Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 23 januari 2006

Nationaal Akkoord Geneesheren-Ziekenfondsen 2006-2007 Krachtens de artikelen 26, 50 en 51 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft de Nationale commissie 1. Partiële begrotingsdoelstelling 2006. De NCGZ neemt kennis van het bedrag van de partiële beg(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005023127
pub.
23/01/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Nationaal Akkoord Geneesheren-Ziekenfondsen 2006-2007 Krachtens de artikelen 26, 50 en 51 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen (NCGZ) onder het voorzitterschap van de heer Gabriel PERL op 20 december 2005 het volgende akkoord gesloten : 1. Partiële begrotingsdoelstelling 2006. De NCGZ neemt kennis van het bedrag van de partiële begrotingsdoelstelling 2006 dat door de Algemene raad is vastgesteld op 5.333.123 duizend euro. 2. Honoraria 2006/2007 : indexering en herwaardering. Vóór 15 december 2006 zal over een indexering van de honoraria voor het jaar 2007 worden onderhandeld volgens dezelfde criteria zoals deze die voorzien zijn voor het jaar 2006. Dit houdt in dat de groepen van technische verstrekkingen die over de voorbije jaren een sterke stijging hebben gekend, niet worden geïndexeerd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4. Ziekenhuisgeneeskunde De NCGZ is van oordeel dat een herwaardering van de honoraria noodzakelijk is voor de geneesheren-specialisten werkzaam in ziekenhuizen, die instaan voor de continuïteit van de zorgen.Hiertoe zal zij een meerjarenplan ontwikkelen gericht op een betere honorering van de betrokken geneesheren.

Bovendien zullen de besluiten van de werkgroep spoed- en urgentiegeneeskunde worden gepreciseerd.

De NCGZ gelast de Technische geneeskundige raad de voorstellen met betrekking tot spoedraadplegingshonoraria (zie project N0607/00 - 11.000 duizend euro op jaarbasis) en permanentiehonoraria te concretiseren. Daarnaast is de NCGZ belast met het uitwerken van voorstellen met betrekking tot beschikbaarheidshonoraria. Een bijkomend budget van 32.500 duizend euro op jaarbasis wordt ter beschikking gesteld voor de permanentiehonoraria en de beschikbaarheidshonoraria. 5. Klinische biologie en medische beeldvorming 5.1. De NCGZ stelt voor de globale begroting van de financiële middelen van de medische beeldvorming voor 2006 op 521.962 duizend euro vast te stellen. Zijn in deze globale begroting niet inbegrepen : de NMR, de CT-scan, de connexiteit (artikel 17ter ) en artikel 17quater van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. 5.2. De NCGZ engageert zich om de forfaitaire honoraria per opname voor medische beeldvorming vanaf 2007 op basis van meer objectieve criteria vast te stellen. 5.3. De NCGZ stelt voor de globale begroting van de financiële middelen van de klinische biologie voor 2006 op 955.820 duizend euro vast te stellen, dit met inbegrip van de moleculaire biologie en de technische permanentie. 6. Globaal medisch dossier Onder voorbehoud van de conclusies betreffende punt 9 van onderhavig akkoord, bedraagt de jaarlijkse basisvergoeding voor de geaccrediteerde huisartsen als tussenkomst in de administratieve uitgaven verbonden aan het beheer van een globaal medisch dossier in 2006 129,59 euro . Principes - De huisarts speelt een belangrijke rol in de organisatie van de geneeskundige verzorging in ons land - De invoering van het « globaal medisch dossier » moet daartoe bijdragen - Het GMD is een instrument dat de kwaliteit van de zorg bevordert en is niet bestemd voor controle - De NCGZ bevestigt die principes en wil het functionele gebruik van het « GMD » stimuleren - Het GMD is opgenomen in de « Aanbevelingen van goede medische praktijk » van de WVVH en de SSMG - Het « GMD » bevordert de optimale uitwisseling van informatie tussen de verschillende zorgverleners - Het kan ook een instrument zijn voor een eventuele collectieve exploitatie van de medische gegevens in het raam van Volksgezondheid - Een elektronisch « GMD » betekent meer gebruikstoepassingen (uitwisseling van informatie tijdens de wachtdiensten, uitwisseling met de andere zorgverleners, eenvoudigere administratieve uitwisseling,...) - Het « GMD » zorgt er niet alleen voor dat de vertrouwensband van de patiënt met zijn huisarts sterker wordt, maar ook dat de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt voor zijn gezondheid toeneemt - Wettelijke en reglementaire deontologische bepalingen regelen het gebruik ervan Inhoud - Het GMD bevat de administratieve gegevens van de patiënt - Het bevat medische gegevens zoals de medische voorgeschiedenis, de kritieke punten, de huidige aandoeningen, de aanvullende onderzoeken, het advies van de specialisten, de voorgeschreven geneesmiddelen - De huisarts neemt systematisch alle relevante gegevens erin op die hij zelf verzamelt, alsook de gegevens die hij van alle andere zorgverleners ontvangt, voor zover de patiënt zijn toestemming verleent en in overeenstemming met de wetten en reglementen (eerbied voor het privéleven, patiëntenrechten) - Hij beheert die gegevens en stelt, indien nodig, preventieve (vaccinaties, screenings) of curatieve geïndividualiseerde acties voor.

