Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 12 juli 2010

Uittreksel uit arrest nr. 42/2010 van 29 april 2010 Rolnummer 4693 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 15 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, gesteld door het Hof van Beroep te Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010203025
pub.
12/07/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 42/2010 van 29 april 2010 Rolnummer 4693 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter P. Martens, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 22 april 2009 in zake de procureur-generaal tegen F.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 april 2009, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, gewijzigd bij artikel 52 van de wet van 13 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2006 pub. 19/07/2006 numac 2006009573 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten, dat van toepassing is op een persoon bedoeld in artikel 36, 4°, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, die oorspronkelijk en gelijktijdig het voorwerp uitmaakt van een zaak die op die grond aanhangig is gemaakt bij de jeugdrechter, opgevat in zoverre het melding maakt van de beslissing van de geneesheer van de dienst, die als exclusief wordt beschouwd, gelezen in het licht van artikel 2, eerste lid, van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, zoals gewijzigd, van de artikelen 12, 3°, en 19 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, van artikel 43, eerste en tweede lid, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd bij artikel 9 van de wet van 13 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2006 pub. 19/07/2006 numac 2006009573 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten, van de artikelen 52, vijfde lid, 52, achtste lid, 52ter, vierde lid, 52quater, eerste lid, 52quater, derde lid, zoals retroactief van kracht ingevolge het arrest nr. 49/2008 van 13 maart 2008 van het Grondwettelijk Hof, en 58 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, alsook van de artikelen 18 en 19bis van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991, zoals gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 19 februari 2009, van artikel 7, eerste en tweede lid, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 19 juni 1991 en van artikel 1 van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 25 mei 1999, in samenhang gelezen met punt F van de bijlage ervan, doordat : A : het niet voorziet in de verplichting, voor de geneesheer van de dienst, om : - 1°) hetzij de jeugdrechter bij wie voordien en gelijktijdig de zaak betreffende die patiënt aanhangig is gemaakt op grond van artikel 36, 4°, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, op de hoogte te brengen van zijn beslissing aan de patiënt toelating te verlenen om de instelling te verlaten in omstandigheden die (ook wegens contacten met derden) een risico kunnen vormen voor diens veiligheid naar gelang van de daden die hij zou kunnen plegen of het gedrag dat hij zou kunnen vertonen; - 2°) hetzij de jeugdrechter bij wie de zaak betreffende de patiënt aanhangig is gemaakt op grond van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, te betrekken bij het bepalen van de voorwaarden van zijn beslissing betreffende het verlaten van de instelling;

B : het niet voorziet in een rechtsmiddel, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een minderjarige geesteszieke delinquent tegenover wie een beschermingsmaatregel loopt, waarbij met name in een plaatsing in een gesloten psychiatrische dienst is voorzien en die werd genomen ter uitvoering van hoofdstuk II van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, verhindert om in voorkomend geval, bij een tijdelijke opschorting van die specifieke beschermingsregel, de beschermingsregel te genieten die een minderjarige niet-geesteszieke delinquent geniet die werd geplaatst in een gesloten afdeling van een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming en voor wie het verlaten van de instelling afhankelijk is van de ontstentenis van een verbod of beperking bij een met redenen omklede gerechtelijke beslissing waartegen hoger beroep kan worden ingesteld, en is onderworpen aan het algemeen reglement van de openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming inzake afwezigheden, het verlaten van de instelling en verloven ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Aan het Hof wordt een prejudiciële vraag gesteld over artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (hierna : de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten), dat bepaalt : « Gedurende het verder verblijf wordt de zieke bewaakt en behandeld.

Dit sluit niet uit dat, op grond van de beslissing van een geneesheer van de dienst en onder diens gezag en verantwoordelijkheid, de zieke voor beperkte tijd, alleen of onder begeleiding, kan uitgaan, noch dat hij, deeltijds, in de instelling verblijft overdag of 's nachts, noch dat hij met zijn instemming beroepsarbeid verricht buiten de dienst ».

B.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of het voormelde artikel 15 in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling niet voorziet in de verplichting voor de geneesheer van de dienst om hetzij de jeugdrechter op de hoogte te brengen van zijn beslissing om een uitstap toe te staan aan de minderjarige geesteszieke die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, hetzij de jeugdrechter te betrekken bij het bepalen van de voorwaarden van die beslissing, en evenmin voorziet in een rechtsmiddel tegen die beslissing, terwijl de toestemmingen voor in een gesloten afdeling van een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming geplaatste minderjarigen om die instelling te verlaten, zijn onderworpen aan strikte voorwaarden, waaronder in sommige gevallen de toestemming van de jeugdrechter, met een recht van opschortend hoger beroep vanwege het openbaar ministerie.

