger : in de graad van eerste soldaat. De Koning bepaalt de voorwaarden voor het verlenen en het intrekken van de aanstellingen. § 3. De kandidaat die evenwel al in een hogere graad dan deze van de aanstelling benoemd is, behoudt deze graad tot op het ogenblik dat hij in een hogere graad aangesteld kan worden. »

Art. 24.Artikel 26 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 26.De kandidaat-reservemilitair die wegens een onvoldoende beoordeling van de professionele hoedanigheden geen toestemming krijgt om zijn vorming voort te zetten of die wegens de weigering of intrekking van de vereiste veiligheidsmachtiging uit zijn specifieke vormingscyclus moet worden verwijderd, kan, op zijn verzoek, van de directeur-generaal human resources, in functie van de kaderbehoeften, de toestemming krijgen om gereclasseerd te worden in dezelfde hoedanigheid, in voorkomend geval, in een andere specifieke vormingscyclus, of, indien hij kandidaat-reserveofficier of kandidaat-reserveonderofficier is, gereclasseerd te worden als respectievelijk kandidaat-reserveonderofficier of kandidaat-reservevrijwilliger. Hij ondertekent in voorkomend geval een nieuwe dienstnemingakte in deze nieuwe hoedanigheid. De reclassering is slechts één maal mogelijk en is niet mogelijk in geval van onvoldoende beoordeling voor het geheel van de militaire initiatiefase.

De kandidaat-reservemilitair, die het vereiste diploma voor de personeelscategorie waarvoor hij gevormd is, niet behaald heeft, kan op zijn verzoek, van de directeur-generaal human resources de toestemming krijgen om, indien hij kandidaat-reserveofficier of kandidaatreserveonderofficier is, gereclasseerd te worden als respectievelijk kandidaat-reserveonderofficier of kandidaat-reservevrijwilliger. Hij ondertekent in voorkomend geval een nieuwe dienstnemingakte in deze nieuwe hoedanigheid. »

Art. 25.In artikel 28 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « rechtswege ontnomen » vervangen door de woorden « rechtswege ontnomen, door de overheid die de Koning aanwijst »;2° in de bepaling onder 1°, worden de woorden « artikel 20 » vervangen door de woorden « artikel 21 »;3° in de bepaling onder 1°, a), worden de woorden « geherklasseerd te worden volgens de regels die de Koning bepaalt » vervangen door de woorden « gereclasseerd te worden »;4° in de bepaling onder 3°, worden de woorden « artikel 20 » vervangen door de woorden « artikel 21 »;5° de bepaling onder 5°, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : « 5° wanneer de kandidaat wegens de weigering of intrekking van de vereiste veiligheidsmachtiging uit zijn specifieke vormingscyclus moet worden verwijderd en hetzij niet kan, hetzij niet wenst gereclasseerd te worden;»; 6° de bepaling onder 6°, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt vervangen als volgt : « 6° wanneer de kandidaat-reservemilitair niet in de voorziene vorming slaagt binnen de termijnen bepaald in artikel 22;»; 7° in de bepaling onder 7° worden de woorden « of de wederdienstneming » ingevoegd tussen het woord « dienstneming » en de woorden « van ambtswege wordt verbroken;».

Art. 26.Artikel 30 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.Om in één van de volgende graden van reservemilitair benoemd te worden, moet men, op 31 december van het benoemingsjaar : 1° a) voor de graad van onderluitenant, ten minste negentien jaar oud zijn en de leeftijd van eenenveertig jaar niet overschreden hebben;b) voor de graad van majoor van de reservemilitair van de laterale bijzondere werving, ten minste vierendertig jaar oud zijn en de leeftijd van vijfenvijftig jaar niet overschreden hebben;c) voor de graad van sergeant, de leeftijd van eenenveertig jaar niet overschreden hebben;d) voor de graad van eerste soldaat, de leeftijd van dertig jaar niet overschreden hebben;2° de gevolgde vormingscyclus met succes beëindigd hebben;3° voldoen aan de geschiktheidsvoorwaarden die de Koning per personeelscategorie kan vaststellen;4° bovendien, voor de officieren van de laterale bijzondere werving, geslaagd zijn voor het taalexamen bedoeld in artikel 5, § 3, van de wet van 30 juli 1938Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1938 pub. 24/10/2001 numac 2001000545 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende het gebruik der talen bij het leger Duitse vertaling sluiten betreffende het gebruik der talen bij het leger of over de grondige kennis van de taal beschikken in de zin van artikel 7 van dezelfde wet. De benoeming in de graden van onderluitenant, majoor, sergeant of eerste soldaat, naargelang het geval, heeft uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de wederdienstnemingsakte in de hoedanigheid van reserveofficier, van reserveonderofficier of van reservevrijwilliger bedoeld in artikel 15 ondertekend wordt. »