Gebruik Een eerste doelstelling is de kwalitatieve zorgverlening via het verzamelen van alle relevante gegevens op één plaats.

Een tweede doelstelling is de betere gegevensuitwisseling tussen de huisartsen en de geneesheren-specialisten, wat inhoudt dat de resultaten van de diagnostische en therapeutische handelingen worden meegedeeld en dat de onnodige herhaling van technische onderzoeken kan worden vermeden.

Het gebruik van informatietechnologie is een meerwaarde.

Een derde doelstelling is de optimale tenlasteneming van de patiënten die lijden aan specifieke pathologieën waarvoor een nauwere samenwerking tussen de huisartsen en de geneesheren-specialisten vereist is. Het overleg tussen de eerstelijnszorgverleners en die van de tweede en derde lijn moet worden gestimuleerd om het basisprincipe voor een optimale organisatie van de geneeskundige verzorging een vaste vorm te geven. In dat raam kan een beter overleg tussen de zorgverleners een concrete vorm aannemen via samenwerking (zorgtrajecten) om te verhinderen dat zieken te laat naar de geneesheer-specialist worden doorverwezen of dat die laatste de functie van de huisarts overneemt.

Een vierde doelstelling is het op vrijwillige basis deelnemen aan de verzameling van geanonimiseerde epidemiologische gegevens inzake Volksgezondheid. Via softwareprogramma's met een kwaliteitslabel wordt die gegevensverzameling gemakkelijker (cf. follow-up van het percentage van de risicogroep dat met het griepvaccin is ingeënt, follow-up van de mammografieën bij de populatie die daarvoor in aanmerking komt, screening van de cardiovasculaire aandoeningen,...) De NCGZ kan aan de NRKP vragen aanbevelingen te richten aan de geneesheren betreffende het GMD, volgens de overeengekomen principes. 7. Zorgtrajecten De NCGZ geeft aan de werkgroep opgericht bij het Nationaal akkoord van 15 december 2003 de opdracht om tegen 1 april 2006 concrete maatregelen uit te werken waarbij zowel de rol van de huisarts als van de geneesheer-specialist wordt gevaloriseerd en de patiënt wordt aangemoedigd.Deze maatregelen moeten tegen 1 juli 2006 operationeel zijn voor patiënten met diabetes type 2 en voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Het ter beschikking zijn van het budget van 7.000.000 euro op 1 juli 2006 (14.000.000 euro op jaarbasis) is afhankelijk van de voorwaarde dat tegen 1 juli 2006 door de NCGZ over deze maatregelen een beslissing getroffen is (totaal budget : 25.000.000 euro op jaarbasis). 8. Accreditering 8.1. Het forfaitair accrediteringshonorarium wordt geïndexeerd op 1 januari 2006 (547,14 euro ). 8.2. Dit akkoord verwijst voor dit punt naar het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 17 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 17 maart 1997). 9. Impulsfonds huisartsgeneeskunde De NCGZ heeft kennis genomen van de voorstellen van de Regering inzake de ondersteuning van de huisartsgeneeskunde en van het budget van 5.000.000 euro dat daarvoor in de begroting 2006 is opgenomen.

