Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 december 2009
gepubliceerd op 14 januari 2010

Wet betreffende de strijd tegen piraterij op zee

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2009009934
pub.
14/01/2010
prom.
30/12/2009
ELI
eli/wet/2009/12/30/2009009934/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2009. - Wet betreffende de strijd tegen piraterij op zee (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen die betrekking hebben op het bestrijden van piraterij op zee

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° piraterij : daden van piraterij op zee die één van de in artikel 3 omschreven misdrijven vormen;2° piratenschip : schip dat door de personen die de daadwerkelijke macht over het schip uitoefenen, wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt voor het bedrijven van een van de in artikel 3 bedoelde handelingen.Hetzelfde geldt voor een schip dat gebruikt is voor het plegen van een dergelijke handeling, zolang het in de macht blijft van de personen die zich aan die handeling hebben schuldig gemaakt; 3° piratengroep : vereniging van meer dan twee personen die sinds enige tijd bestaat en die in onderling overleg optreedt om een in artikel 3 bedoeld misdrijf van piraterij te plegen;4° Belgisch schip : schip dat de Belgische vlag voert.

Art. 3.§ 1. Als een misdrijf van piraterij wordt beschouwd één van de volgende handelingen : a) iedere onwettige daad van geweld, bedreiging, aanhouding of plundering die door de bemanning of de passagiers van een particulier schip voor persoonlijke doeleinden wordt gepleegd en die is gericht : i) in volle zee, tegen een ander schip of tegen personen of goederen aan boord van een zodanig schip; ii) tegen een ander schip, personen of goederen aan boord op een plaats die buiten de rechtsmacht van enige Staat valt; b) iedere vrijwillige deelneming aan het gebruik van een schip met kennis van de feiten die het schip tot piratenschip maken;c) iedere poging, iedere voorbereidende handeling of iedere opruiing tot of opzettelijke vergemakkelijking van een onder a) of b) omschreven handeling. § 2. De daden van piraterij, zoals omschreven in paragraaf 1, bedreven door een oorlogsschip of staatsschip waarvan de bemanning heeft gemuit en het beheer van het schip heeft overgenomen, worden gelijkgesteld met daden bedreven door een particulier schip. § 3. De in paragrafen 1 en 2 bedoelde daden die in een andere maritieme zone dan de volle zee gepleegd worden, worden gelijkgesteld met daden van piraterij als bedoeld in §§ 1 en 2, in de mate bedoeld in het internationaal recht.

Art. 4.§ 1. Iedere persoon die een in artikel 3, § 1, a) of b) bedoeld misdrijf van piraterij heeft gepleegd, wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar.

Iedere persoon die een in artikel 3, § 1, c), bedoeld misdrijf van piraterij heeft gepleegd, wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar. § 2. Iedere persoon die deelneemt aan enige activiteit van een piratengroep, met inbegrip van het verstrekken van gegevens of materiële middelen aan de piratengroep of het in enigerlei vorm financieren van enige activiteit van de piratengroep, terwijl hij weet ervan heeft dat zijn deelname bijdraagt tot het plegen van een misdrijf van piraterij, wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.

Ieder leidend persoon van de piratengroep wordt gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde misdrijven worden gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar, indien het geweld, de bedreiging, de aanhouding of de vernieling hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid, hetzij het volledige verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij zware verminking ten gevolge hebben.

Dezelfde straf wordt toegepast indien de piraat de personen aan boord heeft onderworpen aan in artikel 417ter, eerste lid, van het Strafwetboek bedoelde handelingen.

De in paragraaf 1 bedoelde misdrijven worden gestraft met opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar indien het geweld, de bedreiging, de aanhouding of de plundering worden toegebracht zonder het oogmerk om te doden, en toch de dood veroorzaken.

De in paragraaf 1 bedoelde misdrijven worden gestraft met levenslange opsluiting indien doodslag of moord werd gepleegd.

De misdrijven bedoeld in paragraaf 1 worden gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar indien de veiligheid van de scheepvaart of de milieubescherming ernstig in gevaar werd gebracht. § 4. Met uitzondering van de in paragraaf 1, tweede lid, en in paragraaf 2 bedoelde straffen worden de straffen toegepast, zelfs wanneer de voltooiing van de misdaad wordt verhinderd door omstandigheden, onafhankelijk van de wil van de daders.

Art. 5.§ 1. De commandanten van Belgische oorlogsschepen of andere Belgische schepen met kentekens waaruit duidelijk blijkt dat zij in dienst zijn van de Staat en die daartoe gemachtigd zijn, zijn onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, bevoegd om elke preventie-, controle- en dwangmaatregel te nemen teneinde daden van piraterij bedoeld in de artikelen 3 en 4 te voorkomen of te doen stoppen. § 2. Zij kunnen : - schepen individueel of in konvooi begeleiden; - misdrijven van piraterij opsporen en ze vaststellen in processen-verbaal die gelden tot bewijs van het tegendeel; - zich te allen tijde aan boord begeven van schepen die het voorwerp zijn van daden van piraterij, alsook van deze die ervan worden verdacht aan dergelijke daden deel te nemen of zich voorbereiden om eraan deel te nemen. Te dien einde hebben ze het recht de overlegging van alle scheepspapieren en alle bewijsstukken te eisen en deze te controleren. Indien de verdenkingen blijven bestaan, kunnen zij zich in alle lokalen en plaatsen aan boord begeven; - een Belgisch militair beschermingsteam aan boord van een burgerschip brengen; - een piratenschip of een schip dat na een daad van piraterij is overmeesterd en zich in de macht van de piraten bevindt, in beslag nemen, evenals de goederen aan boord; - alle documenten en alles wat dienen kan om de waarheid aan de dag te brengen aan boord van een piratenschip in beslag nemen. § 3. Als de toegang aan boord geweigerd werd of feitelijk onmogelijk bleek te zijn, kan de commandant van het in paragraaf 1 bedoelde schip het bevel geven tot koerswijziging van het verdachte schip, dat met voldoende redenen van een misdrijf van piraterij wordt verdacht, naar een geschikte plaats of haven. Deze koerswijziging gebeurt op kosten en op risico van de personen die het bevel hebben van het schip dat zijn koers moet wijzigen.

Tijdens de doorvaart die volgt op de beslissing tot koerswijziging, kan de commandant de nodige en passende dwangmaatregelen nemen met het oog op het vrijwaren van het schip en zijn lading en van de veiligheid van de personen aan boord. § 4. In de in dit artikel bedoelde gevallen, indien de personen die het daadwerkelijke bevel van het schip hebben, dat ervan verdacht wordt gebruik te worden voor het plegen van een misdrijf moet zij of het voorwerp ervan te zijn, het aan boord laten komen of de koerswijziging uitdrukkelijk of feitelijk weigeren, kan de commandant van het in paragraaf 1 bedoelde schip, na waarschuwingen, overgaan tot dwangmaatregelen tegen dit schip daaronder begrepen, indien nodig, het gebruik van geweld.

Art. 6.Alle bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, zonder uitzondering van Hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op de in deze wet bedoelde misdrijven. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Strafwetboek

Art. 7.In artikel 137, § 2, van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2003 pub. 29/12/2003 numac 2003009963 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende terroristische misdrijven sluiten, wordt 6° aangevuld met de woorden : « evenals de daden van piraterij bedoeld in artikel 3 van de wet van 30 decemer 2009 betreffende de strijd tegen piraterij op zee ». HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 8.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota (1) Zitting 2009-2010 : Voorgaande documenten.- Wetsontwerp, 52-2214 - Nr. 001. - Verslag, 52-2214 - Nr. 002.

^