Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 13 maart 2002

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 2 oktober 2001 en in uitvoering van artikel 22, 4 Interpretatieregels betreffende artikel 10, § 4 (Verwante verstrekkingen) van de nomenclatuur (...)

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022147
pub.
13/03/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 2 oktober 2001 en in uitvoering van artikel 22, 4°bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 3 december 2001 de hiernagaande interpretatieregels vastgesteld : Interpretatieregels betreffende artikel 10, § 4 (Verwante verstrekkingen) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 11 VRAAG Mag de verstrekking 558795 - 558806 Revalidatiebehandeling die ten minste twee van de hierna vermelde technieken omvat, per zitting (revalidatie door beweging, hydrotherapie in zwembad, ergotherapie, psychomotoriek, elektrotherapie, oefeningen met prothesen en/of orthesen en/of complexe technische hulpmiddelen) K 15 worden geattesteerd door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde? ANTWOORD De therapeutische fysiotherapieverstrekkingen mogen door bepaalde zorgverleners (b.v. chirurg-orthopedist) voor hun eigen patiënten als verwante verstrekkingen worden geattesteerd, met uitzondering van de verstrekkingen inzake multidisciplinaire revalidatie (558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die door de nomenclatuur worden voorbehouden voor de fysiotherapeut of de geneesheer, specialist voor revalidatie.

Wanneer de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalt dat : "de verstrekking nr 558633 - 558644 eveneens mag worden vergoed als ze wordt aangerekend door een geneesheer, specialist voor algemene heelkunde, door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, of door een geneesheer, specialist voor reumatologie", wil ze de toegang tot de andere verstrekkingen van de nomenclatuur inzake fysiotherapie niet verbieden aan de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, maar wil ze verduidelijken dat de verstrekking 558633 - 558644 Aantonen en meten van atypische functionele dorsolumbale orthopedische rug- en gewrichtsklachten... K 50 beschouwd wordt als deel uitmakend van de nomenclatuur van de chirurg-orthopedist. Het probleem van de "connexiteit" rijst derhalve niet ten aanzien van de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde voor die verstrekking.

Dat belet niet dat de connexiteitsregels (al dan niet) worden toegepast voor de andere fysiotherapie-verstrekkingen (met uitzondering van de verstrekkingen 558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die verricht worden door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde of een andere zorgverlener die geen fysiotherapeut is.

De geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, mag voor zijn eigen zieken die hij in het kader van zijn specialisme verzorgt, de verstrekkingen van artikel 22, II a) Therapeutische verstrekkingen, aanrekenen, voorzover de voorwaarden betreffende de fysieke aanwezigheid die opgenomen zijn in artikel 1, § 4bis, II, B, 2, van de nomenclatuur vervuld zijn.

De verstrekking 558795 - 558806 Revalidatiebehandeling... K 15 mag bijgevolg door de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde als een verwante verstrekking worden geattesteerd, voor zijn eigen patiënten die hij in behandeling heeft in het kader van zijn specialisme.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 12 (anesthesiologie) van de nomenclatuur : INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Een dienst voor anesthesiologie en reanimatie vraagt wat het codenummer is voor het meten van het ademhalings-CO2 door capnografie.

ANTWOORD Het honorarium voor anesthesie omvat het honorarium voor de metingen die tijdens de anesthesie worden verricht door de geneesheer, specialist voor anesthesiologie. De verstrekking 214211 - 214222 Studie van de eliminatie van de alveolaire CO2 N 7 is opgenomen in het raam van de reanimatie.

INTERPRETATIEREGEL 3 VRAAG Hoe moet een peridurale anesthesie (infiltratie van een wortel van een laterale zenuw van de wervelzuil) worden getarifeerd ? ANTWOORD De verstrekking wordt getarifeerd onder nr. 201272 - 201283 K 30 wanneer ze door een geneesheer-specialist voor anesthesiologie, is verricht met het oog op een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen of nog met een therapeutisch doel; geen enkele vergoeding mag worden toegekend wanneer die verstrekking wordt verricht door een geneesheer die geen specialist voor anesthesie is. Er moet worden opgemerkt dat die verstrekking noch de epidurale inspuiting noch de paravertebrale infiltratie beoogt, die als dusdanig zijn opgenomen in het hoofdstuk gewone geneeskundige hulp.

INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Wat is de vergoeding voor de anesthesie die wordt verricht voor het aanbrengen of wegnemen van radiumnaalden ? ANTWOORD Als het aanbrengen of het wegnemen van radium een als dusdanig vergoede heelkundige bewerking vergt, wordt de anesthesie getarifeerd op grond van de categorie waarin de ingreep is gerangschikt.

Is er geen heelkundige bewerking, dan is het honorarium voor anesthesie dat waarin is voorzien hetzij onder nr. 201191 - 201202 K 72 hetzij onder nr. 201213 - 201224 K 36, naar gelang van de lokalisatie en voor zover het om een algemene anesthesie gaat.

Voor die verstrekkingen is de bekwaming van geneesheer, specialist voor anesthesie, vereist.

INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Er wordt een osteosynthese verricht, daarna immobilisatie door gipsverband. De heelkundige vraagt het totale honorarium voor de osteosynthese en de helft van het honorarium voor het gipsverband.

Hoe wordt het honorarium van de geneesheer, specialist voor anesthesie, berekend ? ANTWOORD Voorbeeld : Osteosynthese van een diafysebreuk van been met aanleggen van een gipsverband.

Honorarium voor de ingreep : 290555 - 290566 Bloedige behandeling van fractuur van tibiadiafyse N 300 + 299154 - 299165 ° Gipstoestel van dij tot voeten, van dij tot enkel N75/2.

Het honorarium voor de anesthesie wordt berekend op grond van de betrekkelijke waarde van de verstrekkingen en rekening houdende met de bepalingen van artikel 12, § 3, 6°, van de nomenclatuur, waarin is bepaald :"Ingeval verscheidene verstrekkingen in een zelfde zitting worden verricht wordt de anesthesie die overeenstemt met de verstrekking met het hoogste coëfficiëntgetal, gehonoreerd tegen 100 % en de anesthesieën die overeenstemmen met de bijkomende verstrekkingen, tegen 50 % van hun waarde. » De anesthesieën voor de bijkomende verstrekkingen mogen evenwel niet worden gehonoreerd : - ingeval verscheidene heelkundige bewerkingen in een zelfde streek worden verricht tijdens een zelfde operatiezitting; - wanneer de bijkomende (heelkundige en/of andere) verstrekkingen een lager coëfficiëntgetal hebben dan K 120 of N 200 of I 200.

In het aangehaalde voorbeeld is het honorarium voor de anesthesie derhalve vastgesteld op 200211 - 200222 K 72.

INTERPRETATIEREGEL 6 VRAAG Anesthesie die is verricht door een ander geneesheer-specialist dan een anesthesist voor een verstrekking die is gerangschikt onder de gewone geneeskundige hulp.

ANTWOORD Deze anesthesie wordt getarifeerd op grond van de bepalingen van artikel 12, § 2, of van artikel 16, § 2, naar gelang van het geval.

INTERPRETATIEREGEL 7 VRAAG Heelkundigen opereren sommigen van hun patiënten onder plaatselijke anesthesie. Het komt echter wel eens voor dat zij aan de anesthesist vragen om, in het kader van zijn specialisme, een advies over die patiënten te verstrekken.

De anesthesist bezoekt die patiënten na hun opneming, ondervraagt en onderzoekt hen, maakt een protocol van onderzoek op en geeft zijn conclusies. Daarbij voegt hij een voorschrift voor premedicatie om de kwaliteit van de plaatselijke anesthesie die gedurende de ingreep zal worden verricht, te verbeteren.

Onder welk nummer mag die verstrekking worden getarifeerd ? ANTWOORD Indien de anesthesist geen technische handelingen verricht, mag hij nr. 599082 in rekening brengen, als de in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vermelde voorwaarden zijn vervuld.

De eventuele technische handelingen mogen worden aangerekend, maar mogen niet worden gecumuleerd met nr. 599082.