De NCGZ beschouwt een accurate en performante identificatie van de huisartsenpraktijken (solopraktijken en andere) als een fundamentele voorwaarde voor de omzetting van de voorstellen van de Regering. De NCGZ adviseert dat deze identificatie zou gebeuren door het R.I.Z.I.V. op basis van een bevraging bij de huisartsen die in de loop van 2006 zal plaatsvinden.

De NCGZ beveelt de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid aan leningsformules uit te werken ten behoeve van startende artsen (met eventueel nulrente en kwijtschelding van kapitaal of een deel ervan) via het participatiefonds.

De NCGZ zal concrete voorstellen uitwerken met betrekking tot de financiering van groepspraktijken en andere samenwerkingsvormen. 10. Sociaal statuut 10.1. Met het oog op het vergroten van de aantrekkingskracht van de toetreding tot het akkoord adviseert de NCGZ dat : 1° het bedrag van het sociaal statuut voor het jaar 2006 wordt vastgesteld op minimum 3.141,98 euro voor de geneesheren die van rechtswege geacht worden tot onderhavig akkoord te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit. Een hoger bedrag is mogelijk in samenhang met de uitvoering van punt 10.2. 2° het bedrag van het sociaal statuut voor het jaar 2006 wordt vastgesteld op 1.860,16 euro voor de geneesheren die binnen de dertig dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad aan de NCGZ de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij overeenkomstig de bedingen van dit akkoord de daarin vastgestelde honorariumbedragen respectievelijk wel en niet zullen toepassen, en waarbij de beroepsactiviteit uitgeoefend overeenkomstig de bedingen van het akkoord aan de volgende minima beantwoordt : - voor de huisartsen : * ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste tien uren per week omvatten, verdeeld over tenminste drie dagen; * ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste drie vierde van de wekelijkse beroepsactiviteit omvatten; - voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit geheel of gedeeltelijk uitoefenen in een verplegingsinrichting : * ofwel tenminste vijfentwintig uren per week; * ofwel tenminste drie vierde van de beroepsactiviteit; - voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit uitsluitend buiten een verplegingsinrichting uitoefenen : * ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste twintig uren per week omvatten; * ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste drie vierde van de beroepsactiviteit omvatten.

De NCGZ zal haar advies met betrekking tot de bedragen van het sociaal statuut voor 2007 uitbrengen vóór 30 juni 2006.