B.3.1. De beslissing van de jeugdrechtbank om een minderjarige die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, in een gesloten opvoedingsafdeling van een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming te plaatsen, vindt haar grondslag in artikel 37, § 2, 8°, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals vervangen bij artikel 7, 2°, van de wet van 13 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2006 pub. 19/07/2006 numac 2006009573 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.

Die bepaling voorziet erin dat de jeugdrechtbank de betrokkenen kan toevertrouwen « aan een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming, met inachtneming van de plaatsingscriteria bedoeld in § 2quater ».

B.3.2. Hoewel de verwijzende rechter andere bepalingen beoogt, blijkt uit de bewoordingen van de vraag dat het tweede punt van de vergelijking waartoe hij het Hof uitnodigt, de uitstapregeling is die van toepassing is op de minderjarige die in een gesloten opvoedingsafdeling van een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming is geplaatst, zoals bedoeld in artikel 52quater van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Het voormelde artikel 52quater bepaalt : « Voor wat betreft de personen bedoeld in artikel 36, 4°, kan de rechter of de jeugdrechtbank, naar gelang van het geval, in de gevallen bedoeld in de artikelen 52, 52bis en 52ter, een maatregel van bewaring bevelen, voor een termijn van ten hoogste drie maanden, in een gesloten opvoedingsafdeling, ingericht door de bevoegde overheden.

Deze beslissing kan enkel worden genomen indien voldaan is aan de volgende voorwaarden : [...] 2° de betrokkene geeft blijk van een gedrag dat voor hemzelf of voor anderen gevaarlijk is;3° er bestaan ernstige redenen om te vrezen dat de betrokkene, indien hij opnieuw in vrijheid wordt gesteld, nieuwe misdaden of wanbedrijven pleegt, zich aan het gerecht onttrekt, bewijsmateriaal probeert te doen verdwijnen of tot een heimelijke verstandhouding komt met derden ». Artikel 19bis van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/02/2009 pub. 14/05/2009 numac 2009029272 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen, inzonderheid inzake de statuten en de bekwaamheidsbewijzen voor de personeelsleden van het hoger onderwijs en houdende oprichting van de studentenraden binnen de Hogere Instituten voor Architectuur type decreet prom. 19/02/2009 pub. 16/04/2009 numac 2009029198 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur sluiten, regelt het verlaten van de openbare instellingen voor jeugdbescherming met gesloten stelsel door de jongeren : « § 1. Indien krachtens artikel 52quater, derde lid, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, de jeugdrechter of de jeugdrechtbank het verlaten door een jongere van de openbare instellingen voor jeugdbescherming met gesloten stelsel niet heeft verboden, kan deze jongere de instelling verlaten mits inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° het verlaten door een jongere van de openbare instellingen voor jeugdbescherming met gesloten stelsel om voor de rechtbank te verschijnen, om redenen van medische noodzaak of om een begrafenis in België bij te wonen in geval van overlijden van een familielid tot en met de tweede graad, is niet ondergeschikt aan een toelating door de jeugdrechter of jeugdrechtbank.De instelling informeert de jeugdrechter of de jeugdrechtbank evenwel voorafgaandelijk per telekopie van elke uitstap in deze zin. De Regering kan deze regel uitbreiden tot andere soorten uitstappen; 2° de soorten uitstappen die beschreven staan in het pedagogisch project dat de openbare instelling voor jeugdbescherming aan de jeugdrechter of de jeugdrechtbank meedeelt met vermelding van de soorten omkadering per soort uitstap, kunnen worden verboden door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank, bij gemotiveerde beslissing voor één of meer van de redenen genoemd in paragraaf 2.Het verbod kan ook beperkt worden tot slechts enkele soorten activiteiten en kan verband houden met een onvoldoende omkadering; 3° voor het verlaten van de instelling in het kader van activiteiten die niet uitdrukkelijk deel uitmaken van het pedagogisch project van de openbare instelling voor jeugdbescherming, moet geval per geval een verzoek aan de jeugdrechter of de jeugdrechtbank worden gericht, waarin de voorgenomen soort omkadering nader wordt omschreven.De aanvraag gebeurt uiterlijk tien dagen voor de aanvang van de activiteit. De jeugdrechter of jeugdrechtbank doet uitspraak binnen de acht dagen vanaf de datum van verzending van de aanvraag. Een afschrift van het verzoek wordt onverwijld door de griffie aan het openbare ministerie bezorgd.