INTERPRETATIEREGEL 8 VRAAG Amygdalectomie door dissectie (257390 - 257401 K 100) en hechten van de pilaren wegens amandelbloeding (257434 - 257445 K 50).

Mag in dat geval de anesthesie voor hechten van de pilaren worden getarifeerd, en zo ja, hoe moet ze dan worden aangerekend : 1. als het hechten onmiddellijk volgt op de amygdalectomie ? 2.als het hechten geschiedt tijdens een tweede behandelingszitting ten gevolge van een late bloeding ? ANTWOORD Wat de anesthesie voor de amygdalectomie betreft : de verrichte anesthesie dekt volledig die een- of tweezijdige operatie die als zodanig onder één enkel nummer is opgenomen.

Wat het hechten van de pilaren betreft : - als dit onmiddellijk volgt op de ingreep op de amandelen, mag geen bijkomende vergoeding worden verleend voor de anesthesie. Het hechten moet worden beschouwd als een integrerend deel van de ingreep op de amandelen, net als de onderbinding van een bloedvat of het hechten van de huidincisie, verricht tijdens of naar aanleiding van een laparotomie; - als het tijdens een andere behandelingszitting naar aanleiding van een late bloeding geschiedt, mogen het honorarium voor de anesthesie en dat voor de ingreep tegen 100 % worden getarifeerd.

INTERPRETATIEREGEL 9 VRAAG Wat is de tarifering voor de anesthesie door een anesthesist wanneer een geneesheer-gynecoloog tijdens een zelfde zitting een ingewikkelde verlossing (nr. 424012 - 424023 K 155) plus een perineorrhafie en herstel van aarssfincter wegens volledige scheur verricht, voor welke verstrekkingen hij overeenkomstig de regelen van de nomenclatuur enkel verstrekking nr. 424012 - 424023 aanrekent ? ANTWOORD De anesthesie wordt aangerekend onder nr. 202016 - 202020 Algemene, rachi- of epidurale anesthesie bij een ingewikkelde verlossing met forcipale extractie of met inwendige kering gevolgd door grote extractie K 72.

In de anesthesie voor de perineorrhafie en het herstel van de aarssfincter is voorzien onder nr. 202075 - 202086 Algemene, rachi- of epidurale anesthesie bij perineorrhafie en refectie van de sfincter ani wegens volledige scheur K 72.

Die twee verstrekkingen mogen worden gecumuleerd binnen de grenzen van de in artikel 12, § 3, 6°, vastgestelde voorwaarden, d.w.z. 100 % voor de eerste, 50 % voor de tweede.

INTERPRETATIEREGEL 10 VRAAG Bij het begin en op het einde van een anesthesie worden zittingen van geassisteerde ademhaling toegepast met een Engströmapparaat.

Mogen deze bij de anesthesie worden bijvergoed indien ze verricht zijn : a) door de anesthesist zelf ? b) door de kinesitherapeut ? ANTWOORD De zittingen van geassisteerde ademhaling met een Engströmapparaat bij het begin en op het einde van de anesthesie zijn een tijd van de anesthesie en mogen niet worden bijvergoed. Derhalve is het van weinig belang te weten of de anesthesist alleen heeft gewerkt of met een helper.

INTERPRETATIEREGEL 11 VRAAG Mag een anesthesie van de sphenopalatinus worden geattesteerd onder nr. 144270 - 144281 * Infiltratie van de sympathicus, per zijde K 6 ? ANTWOORD a) Gaat het om een anesthesie van de oppervlakkige tak van de sphenopalatinus door toediening van een anestheticum op het sphenopalatinusslijmvlies, dan is er geen vergoeding voorzien.b) Gaat het om een anesthesie van het ganglion sphenopalatinum door inspuiting in het ganglion : 1.als afzonderlijke behandeling : nr. 144270 - 144281 *K 6; 2. met het oog op een ingreep : naar gelang van de waarde van de ingreep en de bekwaming van de geneesheer die de anesthesie verricht, attesteren op basis van het tarief en onder de voorwaarden van artikel 12 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. INTERPRETATIEREGEL 12 VRAAG Wegnemen van een drain die tijdens een cholecystectomie is geplaatst.

Hoe moet in dat geval het honorarium van de heelkundige en dat van de anesthesist worden getarifeerd ? ANTWOORD Het wegnemen van een drain die tijdens een cholecystectomie is geplaatst, wordt niet bij het voor de ingreep vastgestelde honorarium bijvergoed. Het gaat om postoperatieve verzorging die begrepen is in het voor de cholecystectomie vastgestelde honorarium.

De algemene anesthesie verricht door een geneesheer-specialist voor anesthesie, moet worden geattesteerd onder het codenummer 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet-continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis) verricht hetzij bij een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, hetzij met een therapeutisch doel K 30.

INTERPRETATIEREGEL 13 VRAAG De geneesheren, specialisten voor anesthesiologie, worden vaak erom verzocht een algemene anesthesie voor conserverende tandverzorging te verrichten, bijv. bij karakter- of geestesgestoorde rechthebbenden.

Wat mag voor de anesthesie worden vergoed ? ANTWOORD Het bijkomend honorarium voor conserverende verzorging onder algemene anesthesie, waarin is voorzien onder nr. 317273 - 317284 K 42 van de nomenclatuur, mag bij het honorarium voor gewone geneeskundige hulp worden bijvergoed voor zover alle in artikel 15, § 10, van de nomenclatuur opgesomde voorwaarden zijn vervuld.

De algemene anesthesie mag worden geattesteerd onder nummer 201250 - 201261 K 45 voor zover ze is verricht in een verplegingsinrichting door een geneesheer-specialist voor anesthesiologie; zoniet mag geen tegemoetkoming worden toegekend.

INTERPRETATIEREGEL 14 VRAAG Aangezien verstrekking nr. 477050 - 477061 Convulsivotherapie... K 25 niet is voorafgegaan van een asterisk, mag het honorarium voor eventuele anesthesie worden bijvergoed.

Onder welk nummer mag dit honorarium worden aangerekend en hoe dient te worden gehandeld wanneer de anesthesie verricht is, hetzij door een algemeen geneeskundige, hetzij door de neuropsychiater zelf ? ANTWOORD Verstrekking nr. 477050 - 477061 is niet voorafgegaan van een asterisk. Dat betekent dat het honorarium voor eventuele anesthesie bovenop mag worden vergoed.

De algemene anesthesie mag slechts worden vergoed als ze door een geneesheer, specialist voor anesthesie wordt verricht; ze moet worden geattesteerd onder het codenummer 201110 - 201121 K 36.

INTERPRETATIEREGEL 15 VRAAG Mag worden beschouwd dat de kleine heelkunde onder intraveneuze injectie van een anxioliticum zoals diazepam, midazolam..., wordt verricht onder algemene anesthesie ? ANTWOORD Er mag niet worden beschouwd dat de kleine heelkunde die wordt verricht onder intraveneuze injectie van een spierverslappend anxioliticum zoals diazepam, midazolam..., wordt verricht onder algemene anesthesie.

INTERPRETATIEREGEL 16 VRAAG Mag verstrekking nr. 475075 - 475086 worden geattesteerd door een geneesheer-specialist voor anesthesie, wanneer ze wordt verricht : A. tijdens het pre-operatief onderzoek dat wordt verricht, ofwel de dag zelf van de heelkundige bewerking ofwel in de loop van de voorafgaande dagen;

B. tijdens de heelkundige bewerking zelf;

C. tijdens het postoperatief toezicht ? ANTWOORD A. Het E.C.G. dat door een anesthesist wordt genomen tijdens het pre-operatief onderzoek, ofwel de dag zelf van de heelkundige bewerking, ofwel in de loop van de voorgaande dagen, mag worden geattesteerd.

B. Het E.C.G. dat wordt genomen tijdens de heelkundige bewerking, mag niet worden geattesteerd : het desbetreffende honorarium is begrepen in het honorarium voor de anesthesie.

C. Het E.C.G. dat wordt genomen tijdens het postoperatief toezicht, mag worden geattesteerd indien het de dag na de ingreep wordt verricht; indien het dezelfde dag wordt genomen, is het desbetreffende honorarium begrepen in het honorarium voor de anesthesie dat het postoperatief toezicht op de gevolgen van die anesthesie dekt.