Art. 27.In artikel 31 van dezelfde wet worden de woorden «, door de reserveofficier van de laterale bijzondere werving die de graad van majoor bekomt » ingevoegd tussen de woorden « onderluitenant bekomt » en de woorden « , door de reserveonderofficier ».

Art. 28.In artikel 34, § 1, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden « chef van de generale staf » vervangen door de woorden « chef defensie ».

Art. 29.In artikel 38 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007191 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever sluiten, wordt het woord « militaire » ingevoegd tussen de woorden « de kandidaat-reservemilitair in » en het woord « basisvorming ».

Art. 30.In artikel 40 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » iedere keer vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 31.In artikel 41 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 32.In artikel 42 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 33.In artikel 43 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 34.In artikel 44 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « reservemilitair » wordt iedere keer vervangen door de woorden « militair van het reservekader »;2° in het tweede lid worden de woorden «, wordt de periode van schorsing omgezet in een periode van werkelijke dienst.» vervangen door de woorden « , worden de wederoproepingen of de prestaties gedurende de periode van schorsing omgezet in periodes van werkelijke dienst. »; 3° in het derde lid worden de woorden «, wordt de aanvullende periode omgezet in periode van werkelijke dienst.» vervangen door de woorden « , worden de wederoproepingen of de prestaties gedurende de aanvullende periode omgezet in periodes van werkelijke dienst. ».

Art. 35.In artikel 45 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » iedere keer vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 36.In artikel 46, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « reservemilitair » wordt vervangen door de woorden « militair van het reservekader »;2° in de bepaling onder 2° worden de woorden « artikel 32 » vervangen door de woorden « de artikelen 32 en 32bis ».

Art. 37.In artikel 58, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « en van reservevrijwilliger » vervangen door de woorden « , van adjudant en van reservevrijwilliger, met uitzondering van die van korporaal-chef, ».

Art. 38.In artikel 60 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : « De reserveofficieren van de laterale bijzondere werving worden evenwel vrijgesteld van de beroepsproeven voor de graden van kapitein en majoor.»; 2° in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het woord « reservemajoor » iedere keer vervangen door het woord « majoor »;3° in de Nederlandse tekst van het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het woord « vakexamens » vervangen door het woord « beroepsproeven » en wordt het woord « examens » vervangen door het woord « proeven ».

Art. 39.Artikel 61, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin : « De Koning bepaalt de gelijkwaardige vormingen. »

Art. 40.In artikel 62 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « een examen » vervangen door de woorden « de beroepsproeven »;2° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin : « De Koning of de overheid die Hij aanduidt, bepaalt het programma van deze proeven.».

Art. 41.In dezelfde wet wordt een artikel 63bis ingevoegd, luidende : «

Art. 63bis.Om in de reserve tot de graad van korporaal-chef te kunnen worden bevorderd, moet de reservevrijwilliger voor beroepsproeven slagen. De Koning of de overheid die Hij aanduidt, bepaalt het programma van deze proeven.

De reservevrijwilliger die uit het kader van de beroepsvrijwilligers komt, kan van deze proeven vrijgesteld worden indien hij reeds met succes een gelijkwaardige vorming heeft gevolgd. De Koning bepaalt de gelijkwaardige vormingen. ».