Van de beslissing van de jeugdrechter of de jeugdrechtbank wordt aan de openbare instelling voor jeugdbescherming per telekopie kennis gegeven. Een afschrift van de beslissing wordt binnen de 24 uur door de griffie aan het openbaar ministerie bezorgd. § 2. Ingeval de jeugdrechter of de jeugdrechtbank verbiedt om de instelling te verlaten, vermeldt hij de redenen van dit verbod die steunen op een of meer van de volgende redenen : 1° de betrokkene geeft blijk van een gedrag dat voor hemzelf of voor anderen gevaarlijk is;2° er bestaan ernstige redenen om te vrezen dat de betrokkene, indien hij opnieuw in vrijheid wordt gesteld, nieuwe misdaden of wanbedrijven zal plegen, zich aan het gerecht [zal] onttrekken, bewijsmateriaal [zal] proberen te doen verdwijnen of met derden tot een heimelijke verstandhouding [zal] komen;3° het belang van een slachtoffer of zijn omgeving vereist dit verbod. § 3. De jeugdrechter of jeugdrechtbank kan, [te] allen tijde, hetzij ambtshalve hetzij op vordering van het openbaar ministerie, het stelsel voor het verlaten door de jongere van de openbare instelling wijzigen ».

Ten slotte bepaalt artikel 58 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten : « De beslissingen van de jeugdrechtbank gewezen in de aangelegenheden bedoeld in titel II, hoofdstukken III en IV, zijn, binnen de wettelijke termijnen, vatbaar voor hoger beroep door het openbaar ministerie en voor verzet en hoger beroep door alle andere in het geding betrokken partijen onverminderd de bepalingen van de artikelen 52, 52quater, negende lid, en 53, derde lid.

De vonnissen gewezen in de aangelegenheden bedoeld in titel II, hoofdstuk II, zijn niet vatbaar voor verzet. Hoger beroep wordt bij verzoekschrift ingesteld ter griffie van het hof van beroep. De griffier van de jeugdkamer roept voor die kamer de partijen op die opgeroepen waren voor de jeugdrechtbank; hij voegt bij de oproeping voor de andere partijen dan de verzoeker, een gelijkluidend afschrift van het verzoekschrift.

De medewerking van pleitbezorgers bij het hof is niet vereist.

De jeugdrechtbank kan de voorlopige tenuitvoerlegging van haar beslissingen bevelen, behalve wat de kosten betreft ».

B.4.1. De verwijzende rechter leest artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten in het licht van de artikelen 2, eerste lid, 12.3, 19 en 43 van deze wet.

Artikel 2, eerste lid, van de voormelde wet bepaalt : « De beschermingsmaatregelen mogen, bij gebreke van enige andere geschikte behandeling, alleen getroffen worden ten aanzien van een geesteszieke indien zijn toestand zulks vereist, hetzij omdat hij zijn gezondheid en zijn veiligheid ernstig in gevaar brengt, hetzij omdat hij een ernstige bedreiging vormt voor andermans leven of integriteit ».

Wanneer de in het voormelde artikel 2 bedoelde omstandigheden zich voordoen, kan een opneming ter observatie in een psychiatrische dienst gedurende maximum veertig dagen bij rechterlijke beslissing worden bevolen. Die opneming ter observatie kan ten einde lopen vóór het verstrijken van de termijn van veertig dagen, krachtens artikel 12 van de wet, indien dat wordt beslist door : « [...] 3. Hetzij de geneesheer-diensthoofd die in een gemotiveerd verslag vaststelt dat de toestand van de zieke deze maatregel niet langer rechtvaardigt.Hij deelt zulks mee aan de zieke en aan de directeur van de instelling. Deze laatste verwittigt de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de procureur des Konings, evenals de persoon die de opneming ter observatie heeft gevraagd ».

Indien de opneming ter observatie niet wordt beëindigd en indien de toestand van de zieke zijn verder verblijf in de instelling na het verstrijken van de periode van veertig dagen verantwoordt, zendt de directeur van de instelling aan de rechter een omstandig verslag van de geneesheer-diensthoofd dat de noodzaak van verder verblijf bevestigt, krachtens artikel 13 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten. Het is de rechter die, met toepassing van artikel 14 van de wet, de duur van het verder verblijf vaststelt voor een periode van ten hoogste twee jaar.

Artikel 19 van de voormelde wet regelt de voorwaarden van het einde van het verblijf. Het bepaalt : « § 1. De geneesheer-diensthoofd kan, uit eigen beweging of op verzoek van enige belanghebbende, beslissen dat het verder verblijf niet langer nodig is in een gemotiveerd verslag waarin hij vaststelt dat de toestand van de zieke deze maatregel niet langer rechtvaardigt. § 2. De beslissing bedoeld in artikel 17, 1°, brengt de opheffing van de maatregel van verder verblijf mee.