INTERPRETATIEREGEL 17 VRAAG Wat moet worden verstaan onder "voorafgaand onderzoek" waarvan sprake is onder punt a) van artikel 12, § 3, 2° van de nomenclatuur, waarin het volgende is bepaald : "De honoraria voor anesthesieverstrekkingen omvatten : a) het voorafgaande onderzoek van de zieke door de geneesheer die de anesthesie verricht;" ? Mogen de volgende technische verstrekkingen bovenop het honorarium voor anesthesie worden geattesteerd : - maagcatheterisatie; - blaascatheterisme; - compatibiliteitskruisproef; - bloedings- en stollingstijd; - bepaling van de bloedgroep ? ANTWOORD Onder de bewoordingen "voorafgaand onderzoek", moet worden verstaan, het onderzoek van de zieke dat de geneesheer-anesthesist normaal moet verrichten vooraleer de anesthesie uit te voeren. De diagnostische technische onderzoekingen zoals de bloedings- en stollingstijd en het bepalen van de bloedgroep die daarbij worden verricht, mogen worden aangerekend.

Het honorarium voor de anesthesie dekt ook nog het peroperatief toezicht op de algemene toestand van de zieke en het aanwenden van alle technische verstrekkingen die nodig zijn om dat doel te verwezenlijken : het gaat én om het geneeskundig toezicht én om alle technische handelingen die het mogelijk moeten maken de anesthesie tot een goed einde te brengen.

De maagcatheterisatie, de compatibiliteitskruisproeven en het blaascatheterisme die worden verricht in het raam van een anesthesie, worden niet bijvergoed bij het honorarium voor anesthesie.

De compatibiliteitskruisproeven maken steeds deel uit van de bloedtransfusie en mogen bij een ingreep nooit worden aangerekend INTERPRETATIEREGEL 18 VRAAG Ent van Sparks : de ent wordt door twee of drie incisies in haar bedding geplaatst, bij voorbeeld tussen de driehoek van Scarpa en de knieholte, of tussen de aorta abdominalis en de knieholte.

Vijf à zeven weken na het plaatsen heeft het organisme de ent opgenomen en kunnen de vasculaire verbindingen tot stand worden gebracht. - Hoe moet de anesthesie die wordt verricht bij de eerste bewerking, het plaatsen van de ent, worden getarifeerd ? ANTWOORD Wat het honorarium van de heelkundige betreft, dekt de verstrekking nr. 235093 - 235104 Revascularisatie van een slagader van de ledematen door endarteriëctomie, endoaneurysmorrhafie, pontage of resectie met enten of anastomose N 500, de hele ingreep, ongeacht of deze in een of meer tijden wordt verricht.

De anesthesie die wordt verricht bij het plaatsen van de ent, moet worden geattesteerd onder nr. 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet-continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis) verricht hetzij bij een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, hetzij met een therapeutisch doel K 30.

De anesthesie die wordt verricht bij de revascularisatie, moet worden geattesteerd onder het nummer 200130 - 200141 Anesthesie, verricht tijdens een verstrekking, gerangschikt in een categorie gelijk aan of lager dan K 300 of N 500 of I 500 en hoger dan K 270 of N 450 of I 450, K 129.

INTERPRETATIEREGEL 19 VRAAG Behandeling van hardnekkige pijn door : - infiltratie van een zenuw met lokaal anestheticum; - intercostaal blok; - infiltratie van de weke delen met een lokaal anestheticum; - infiltratie van het ganglion stellatum; - barbotage : herhaaldelijk opzuigen en terug inspuiten van + 10 cc cerebrospinaal vocht langs lumbale weg; - intraspinaal inspuiten van een afgekoelde of hypertonische zoutoplossing.

ANTWOORD Voor de eerste drie genoemde verstrekkingen is er geen vergoeding; ze zijn gedekt door het eventuele honorarium voor raadpleging of door het eventuele honorarium voor toezicht, behalve als het gaat om een paravertebrale infiltratie (144292 - 144303 * K 6).

Infiltraties van het ganglion stellatum moeten worden aangerekend onder nr. 144270 - 144281 * Infiltratie van de sympathicus, per zijde K 6.

Barbotage, zoals ze is beschreven, mag worden getarifeerd onder nr. 355493 - 355504 °* Lumbale punctie, exploratief of therapeutisch, met of zonder manometrie K 10,5.

Het intraspinaal inspuiten van een afgekoelde of hypertonische zoutoplossing is voorzien onder nr. 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis) verricht hetzij bij een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, hetzij met een therapeutisch doel K 30.

INTERPRETATIEREGEL 20 VRAAG Komt bij de reposities van breuken van de kaakbeenderen verstrekking nr. 317295 - 317306 + Vervaardigen en plaatsen van radiumhoudende prothesen, obturators, prothesen voor breuk en ankylose, maxillofaciale prothesen, dilatators, mobilisators : maximum K 500, in aanmerking om het niveau van het honorarium voor anesthesie vast te stellen ? ANTWOORD Neen, het honorarium voor anesthesie wordt enkel vastgesteld op grond van de betrekkelijke waarden die in de rubriek stomatologie zijn vermeld voor de behandeling van breuken.

INTERPRETATIEREGEL 21 VRAAG Mag de verstrekking 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet-continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis)... K 30 dagelijks worden aangerekend, zelfs als de lumbale catheter ter plaatse blijft en niet opnieuw wordt geplaatst ? Mag die verstrekking eenmaal per 24 uur worden aangerekend ? ANTWOORD De verstrekking 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet-continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis)... K 30 mag slechts eenmaal worden vergoed voor de toediening van een continue epidurale anesthesie gedurende verscheidene opeenvolgende dagen door middel van een blijvend epiduraal catheterisme.

INTERPRETATIEREGEL 22 VRAAG In de verstrekking 261391 - 261402 K 180 is voorzien in een jaarlijks forfaitair honorarium voor de endoscopische resectie of resecties van een blaasgezwel.

Op welke basis mag het honorarium voor anesthesie worden berekend ? ANTWOORD De anesthesie die bij elke bijkomende zitting door de geneesheer, specialist voor anesthesie, wordt verricht, moet worden geattesteerd onder het nummer 201272 - 201283 Algemene, rachi- of epidurale anesthesie, ... verricht hetzij bij een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, hetzij met een therapeutisch doel K 30.

INTERPRETATIEREGEL 23 VRAAG Hoe moet de anesthesie verricht door een geneesheer specialist voor anesthesie worden getarifeerd bij de verstrekkingen nrs. 251311 - 251322 Dermo-epidermale ent : over een oppervlakte van 50 cm2 tot 200 cm2 K 120 en X x 251333 - 251344 Dermo-epidermale ent : over een oppervlakte van meer dan 200 cm2, bijkomend honorarium bij K 120, per veelvoud van 200 cm2 meer K 45 ? ANTWOORD Voor de verstrekkingen nrs. 251274 tot en met 251381 werd een specifiek systeem uitgewerkt inzake het honorarium voor de heelkundige. Het systeem is opgemaakt in functie van de hoegrootheid van de te behandelen oppervlakte en niet in functie van de te behandelen streken.

De regel inzake de opereerstreken (artikel 15, §§ 3 en 4 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen) mag voor het bepalen van het honorarium voor de heelkundige niet worden toegepast.

Bijgevolg moet voor het bepalen van het honorarium van de anesthesist worden verwezen naar de relatieve waarde van de verleende heelkundige verstrekkingen.

Deze interpretatieregel beoogt de verstrekkingen betreffende dermo-epidermale enten van artikel 14, c) van de nomenclatuur en analoge verstrekkingen.