Art. 42.In hoofdstuk IX van dezelfde wet wordt een artikel 65bis ingevoegd, luidende : «

Art. 65bis.Elk reservemilitair kan op elk ogenblik van bevordering afzien. Deze verzaking is onherroepelijk. »

Art. 43.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IX/1. ingevoegd, luidende : « Hoofdstuk IX/1. De voortgezette vorming

Art. 65ter.De reservemilitair kan zich kandidaat stellen voor de bevorderingsprestaties ter voorbereiding van de beroepsproeven bedoeld, naargelang het geval, in de artikelen 60, 61, 62 en 63bis.

De Koning bepaalt de deelnemings-, uitstel- en uitsluitingsvoorwaarden voor deze bevorderingsprestaties.

De reservemilitair kan op ieder moment, zelfs nadat hij werd aanvaard, verzaken om bevorderingsprestaties aan te vangen of verder te zetten.

Deze verzaking is onherroepelijk. ».

Art. 44.Artikel 66 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 66.Wanneer hij in dienst is, is de militair van het reservekader onderworpen aan het krijgstuchtelijk stelsel van de beroepsmilitairen. Wanneer hij in onbepaald verlof is, wordt de militair van het reservekader onderworpen aan het krijgstuchtelijk stelsel van de beroepsmilitairen wanneer er een verband met zijn hoedanigheid van militair van het reservekader kan vastgesteld worden.

De tuchtrechtspleging wordt schriftelijk gevoerd voor de militair van het reservekader met onbepaald verlof. »

Art. 45.In artikel 67 van dezelfde wet wordt iedere keer het woord « reservemilitair » vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 46.In artikel 68 van dezelfde wet wordt het woord « reservemilitair » vervangen door de woorden « militair van het reservekader ».

Art. 47.In artikel 72, eerste lid, 1°, van dezelfde wet worden de woorden «, 32bis » ingevoegd tussen de woorden « artikelen 32 » en de woorden « en 33 ».

Art. 48.Artikel 73 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid : « Wanneer de kaderbehoeften het vereisen, kan de minister van Landsverdediging evenwel een reservemilitair toelaten in het reservekader te blijven of er opnieuw in te worden opgenomen na de in het eerste lid bepaalde leeftijd, met het oog op het verrichten van wederoproepingen bedoeld in artikel 4, 7° tot 11°, of prestaties bedoeld in artikel 38, voor zover de duur ervan minder dan twee maanden bedraagt. Deze reservemilitair kan niet meer worden bevorderd tot een hogere graad. »

Art. 49.In artikel 76 van dezelfde wet worden de woorden « 10°, 11° en 12° » vervangen door de woorden « 10, 11 en 12 ».

Art. 50.Artikel 77 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 77.De besturen en de regies van de federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de agglomeraties en federaties van gemeenten, de verenigingen van gemeenten alsook de concessiehouders van openbare diensten en de door deze besturen gesubsidieerde instellingen of die er van afhangen, moeten aan hun personeelsleden die militairen van het reservekader zijn de voor het verrichten van militaire prestaties vereiste verloven toestaan, zowel met het oog op hun opleiding als met het oog op hun bevordering. Die verloven worden niet in mindering gebracht van de verloven die belanghebbenden normaal kunnen genieten.

De Koning kan voor sommige personeelsleden het aantal toegestane verlofdagen beperken, zonder echter te mogen gaan onder het aantal dagen, noodzakelijk om aan de reservemilitair toe te laten om zich in de getrainde reserve te kunnen handhaven. »

Art. 51.In dezelfde wet wordt een artikel 92bis ingevoegd, luidende : «

Art. 92bis.De volgende voorwaarden zijn enkel toepasselijk op de kandidaat-reservemilitairen die een dienstnemingsakte getekend hebben na de datum van inwerkingtreding van dit artikel, met uitzondering van die bedoeld in artikel 92quater : 1° de studievoorwaarde om de hoedanigheid van reservemilitair te verwerven bedoeld in artikel 15;2° de leeftijdsvoorwaarde, bedoeld in artikel 30, eerste lid, 1°, d.»