De maatregel van verder verblijf wordt eveneens opgeheven indien binnen één jaar nazorg niet tot wederopneming is besloten. § 3. De geneesheer-diensthoofd deelt zijn beslissing mede aan de zieke, de procureur des Konings en aan de directeur van de instelling.

Deze laatste verwittigt per aangetekende brief de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, evenals de persoon die de opneming ter observatie heeft gevraagd. § 4. De beslissing waarmee aan de beschermingsmaatregel een einde wordt gemaakt, wordt onmiddellijk uitgevoerd ».

B.4.2. Bij artikel 9 van de wet van 13 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2006 pub. 19/07/2006 numac 2006009573 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, heeft de wetgever een bijzondere maatregel ten aanzien van de minderjarige delinquent willen toevoegen. Aldus heeft hij artikel 43 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vervangen door de volgende bepaling : « Ten aanzien van de in artikel 36, 4°, bedoelde personen past de rechter of de jeugdrechtbank de bepalingen van deze wet toe onverminderd de toepassing van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.

In geval van toepassing van de voornoemde wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten op de personen die oorspronkelijk voor de jeugdrechtbank waren verwezen op grond van artikel 36, 4°, wordt de beslissing van de geneesheer-diensthoofd om de maatregel op te heffen, die overeenkomstig artikel 12, 3°, of 19 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten genomen is, slechts uitgevoerd na een termijn van vijf werkdagen te rekenen van de dag waarop de jeugdrechtbank hiervan is geïnformeerd.

Binnen deze termijn, en zonder deze te kunnen verlengen, spreekt de rechtbank zich uit over elke andere maatregel bedoeld in artikel 37, die zij nuttig acht ».

Die bepaling werd in de parlementaire voorbereiding van de wet als volgt verantwoord : « Ten slotte voorziet artikel 43, § 2, in een aanpassing van het stelsel bedoeld in de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten teneinde dit compatibel te maken met de aanhangigmaking bij de jeugdrechtbank, die gericht is op bescherming. Krachtens de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten kan de maatregel waarin zij voorziet, worden opgeheven bij een beslissing van de geneesheer-diensthoofd van de psychiatrische instelling.

Ingeval de zaak evenwel bij de jeugdrechtbank aanhangig is gemaakt met het oog op het nemen van een maatregel ten aanzien van een minderjarige die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, mag het optreden van de jeugdrechtbank terzake zich niet beperken tot het akte nemen van het einde van de maatregel, beslist door de geneesheer-diensthoofd. De rechtbank moet in voorkomend geval het verlaten van de jongere van de instelling kunnen regelen. Derhalve voorziet het ontwerp van wet erin dat ingeval de maatregel opgelegd overeenkomstig de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten beëindigd wordt door een beslissing van de geneesheer-diensthoofd, de tenuitvoerlegging van de beslissing wordt opgeschort gedurende een termijn die niet langer mag duren dan 5 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de rechtbank is ingelicht over de opheffing van de maatregel. Gedurende deze termijn neemt de rechtbank alle maatregelen die zij voor de betrokken jongere nodig acht » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1467/001, pp. 42-43).

B.5. Zoals in B.2 is aangegeven, blijkt uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag dat het Hof wordt verzocht de uitstapregeling van de minderjarige delinquent die in een gesloten afdeling van een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming is geplaatst, te vergelijken met de regeling van de occasionele uitstappen van de minderjarige geesteszieke die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, waarin artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten voorziet.

Zoals is opgemerkt in de parlementaire voorbereiding van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, vormen de in dat artikel 15 bedoelde occasionele uitstappen een soepelheid binnen het kader zelf van de behandeling, wanneer de toestand van de zieke dat toelaat (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 733-2, p. 85). Dat geldt niet voor de in de artikelen 12.3 en 19 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten bedoelde maatregelen, die tot gevolg hebben dat de opneming van de geesteszieke wordt beëindigd.

B.6.1. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2006 pub. 19/07/2006 numac 2006009573 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten is in herinnering gebracht dat wanneer de jeugdrechter ten aanzien van een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd en die aan een geestelijke stoornis lijdt, een maatregel tot plaatsing in een gesloten afdeling van een psychiatrische instelling wenst te nemen, hij dat enkel met toepassing van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten kan doen. « In dit geval heeft deze laatste wet de overhand op de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1467/001, p. 42).