INTERPRETATIEREGEL 24 VRAAG Onder welk codenummer moet de epidurale inspuiting van een anti-inflammatoire oplossing (doorgaans een corticoïd) en van een lokaal anestheticum in het kader van de pijnkliniek worden geattesteerd? ANTWOORD Gelijk welke therapeutische epidurale inspuiting mag worden geattesteerd onder het codenummer 201272 - 201283 Algemene, rachi- of continue of niet-continue epidurale anesthesie (met uitsluiting van de eenvoudige inspuitingen langs de hiatus sacralis) verricht hetzij bij een onderzoek onder narcose of bij kleine technische verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, hetzij met een therapeutisch doel K 30 De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 12 (anesthesiologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 503 van de interpretatieregels van de Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 14, f) (Bloedvatenheelkunde) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 6 VRAAG Onder welk codenummer moet een overbrugging tussen de hoge aorta en beide arteriae femorales zonder endarteriëctomie, zonder resectie van de aortabifurcatie en zonder intra-abdominale overbrugging, worden geattesteerd ? ANTWOORD Die ingreep moet worden geattesteerd onder het codenummer 237016 - 237020 Resectie of plastiek van de suprarenale aorta N 1000.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 14, g) (Gynecologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 9 VRAAG Hoe moet de behandeling van urine-incontinentie door aanbrengen van een Prolène-tape (TVT : Tension Free Vaginal Tape) worden geattesteerd? De ingreep vereist twee toegangswegen : twee suprapubische insnijdingen en een vaginale insnijding.

ANTWOORD Die ingreep moet worden geattesteerd onder het nummer 432095 - 432106 Heelkundige bewerking wegens urine-incontinentie, langs abdominale en vaginale weg (Steckel en afgeleide) K225.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 14, h) (Oftalmologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG Hoe moet de curettage van een wonde aan het hoornvlies worden getarifeerd ? ANTWOORD De verstrekking is niet vergoedbaar.

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Mogen de verstrekkingen nrs. 248846 Refractometrie door de objectieve methode N 8, 248861 Eenzijdige of tweezijdige exploratie van de traanwegen door inspuiten in de traanpunten (mag niet worden gecumuleerd met de nrs. 245011 - 245022 en 245033 - 245044) N 10 en 248640 Dynamometrie en/of tonometrie (Schiötz en/of aplanatietonometer) N 10 worden gecumuleerd tijdens een opneming in een ziekenhuis, wanneer geen enkele raadpleging wordt aangerekend ? ANTWOORD Het honorarium voor de verstrekkingen nrs. 248846, 248861 en 248640 mag niet worden gecumuleerd met het honorarium voor de verstrekking 599082 C 12 gedurende een zelfde tijdvak van opneming in een ziekenhuis zoals dat is gedefinieerd in artikel 25, § 2, b), 5°, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen; anderzijds mag het, voor de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, worden gecumuleerd met het honorarium voor toezicht en in het algemeen mogen die honoraria onderling worden gecumuleerd wanneer de verstrekking 599082 niet wordt aangerekend gedurende een zelfde tijdvak van opneming in een ziekenhuis als bedoeld hiervoren.

INTERPRETATIEREGEL 3 VRAAG Lacrimale intubatie.

In een eerste bewerking worden de huid en de onderhuidse weefsels ingesneden tussen de interne pees van de musculus orbicularis oculi en de onderste rand van de oogkas in de interne extremiteit ervan.

In een tweede bewerking wordt de traanzak blootgelegd en ingesneden.

In de derde bewerking wordt een curettage van het traankanaal verricht.

Dan wordt een klein buisje in silastic geplaatst.

ANTWOORD Zoals hij is beschreven, mag de ingreep worden geattesteerd onder het nummer 255592 -255603 Trepanatie van kaakbeensinus langs meatus inferior, operatie van Claoué K 120.

INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Hoe dienen de volgende verstrekkingen te worden aangerekend : 1° cryotherapie van een hernia iridis;2° cryotherapie van herpes cornea;3° cryotherapie van een glaucoma ? ANTWOORD Er dient als volgt te worden getarifeerd : 1° 246050 - 246061 Exeresis van een tumor van hoornvlies of van bulbair bindvlies N 100, ongeacht het aantal zittingen;2° 246190 - 246201 Cauteriseren met vuur van hoornvliesletsel N 40;3° 246875 - 246886 Cryotherapie van degeneratieve chorioretinale letsels N 200. INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Hoe moet het opnieuw doordringbaar maken van de traanwegen bij een kind ouder dan 4 jaar volgens de techniek van Lavergne en Lepage worden aangerekend ? ANTWOORD Die verstrekking mag worden getarifeerd onder nr. 255592 - 255603 Trepanatie van kaakbeensinus langs meatus inferior, operatie van Claoué K 120.

INTERPRETATIEREGEL 6 VRAAG De studie van het door een lichtbron verwekte potentieel van het netvlies bij werking, met grafiek, wordt getarifeerd onder nr. 248533 - 248544 Elektroretinografie + grafiek N 75.

Mag de studie van het potentieel van het netvlies, bij rust, met grafiek, worden gelijkgesteld met hetzelfde nr. 248533 - 248544 N 75 ? Zo ja, mag dat nummer tweemaal worden aangerekend indien beide verstrekkingen tijdens een zelfde zitting worden verricht ? ANTWOORD De studie van het potentieel van het netvlies bij werking en bij rust, moet eenmaal worden getarifeerd onder nr. 248533 - 248544 Elektroretinografie + grafiek N 75.

INTERPRETATIEREGEL 7 VRAAG Cerclage van de oogleden met een siliconedraad die wordt verricht als behandeling van een verlamming van de oogleden voortkomend uit een verlamming van de nervus facialis.

ANTWOORD De verrichte ingreep, die niet wordt beoogd door verstrekking nr. 245814 - 245825 Ptosis (techniek van Blaskovicz of soortgelijke) N 325, moet worden getarifeerd onder nr. 245792 - 245803 Blefarorrhafie of tarsorrhafie N 125.

INTERPRETATIEREGEL 8 VRAAG Elektronische dynamografie : grafisch registreren van de sterkte van de pulsaties van de arteria centralis retinae.

ANTWOORD Die verstrekking moet worden getarifeerd onder nr. 248555 - 248566 Tonografie met elektronische tonometer + grafiek N 50. Voor de vergoeding ervan moet rekening worden gehouden met de bepalingen van artikel 14, h), § 2, 1° en 3°, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

INTERPRETATIEREGEL 9 VRAAG Adapto- elektroretinografie of dynamische elektroretinografie, d.w.z. het registreren van de werkingspotentialen van de retina, opgewekt door lichtstimulatie gedurende een periode van aanpassing aan de duisternis na verblinding.

ANTWOORD Bedoeld onderzoek moet worden getarifeerd onder nr. 248511 - 248522 Curve van retinale adaptatie met adaptometer van Goldmann - Weekers of gelijkaardig toestel + grafiek N 45.

INTERPRETATIEREGEL 10 VRAAG Mogen de door een orthoptist verrichte orthoptie-oefeningen door de geneesheer-oftalmoloog die toezicht uitoefent op de behandeling bij de verzekering in rekening worden gebracht onder nr. 102012 Raadpleging, in zijn spreekkamer, van een geneesheer-specialist... N 8 ? ANTWOORD Neen, de door de orthoptist verrichte orthoptie-oefeningen mogen door de geneesheer niet worden getarifeerd onder nr. 102012 N 8.

INTERPRETATIEREGEL 11 VRAAG Mag het onderzoek van het gezichtsveld met het toestel van Friedmann, worden geattesteerd onder het nummer 248813 - 248824 Kwantitatieve perimetrie met de perimeter van Goldmann of soortgelijke met grafiek en conclusie N 20 ? ANTWOORD Het onderzoek van het gezichtsveld met het toestel van Friedmann mag niet worden geattesteerd onder het nummer 248813 - 248824 Kwantitatieve perimetrie met de perimeter van Goldmann of soortgelijke met grafiek en conclusie N 20. Dat toestel is niet « gelijkaardig » aan het toestel van Goldmann.

Dat onderzoek is gedekt door het eventuele honorarium voor raadpleging van de geneesheer-specialist voor oftalmologie.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 14, h) (Oftalmologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 505(08) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 14, j) (Urologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 15 VRAAG Hoe moet de behandeling van urine-incontinentie door aanbrengen van een Prolène-tape (TVT : Tension Free Vaginal Tape) worden geattesteerd? De ingreep vereist twee toegangswegen : twee suprapubische insnijdingen en een vaginale insnijding.