Art. 52.In dezelfde wet wordt een artikel 92ter ingevoegd, luidende : «

Art. 92ter.Artikel 22, eerste lid, is enkel toepasselijk op de kandidaat-reservemilitairen die een dienstnemingsakte getekend hebben na de datum van inwerkingtreding van dit artikel, met uitzondering van die bedoeld in artikel 92quater. »

Art. 53.In dezelfde wet wordt een artikel 92quater ingevoegd, luidende : « Art 92quater. In de twaalf maanden die volgen op de datum van inwerkingtreding van dit artikel, worden de kandidaat-reservemilitairen evenals de reservevrijwilligers die hun vorming nog niet beëindigd hebben, uitgenodigd om een nieuwe dienstnemingsakte met een duur van vijf jaar te ondertekenen.

Deze nieuwe dienstnemingsakte doet elke vroegere, zelfs geschorste, dienstnemings- of wederdienstnemingsakte van rechtswege en op zijn datum eindigen. Als er binnen deze termijn geen nieuwe dienstnemingsakte is ondertekend, wordt betrokkene in definitief verlof geplaatst. » HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging

Art. 54.In artikel 4 van de wet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2003 pub. 30/04/2003 numac 2003007119 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging sluiten betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 7°, opgeheven;2° in § 2, eerste lid, 1°, worden de woorden « vorming van doctor in genees-, heel-, en verloskunde, van doctor in de veeartsenijkunde, van apotheker, van licentiaat in de tandheelkunde, van arts, van dierenarts of van tandarts » vervangen door de woorden « vorming van arts, van dierenarts, van tandarts of van apotheker »;3° § 2, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende : « 5° kandidaat-reservemilitairen, met uitzondering van degenen die afkomstig zijn van de bijzondere werving.»; 4° in § 2, derde lid, worden de woorden « van kandidaat-beroepsmilitairen » ingevoegd tussen de woorden « bijzondere werving » en de woorden « is de werving »;5° in paragraaf 2 worden tussen het derde en het vierde lid drie leden ingevoegd, luidende : « De bijzondere werving van kandidaat-reservemilitairen wordt onderverdeeld in een basis bijzondere werving en in een laterale bijzondere werving. De basis bijzondere werving van kandidaat-reservemilitairen is de werving van : 1° kandidaat-reserveofficieren die houder zijn van een diploma van universitair onderwijs of van het hoger onderwijs van het lange type of van een minstens gelijkwaardig niveau;2° kandidaat-reserveonderofficieren die houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of van een minstens gelijkwaardig niveau. De laterale bijzondere werving van reservemilitairen is de werving van kandidaat-reserveofficieren die houder zijn van een diploma van universitair onderwijs of van het hoger onderwijs van het lange type of van een minstens gelijkwaardig niveau, die een beroepservaring in het beoogde domein kunnen rechtvaardigen waarvan de duur door de Koning bepaald wordt. »

Art. 55.In artikel 8 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen als volgt : De sollicitant niet-Belg moet voldaan hebben aan de militiewetgeving van kracht in het land waarvan hij de nationaliteit heeft en mag er geen militaire verplichtingen meer hebben. ». HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht

Art. 56.Artikel 236 van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de krijgsmacht wordt vervangen als volgt : «

Art. 236.Artikel 6 van de wet van 16 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2001 pub. 29/06/2001 numac 2001007141 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht sluiten houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht wordt aangevuld met het volgende lid : « Tot aan de door Koning bepaalde datum, moeten evenwel onder « de wettelijke en reglementaire bepalingen » bedoeld in dit artikel verstaan worden, degene die van toepassing waren op de dag vóór de inwerkingtreding van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, rekening houdend met de wijzigingen die deze bepalingen zouden hebben ondergaan. Artikel 189 van voornoemde wet is echter toepasselijk op de militairen van het reservekader. ». » HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtreding

Art. 57.Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 juli 2011.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 30 december 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Met 's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp nr. 1479/1. - Amendement nr. 1479/2. - Verslag nr. 1479/3. - Tekst aangenomen door de Commissie nr. 1479/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat nr. 1479/5.

Parlementaire handelingen : Tekst aangenomen in plenaire vergadering op 27 november 2008.

Senaat.

Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers nr. 1030/1. - Ontwerp niet-geëvoceerd.

^