De NCGZ dringt er bij de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid sterk op aan dat het koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen voor het jaar 2006 en voor het jaar 2007 zo snel mogelijk worden bekendgemaakt, in het bijzonder voor de toepassing van het project van vereenvoudiging van de procedure voor de toekenning van de sociale voordelen aan de geneesheren die is opgenomen in de Regeringsnota voorgelegd aan de Algemene raad op 10 oktober 2005. 10.2. De NCGZ onderzoekt tegen 31 maart 2006 de mogelijkheid tot het instellen van een sociaal statuut dat evolueert in functie van akkoordtrouw en dat rekening houdt met een drempelactiviteit (zie conclusie van de WG7 - Doc. NCGZ 2005-52). 11. Derdebetalersregeling. 11.1. De facultatieve derdebetalersregeling is op hun verzoek toegankelijk voor de geneesheren die niet tot het akkoord zijn toegetreden voor zover zij aan het Nationaal Intermutualistisch College te kennen geven dat zij onder dezelfde voorwaarden als de geneesheren met akkoord de tarieven van het akkoord zullen toepassen voor de verstrekkingen die gedekt zijn door de derdebetalersregeling. 11.2. De NCGZ adviseert aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in 2006 of 2007 te wijzigen zodat de derdebetalersregeling kan worden toegepast voor de prestaties met codenummers 102410, 102432, 104252 en 104274. 12. Correctiemaatregelen. Het onderhavige akkoord wordt geacht de bepalingen te bevatten voorzien in artikel 51, § 2, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en bevat de volgende correctiemaatregelen : - evenredige selectieve transfer van per handeling betaalde honoraria naar forfaitaire honoraria; - de voorschrijver meer bewust maken met het oog op een doelgerichter voorschrijfgedrag; - aanpassing van de vergoedingsmechanismen in geval van duidelijk omschreven verstrekkingen waarvan precies en op grond van objectieve analyses zou zijn bewezen dat ze onrechtmatig en op een onverantwoorde manier worden gebruikt; - bevorderen van een verantwoorde vraag naar en een verantwoord gebruik van de geneeskundige verstrekkingen door de voorlichting, de sturing en een evenwichtige dekking door de verzekering van de verstrekkingen die worden uitgevoerd bij de ambulante en de in een ziekenhuis opgenomen patiënten; - en/of evenredige selectieve vermindering van de honoraria voor bepaalde diagnostische verstrekkingen die nader zullen worden gepreciseerd door de NCGZ op het moment waarop het nodig is correctiemaatregelen te nemen.

Wat betreft de besparingsmaatregelen bedoeld in de artikelen 18 en 40, § 1, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en conform de geest van de wet, kunnen de bepalingen van artikel 51, § 2, van genoemde wet enkel van toepassing zijn indien er voorafgaandelijk een dialoog en overleg heeft plaatsgevonden tussen de Minister en de NCGZ. 13. Opdrachten, projecten en aanbevelingen. 13.1. De NCGZ neemt akte van de beslissing van de representatieve organisaties van de geneesheren om de betrokken geneesheren aan te bevelen de in het akkoord bedongen honoraria vanaf 1 januari 2006 in acht te nemen, nog vóór het akkoord in werking is getreden. 13.2. De NCGZ beveelt de geneesheren die niet tot het akkoord toetreden aan de honoraria die voortvloeien uit het akkoord in acht te nemen ten aanzien van de rechthebbenden die de voorkeurregeling genieten, de patiënten die recht hebben op de MAF en de chronisch zieken. 13.3. De NCGZ beveelt de geneesheren die toetreden tot het akkoord aan de bepalingen van dit akkoord die de honoraria regelen eveneens toe te passen op de verstrekkingen opgesomd in artikel 34 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en die niet zijn vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 december 1997 op de ziekteverzekering voor zelfstandigen, helpers en niet bezoldigde leden van de kloostergemeenschappen die toegetreden zijn tot een dienst voor geneeskundige verzorging, georganiseerd krachtens het artikel 27bis van de wet van 6 augustus 1990 op de ziekenfondsen en landsbonden van de ziekenfondsen. 13.4. Financiering van de representatieve artsenorganisaties : de NCGZ beveelt aan dat er, zodra zulks mogelijk is, een koninklijk besluit terzake wordt genomen dat de uitvoering van de wettekst verzekert en dat voorziet dat de kosten ten laste worden genomen door de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V. 13.5. De NCGZ beveelt de voogdij-overheid aan de financiële middelen voor de forfaitaire tegemoetkoming inzake dialyse onder te brengen bij de honoraria voor de geneesheren. 13.6. De NCGZ beveelt de opheffing aan van de toepassing van « hoofdstuk IV » betreffende de geneesmiddelen in de ziekenhuizen voor bepaalde specialiteiten. 13.7. De NCGZ beveelt een administratieve vereenvoudiging aan van de voorschrijfregels inzake geneesmiddelen en het beperken van het aantal geneesmiddelen dat in « hoofdstuk IV » wordt geplaatst. De reglementaire bepalingen moeten gepreciseerd worden teneinde de rechtszekerheid te verzekeren. Bovendien moeten de nodige informatiemiddelen ter beschikking gesteld worden van het medisch korps. Tevens dringt zij aan op regelmatig overleg met de Commissie terugbetaling geneesmiddelen bij maatregelen die een betekenisvolle impact hebben op de administratieve verplichtingen opgelegd aan voorschrijvers. 13.8. De NCGZ engageert zich om zo spoedig mogelijk informatie te verlenen aan de zorgverleners voor de concrete toepassing van de richtlijnen medische beeldvorming. Het R.I.Z.I.V. zal vormingssessies organiseren om de goede praktijk inzake het voorschrijven van medische beeldvorming aan te moedigen. 13.9. De NCGZ beveelt de invoering aan van een verplichting tot transparantie inzake de NMR-financiering, zodat de diensthoofden medische beeldvorming kennis hebben van de bedragen die via de onderdelen A3 en B3 van het ziekenhuisbudget beschikbaar zijn voor de financiering van de NMR. 13.10. De NCGZ zal in het kader van de partiële begrotingsdoelstelling voor het jaar 2007 preferentieel middelen zoeken voor een verhoogd honorarium voor de raadpleging 's avonds. 14. Toepassingsvoorwaarden van het akkoord 14.1. De geneesheer die toetreedt tot de bedingen van het huidige akkoord, zal aan de rechthebbenden van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging de documenten bezorgen die nodig zijn voor de vergoeding van zijn verstrekkingen door deze verzekering. 14.2. Huisartsen.

Behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt, worden voor de algemeen geneeskundigen de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, toegepast op alle bezoeken bij de zieke thuis, op de raadplegingen in de spreekkamer die zó zijn georganiseerd dat ze hetzij ten minste tien uur per week, verdeeld over ten minste drie dagen, hetzij een aantal uren vertegenwoordigen dat overeenstemt met drie vierde van de activiteit in de spreekkamer, op uren die normaal passen voor de rechthebbenden van de verzekering voor geneeskundige verzorging, alsmede op de tijdens die bezoeken of raadplegingen verrichte technische verstrekkingen.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder bijzondere eisen verstaan : 14.2.1. de niet dringende bezoeken, afgelegd op verzoek van de zieke buiten de uren of het tijdschema van de normale ronde van de geneesheer; 14.2.2. de oproepen van zieken die voor de geneesheer een ongewoon belangrijke verplaatsing meebrengen; 14.2.3. de oproepen s nachts, tijdens een weekend of op een feestdag wanneer de geneesheer geen wachtdienst heeft en wanneer is uitgemaakt dat de ter plaatse georganiseerde wachtdienst toereikend is; 14.2.4. de raadplegingen volgens afspraak, buiten de in het vorige lid bedoelde raadplegingen of die de normale gang ervan verstoren.

Afgesproken is evenwel dat de zieke in behandeling, die verzocht wordt zich opnieuw in de spreekkamer van de geneesheer aan te melden, voor elke raadpleging recht heeft op de toepassing van de honorariumregeling die gold voor de eerste raadpleging. 14.3. Geneesheren-specialisten.

Behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt, worden voor de geneesheren-specialisten de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, toegepast op de raadplegingen en op de technische verstrekkingen die onder de volgende voorwaarden worden verricht : 14.3.1. wanneer de geneesheer-specialist zijn specialisme geheel of gedeeltelijk in een verplegingsinrichting uitoefent, indien zijn activiteit volgens de voorwaarden van het akkoord, hetzij een duur van ten minste vijfentwintig uur per week, welke zijn activiteit in de verplegingsinrichting en/of zijn open raadplegingen omvat, hetzij drie vierde van zijn totale activiteit vertegenwoordigt; 14.3.2. wanneer de geneesheer-specialist uitsluitend praktiseert buiten een verplegingsinrichting, indien zijn activiteit in de spreekkamer volgens de voorwaarden van het akkoord zó is georganiseerd dat zij hetzij ten minste twintig uur raadpleging per week, verdeeld over ten minste vier dagen, hetzij drie vierde van zijn totale activiteit vertegenwoordigt, op uren die normaal passen voor de rechthebbenden van de verzekering voor geneeskundige verzorging.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder bijzondere eisen verstaan : 14.3.2.1. het verzoek tot opneming in een afzonderlijke kamer om persoonlijke redenen; 14.3.2.2. de oproepen thuis, behalve wanneer het gaat om raadplegingen, aangevraagd door de behandelend geneesheer; 14.3.2.3. de volgens afspraak gevraagde verstrekkingen, buiten de het vorig lid bedoelde raadplegingen.

Afgesproken is evenwel dat de zieke in behandeling die door de geneesheer wordt verzocht zich opnieuw in de spreekkamer aan te melden, voor elke verstrekking recht heeft op de toepassing van de honorariumregeling die gold voor de eerste verstrekking. 14.4. De bij dit akkoord vastgestelde hoe grootheden inzake honoraria en reisvergoedingen worden toegepast voor alle rechthebbenden van de verzekering voor geneeskundige verzorging, inclusief de rechthebbenden met recht op de voorkeurregeling, zoals bedoeld in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met uitzondering van de rechthebbenden, leden van een gezin waarvan het jaarlijkse belastbaar inkomen hoger ligt dan : hetzij 57.561,40 euro per gezin, verhoogd met 1.918,02 euro per persoon ten laste, wanneer er maar één gerechtigde is; hetzij 38.373,85 euro per gerechtigde, verhoogd met 1.918,02 euro per persoon ten laste, wanneer er verscheidene gerechtigden zijn. 14.5. Teneinde artsen en patiënten een duidelijker inzicht te verschaffen in hun wederzijdse rechten en plichten en teneinde de rechtszekerheid te garanderen zijn de partijen akkoord over de volgende punten : - het in overeenstemming brengen van de termen van het akkoord met de wettelijke bepalingen van artikel 50, § 3, van de GVU-wet, geldt in die zin dat artsen geacht worden de afgesproken tarieven toe te passen, behoudens op tijdstippen en plaatsen waarvoor zij meedeelden de termen van het akkoord niet te zullen toepassen; - het verduidelijken dat bijzondere eisen uiteraard afkomstig moeten zijn van de patiënt, en niet het gevolg mogen zijn van de wijze waarop de arts zijn praktijk organiseert; - de gedeeltelijke toetreding heeft betrekking op zowel raadplegingen als technische verstrekkingen.

De betwistingen met betrekking tot punt 14. zullen het voorwerp uitmaken van een arbitrage door een paritair college samengesteld door de NCGZ en voorgezeten door een ambtenaar van het R.I.Z.I.V. 15. Geschillenbemiddeling De NCGZ is bevoegd voor de bemiddeling van de geschillen die zich kunnen voordoen naar aanleiding van de interpretatie of de uitvoering van de akkoorden.Ze kan in de geschillen inzake de interpretatie van de nomenclatuur bemiddelen nadat ze het advies van de Technisch geneeskundige raad heeft ingewonnen. 16. Duur van het akkoord 16.1. Dit akkoord wordt voor een periode van twee jaar gesloten (namelijk van 1 januari 2006 tot 31 december 2007). 16.2. Het akkoord kan worden opgezegd met een ter post aangetekende brief die aan de voorzitter van de NCGZ is gericht : 16.2.1. door één van de partijen : 16.2.1.1. vóór 1 december 2006 als ze van oordeel is dat de bijkomende financiële middelen die zijn toegewezen voor het volgende begrotingsjaar onmiskenbaar ontoereikend zijn om de goede uitvoering van het akkoord te waarborgen.