ANTWOORD Die ingreep moet worden geattesteerd onder het nummer 432095 - 432106 Heelkundige bewerking wegens urine-incontinentie, langs abdominale en vaginale weg (Steckel en afgeleide) K 225.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 20, § 1er, b) (Pneumologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG Hoe dient de tekst van verstrekking nr.471332 - 471343 ** Bepalen van ventilatieongelijkheid, met uitsluiting van elk ander onderzoek K 40 te worden geïnterpreteerd ? ANTWOORD Onder de woorden "met uitsluiting van elk ander onderzoek" moet worden verstaan dat geen ander functioneel ademhalingsonderzoek mag worden bij geattesteerd.

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Mag verstrekking nr. 471295 - 471306 ** K 35 verscheidene keren per zitting worden aangerekend omdat het onderzoek verscheidene proeven bij inspanning omvat ? ANTWOORD Verstrekking nr. 471295 - 471306 ** Spirografie met farmacodynamische provocatieproef, al dan niet gevolgd van bronchodilatatie K 35 mag éénmaal per zitting worden geattesteerd. De verstrekking beoogt de volledige proef en mag niet worden toegepast per geprovoceerde inspanning.

INTERPRETATIEREGEL 3 VRAAG Bepalen van de kennelijke longcompliantie door slokdarmcatheterisme, plus, dezelfde dag, een studie van de dynamische weerstand en van de functionele residuaire capaciteit door plethysmografie van het lichaam.

Mag men 2 x nr. 471376 - 471380 ** Studie van de ventilatiemechaniek K 40 tariferen (die onderzoeken worden afzonderlijk verricht met een aparte apparatuur) ? ANTWOORD Verstrekking nr. 471376 - 471380 ** K 40 mag geen tweemaal worden geattesteerd voor het bepalen van de longcompliantie en weerstand aangezien die verstrekkingen tot doel hebben de ventilatiemechaniek te waarderen en dat hun tarifering niet wijzigt, ongeacht de aard en het aantal aangewende technieken.

INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Hoe moeten de volgende onderzoekingen inzake pneumologie worden getarifeerd : 1) Meten van de volumes + M.A.M.V. 2) Meten van de volumes + M.A.M.V. + R.V. 3) Meten van de volumes + M.A.M.V. + R.V. + farmacodynamische proeven ? ANTWOORD 1. Meten van de volumes + M.A.M.V. : 471251 - 471262 ** Volledige spirografie met bepalen van maximum adem minuten volume K 10. 2. Meten van de volumes + M.A.M.V. + residuair volume : 471251 - 471262 ** K 10 + 471310 - 471321 ** Bepalen van het residuair volume K 40. 3. Meten van de volumes + M.A.M.V. + R.V. + farmacodynamische proeven : (471273 - 471284 ** Spirografie met bronchodilatatieproef K 20) of (471295 - 471306 ** Spirografie met farmacodynamische provocatieproef, al dan niet gevolgd van bronchodilatatie K 35) + 471310 - 471321 ** K 40.

Te noteren is dat het eigenlijk gaat om "dynamische volumes", gemeten tijdens de spirografie.

INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Broncho-pulmonale provocatietest in het raam van het opzoeken van de extrinsieke allergische pneumopathie, die een klassieke studie van de ademhalingsfunctie door spirografie impliceert en die na + 1 uur, + 3 uur, + 5 uur en + 7 uren wordt herhaald.

ANTWOORD Zoals het is beschreven moet het onderzoek worden geattesteerd onder het nr. 471295 - 471306 ** Spirografie met farmacodynamische provocatieproef, al dan niet gevolgd van bronchodilatatie K 35, ongeacht het aantal spirografieën die in de loop van de proef worden verricht.

INTERPRETATIEREGEL 6 VRAAG Mag verstrekking nr. 471251 - 471262 ** Volledige spirografie met bepalen van maximum adem minuten volume K 10 worden geattesteerd wanneer men met een elektronische spirometer met thermistor en digitale afleesschaal de volgende verstrekkingen verricht : - vitale capaciteit; - het M.A.M.V.; - het maximum uitademingsdebiet (peak flow); - de maximum vrijwillige ventilatie ? ANTWOORD De opgesomde spirometrische onderzoekingen komen niet voor in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en daarvoor wordt geen verzekeringstegemoetkoming toegekend. Wanneer een volledige spirometrie met bepaling van FEV1 met een dergelijke electronische spirometer wordt gemeten kan wel nr. 471251 - 471262 ** K 10 worden geattesteerd.

INTERPRETATIEREGEL 7 VRAAG Bepalen van de resistentie van de luchtwegen en van het residuair volume door plethysmografie.

ANTWOORD Deze onderzoeken mogen aangerekend worden onder respectievelijk de nrs. 471376 - 471380 ** Studie van de ventilatiemechaniek K 40 en 471310 - 471321 ** Bepalen van het residuair volume K 40.

INTERPRETATIEREGEL 8 VRAAG Gedurende een functionele ademhalingstest wordt de diffusiecapaciteit bij rust bepaald door de techniek van de inspiratoire apnoea. De diffusiecapaciteit wordt ook bepaald door de methode, in stabiele toestand, bij rust en bij inspanning.

Mag verstrekking nr. 471354 - 471365 ** K 40 meermaals worden geattesteerd als die studies dezelfde dag worden uitgevoerd ? ANTWOORD Verstrekking nr. 471354 - 471365 ** Meten van diffusiecapaciteit K 40 mag slechts eenmaal worden geattesteerd ongeacht de aangewende technieken of methoden.

INTERPRETATIEREGEL 9 VRAAG Meten van het closing-volume of sluitingsvolume met een toestel of volgens sterk verschillende methodes : meten van het uitgeademde gas Xenon 133, methode met stikstof, met helium en volgens de methode van Professor Petit, door herhaald onderbreken van het luchtdebiet.

ANTWOORD Deze techniek is niet voorzien en wordt niet vergoed.

INTERPRETATIEREGEL 10 VRAAG Bepalen van de ventilatieongelijkheid door de dilutiemethode met stikstof.

ANTWOORD Die verstrekking moet worden geattesteerd onder nr. 471332 - 471343 ** Bepalen van de ventilatieongelijkheid, met uitsluiting van elk ander onderzoek K 40. Op grond van diezelfde omschrijving mag de verstrekking niet worden samengevoegd met enig ander onderzoek van de longfunctie.

INTERPRETATIEREGEL 11 VRAAG Bepalen van de "debiet-volume"-curve bij maximaal inademen of uitademen.

ANTWOORD De techniek mag aangerekend worden onder nr. 471251 - 471262 ** Volledige spirografie met bepalen van maximum adem minuten volume K 10.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 20, § 1, b) (Pneumologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in rubriek 508(02) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 20, § 1, c) (Gastro-enterologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG Plaatsen van een sonde van Miller-Abbot tot aan het jejunum, onder scopie met televisie. ANTWOORD Het plaatsen van een sonde van Miller-Abbott tot aan het jejunum, moet worden geattesteerd onder nr. 472135 - 472146 ** Darmcatheterisatie, inclusief scopie K 10.

De scopie met televisie die daarbij wordt verricht, mag niet worden geattesteerd krachtens de omschrijving van verstrekking nr. 459115 - 459126 Radioscopie met beeldversterker en televisie in gesloten keten in de operatiekamer in de loop van een heelkundige of orthopedische bewerking N 40.

