Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 juni 1999
gepubliceerd op 24 december 1999

Wet houdende het tarief van de consulaire rechten en de kanselarijrechten

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015279
pub.
24/12/1999
prom.
30/06/1999
ELI
eli/wet/1999/06/30/1999015279/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JUNI 1999. - Wet houdende het tarief van de consulaire rechten en de kanselarijrechten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.De Belgische consulaire posten in het buitenland zijn gemachtigd om bij de afgifte van bepaalde akten of documenten rechten te heffen hierna te noemen « consulaire rechten ». Deze rechten zijn bij het aan deze wet gehechte tarief I vastgesteld.

Wanneer de akten, bedoeld in tarief I, worden opgemaakt door diplomatieke ambtenaren die niet tot consul-generaal zijn aangesteld, worden de rechten, die er betrekking op hebben, geïnd als kanselarijrechten.

Op de akten die door de Minister van Buitenlandse Zaken of door de administratieve autoriteiten die hij daartoe delegatie verleent, in het binnenland worden afgegeven, worden kanselarijrechten geheven waarvan het bedrag door het aan deze wet gehechte tarief II wordt bepaald.

Art. 3.§ 1. Kosteloosheid wordt van rechtswege verleend in geval van bewezen onvermogen.

Voor de door een vreemdeling overgelegde akten, wordt kosteloosheid wegens onvermogen slechts verleend indien bedoelde akten door de autoriteiten van zijn land kosteloos werden afgegeven of gelegaliseerd. § 2. Kosteloosheid wordt eveneens van rechtswege verleend : 1° voor akten en documenten aangevraagd met het oog op het openbaar of administratief belang;2° voor akten aangevraagd door officiële agenten van buitenlandse mogendheden in hun officiële hoedanigheid, voor hun persoonlijk gebruik of voor dat van hun gevolg, zulks onder voorbehoud van wederkerigheid;3° voor akten en documenten die betrekking hebben op sociale zekerheid, in het bijzonder op pensioenen;4° voor visa, geldig voor één of meerdere reizen, aangebracht in het paspoort van vreemdelingen die niet de nationaliteit van één der Lid-Staten van de Europese Unie bezitten, wanneer het gaat om : a) de echtgeno(o)t(e) of de kinderen die de leeftijd van 21 jaar niet bereikt hebben van een onderdaan van één der genoemde Lid-Staten;b) enig ander familielid van diezelfde onderdaan of van zijn echtegeno(o)t(e), dat te hunnen laste is of in het land van herkomst bij hem (of haar) inwoont. § 3. Wanneer de omstandigheden zulks vereisen, beslist de Koning welke andere akten kosteloos mogen zijn. § 4. Kosteloosheid of vermindering van de rechten, verschuldigd overeenkomstig het aan deze wet gevoegde tarief I, wordt verleend op grond van regelingen welke de Koning daartoe, onder voorbehoud van wederkerigheid, met buitenlandse mogendheden mocht sluiten.

Art. 4.De consulaire rechten worden geïnd hetzij in de gangbare munt van de plaats van inning, hetzij in een andere munt, indien de omstandigheden zulks vereisen, tegen de wisselkoersen die de Minister van Buitenlandse Zaken, dan wel de ambtenaar die hij hiermede belast, vaststelt.

Art. 5.De rechten die krachtens het aan deze wet gehechte tarief I worden geïnd, worden volledig aan de Schatkist overgemaakt indien ze geïnd worden door ambtenaren die ten laste van de begroting van het Rijk worden betaald.

Art. 6.De rechten die door de ere-consuls van België worden geïnd komen hen toe, met een maximum van : 12 000 EURO voor een consulair agent; 20 000 EURO voor een vice-consul; 27 000 EURO voor een consul; 29 500 EURO voor een consul-generaal Het overschot komt aan de Schatkist toe.

Ingeval een titularis in de loop van een dienstjaar vervangen wordt, wordt het deel van bovengenoemde bedragen dat aan ieder der betreffende ambtenaren toevalt, berekend volgens deze schaal en naar rato van de duur van de ambtsuitoefening van de belanghebbenden.

Art. 7.De ambtenaren van het consulaire corps zijn ontheven van elke borgstelling als onderpand voor de overmaking aan de Schatkist van sommen welke haar op de krachtens deze wet verrichte inningen toekomen.

Art. 8.De wijze van inning van de consulaire rechten en kanselarijrechten, de overmaking van de fondsen, de boekhouding en de andere bijzonderheden in verband met de toepassing van deze wet worden door de Minister van Buitenlandse Zaken geregeld.