Onverminderd punt 16.2.1.4., treedt die gemotiveerde opzegging, die het bewijs levert van het onmiskenbare tekort aan middelen, op 1 januari 2007 in werking. 16.2.1.2. binnen 30 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van correctiemaatregelen zoals bedoeld in § 8 van het artikel 50 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 of binnen de 30 dagen nadat de Minister op grond van artikel 18 van genoemde gecoördineerde wet eenzijdig maatregelen genomen heeft die de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen wijzigen.

Deze opzegging kan algemeen zijn of beperkt tot bepaalde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of tot bepaalde zorgverleners op wie de correctiemaatregelen betrekking hebben, als de niet in dit akkoord vermelde correctiemaatregelen niet door de vertegenwoordigers van de geneesheren zijn goedgekeurd overeenkomstig de regels vermeld in artikel 50, § 2, 3 en 8 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994. In geval van gedeeltelijke opzegging moeten in de aangetekende brief ook de beoogde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of zorgverleners nauwkeurig worden vermeld. Deze opzegging is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de voormelde correctiemaatregelen. 16.2.1.3. De bepalingen van dit akkoord zijn van toepassing op alle verstrekkingen die op 31 december 2005 in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zijn vermeld. Wanneer de aldus omschreven nomenclatuur door de overheid eenzijdig gewijzigd wordt in 2006 of 2007, is het akkoord vanaf de inwerkingtreding van deze wijziging niet meer van toepassing op de gewijzigde bepalingen van de nomenclatuur, tenzij deze wijziging de goedkeuring heeft bekomen van de NCGZ. 16.2.1.4. Een partij is geldig vertegenwoordigd als ze ten minste 7 van de leden die haar vertegenwoordigen in de NCGZ, verenigt. 16.2.1.5. Die opzegging kan evenwel slechts in werking treden als de opzeggende partij die opzegging bevestigt voor de NCGZ die in spoedvergadering is bijeengeroepen, overeenkomstig de quorumregels bedoeld in artikel 50, § 2, paragraaf 4. 16.2.2. door een geneesheer : 16.2.2.1. vóór 1 november 2006.

Die opzegging is van toepassing vanaf 1 januari 2007. 16.2.2.2. binnen 30 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van correctiemaatregelen zoals bedoeld in § 8 van het artikel 50 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 of binnen de 30 dagen nadat de Minister op grond van artikel 18 van genoemde gecoördineerde wet eenzijdig maatregelen genomen heeft die de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen wijzigen.

Deze opzegging kan algemeen zijn of beperkt tot bepaalde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of tot bepaalde zorgverleners op wie de correctiemaatregelen betrekking hebben, als de niet in dit akkoord vermelde correctiemaatregelen niet door de vertegenwoordigers van de geneesheren zijn goedgekeurd overeenkomstig de regels vermeld in artikel 50, § 2, 3 en 8 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994. In geval van gedeeltelijke opzegging moeten in de aangetekende brief ook de beoogde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of zorgverleners nauwkeurig worden vermeld. Deze opzegging is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de voormelde correctiemaatregelen. 17. Formaliteiten 17.1. De geneesheren die weigeren toe te treden tot de bedingen van dit akkoord, geven kennis van hun weigering binnen 30 dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad, met een ter post aangetekende brief, gericht aan de NCGZ, waarvan de zetel is gevestigd bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel.

In die brief moet het volgende staan : Ik, ondergetekende, Naam en voornaam : . . . . .

Volledig adres : . . . . . . . . . . . . . . .

Hoedanigheid : Algemeen geneeskundige / geneesheer-specialist voor . . . . . . . . . . (doorhalen wat niet past) R.I.Z.I.V.-identificatienummer : . . . . . verklaar dat ik weiger toe te treden tot de bedingen van het op 20 december 2005 gesloten Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen.