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Hoe moeten : 1) de resectie van een invasieve of potentieel invasieve hypermitotische celproliferatie van het rectum langs het lumen van de aars en 2) de elektrocoagulaties voor de plaatselijke recidieven van de invasieve of potentieel invasieve hypermitotische celproliferatie geattesteerd worden ? ANTWOORD 1) De resectie van een invasieve of potentieel invasieve hypermitotische celproliferatie langs het lumen van de aars moet, per volledige behandeling worden geattesteerd onder nr.353231 - 353242 ° Wegnemen of uitroeien door om het even welk procédé (heelkundige behandeling, elektrocoagulatie) van allerhande oppervlakkige tumors van huid of slijmvliezen of van alle andere rechtstreeks bereikbare niet traumatische letsels, volledige behandeling K 40. 2) De elektrocoagulaties voor de plaatselijke recidieven van die invasieve of potentieel invasieve hypermitotische celproliferatie moeten eveneens worden geattesteerd onder nr.353231 - 353242 ° K 40.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 20, § 1, c) (Gastro-enterologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 508(03) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 20, § 1, e) (Cardiologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Op een raadpleging voor cardiologie worden de volgende onderzoekingen verricht : - verstrekking 475075 - 475086 °* Elektrocardiografische onderzoekingen, met protocol, ten minste 12 verschillende derivaties K 25 - verstrekking 475812 - 475823 Inspannings- of hypoxieproef, met continue monitoring van minstens één afleiding vóór elke belastingsverandering, op het einde van de proef en gedurende minstens drie minuten na het beëindigen van de proef, meerdere elektrocardiografische registraties op verschillende afleidingen en boeddrukmetingen, met uittreksel en gestandaardiseerd protocol K 35. Aangezien deze standaardelektrocardiogrammen werden verricht, nuchter, in rusttoestand, bij matige inspanning en bij zeer grote inspanning alsmede bij hypoxie, tarifeert de geneesheer 4 maal het nr. 475075 - 475086 °* K 25 plus 3 maal het nr. 475812 - 475823 K 35.

Wat mag de verzekering vergoeden ? ANTWOORD Rekening houdende met het meervoud in de tekst van de verstrekkingen nrs. 475075 - 475086 en 475812 - 475823 mogen die prestaties slechts éénmaal worden geattesteerd.

INTERPRETATIEREGEL 3 VRAAG Behandeling van een aanval van tachycardia paroxysmalis, type Bouveret.

Na elektrocardiografische diagnose is die supraventriculaire tachycardie gereduceerd tot sinusritme door een trage intraveneuze inspuiting onder bestendige E.C.G.-controle. Na de reductie is een controle-elektrocardiogram genomen.

Hoe dienen die verschillende verstrekkingen te worden getarifeerd ? ANTWOORD Voor het geheel mag enkel de verstrekking 475075 - 475086 °* Elektrocardiografische onderzoekingen, met protocol, ten minste 12 verschillende derivaties K 25 worden geattesteerd INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Plaatsverandering van een endocavitaire sonde voor hartstimulator met openen van de wonde in de hals.

ANTWOORD De behandeling moet worden getarifeerd onder nr. 212214 - 212225 Hartcatheterismen met het oog op het plaatsen van één of meerdere catheters langs veneuze weg voor tijdelijke atriale en/of ventriculaire stimulatie en/of voor monitoring van de drukken of van de hartdebieten, inclusief de eventuele radioscopische controles met televisie, denudatie, elektrocardiografische controles N 128.

INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Veneuze druk en circulatiesnelheid.

ANTWOORD Die verstrekking is niet opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Gelet op het banaal karakter ervan moet worden aangenomen dat ze deel uitmaakt van de gewone handelingen die zijn gedekt door het honorarium voor raadpleging of, in verplegingsinrichtingen, door het dagelijks forfaitair honorarium voor toezicht.

INTERPRETATIEREGEL 6 VRAAG Een erkende huisarts of een algemeen geneeskundige met verworven rechten, die de in artikel 20, § 3, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalde voorwaarden vervult, verricht tijdens dezelfde zitting, een elektrocardiogram bij rust en twee controles na inspanning; hij rekent 3 maal verstrekking 475075 - 475086 °* Elektrocardiografische onderzoekingen, met protocol, ten minste 12 verschillende derivaties K 25 aan.

ANTWOORD Rekening houdende met de meervoudsvorm in de omschrijving van de verstrekking nr. 475075 - 475086 °* Elektrocardiografische onderzoekingen, met protocol, ten minste 12 verschillende derivaties K 25, mag deze slechts eenmaal per zitting worden geattesteerd.

Pro memorie, de verstrekking 475812 - 475823 Inspannings- of hypoxieproef, met continue monitoring van minstens één afleiding vóór elke belastingsverandering, op het einde van de proef en gedurende minstens drie minuten na het beëindigen van de proef, meerdere elektrocardiografische registraties op verschillende afleidingen en bloeddrukmetingen, met uittreksel en gestandaardiseerd protocol K 35 is niet toegankelijk voor de algemeen geneeskundige, noch voor de algemeen geneeskundige met verworven rechten, noch voor de erkende huisarts.

INTERPRETATIEREGEL 7 VRAAG Meten van het hartdebiet volgens de methode van Fick.

ANTWOORD Het meten van het hartdebiet volgens de methode van Fick mag worden vergoed onder nr. 476011 - 476022 Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurven op verschillende niveaus... langs de aders K 80.

INTERPRETATIEREGEL 8 VRAAG Meten van het hartdebiet door thermodilutie dat terzelfdertijd wordt verricht als verstrekking nr. 476011 - 476022 Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurve op verschillende niveaus, inclusief eventueel de afnamen van bloedmonsters voor doseren, de radioscopische controles met televisie, de elektrocardiografische controles, de denudatie en de inspuiting van contrastmiddelen met of zonder krachtinspanningsproef of farmacodynamische proef, met protocol en tracés (mogen niet worden gecumuleerd met de raadpleging) : langs de aders K 80.

ANTWOORD Verstrekking nr. 476114 - 476125 Meten van het hartdebiet door de curven van thermodilutie of door de curven van kleurstofdilutie en berekenen van de circulatietijden : bij rust, minimum twee afzonderlijke metingen K 60 mag worden samengevoegd met nr. 476011 - 476022 K 80, voor zover de componenten waarin is voorzien in de omschrijving van laatstgenoemde verstrekking, afzonderlijk zijn verricht.

INTERPRETATIEREGEL 9 VRAAG Elektrocardiogram thuis door een algemeen geneeskundige met verworven rechten of een erkende huisarts, die de in artikel 20 § 3, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalde voorwaarden vervult.

ANTWOORD Het elektrocardiogram dat bij een rechthebbende thuis wordt verricht door een algemeen geneeskundige die de in artikel 20, § 3, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalde voorwaarden vervult, moet worden geattesteerd onder nr. 475075 °* Electrocardiografische onderzoekingen, met protocol, ten minste 12 verschillende derivaties K 25. Die verstrekking en het bezoek thuis mogen worden gecumuleerd.

INTERPRETATIEREGEL 10 VRAAG Mag verstrekking nr. 475016 - 475020 ** Elektrische defibrillatie van het hart, inclusief elektrocardiografische controle tijdens bewerking K 50 worden geattesteerd in geval van een ingreep met open thorax ? ANTWOORD Naar analogie van verstrekking nr. 212111 - 212122 Elektrische defibrillatie van het hart in geval van circulatiestilstand en/of elektrostimulatie van het hart door uitwendige hartprikkelaar, inclusief de elektrocardiografische controle, buiten de ingrepen met open thorax en de verstrekkingen 229110 - 229121, 229132 - 229143, 229154 - 229165, 229176 - 229180 N 96, mag verstrekking 475016 - 475020 niet worden geattesteerd in geval van ventriculaire defibrillatie tijdens een ingreep met open thorax.

INTERPRETATIEREGEL 11 VRAAG Hoe moeten de manipulaties die worden verricht voor een onderzoek, dat bestaat uit een selectieve coronarografie van de rechter- en van de linkerkransslagader, beide verricht onder verscheidene invalshoeken en aangevuld met een ventriculografie links, worden getarifeerd ? ANTWOORD De verstrekking 468355 - 468366 Manipulaties met het oog op een selectieve coronarografie K 118 is op 1 juni 2001 geschrapt.