B.6.2. Zowel uit de tekst zelf van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten als uit de parlementaire voorbereiding ervan, blijkt dat de wetgever aan de geestesziekte een doorslaggevend karakter heeft willen toekennen om het aannemen van maatregelen die in het kader van een therapeutische logica passen, te verantwoorden (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 733-2, p. 9).

Dat wordt bevestigd bij artikel 1 van de wet wanneer het bepaalt dat de diagnose en de behandeling van psychische stoornissen geen aanleiding kunnen geven tot enige vrijheidsbeperking. De vrijheidsberovende maatregelen dienen, bijgevolg, de uitzondering te blijven en zullen als beschermingsmaatregelen worden beschouwd (ibid., pp. 9 en 12).

De toepassingsvoorwaarden van de maatregelen dienen eveneens op restrictieve wijze te worden geïnterpreteerd. Aldus « mogen [zij] niet enkel beperkt blijven tot een erge mentale toestand, maar [...] moet die toestand [tegelijkertijd] een ernstige en rechtstreekse bedreiging betekenen hetzij voor hun eigen gezondheid en veiligheid, hetzij omdat de geesteszieke een ernstige bedreiging vormt voor andermans leven of integriteit » (ibid., p. 13).

Er werd eveneens verduidelijkt dat, hoewel het geneesherenkorps niet alleen over de vrijheidsberoving kan beslissen, het daarentegen autonoom is inzake invrijheidstelling, waarbij de opdracht van de rechter erin bestaat de rechten van de zieke te beschermen en niet de opheffing van een maatregel te verhinderen (ibid., p. 77).

B.7.1. Door de voorrang van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten op de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ten aanzien van de minderjarige geesteszieke die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, te bevestigen, heeft de wetgever het therapeutische aspect van de te zijnen aanzien genomen maatregelen voorrang willen geven op het beschermende aspect van de bij de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten voorgeschreven maatregelen.

Het is in verband met die therapeutische doelstelling dat de wetgever enkel aan de geneesheer van de dienst, onder diens gezag en verantwoordelijkheid, de mogelijkheid heeft willen verlenen om aan de minderjarige toe te staan de instelling voor beperkte tijd te verlaten, wat de beslissing tot opneming als dusdanig geenszins opnieuw in het geding kan brengen, beslissing waarvoor in het optreden van de jeugdrechter is voorzien.

B.7.2. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te beslissen welke waarborgen de occasionele uitstappen van de minderjarige geesteszieke tijdens de behandeling dienen te omgeven. In de vraag wordt evenwel het bijzondere geval beoogd van minderjarige geesteszieken die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.

Zoals het Hof in B.4.2 heeft opgemerkt, heeft de wetgever, hoewel voorrang wordt gegeven aan het therapeutische aspect van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, in bijzondere waarborgen willen voorzien ten aanzien van die categorie van minderjarigen, wanneer het om de in de artikelen 12.3 en 19 van die wet bedoelde beslissingen gaat.

B.7.3. De wetgever heeft immers bepaald dat, wanneer de geneesheer-diensthoofd vaststelt dat de toestand van de zieke zijn opneming ter observatie niet langer rechtvaardigt (artikel 12.3) of dat zijn verder verblijf niet wordt gerechtvaardigd (artikel 19), de magistraat die de beslissing heeft genomen en de rechter voor wie de zaak aanhangig is, daarvan op de hoogte worden gebracht.

Het zou coherent zijn om in een analoge maatregel te voorzien met betrekking tot de beslissing van een geneesheer van de dienst om toe te staan dat « de zieke voor beperkte tijd [...] kan uitgaan », rekening houdend met het gevaarlijke karakter dat die maatregel voor de minderjarige of voor anderen zou kunnen hebben.

Zoals in B.5 is opgemerkt, heeft het toestaan van « in de tijd beperkte uitstappen » evenwel niet dezelfde draagwijdte als een beslissing waarbij de opneming ter observatie of de opneming zelf worden beëindigd. Die toelating vormt een therapeutisch middel waarbij de geneesheer in het bijzonder geschikt is om het nut ervan te beoordelen.

Rekening houdend met de in B.6.2 vermelde doelstellingen en met het specifieke karakter van de « in de tijd beperkte uitstappen », staat het aan de wetgever te beslissen of zij het voorwerp van controle moeten uitmaken. Het Hof zou, zonder zijn beoordeling in de plaats van die van de wetgever te stellen, niet kunnen oordelen dat de wetgever de artikelen 10 en 11 van de Grondwet heeft geschonden door niet in een rechterlijke tussenkomst te voorzien.

B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 15 van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 29 april 2010.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, P. Martens.

^