Datum : Handtekening : 17.2. De andere geneesheren dan die welke, overeenkomstig de bepalingen die zijn vermeld onder 17.1., kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de bedingen van het akkoord dat op 20 december 2005 in de NCGZ is gesloten, worden ambtshalve geacht tot dit akkoord te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit, behalve als zij, binnen dertig dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad, de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij, overeenkomstig de bedingen van dit akkoord : a) de honorariumbedragen zullen toepassen die daarin zijn vastgesteld;b) de honorariumbedragen niet zullen toepassen die daarin zijn vastgesteld. Die mededeling moet worden gedaan met een ter post aangetekende brief, gericht aan de NCGZ op het onder 17.1. vermelde adres. In de brief moet het volgende staan : 1° Voor de algemeen geneeskundigen : Ik, ondergetekende, Naam en voornaam : .. . . .

Volledig adres : . . . . . . . . . . . . . . .

R.I.Z.I.V.-identificatienummer : . . . . . verklaar mijn beroepsactiviteit, uitgeoefend overeenkomstig de bedingen van het op 20 december 2005 gesloten nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen, te beperken onder de volgende voorwaarden inzake tijd en plaats : a) Raadplegingen in de spreekkamer die ten minste tien uren per week omvatten, verdeeld over ten minste drie dagen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° Voor de geneesheren-specialisten : Ik, ondergetekende, Naam en voornaam : .. . . .

Volledig adres : . . . . . . . . . . . . . . .

Geneesheer-specialist voor : . . . . .

R.I.Z.I.V.-identificatienummer : . . . . . verklaar mijn beroepsactiviteit, uitgeoefend overeenkomstig de bedingen van het op 20 december 2005 gesloten nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen, te beperken onder de volgende voorwaarden inzake tijd en plaats : a) Geneesheer-specialist die zijn beroepsactiviteit geheel of gedeeltelijk uitoefent in een verplegingsinrichting : - Beroepsactiviteit die ten minste vijfentwintig uren per week omvat : Voltijds : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Datum : Handtekening : 17.3. Alle latere wijzigingen van de voorwaarden inzake tijd en plaats waaronder de onder 17.2. bedoelde geneesheren, overeenkomstig de bedingen van het akkoord, de daarin vastgestelde honorariumbedragen zullen toepassen, mogen worden toegepast, ofwel na een opzegging van dertig dagen, ofwel, zonder opzegging, na aanplakking van die wijzigingen in hun spreekkamer.

Die wijzigingen moeten door de betrokken praktizerenden worden meegedeeld aan het secretariaat van de NCGZ, ofwel onverwijld, van bij de toepassing ervan, als ze worden toegepast na aanplakking en zonder opzegging, ofwel dertig dagen vóór de toepassing ervan, waarbij de datum van de mededeling ervan de aanvang van de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn is. 17.4. De geneesheren die binnen de bij de wet vastgestelde termijn geen kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot het akkoord, moeten in hun wachtkamer en, waar het gaat om de inrichtingen, ofwel in de wachtkamers, ofwel in het ontvangstlokaal, ofwel in het inschrijvingslokaal, een document aanplakken dat is opgemaakt volgens de richtlijnen van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V. in overleg met de Nationale raad van de Orde der geneesheren en waarin is vermeld of zij tot het akkoord zijn toegetreden en waarin ook de raadplegingsdagen en -uren zijn opgegeven waarop ze de tarieven van dit akkoord toepassen alsmede de raadplegingsdagen en -uren waarop ze die tarieven niet toepassen.

Opgemaakt te Brussel op 20 december 2005 De vertegenwoordigers van de bank van de geneesheren (Bvas-Absym en Kartel-Cartel) De vertegenwoordigers van de bank van de verzekeringsinstellingen

^