Indien de manipulatie is beperkt tot het inspuiten van het contrastmiddel in het linkerventrikel, beantwoordt de verstrekking niet aan het nummer 476055 - 476066 Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurven op verschillende niveaus, inclusief eventueel de afnamen van bloedmonsters voor doseren, de radioscopische controles met televisie, de elektrocardiografische controles, de denudatie en de inspuiting van contrastmiddelen met of zonder krachtinspan-ningsproef of farmacodynamische proef, met protocol en tracés (mogen niet worden gecumuleerd met de raadplegingen) : langs arteriële weg K 134 en moet ze worden geattesteerd onder het nummer 476195 - 476206 Hartcatheterismen met het oog op angiocardiografieën en/of angiopneumografieën, inclusief de eventuele denudatie, radioscopische controles met televisie, elektrocardiografische controles (mogen niet worden gecumuleerd met de raadpleging) K 60.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 20, § 1, e) (Cardiologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 508(05) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, met uitzondering van de interpretatieregel goedgekeurd door het Verzekeringscomité op 7 mei 2001.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 20, § 1, g) (Reumatologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG Wordt verstrekking nr.291012 - 291023 Trepanatie van tibia N 200 vergoed, wanneer ze als verwante handeling wordt uitgevoerd door een geneesheer die erkend is als specialist voor fysische geneeskunde en voor revalidatie of voor fysiotherapie of voor reumatologie ? ANTWOORD Er bestaat geen officiële lijst van verwante handelingen omdat die verstrekkingen te talrijk zijn en de voorwaarden waaronder ze mogen worden verricht, te verscheiden zijn. Het doel van die verwante handelingen is de geneesheer-specialist in staat te stellen zelf de onderzoekingen uit te voeren welke bijdragen tot de diagnose van een aandoening die tot zijn discipline behoort en hem de gelegenheid geven de behandelingen die specifiek tot zijn specialisme behoren, te vervolmaken door aanvullende of bijkomende therapieën.

Een bloedige heelkundige bewerking (in dit geval een ingreep op de beenderen) kan niet worden beschouwd als een met het specialisme fysische geneeskunde of revalidatie of fysiotherapie noch met reumatologie verwante verstrekking.

De voornoemde interpretatieregel is van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangt de tot op heden gepubliceerde interpretatieregel betreffende artikel 20, § 1, g) (Reumatologie) met name de interpretatieregel gepubliceerd in de rubriek 508(07) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 21 (Dermato-venereologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG a) Een patiënt heeft aan de onderste ledematen plekken van varicositas en venulae.Ter hoogte van verscheidene plekken verricht men een elektrische of chemische coagulatie. Wat moet worden geattesteerd? b) Wat ingeval van behandeling van een geïsoleerde plek? c) Moet er een onderscheid worden gemaakt tussen een chemische en een elektrische coagulatie (scleroserende inspuiting : chemische of elektrische microsclerose of microcoagulatie)? ANTWOORD De elektrocoagulatie van varicositas wordt per zitting getarifeerd onder nr.531215 - 531226 Electrocoaguleren of electrolyse van haartjes of van varicositas per zitting K 6.

De chemische sclerose door inspuiting in aders komt voor onder nr. 144071 - 144082 * Scleroserende inspuiting in aders, wegens aderspatten, per verrichting K 4. Ze mag niet worden geattesteerd onder het nummer dat is vastgesteld voor de elektrocoagulatie.

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Mag tijdens een zelfde zitting meer dan één verstrekking worden geattesteerd wanneer het gaat om de verstrekkingen : 112313 - 112324 * Scleroserende inspuiting wegens aambeien, per verrichting K 10; 531016 - 531020 Scleroserende inspuiting wegens angiomen K 6 ? ANTWOORD Verstrekking 112313 - 112324 * Scleroserende inspuiting wegens aambeien, per verrichting K 10 mag slechts eenmaal per zitting worden geattesteerd, ongeacht het aantal inspuitingen en behandelde letsels.

Verstrekking 531016 - 531020 Scleroserende inspuiting wegens angiomen K 6 mag slechts eenmaal per zitting worden geattesteerd, ongeacht het aantal inspuitingen en behandelde angiomen.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 21 (Dermato-venereologie) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 509 van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 22 (Fysiotherapie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Mag de verstrekking 558795 - 558806 Revalidatiebehandeling die ten minste twee van de hierna vermelde technieken omvat, per zitting (revalidatie door beweging, hydrotherapie in zwembad, ergotherapie, psychomotoriek, elektrotherapie, oefeningen met prothesen en/of orthesen en/of complexe technische hulpmiddelen) K 15 worden geattesteerd door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde? ANTWOORD De therapeutische fysiotherapieverstrekkingen mogen door bepaalde zorgverleners (b.v. chirurg-orthopedist) voor hun eigen patiënten als verwante verstrekkingen worden geattesteerd, met uitzondering van de verstrekkingen inzake multidisciplinaire revalidatie (558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die door de nomenclatuur worden voorbehouden voor de fysiotherapeut of de geneesheer, specialist voor revalidatie.

Wanneer de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalt dat : "de verstrekking nr 558633 - 558644 eveneens mag worden vergoed als ze wordt aangerekend door een geneesheer, specialist voor algemene geneeskunde, door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, of door een geneesheer, specialist voor reumatologie", wil ze de toegang tot de andere verstrekkingen van de nomenclatuur inzake fysiotherapie niet verbieden aan de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, maar wil ze verduidelijken dat de verstrekking 558633 - 558644 Aantonen en meten van atypische functionele dorsolumbale orthopedische rug- en gewrichtsklachten... K 50 beschouwd wordt als deel uitmakend van de nomenclatuur van de chirurg-orthopedist. Het probleem van de "connexiteit" rijst derhalve niet ten aanzien van de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde voor die verstrekking.

Dat belet niet dat de connexiteitsregels (al dan niet) worden toegepast voor de andere fysiotherapie-verstrekkingen (met uitzondering van de verstrekkingen 558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die verricht worden door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde of een andere zorgverlener die geen fysiotherapeut is.

De geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, mag voor zijn eigen zieken die hij in het kader van zijn specialisme verzorgt, de verstrekkingen van artikel 22, II a) Therapeutische verstrekkingen, aanrekenen, voorzover de voorwaarden betreffende de fysieke aanwezigheid die opgenomen zijn in artikel 1, § 4bis, II, B, 2, van de nomenclatuur vervuld zijn.

De verstrekking 558795 - 558806 Revalidatie-behandeling...K 15 mag bijgevolg door de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde als een verwante verstrekking worden geattesteerd, voor zijn eigen patiënten die hij in behandeling heeft in het kader van zijn specialisme.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 24 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen (klinische biologie) : INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Onder welk codenummer moet het meten van de zuurstofsaturatie van hemoglobine worden geattesteerd? ANTWOORD De verstrekking 540536 - 540540 Meten van de 02-saturatie van hemoglobine (met uitsluiting van iedere berekening) (Maximum 1) Klasse 8 ... B 100 mag worden geattesteerd op voorwaarde dat het gaat om een directe analyse van de bloedgassen in vitro.

Deze verstrekking mag meerdere malen per dag worden geattesteerd.

Het meten van de zuurstofsaturatie van hemoglobine door transcutane oxymetrie is niet opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en mag niet worden geattesteerd.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 25 (Toezicht op de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 17 VRAAG Een geneesheer-specialist wordt door een ander geneesheer aan het bed van een in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende geroepen. Mogen de reiskosten worden vergoed? ANTWOORD De nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen voorziet niet in de vergoeding van de eventuele reiskosten.

INTERPRETATIEREGEL 18 VRAAG Artikel 25, § 3 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen preciseert dat : « Als de medische permanentie volgens een beurtrol verdeeld is over verscheidene ziekenhuizen, moeten de honoraria pro rata temporis worden betaald. Het volledig forfaitair bedrag wordt aangerekend voor al de opnemingen die hebben plaatsgehad gedurende de periode dat het betrokken ziekenhuis instond voor de permanentie, en gedurende dewelke de arts continu in het ziekenhuis aanwezig was, terwijl niets aangerekend wordt voor de opnemingen tijdens die periode in de andere ziekenhuizen. » .

Wat mag een algemeen ziekenhuis aanrekenen dat beschikt over een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg en een erkende functie voor intensieve zorg, in de periode waarin het niet de permanentiedienst 100 uitoefent ? ANTWOORD In de periode waarin het niet de permanentie-dienst 100 uitoefent mag het betrokken ziekenhuis de verstrekking 590225 Forfaitair honorarium voor de intramuraal aanwezige medische permanentie in het ziekenhuis, per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, (i), K, L, M of N van een algemeen ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg en een erkende functie voor intensieve zorg A 40 niet aanrekenen.