Art. 9.§ 1. Wanneer de omstandigheden zulks vereisen, kan de Koning de aan deze wet gehechte tarieven wijzigen of aanvullen en de in artikel 6 vastgestelde bedragen veranderen. § 2. Wanneer de plaatselijke omstandigheden de afgifte van akten vergen, welke niet in de aan deze wet gehechte tarieven zijn vermeld, bepaalt de Koning het bedrag van de rechten die daarvoor dienen geheven te worden.

Art. 10.De wet van 4 juli 1956 houdende het tarief der consulaire rechten en der kanselarijrechten wordt opgeheven.

Art. 11.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2000.

Gegeven te Brussel, 30 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE _______ Nota (1) Gedr.St. Van de Kamer van volksvertegenwoordigers : Wetsontwerp. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Handelingen van de Kamer : 1 april 1999.

Gedr. St. van de Senaat : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Verslag. Tekst aangenomen door de commissie.

Handelingen van de Senaat : 29 en 30 april 1999.

Bijlage I Tarief der consulaire rechten die door de Belgische diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland dienen geheven te worden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage II Tarief van de in het binnenland te heffen kanselarijrechten Afdeling 1. - Legalisaties

Artikel 1.Er wordt een kanselarijrecht van 400,- fr geheven voor de legalisatie van één of meerdere handtekeningen gesteld op gelijk welk stuk. Afdeling 2. - Paspoorten

Artikel 2.De kanselarijrechten op de Belgische paspoorten worden vastgesteld als volgt : 1° bij de afgifte, voor een geldigheidsduur van één jaar : .. . . . 300 frank; 2° bij de afgifte, voor een geldigheidsduur van vijf jaar : .. . . . 1 500 frank; 3° bij de verlenging, voor een geldigheidsduur van één jaar zonder dat de totale geldigheidsduur vijf jaar overschrijdt : .. . . . 300 frank; 4° bij de afgifte van een collectief paspoort aan een groep van 10 tot 50 personen, voor een geldigheidsduur van maximum 30 dagen : .. . . . 50 frank per persoon.

Artikel 3.De bevoegde overheden zijn gemachtigd bij elke afgifte of verlenging van een paspoort een speciaal recht van 20 frank te innen, tot dekking van hun administratiekosten. Afdeling 3. - Reisdocumenten voor vreemdelingen

Artikel 4.De kanselarijrechten op de Belgische reisdocumenten voor vreemdelingen worden vastgesteld als volgt : 1° voor de reisdocumenten voor politieke vluchtelingen (Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen) : bij de afgifte of de verlenging met een geldigheidsduur van één of twee jaar, met recht op terugkeer naar België gedurende deze periode : .. . . . 300 frank per jaar geldigheidsduur; 2° voor de reisdocumenten voor staatlozen (Verdrag van New York van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen) : bij de afgifte of de verlenging met een geldigheidsduur van één of twee jaar, met recht op terugkeer naar België gedurende deze periode : .. . . . 300 frank per jaar geldigheidsduur; 3° voor de reisdocumenten voor vreemdelingen die geen politieke vluchtelingen zijn : bij de afgifte of de verlenging : - voor ten hoogste zes maanden : .. . . . 600 frank; - voor ten hoogste één jaar : . . . . . 1 200 frank;

Artikel 5.De geldigheidsduur van de reisdocumenten genoemd onder de punten 1°, 2° en 3° hierboven kan nooit meer dan vijf jaar bedragen te rekenen vanaf de datum van afgifte van het document. Afdeling 4. - Visa

Artikel 6.Bij het afgeven van visa aan de grens worden de volgende kanselarijrechten geïnd : a) transitvisum (één binnenkomst) .. . . . 800 frank; b) reisvisum (één binnenkomst) .. . . . 1 800 frank; c) transitvisum (één binnenkomst) in een collectief paspoort (5 tot 50 personen) .. . . . 800 frank + 100 frank per persoon; d) reisvisum (één binnenkomst) in een collectief paspoort .. . . . 2 400 frank + 100 frank per persoon.

Artikel 7.Voor verandering of verlenging van een visum in een vreemd paspoort worden de volgende rechten geheven : a) verandering van een transitvisum in een reisvisum geldig voor maximum : - 30 dagen : .. . . . 900 frank; - 90 dagen : . . . . . 1 200 frank. b) verlenging van een reisvisum : .. . . . 1 200 frank.

Artikel 8.De verandering van een reisvisum voor slechts één reis in een visum voor verschillende reizen zonder verlenging van de geldigheidsduur geschiedt kosteloos.

Artikel 9.Voor het innen van de rechten is een visumverklaring gelijkgesteld met een visum.

^