Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 31 augustus 2000

Benoeming van de plaatsvervangende leden van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten (BS van 26 (...) Duur van het mandaat De vijf plaatsvervangers worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van v(...)

bron
kamer van volksvertegenwoordigers
numac
2000019742
pub.
31/08/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS


Benoeming van de plaatsvervangende leden van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten (BS van 26 juli 1991), gewijzigd bij wet van 1 april 1999 (BS van 3 april 1999), dient de Kamer voor elk van de vijf werkende leden, onder wie een voorzitter en een ondervoorzitter, een plaatsvervanger van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) te benoemen.

Duur van het mandaat De vijf plaatsvervangers worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

Het plaatsvervangend lid voltooit het mandaat dat een vast lid ophoudt uit te oefenen.

Opdrachten Het toezicht uitgeoefend door het Vast Comité P heeft in het bijzonder betrekking op de bescherming van de rechten die de Grondwet en de wet aan de personen waarborgen, alsook op de coördinatie en de doelmatigheid van de politiediensten. De precieze taak is omschreven in de artikelen 8 en volgende van de voormelde wet van 18 juli 1991.

Benoemingsvereisten Op het moment van hun benoeming dienen de plaatsvervangers aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1. Belg zijn;2. Beschikken over de burgerlijke en politieke rechten;3. De volle leeftijd van 35 jaar hebben bereikt;4. Hun woonplaats in België hebben;5. Kunnen aantonen over een relevante ervaring te beschikken van ten minste zeven jaar in het domein van het strafrecht of van de criminologie, het publiek recht, of technieken inzake management verworven in functies die bij de werking, activiteiten en organisatie van de politiediensten, inlichtingen- en veiligheids-diensten aanleunen alsook functies met een hoge graad van verantwoordelijkheid hebben uitgeoefend;6. Beschikken over de nodige kwaliteiten van loyaliteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gevoelige gegevens of houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau "zeer geheim" krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. Onverenigbaarheden De plaatsvervangers mogen : geen bij verkiezing verleend openbaar mandaat uitoefenen; geen openbare of particuliere betrekking of activiteit uitoefenen die de onafhankelijkheid of de waardigheid van het ambt in gevaar zou kunnen brengen; geen lid zijn van een politiedienst of van een inlichtingendienst; niet tegelijkertijd lid zijn van het Vast Comité P en het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten.

Deze voorwaarden worden gecontroleerd op het ogenblik dat het plaatsvervangende lid in functie treedt.

Bijzondere bepalingen (artikel 65 van de wet van 18 juli 1991) De artikelen 1, 6, 11 en 12 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten zijn, in voorkomend geval en met de nodige aanpassingen, van toepassing op de leden van het Vast Comité P; de magistraten van de rechterlijke orde kunnen worden benoemd tot lid van het Vast Comité P. Artikel 293 van het Gerechtelijk Wetboek is niet van toepassing op die benoemingen; de magistraat van het openbaar ministerie die wordt benoemd tot lid van het Vast Comité P behoudt zijn plaats op de ranglijst en wordt geacht zijn ambt of functie te hebben uitgeoefend. Gedurende de opdracht ontvangt hij de wedde verbonden aan zijn ambt in de rechterlijke orde niet meer. Voor zover het een voltijdse opdracht betreft, kan in de vervanging van een magistraat bij het hof van beroep of bij het arbeidshof worden voorzien door een benoeming en, in voorkomend geval, een aanwijzing in overtal. Is de betrokken magistraat van het openbaar ministerie een korpschef dan is artikel 323bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing.

Statuut De leden van het Vast Comité P hebben een statuut dat gelijk is aan dat van de raadsheren bij het Rekenhof. De regels in verband met het geldelijk statuut van de raadsheren bij het Rekenhof zoals vervat in de wet van 21 maart 1964 m.b.t. de vergoedingen van de leden van het Rekenhof, zoals gewijzigd bij de wetten van 14 maart 1975 en 5 augustus 1992, zijn op hen van toepassing.

Kandidaatstelling De kandidaatstellingen, met CV, dienen uiterlijk 21 september 2000, bij ter post aangetekende brief te worden gericht aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, Kamer van volksverte-genwoordigers, 1008 Brussel.

Zij moeten vergezeld zijn van de documenten die het bewijs leveren dat voornoemde voorwaarden vervuld zijn.

De kandidaten dienen te vermelden in hun brief van kandidaatstelling dat zij ermee instemmen dat zij kunnen onderworpen worden aan een veiligheidsonderzoek om na te gaan of zij voldoen aan de hoger vermelde (sub 6°) benoemingsvereiste.

De kandidaten die ingevolge de oproep tot de kandidaturen verschenen in het Belgisch Staatsblad van 3 april 1999 zich kandidaat hebben gesteld, zullen die moeten hernieuwen.

^