Het kan wel de verstrekking 590203 Forfaitair honorarium voor de intramuraal aanwezige medische permanentie in het ziekenhuis, per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, (i), K, L, M of N van een algemeen ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor intensieve zorg A 28 aanrekenen voor de functie voor intensieve zorg, voor zover deze erkend is en dat de wachtdienst verzekerd is volgens de geldende functiecriteria.

Te noteren is dat het ziekenhuis dat tijdens de periode waarin het de permanentiedienst 100 organiseert de verstrekking 590225 attesteert moet beantwoorden aan de voorwaarde vermeld onder de omschrijving, namelijk : « Minstens één van de artsen met intramurale permanentie is, of houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, of houder van de bijzondere beroepstitel intensieve zorgen, of een erkend specialist in de inwendige geneeskunde, cardiologie, pneumologie, gastro-enterologie, reumatologie, neurologie, pediatrie, anesthesie-reanimatie, heelkunde, neurochirurgie, orthopedie, plastische heelkunde, urologie. ».

De voornoemde interpretatieregel is van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangt de tot op heden gepubliceerde interpretatieregel betreffende de rubriek 201 (Reiskosten) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 26 van de nomenclatuur (Bijkomend honorarium voor 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag verrichte dringende technische verstrekkingen) : INTERPRETATIEREGEL 1 VRAAG Mag het bijkomend honorarium voor dringende technische verstrekkingen worden vergoed voor verstrekkingen inzake tandverzorging ? ANTWOORD Het bijkomend honorarium voor 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag verrichte dringende technische verstrekkingen komt voor onder hoofdstuk V, afdeling 13 - Speciale technische geneeskundige verstrekkingen. Er moet evenwel worden vastgesteld dat in de daarop volgende opmerkingen nader wordt gezegd dat voor sommige verstrekkingen van een ander hoofdstuk, ten deze hoofdstuk IV Verlossingen, geen bijkomend honorarium wordt vergoed. Hieruit kan worden afgeleid dat die vergoeding mag worden verleend voor de technische verstrekkingen van andere hoofdstukken die niet met name zijn uitgesloten. Derhalve kan de tandverzorging gerangschikt onder hoofdstuk III gewone geneeskundige hulp, hoewel daaraan sleutelletter L is toegewezen, ook aanleiding geven tot het vergoeden van het bijkomend honorarium wanneer aan de maatstaven inzake spoed en onvoorzien karakter is voldaan.

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG Tijdens een bezoek aangevraagd overdag maar door een geneesheer, om persoonlijke redenen, verricht 's avonds of 's nachts, dienen bovendien bepaalde dringende technische verstrekkingen te worden verricht.

Geven deze technische verstrekkingen aanleiding tot de betaling van het bijkomend honorarium dat voorzien is in artikel 26 van de nomenclatuur ? ANTWOORD Aangezien het bezoek als een bezoek overdag moet worden beschouwd, moeten de te dier gelegenheid verleende technische verstrekkingen normaal op dezelfde manier worden beschouwd als het bezoek in de loop waarvan ze zijn verricht.

Ze mogen des te minder als dringende verstrekkingen worden beschouwd, daar het precies de late aankomst van de geneesheer is - en niet de late oproep van de zieke - welke de late uitvoering ervan tot gevolg heeft gehad.

INTERPRETATIEREGEL 3 VRAAG Bijkomend honorarium voor dringende spoed voor een technische verstrekking verricht door een in artikel 10, § 2 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bedoelde stagedoende geneesheer, onder de in artikel 1, § 4ter, 1, laatste lid van evengenoemde nomenclatuur vastgestelde voorwaarden. De technische verstrekking wordt tegen 75 pct. van haar waarde aangerekend.

ANTWOORD De berekening van het bijkomend honorarium moet geschieden op basis van de betrekkelijke waarde van de verstrekking, verminderd tot 75 pct.

Voorbeeld : 75 pct. van de betrekkelijke waarde K 25 = K 18,75 Bijkomend honorarium : 599631 - 599642 K 20.

Indien verscheidene verstrekkingen worden verricht, wordt het bijkomend honorarium berekend op de som van de aan elke van die verstrekkingen toegekende betrekkelijke waarde, verminderd tot 75 pct.

Voorbeeld : 75 pct. van (K 120 + K 18) = K 103,5 Bijkomend honorarium : 599572 - 599583 K 80.

INTERPRETATIEREGEL 4 VRAAG Bijkomend honorarium voor 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag verrichte dringende technische verstrekkingen wanneer sommige verstrekkingen een betrekkelijke waarde K hebben en andere N. ANTWOORD In artikel 26, § 1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen worden tegelijkertijd betrekkelijke waarden met de sleutelletters K en N opgesomd, en in datzelfde artikel, § 7, wordt bepaald dat in geval van menigvuldige, dringend verrichte verstrekkingen bij een zelfde zieke, de som van de voor elke verstrekking bepaalde honoraria de basis is voor het berekenen van het bijkomend honorarium.

Wanneer derhalve verstrekkingen in K en N samen in rekening worden gebracht, is het voor het bepalen van het bijkomend honorarium, aangewezen de betrekkelijke waarde van N om te zetten in K, door de betrekkelijke waarde van N met 0,6 te vermenigvuldigen.

Voorbeeld : Verstrekkingen K 40 + K 20 + N 25 + N 15 (K 40 + K 20) + (N 25 + N 15) x 0,6.

Wanneer verstrekkingen met een betrekkelijke waarde in K worden verricht en andere met een betrekkelijke waarde in I, moet dezelfde berekeningswijze worden gebruikt omdat I en N als gelijkwaardig worden beschouwd.

INTERPRETATIEREGEL 5 VRAAG Hoe dienen de beschikkingen van artikel 26, §§ 6 en 7, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen te worden toegepast, wanneer 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag dringend verstrekkingen met remgeld en zonder remgeld worden verricht ? ANTWOORD Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende moet worden berekend op de som van de verstrekkingen gerangschikt onder de gewone geneeskundige hulp en van het desbetreffend bijkomend honorarium.

Het bedrag van de te verlenen vergoeding wordt verkregen door van het totaal bedrag van de honoraria het bedrag van het aandeel van de rechthebbende af te trekken.

Voorbeelden : Een verzekerde die geen recht heeft op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, ondergaat de volgende verstrekkingen : a) drie niet heelkundige verstrekkingen gerangschikt in artikel 3, § 1, van de nomenclatuur : K 15 K 6 K 6. Honorarium van de geneesheer : Voor de verstrekkingen : K 15 + K 6 + K 6 = K 27 Bijkomend honorarium : K 40.

Totaal : K 27 + K 40 = K 67.

Persoonlijk aandeel van de rechthebbende : K15 + K6 + K6/4+K40/4=K67/4 Vergoeding van de verzekering : K67-K67/4 b) drie niet-heelkundige verstrekkingen van artikel 3, § 1, + 2 verstrekkingen gerangschikt in artikel 14 van de nomenclatuur : K 15 K 6 K 6 K 225 K 180 Honorarium van de geneesheer : Voor de verstrekkingen : K225 + K180/2 + K15 + K6 + K6 = K342 Bijkomend honorarium : K 150. Totaal : K 342 + K 150 = K 492.

Persoonlijk aandeel van de rechthebbende : K15 + K6 + K6/4+K40/4 (d.w.z. het bijkomend honorarium dat overeenstemt met de som van de gewone geneeskundige hulp) = K67/4 Vergoeding van de verzekering : K492 - K67/4 Er dient in herinnering te worden gebracht dat het bijkomend honorarium waarin is voorzien onder hoofdstuk V, afdeling 13, van de nomenclatuur, alleen maar wordt vergoed voor de verstrekkingen die 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag dringend moeten worden verricht.

De voornoemde interpretatieregels zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 26 (Bijkomend honorarium voor 's nachts, tijdens het weekeind of op een feestdag verrichte dringende technische verstrekkingen) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 513 van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

De Leidend ambtenaar, De Voorzitter,Fr. PRAET. D. SAUER.

^